Jaarlijkse uitzendingen
Wij spreken over Christus, wij verheugen ons in Christus


21:33

Wij spreken over Christus, wij verheugen ons in Christus

Jaarlijkse instructie-uitzending seminarie en instituut voor godsdienstonderwijs • 12 juni 2018 • Conferentiecentrumtheater

Dank u, dat was prachtig. We zijn zo gezegend. Het is zo’n voorrecht om hier vandaag bij u te zijn. Dank u voor alles wat u doet. We hebben u lief en we dienen graag met u.

Zoals velen van u denk ik vaak na over ons voorrecht om de jongeren en jongvolwassenen van de kerk te onderwijzen en vraag ik me vaak af hoe we krachtiger kunnen onderwijzen, zodat onze cursisten een sterk en duurzaam geloof in Jezus Christus ontwikkelen. Toen ik over die vraag nadacht, kwam het idee dat ouderling Clark ons in januari gaf bij me op. Hij zei dat de uitnodiging van de Heiland om van Hem te leren twee betekenissen heeft: ten eerste, leer Hem kennen; en ten tweede, leer iets van Hem. Hij citeerde wat ouderling Neal A. Maxwell over die uitnodiging van de Heiland gezegd heeft en voegde daaraan toe: ‘Er [is] geen enkele andere manier om diepgaand te leren.’1

Ik ben gaan beseffen en geloven dat dit de belangrijkste manier is om het geloof van de opkomende generatie op te bouwen: Jezus Christus in ons onderwijs centraal stellen door onze cursisten te helpen om Hem te leren kennen, van Hem te leren en er bewust naar te streven meer zoals Hij te worden. We moeten dagelijks spreken over Christus, ons verheugen in Christus en Christus prediken.2

Velen hebben die uitnodiging al ter harte genomen. Ze bereiden hun lessen met die ideeën in gedachten voor en grijpen kansen aan om van Jezus Christus en zijn goddelijke eigenschappen, onbegrensde macht en eindeloze liefde. In zulke lessen is de Heilige Geest sterker aanwezig, is er meer dankbaarheid voor de Heiland, wordt de leer zinvoller en beter toegepast en handelen jongeren meer in geloof.

De belangrijkste manier waarop we onze cursisten de Heiland beter laten leren kennen, is ze op heilige priesterschapsverordeningen en het nakomen van verbonden voorbereiden.3 Hen op de zegeningen van de tempel voorbereiden is hen helpen om Jezus Christus te leren kennen en volgen. Maar we kunnen ook andere dingen doen waardoor ze op Hem en zijn leringen en verzoening gaan vertrouwen.

Ik geef u daarom vier manieren waarop we Jezus Christus in ons onderwijs centraal kunnen stellen.

1. Focus op de titels, rollen, het karakter en de eigenschappen van Jezus Christus

Ten eerste, focus op de titels, rollen, het karakter en de eigenschappen van Jezus Christus. President Russell M. Nelson heeft ons gevraagd om ‘de verwijzingen in de Gids bij de Schriften als lesstof voor [ons] persoonlijk te beschouwen’.4 Zo weten we niet alleen wat Jezus deed, maar leren we Hem ook beter kennen, ook zijn eigenschappen en karakter.

Een van Jezus Christus’ titels is bijvoorbeeld Schepper. Onder leiding van zijn Vader heeft Jezus de hemel en de aarde geschapen. Schepper is ook een van zijn goddelijke rollen en beschrijft zijn aard. Bij onze studie van hoe en waarom Jezus de aarde schiep, kunnen we ons afvragen: Wat zegt dit over wie Hij is? Wat zegt dit over zijn motieven, liefde en macht? Welke goddelijke eigenschappen van de Heiland komen in zijn rol als Schepper naar voren?

U weet misschien wel dat president Boyd K. Packer een vaardig kunstenaar was die graag vogels uit hout sneed. Op een dag reed hij met ouderling A. Theodore Tuttle mee. Een van zijn beeldjes lag op de achterbank van de auto. Bij een kruising remde ouderling Tuttle hard, waarop het beeldje ondersteboven op de grond viel en in stukken brak. Ouderling Tuttle was er kapot van, maar president Packer niet. Hij zei eenvoudigweg: ‘Geen zorgen. Ik heb het gemaakt. Ik kan het repareren.’ En dat deed hij. Hij verstevigde het en bracht zelfs verbeteringen aan. President Packer legde uit: ‘Wie heeft jullie gemaakt? Wie is jullie Schepper? Er is niets in je leven dat Hij niet kan en zal repareren als het verbuigt of breekt.’5

Als onze cursisten Jezus’ rol als Schepper begrijpen en nadenken over de Schriftuurlijke verslagen die getuigen van zijn ongelofelijke macht om zijn scheppingen te repareren en genezen, zullen ze naar ervaringen met die macht en belofte verlangen. Dan gaan ze in geloof handelen, zodat ze zijn macht om hun gebreken te repareren kunnen voelen.

