2003
‘Het waarheidsvaandel is opgericht’
November 2003


‘Het waarheidsvaandel is opgericht’

Al vallen wij helemaal uit de toon, al vindt men onze normen volkomen onbelangrijk, al geven de anderen allemaal toe, wij doen dat niet; wij kunnen niet toegeven.

Het is mijn bedoeling aan de jeugd, de jonge volwassenen en aan hun ouders uit te leggen waarom we zo strak vasthouden aan hoge normen voor moreel gedrag; waarom we verslavende middelen en thee, koffie, alcohol en tabak vermijden; waarom we normen van fatsoen in kleding, verzorging en taalgebruik aangeven.1 Jullie moeten weten waar onze normen vandaan komen en waarom we niet wat losser kunnen zijn en kunnen volgen wat de wereld doet.

Je hebt je keuzevrijheid — ‘morele vrijheid’.2 Je bent vrij om zelf je normen te kiezen.

Je zult het beter begrijpen als ik over teksten en leerstellingen spreek dan als ik over gedrag praat.

De kerk waarvan je lid bent, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, is de herstelde kerk.3 Als je begrijpt wat hersteld betekent, begrijp je ook waarom de gedragsnormen zijn zoals ze zijn.

Na de kruisiging van Christus vond er een afval plaats. Leiders begonnen ‘leringen [te onderwijzen] die geboden van mensen zijn’.4 Zij raakten de sleutels van bevoegdheid kwijt en sloten zich af van de kanalen van openbaring. Die verloren bevoegdheid kon niet zomaar teruggehaald worden. Zij moest hersteld worden door hen die van oudsher de sleutels van bevoegdheid droegen.5

De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is niet een vernieuwde versie van een andere kerk. Het is niet een aanpassing of een verbetering of een protest tegen een andere kerk. Zij hebben hun ‘gedaante van godzaligheid’6 en hun goede kanten en waarde.

Johannes de Doper kwam terug door de sluier om het Aäronisch priesterschap te verlenen dat ‘de sleutelen omvat van de bediening van engelen en van het evangelie der bekering, en van doop door onderdompeling voor de vergeving van zonden.’7 Een daarbij behorende verordening, bevestiging en het verlenen van de gave van de Heilige Geest, vereiste meer bevoegdheid.8

Kort daarna herstelden Petrus, Jakobus en Johannes, de apostel collega’s van de Heer, het hoger of Melchizedeks priesterschap9 — ‘het heilige priesterschap naar de orde van de Zoon van God’.10

De herstelling vond niet in één keer plaats. In een serie bezoeken kwamen andere profeten om de sleutels van het priesterschap te herstellen.11

Toen de bevoegdheid was hersteld, was de organisatie ook geopenbaard. Er werden apostelen geordend en het Quorum der Twaalf Apostelen en het Eerste Presidium werden georganiseerd zoals vanouds.12 De verordeningen werden geopenbaard en er werd bevoegdheid verleend om ze te verrichten.

Het Boek van Mormon — een getuige van Jezus Christus werd vertaald en uitgegeven. Het bevat ‘de volheid van het eeuwige evangelie’.13

Andere openbaringen werden uitgegeven — de Leer en Verbonden en de Parel van grote waarde. In die schriftuurlijke boeken lazen we waarom de aarde was geschapen en wie haar heeft geschapen.14 Aan de eerste leiders van de kerk werd de volheid van het evangelie bekendgemaakt, evenals Jezus Christus en de normen die Hij aan zijn discipelen stelt.

We leerden over het grote heilsplan — ‘het grote plan van geluk’15. We zijn naar de aarde gekomen om beproefd te worden en ondervinding op te doen, met een belofte dat ‘dankzij de verzoening van Christus alle mensen door gehoorzaamheid aan de wetten en verordeningen van het evangelie zalig kunnen worden’16.

