Voorzieningen voor cursisten met een beperking of andere moeilijkheden

In de meeste seminarie- en instituutsklassen zitten cursisten met uiteenlopende beperkingen of andere mentale of lichamelijke problemen. Sommige cursisten hebben bijzondere voorzieningen nodig om deel te nemen, te leren en hun diploma te behalen.

Doordat u voorzieningen treft voor cursisten met een beperking of andere moeilijkheden, kunnen ze dezelfde leerresultaten behalen als cursisten zonder die problemen. Leerkrachten kunnen hun cursisten het beste in hun leerproces bijstaan als ze hen kennen: ‘Hoe beter u iemand kent, hoe beter u hem of haar kunt helpen om persoonlijke betekenis en kracht in het evangelie van Jezus Christus te vinden.’ (Heb de leerlingen lief, Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland.)

Leerkrachten houden bij het treffen van voorzieningen voor hun cursisten rekening met de volgende richtlijnen:

Stel vast welke behoeften de cursist heeft

Als de leerkrachten stilstaan bij de behoeften van hun cursisten in het leerproces en de benodigde voorzieningen, kunnen ze zich afvragen:

Weet ik welke cursisten moeite hebben met…

Lezen?
Onthouden of cognitieve problemen?
Een tweede taal leren en gebruiken?
Gehoor of zicht?
Lichamelijke mobiliteit?
Concentratie of hyperactiviteit?
Sociale vaardigheden?
Gezondheidsproblemen die hun leervermogen of aanwezigheid beïnvloeden?
Angst, depressie of andere psychische problemen (zie Mental Health , Life Help, Gospel Library)?
Andere persoonlijke of familiale problemen (zie Hulp bij het dagelijks leven, Evangeliebibliotheek)?

Heb ik met de cursist en zijn of haar ouders of voogden gesproken over voorzieningen waarmee hij of zij thuis of op school wordt geholpen?

Stel een plan op dat in de behoeften van de cursist voorziet

Zodra ze hebben vastgesteld welke behoeften de cursist heeft, stellen de leerkrachten een plan op dat in die behoeften voorziet. Leerkrachten kunnen zich afvragen: ‘Hoe kan deze cursist dit beginsel leren op een manier die op hem en zijn leerbehoeften zijn toegespitst?’ In de volgende paragrafen staan richtlijnen voor leerkrachten die overwegen welke voorzieningen kunnen worden getroffen voor cursisten die aan de seminarievereisten willen voldoen:

1. Presentievereisten: vanwege beperkingen, gezondheidsproblemen of andere moeilijkheden kunnen sommige cursisten niet aan de presentievereisten voldoen. Er zijn meerdere voorzieningen voor deze cursisten mogelijk; deze worden door de leerkracht bepaald. In overleg met de cursisten en hun ouders of voogden wordt het inhaalwerk voor de presentie op individuele basis bepaald.

2. Leesvereisten: voor cursisten met een leesstoornis of visuele beperking kunnen de leesopdrachten op andere manieren worden verstrekt, waaronder:

Luisteren naar audio-opnames van de leesopdrachten.
Gebruik maken van online tekst-naar-spraakprogramma’s (vaak gratis beschikbaar).
Cursisten toestaan om met klasgenoten, leerkrachten, familieleden of kerkleiders te lezen.
Hun de tekst in grote druk of braille bezorgen.
Aan de hand van Verhalen uit de Schriften vereenvoudigde Schriftverhalen online bekijken, lezen of beluisteren.
De geïllustreerde Schriften gebruiken (beschikbaar in het distributiecentrum van de kerk).
De video’s ‘Scriptural Reenactments and Teaching’ van de kerk bekijken.
De audioreeks van de kerk beluisteren.

3. Toetsvereisten: leerkrachten treffen voorzieningen bij de toetsen, zodat cursisten met een beperking of andere moeilijkheden daaraan op gelijke voet met andere cursisten kunnen deelnemen. Mogelijke voorzieningen:

Mondelinge antwoorden toestaan als schriftelijk antwoorden moeilijk is.
De cursisten voldoende tijd geven om de vraag te verwerken, voordat ze antwoord geven.
De cursisten toestaan om de toets op verschillende manieren in te leveren en in te vullen (mondeling, visueel enzovoort).
Gebruik maken van meerkeuzevragen.
Cursisten met beperkte spreekvaardigheid toestaan om gebaren te maken of naar het juiste antwoord te kijken of wijzen.

Voer het plan uit

Leerkrachten kunnen hindernissen in het leerproces beperken door na te denken over het volgende:

De manier waarop de informatie wordt gepresenteerd (voordracht, lezen, afbeeldingen, video, audio, ondersteuning van klasgenoten enzovoort).
De manier waarop de cursisten reageren (mondeling, schriftelijk, visueel, met een klasgenoot, in hun gedachten enzovoort).
De leeromgeving of setting (verlichting, indeling van zitplaatsen, lawaai enzovoort).
De timing van de instructie (extra verwerkingstijd, pauzes, extra tijd voor toetsen of projecten enzovoort).

De volgende aanvullende leermiddelen kunnen nuttig zijn voor leerkrachten die voorzieningen willen treffen voor cursisten met een beperking of andere moeilijkheden.