Een andere heilige titel van Jezus is Verlosser. In de Schriften wordt er ruim negenhonderd keer naar die rol verwezen. Wat leren we door die titel over zijn karakter en eigenschappen? Wat betekende zijn verlossingskracht voor Alma, Saulus en de overspelige vrouw? Wat betekende ze voor Mattheüs, de tollenaar en evangelist?

Het is interessant dat we in het hoofdstuk waarin de roeping van Mattheüs als apostel staat ook lezen dat Jezus wonderen verrichtte en ‘iedere ziekte en elke kwaal onder het volk’ genas.6 Jezus verrichtte die wonderen omdat ‘Hij innerlijk met ontferming bewogen’ was.7 Maar waarom is Mattheüs de enige evangelist die zijn roeping tussen die wonderen vermeldt? Misschien was het een chronologisch verslag. Ik denk echter dat er meer achter schuilt. Is het mogelijk dat Mattheüs besefte dat Jezus’ grootste verlossende wonder is dat Hij ons vergaf, liefhad, opbouwde en ons onze ware identiteit en ons potentieel toonde, net zoals Hij voor Mattheüs gedaan had?

Cursisten gaan Jezus’ eigenschappen ook beter begrijpen als we niet alleen op Schriftverhalen focussen, maar ook op wat we eruit leren over de Heiland. Waarom hebben we het bijvoorbeeld over Ammon die de armen afhakte van de mannen die koning Lamoni’s schapen uiteendreven? Om Ammons grootheid te beklemtonen? Of gaat dat verhaal over Gods grootheid? Wat leren we uit dit verhaal over de Heer en de manier waarop Hij ons zegent als we op Hem vertrouwen? Ammon getuigt aan het eind van zijn verslag enthousiast: ‘Ik roem niet op mijn eigen kracht. […] Ik weet dat ik niets ben; […] daarom zal ik […] in mijn God roemen, want in zijn kracht vermag ik alle dingen.’8

Een paar maanden geleden was ik bij een groep geweldige leerkrachten. Ik vroeg ze een verhaal uit de Schriften of gebeurtenis uit de kerkgeschiedenis te kiezen en te overwegen wat we eruit leren over de aard van God. De eerste leerkracht antwoordde: ‘Polygamie.’ Ik dacht eerst: fantastisch. U had geen moeilijker onderwerp kunnen kiezen. Maar tijdens het gesprek gebeurde er iets geweldigs. Ze begonnen te getuigen dat onze hemelse Vader al zijn kinderen liefheeft en wil dat er voor hen gezorgd wordt. Een van hen zei dat de Heer soms moeilijke dingen van ons vraagt, maar dat Hij ons altijd steunt en ons voor onze gehoorzaamheid beloont. Een ander zei dat God gezinnen liefheeft en wil dat kinderen door liefdevolle ouders opgevoed worden. Ik begon te beseffen dat de Geest van de aard en het karakter van God aan het getuigen was, dat we ons dichter tot onze hemelse Vader en zijn Zoon Jezus Christus voelden, en dat we Hen beter hadden leren kennen en meer liefhadden.

Jezus Christus is onze Schepper. Hij is onze liefhebbende, vergevensgezinde en barmhartige Verlosser. Hij is ook Immanuel, het Lam van God, de Messias, de Heilige van Israël en de Leidsman en Voleinder van ons geloof. Als we op zijn titels, rollen, karakter en eigenschappen focussen, zal de Geest van Hem getuigen, ons meer begrip van en liefde voor Hem geven en een groter verlangen om meer zoals Hij te worden.

2. Beklemtoon het voorbeeld van Jezus Christus

Een tweede manier om Jezus in ons onderwijs centraal te stellen, is door te erkennen en beklemtonen dat Hij het volmaakte voorbeeld is, de belichaming en uiting van alle evangeliebeginselen.9 Een leerkracht vertelde me onlangs dat hij met zijn gezin besloten heeft om samen het Nieuwe Testament nog eens door te lezen. Maar deze keer letten ze minder op wat Jezus zegt en vooral op wat Hij doet. Als we op zijn volmaakte voorbeeld focussen, nodigen we de Heilige Geest ook uit om van Hem te getuigen.