Voordat we in dit sterfelijke leven kwamen, leefden we als geestkinderen van onze hemelse Vader.17 ‘Ieder mens — man en vrouw — is geschapen naar het beeld van God. Iedereen is een geliefde geestzoon of -dochter van hemelse Ouders, en als zodanig heeft iedereen een goddelijke aard en bestemming. Het geslacht is een essentieel kenmerk van iemands voorsterfelijke, sterfelijke en eeuwige identiteit en bestemming.’18

Het goddelijk plan van geluk maakt het mogelijk dat familiebanden ook na de dood blijven bestaan. Heilige verordeningen en verbonden die alleen in heilige tempels beschikbaar zijn, maken het mogelijk dat de mens in de tegenwoordigheid van God terugkeert en dat het gezin voor eeuwig verenigd wordt. Het huwelijk en het gezin zijn de basis van de kerk.19 Niets is belangrijker voor de kerk en voor de hele beschaving dan het gezin!

Voor sommigen is het plaatje in het sterfelijk leven nog niet compleet omdat de kans op een huwelijk en een gezin aan hun voorbij is gegaan. Maar het grote plan van geluk en de wetten die het besturen, gaan verder na de dood. Omdat een vriendelijke en liefhebbende Vader in de hemel over hen waakt, zullen hun in het eeuwige bestel der dingen geen zegeningen worden onthouden die noodzakelijk zijn voor hun verhoging, met inbegrip van huwelijk en gezin. En het zal voor hen nog zoeter zijn vanwege hun lange wachten en verlangen.

In de openbaringen lezen we dat we jullie, jonge mensen, niet hoeven te vertellen wat goed en wat kwaad is met betrekking tot zedelijkheid en huwelijk. De profeet Lehi zei tegen zijn jonge kinderen: ‘En de mensen zijn voldoende onderricht om goed van kwaad te kunnen onderscheiden.’20

Omdat de macht om een lichaam te scheppen essentieel is voor ons geluk en onze verhoging, heeft de Heer zware straffen uitgevaardigd tegen een immoreel gebruik van die macht om leven te verwekken.21

Satan weet dat hij, als hij het voortplantingsproces kan bezoedelen en mannen en vrouwen ertoe kan brengen om het tot immorele handelingen te degraderen, tot in diezelfde mate het plan van geluk voor hen kan verstoren.

Paulus heeft gezegd: ‘God (…) zal [niet] gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij ertegen bestand zijt.’22

Ik wil jullie tere gevoelens niet kwetsen, fijne jongelui, maar in een wereld die overspoeld is met zonde, moet je op je hoede zijn.

Sommige woorden spreken we liever niet uit. Ze beschrijven dingen waaraan we liever niet willen denken. Maar jullie worden onontkoombaar blootgesteld aan verleidingen die verband houden met ontucht, overspel, pornografie, prostitutie, perversie, lust, misbruik, onnatuurlijk gedrag en alles wat daaruit voortkomt.

Je kunt maar met moeite ontsnappen aan neerhalende schunnigheid en de lelijke grappen en humor die ermee gepaard gaan. Het wordt allemaal voor je uitgestald in laag-bij-de-gronds vermaak — muziek, tekst, drama, film, televisie en, natuurlijk, internet.

Denk eens aan het eerste visioen waarbij Joseph in het bos neerknielde. Onmiddellijk werd hij door dikke duisternis omhuld. Hij werd door de macht van de vijand aangegrepen, een werkelijk bestaand wezen uit de niet-zichtbare wereld. Wat hij deed kan ieder van jullie doen: hij riep God aan en de kwade macht ging bij hem weg.23

Er schuilt grote kracht in het gebed. Als zoon of dochter van God kun je, net als Joseph, tot God in de naam van Jezus Christus om kracht bidden.24

Satan zal, met zijn engelen, trachten je gedachten in beslag te nemen en controle uit te oefenen over wat je doet. Als hij de kans krijgt, bederft hij alles wat goed is.25 Voor hem is het internet echt een net: een net om je te verstrikken in de vreselijke verslaving aan pornografie. Ellende is het gevolg.26

Er zijn mensen die via politieke, sociale en wettige kanalen moraal en huwelijk opnieuw definiëren zodat ze onbeteugeld, onnatuurlijk en zondig worden. Maar zij kunnen het plan dat sinds het begin garant stond voor menselijk leven en geluk niet veranderen. De verleider loert op een lustgevoel of neiging of zwakheid. Hij overtuigt hen ervan dat hun toestand niet kan veranderen en werft hen voor bezigheden waarvoor zij zich nooit vrijwillig zouden melden.