Zelfs als Jezus niet in een verhaal genoemd wordt, kunnen we wel aantonen dat Hij het toonbeeld is van het beginsel dat erin behandeld wordt. Nadat we een beginsel gevonden en geanalyseerd hebben, kunnen we vragen: ‘Ken je een Schriftverhaal waarin Jezus een goed voorbeeld van dit beginsel was?’ Of: ‘Wanneer heeft Jezus dit beginsel in jouw leven of voor jou toegepast?’ Onlangs kreeg een cursist die vraag over de zachtheid van de Heiland. Ze moest meteen denken aan de zachtaardige manier waarop de Heiland haar altijd behandelt. Die ervaring in de les wekte in haar het verlangen op om christelijker en zachtaardiger om te gaan met de mensen die van haar afhangen, zoals zij van de Heer afhangt.

Je kunt alle boeken uit de geschiedenis doorzoeken, maar je zult geen beter voorbeeld van de evangeliebeginselen vinden dan die in de Schriftuurlijke verslagen van Jezus en zijn eeuwige bediening. Als onze cursisten het voorbeeld van de Heer in zijn rol als Jehova, de aardse Christus en de herrezen Heiland overdenken, zal hun kracht en vermogen toenemen om doeltreffend in rechtschapenheid te handelen. Dan zijn onze lessen geen gesprekken over ethiek en zelfbeheersing meer en worden de cursisten met de macht van de Heiland en het eeuwige plan van geluk verbonden.

Hoe kunnen we bijvoorbeeld het beginsel eerlijkheid behandelen? Gewoon als goede raad omdat mensen ons meer vertrouwen als we eerlijk zijn? Of vormt integriteit de kern van het karakter van Christus? Als we zoals Hij moeten worden, moeten we dan zijn volmaakt voorbeeld van eerlijkheid volgen? Die vragen zijn op elk evangeliebeginsel van toepassing.

Arthur Henry King heeft dat idee prachtig verwoord. Hij zei: ‘We symboliseren [het goede] in een echt persoon – Jezus Christus, de Zoon van God. Hij is een persoon, geen beginsel, een man die alle beginselen omvat. […] En een man volgen is heel anders dan een beginsel volgen. […] We hoeven geen filosofische ingewikkeldheden van ethiek op te lossen. Daar heeft het niets mee te maken. We moeten de evangeliën bestuderen om te leren wat Christus deed, en ons te vereenzelvigen met wat Hij deed. Omdat we de Geest en liefde van de Meester ontvangen en onszelf in het evangelie hebben verdiept, weten we wat we moeten doen. Het evangelie in ons binnenste laat ons voortdurend weten wat we in een bepaalde situatie moeten doen.’10

We krijgen die macht als we onze inspanningen om het evangelie na te leven met Jezus Christus verbinden. Als we het gevoel hebben dat we routineus bezig zijn of dat onze evangeliebeleving een lijst van taken geworden is, dan hebben we de verbinding misschien verbroken met de bron van genade en vreugde die we zoeken. Misschien doen we zelfs alles wat we moeten doen en streven we toch het doel voorbij. Het evangelie is geen lijst vereisten; het is het goede nieuws dat Jezus Christus zonde en dood overwonnen heeft. Jezus Christus is de spil in het plan van onze Vader in de hemel om ons meer zoals Hij te laten worden. Hij is het volmaakte voorbeeld van hoe we moeten leven en de bron van de goddelijke instaatstellende kracht die we nodig hebben. Als we zijn voorbeeld leren volgen en onze inspanningen om het evangelie na te leven met Hem verbinden, vinden we vreugde.

3. Let op zinnebeelden en schaduwbeelden van Jezus Christus

Ten derde dienen we in het leven van profeten en andere trouwe mannen en vrouwen in de Schriften op zinnebeelden en schaduwbeelden11 van de Heiland te letten. De profeet Jakob heeft gezegd: ‘Alle dingen die de mens vanaf het begin van de wereld door God zijn gegeven, zijn een zinnebeeld van Hem.’12

Toen ik in het seminarie in het Oude Testament onderwees, hing ik grote bladen papier aan de muur achteraan in de klas. Bovenaan elk blad schreef ik de naam van een profeet uit het Oude Testament. Telkens als we met een deel van het Oude Testament klaar waren, vroeg ik de cursisten wat ze over de desbetreffende profeet geleerd hadden en hoe zijn ervaringen ze aan de Heiland deden denken. Toen we over Adam geleerd hadden, schreven ze: ‘Adam was een zoon van God.’ ‘Hij was onsterfelijk.’ ‘Hij ging een hof binnen.’ ‘Hij nam de dood op zich, zodat wij zouden leven.’ Het duurde niet lang voor iemand vroeg: ‘Hebben we het nog steeds over Adam of hebben we het over Jezus?’