Vroeg of laat zal hun goddelijke vonk in hen ontbranden. Zij kunnen hun keuzevrijheid als naar Gods beeld geschapen zoons en dochters van God27 doen gelden en de verwoester afwijzen. Datgene waarvan ze dachten dat het niet kon veranderen, zal veranderen, en ze zullen de macht van de verlossing van Christus voelen.28 Hun last zal worden weggenomen en de pijn zal genezen.29 Daar draait de verzoening van Christus om.

Ze kunnen hun erfdeel als kinderen van hemelse ouders opeisen en, ondanks de martelende, kwellende test van dit sterfelijk leven, weten dat ze niet verloren zijn.

In de kerk worden we niet veroordeeld wegens neigingen of verleidingen. We leggen rekenschap af van overtreding.30 Als je niet op verleiding ingaat, word je niet veroordeeld en krijg je ook niet te maken met kerkelijke discipline.

Wij stellen de norm niet, maar ons is geboden haar te verkondigen en handhaven. De norm blijft onthouding vóór het huwelijk en volkomen trouw in het huwelijk. Al vallen wij helemaal uit de toon, al vindt men onze normen volkomen onbelangrijk, al geven de anderen allemaal toe, wij doen dat niet, wij kunnen niet toegeven. Gehoorzaamheid aan de zedelijke norm en gehoorzaamheid aan het woord van wijsheid blijven vereisten voor ordening in het priesterschap, voor een zending en een tempelaanbeveling.

Je hebt de gave van de Heilige Geest ontvangen. Je zult goedkeurende influisteringen of waarschuwingen krijgen als je beslissingen moet nemen.31 De Heilige Geest kan je het kwade helpen ontlopen en je terug brengen als je bent afgedwaald en de weg kwijt bent. Vergeet nooit dat jullie zoons en dochters van God zijn. Satan kan je niet voor eeuwig gevangen zetten. Je hebt altijd nog de sleutel van bekering om de gevangenisdeur te ontsluiten.

Als jullie, onze jeugd, je alleen voelen, denk er dan aan dat jullie nu met een paar miljoen in de kerk zijn. Tienduizenden van jullie zijn nu op zending. Jullie zijn een zichtbaar voorbeeld, een getuigenis van de herstelling, zelfs voor hen die niet naar je boodschap willen luisteren. Waar je ook bent — op school, op je werk, in dienst — je bent nooit alleen.

Woorden worden soms als wapens tegen je gebruikt. Als ze je beschieten met de woorden vrijheid, blijheid, pak ze dan op en zeg: ‘Ik ben vrij en blij en ik wens dat jullie me vrij en blij laten.’ Als het woord verdraagzaamheid is, pak dat dan op en zeg: ‘Ik verwacht dat je mijn levensstijl van gehoorzaamheid, integriteit, onthouding en bekering verdraagt.’ Als het woord kiezen is, vertel hun dan dat jij een goede, ouderwetse moraal verkiest. Jij kiest om een rechtschapen echtgenoot of echtgenote te zijn, een rechtschapen ouder.

Misschien staat de hele kerk wel alleen bij het verdedigen van deze normen. Maar wij zijn niet de eersten. Moroni, de laatst overgeblevene van zijn volk, heeft gezegd: ‘Ik blijf alleen over (…) ik kom het gebod van mijn vader na.’32 Wees niet bevreesd.33

Toen ik nog jong was en deze roeping pas had, werd ik naar het oosten gestuurd om met machtige, prominente overheidspersonen te spreken die ons werk tegenhielden. Op weg naar het vliegveld ging ik nog even bij president Harold B. Lee langs en vroeg: ‘Kunt u me nog goede raad meegeven?’

‘Ja,’ zei hij, ‘bedenk dat we niet in 1830 leven, en we zijn niet meer met z’n zessen.’

Dat nam mijn vrees weg. Ik bepleitte onze zaak. Het probleem werd opgelost.

Onze maatschappij is op een koers die de ondergang van beschavingen heeft veroorzaakt en zij wordt nu rijp in goddeloosheid. De beschaving zelf staat op het spel. Jullie, onze fantastische jeugd, zijn een voorbeeld voor miljoenen goede mensen over de hele wereld.

Als ik denk aan de vreugde en het geluk dat jullie in dit leven te wachten staat en aan het werk dat jullie te doen staat, kan ik me niet ontmoedigd voelen.

Petrus, de apostel die de rechterhand van de Heer was, heeft over jullie gezegd: ‘Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk [Gode] ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht.’34

Denk aan deze geweldige profetie:

‘Het waarheidsvaandel is opgericht; geen onheilige hand kan de vooruitgang van dit werk stuiten; (…) Gods waarheid zal moedig, nobel en onafhankelijk voorwaarts gaan, totdat zij in elk werelddeel is doorgedrongen, elke streek heeft bezocht, elk land heeft overspoeld en in elk oor heeft geklonken, totdat Gods oogmerken zijn bereikt en de grote Jehova zegt dat het werk is volbracht.’35

In onze jeugd zongen we vaak de volgende woorden:

Zal de jeugd van Zion dralen,

niet voor waarheid staan en recht?

Als de vijand aan komt vallen,

zullen w’aarz’len voor ’t gevecht? Nee!

Trouw aan ’t geloof dat onz’ ouders beleden!

Trouw aan ’t geloof waar de mart’laars voor streden!

Wat God beval of spreken zal,

daarvoor staan w’immer onwrikbaar pal!

Waar de duist’re machten strijden

tegen Gods werk, nimmer moe,

zal het nakroost der belofte

los gaan laten d’ijz’ren roe? Nee! …

Heil op aard’ en in de hemel

brengen waarheidsliefde en deugd.

Wij gaan waken, bidden, werken

met de kracht en ’t vuur der jeugd. Ja! …

Wij proberen zo te leven

dat ons God eens waardig acht

bij des hemels schaar te wonen

die zijn wetten heeft betracht. Ja!

Trouw aan ’t geloof dat onz’ ouders beleden!

Trouw aan ’t geloof waar de mart’laars voor streden!

Wat God beval of spreken zal,

daarvoor staan w’immer onwrikbaar pal!36

God zegene de miljoenen jongeren in onze kerk die de evangeliepatronen volgen en een diep getuigenis hebben — het getuigenis dat wij allen hebben en geven. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Zie Voor de kracht van de jeugd: onze plicht jegens God vervullen (brochure, 2001).

  2. LV 101:78.

  3. Zie LV 115:4.

  4. Joseph Smith, History of the Church, 1:19; zie ook Matteüs 15:9.

  5. Zie LV 27:12–13.

  6. Geschiedenis van Joseph Smith 1:19.

  7. LV 13:1.

  8. Zie LV 20:41; 33:15.

  9. Zie LV 27:12–13; Geschiedenis van Joseph Smith 1:72.

  10. LV 107:3.

  11. Zie LV 110.

  12. Zie LV 18:9; 20:1–2; 107:22, 29.

  13. LV 27:5.

  14. Zie Mozes 1:30–39.

  15. Alma 42:8; zie ook 2 Nephi 11:5; Alma 12:25; 17:16; 34:9; 41:2; 42:5, 11–13, 15, 31; LV 101:22; Mozes 6:62.

  16. Geloofsartikelen 1:3.

  17. Zie Numeri 16:22; Prediker 12:7; Hebreeën 12:9.

  18. ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, De Ster, januari 1998, p. 24.

  19. Zie ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, De Ster, januari 1998, p. 24.

  20. 2 Nephi 2:5.

  21. Zie Jakob 3:12; LV 42:24; 104:8–9.

  22. 1 Korintiërs 10:13.

  23. Zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:15–16.

  24. Zie Jakobus 4:7.

  25. Zie LV 10:22; zie ook Lucas 22:3; 2 Nephi 2:17–18, 27; 3 Nephi 18:18; LV 50:3.

  26. Zie Alma 41:10.

  27. Zie Genesis 1:26–27; Mozes 2:26–27; 6:9; Abraham 4:26–27.

  28. Zie 2 Nephi 2:1–6.

  29. Zie Alma 7:11–12.

  30. Zie LV 101:78; Geloofsartikelen 1:2.

  31. Zie LV 8:2–3; 9:7–9.

  32. Mormon 8:3.

  33. Zie 2 Timoteüs 1:7; LV 68:6.

  34. 1 Petrus 2:9.

  35. Joseph Smith, History of the Church, deel 4, blz. 540.

  36. ‘Trouw aan ‘t geloof’, lofzang 170.