Op een dag kwam een cursist met me praten over haar Schriftstudie. Ze had de avond ervoor in Mozes 4 het volgende over de gevolgen van de val van Adam gelezen: ‘Ook dorens en distels zal hij voortbrengen voor u.’13 Ze had geleerd om de vraag ‘Hoe getuigt dit verhaal van Christus?’ te stellen, en vroeg zich daardoor af of Jezus, toen Hij met Adam sprak, wist dat Hij op een dag de gevolgen van de val als een doornenkroon op zijn hoofd zou dragen.

Onze cursisten vonden ook een voorbeeld in het leven van Jozef van Egypte. Ze vonden meer dan zestig aspecten waarin hij een zinnebeeld van de Heiland was. De cursisten zagen dat beiden door hun vader geliefd en door hun broers gehaat waren, en dat ze voor de prijs van een slaaf waren verkocht. Ze merkten op dat beiden verleid werden en dat God altijd bij hen was. Die verbanden zijn zoveel meer dan interessante opmerkingen. Het leven van een profeet van de Heer is een zinnebeeld van Hem waardoor we meer over zijn goddelijke eigenschappen leren. Als we die bril goed gebruiken, kunnen we Jezus beter leren kennen en meer zoals Hij worden.

Mijn vrouw, Kristi, behandelde onlangs het verhaal van Jozef van Egypte en vroeg aan de klas: ‘Welke christelijke eigenschappen zie je in het voorbeeld van Jozef?’ We zeiden dat hij van elke beproeving een zegen wist te maken. We noemden zijn gehoorzaamheid, geduld, bereidheid om mensen in nood te helpen, en zijn vergevensgezindheid. Die vraag deed me denken aan een andere keer waarop ik dat verhaal bestudeerd had. Ik probeerde me toen in te beelden wat er gebeurde toen Jozef zich aan zijn broers bekendmaakte. In de Schriften staat dat ze ‘door schrik voor hem overmand’ waren.14 Kunt u zich dat moment inbeelden, en hoe ze zich gevoeld moeten hebben, wetende wat ze gedaan hadden? Maar Jozef antwoordde hun: ‘Kom toch dichter bij me.’ […] Ik ben Jozef, jullie broer. […] Wees niet bedroefd […] want God heeft mij vóór jullie uit gezonden tot behoud van jullie leven.’15 Als ik me dat tafereel inbeeld, begrijp ik beter hoe het zal zijn als we op de dag des oordeels voor de Heer staan. Ik kan me zeker voorstellen dat we ons onze zonden zullen herinneren en door schrik overmand zullen zijn. Maar ik kan me ook voorstellen dat Hij ons helpt op te staan en zegt: ‘Kom toch dichter bij Me. Ik ben je broer. God heeft Mij gezonden tot behoud van je leven.’

Als we op zinnebeelden en schaduwbeelden van Jezus Christus focussen, kunnen we onze cursisten zijn eigenschappen en karakter laten herkennen door de volgende vragen te stellen:

  • ‘Welke christelijke eigenschappen zie je in het leven van deze profeet?’

  • ‘Wanneer is deze eigenschap van Jezus je tot zegen geweest?’ Of ‘Hoe heeft de Heiland deze eigenschap voor jou toegepast?’

  • ‘Wat kun je doen om meer zoals Jezus Christus te worden en deze goddelijke eigenschap te ontwikkelen?’ Of ‘Wat heb je over je Vader in de hemel en Jezus Christus geleerd dat je inspireert om Hen te volgen door in geloof te handelen?’

En als cursisten ‘bidden’ of ‘in de Schriften lezen’ antwoorden, moeten we ze die handelingen met onze hemelse Vader en Jezus Christus laten verbinden door deze vragen te stellen:

  • ‘Wat voor invloed heeft het op je gebeden dat je weet met wie je praat?’

  • ‘Hoe ga je de Schriften zo bestuderen dat je de Heiland beter leert kennen en meer zoals Hij wordt?’

Door dit soort vragen ontwikkelen de cursisten meer kracht en vermogen om de Heiland te kennen en van Hem te leren.

4. Geef een zuiver getuigenis van Jezus Christus

Het vierde wat we kunnen doen, is een zuiver getuigenis van Jezus Christus geven.

We moeten het vaker, krachtiger, eerbiediger, liefdevoller en dankbaarder over Hem hebben. We moeten zelf getuigen en doeltreffende manieren bedenken om onze cursisten tot elkaar te laten getuigen. Tijdens een gesprek over het gebed vroeg een leerkracht zijn cursisten onlangs wat we van de uitnodiging van de Heer om te bidden en zijn belofte om te antwoorden leren over de aard van onze Vader in de hemel. Hij vroeg ze vervolgens de eigenschappen van de Heiland te overwegen waardoor we in zijn naam kunnen bidden. Dankzij die eenvoudige vragen werd een les over het gebed een gelegenheid voor de cursisten om van de macht en liefde van onze Vader in de hemel en zijn Zoon, Jezus Christus, te getuigen. Ze kregen meer waardering voor hun band met God en voor de ongelofelijke zegening dat we in de naam van Jezus Christus, onze Voorspraak bij de Vader, kunnen bidden.

Een andere essentiële manier om van Jezus Christus te getuigen, is het getuigenis van oude en hedendaagse profeten in ons klaslokaal te laten weerklinken. De apostel Petrus zegt dat we ‘getuigen [zijn] die door God tevoren verkozen waren. […] Hij heeft ons bevolen […] te getuigen dat Hij Degene is Die door God aangesteld is. […] Van Hem getuigen al de profeten.’16

Ouderling Robert D. Hales heeft meer recentelijk iets gezegd dat me tot nadenken stemde. Hij zei: ‘We lezen, bestuderen, kijken en luisteren naar de woorden van de profeten die ons waarschuwen en beschermen. Lang voordat we te maken kregen met de heersende gezinsproblematiek, was daar bijvoorbeeld de publicatie van “Het gezin: een proclamatie aan de wereld”. “De levende Christus: het getuigenis van de apostelen”, is vooruitlopend op de tijd waarin we die echt nodig zullen hebben, geschreven.’17

Ik ben geen doemdenker, maar het is duidelijk waarom de proclamatie gegeven is voordat het traditionele gezin zo zwaar onder vuur kwam te liggen. En als een profeet zegt dat ‘De levende Christus’ gegeven is ‘vooruitlopend op de tijd waarin we die echt nodig zullen hebben’, dan vermoed ik dat het geloof van onze cursisten en kinderen nog meer onder vuur zal komen te liggen.

In ‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’ staat: ‘Wij [getuigen] dat Hij werkelijk bestaan heeft, dat zijn leven onvergelijkbaar was en dat zijn grote zoenoffer oneindige kracht bezit. […] Hij was de grote Jehova van het Oude Testament, de Messias van het Nieuwe Testament. […] Hij doorkruiste het land Palestina, waarbij Hij zieken genas, blinden hun gezichtsvermogen gaf en doden opwekte. Hij verkondigde eeuwige waarheden. […] Hij heeft zijn leven gegeven ter verzoening van de zonden van het hele mensdom. […] Hij is herrezen uit het graf “als eersteling van hen, die ontslapen zijn”. […] In de hedendaagse wereld zijn Hij en zijn Vader verschenen aan de jonge Joseph Smith, waarmee de lang geleden beloofde bedeling “van de volheid der tijden” werd ingeluid. […] Wij getuigen dat Hij eens op aarde zal terugkeren [en] zal heersen als Koning der koningen en regeren als Heer der heren. […] Jezus [is] de levende Christus, de onsterfelijke Zoon van God. Hij is de grote Koning Immanuel, die Zich nu aan de rechterhand van zijn Vader bevindt. Hij is het licht, het leven en de hoop van de wereld. […] God zij dank voor de weergaloze gave van zijn goddelijke Zoon.’18

Dit getuigenis van Gods profeten is gegeven voordat onze cursisten en kinderen het echt nodig zullen hebben. We moeten dit getuigenis diep in hun verstand en hart zaaien. We moeten ze Jezus Christus laten leren kennen. Er is niets wat we kunnen doen dat ze meer tot zegen zal zijn. We moeten hen helpen om Hem lief te hebben, te volgen en doelbewust meer zoals Hij te worden. Ik voeg aan het getuigenis van Gods profeten mijn nederig getuigenis toe dat Jezus de Christus is, de Zoon van God en Heiland van de wereld.

In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.