De leer van Christus
De leer van Christus geeft ons toegang tot de geestelijke macht die ons uit onze huidige geestelijke toestand verheft naar een toestand waarin we vervolmaakt kunnen worden.
Het bezoek van de herrezen Jezus aan de Nephieten was nauwgezet georganiseerd om ons de allerbelangrijkste dingen te leren. Het begon met het getuigenis van de Vader aan het volk dat Jezus zijn ‘geliefde Zoon [was], in wie [Hij zijn] welbehagen [had].’1 Vervolgens daalde Jezus zelf neer en getuigde van zijn zoenoffer.2 Hij nodigde de mensen uit om ‘met zekerheid’ te weten te komen dat Hij de Christus was door tot Hem te naderen en de wonde in zijn zijde en tekens van de nagels in zijn handen en voeten te voelen.3 Die getuigenissen lieten er geen twijfel over bestaan dat de verzoening van Jezus volbracht was en dat de Vader zijn verbond om in een Heiland te voorzien, was nagekomen. Jezus leerde de Nephieten vervolgens hoe ze alle zegeningen van Gods plan van geluk, die beschikbaar zijn dankzij de verzoening van de Heiland, konden verkrijgen, door ze in de leer van Christus te onderwijzen.4
Mijn toespraak gaat over de leer van Christus. Volgens de Schriften omvat de leer van Christus geloof oefenen in Jezus Christus en zijn verzoening, bekering, de doop, de gave van de Heilige Geest en tot het einde volharden.5
Dankzij de leer van Christus kunnen we de zegeningen van Christus’ verzoening verkrijgen
De verzoening van Christus maakt het mogelijk om op ‘de verdiensten en de barmhartigheid en de genade van de heilige Messias’6 te vertrouwen, in Christus vervolmaakt te worden,7 al het goede te ontvangen8 en het eeuwige leven te beërven.9
De leer van Christus daarentegen is de manier — de enige manier — waarop we alle zegeningen kunnen verkrijgen die de verzoening van Jezus ons biedt. De leer van Christus geeft ons toegang tot de geestelijke macht die ons uit onze huidige geestelijke toestand verheft naar een toestand waarin we zoals de Heiland vervolmaakt kunnen worden.10 Ouderling D. Todd Christofferson heeft over die wedergeboorte gezegd: ‘In tegenstelling tot onze lichamelijke geboorte is de wedergeboorte meer een proces dan een gebeurtenis. En deelname aan dat proces is het belangrijkste doel van het sterfelijk leven.’11
Laten we de aspecten van de leer van Christus eens nader bekijken.
Ten eerste geloof in Jezus Christus en zijn verzoening. De profeten leren ons dat geloof begint met het horen van het woord van Christus.12 De woorden van Christus getuigen van zijn zoenoffer en maken ons duidelijk hoe we vergeving, zegeningen en de verhoging kunnen verkrijgen.13
Als we de woorden van Christus horen, oefenen we geloof door de leringen en het voorbeeld van de Heiland na te volgen.14 Nephi heeft gezegd dat we ons daarvoor geheel moeten verlaten ‘op de verdiensten van [Christus] die machtig is om te redden’.15 Omdat Jezus in het voorsterfelijk leven een God was,16 een zondeloos leven geleid heeft17 en tijdens zijn verzoening aan alle eisen van de gerechtigheid voor ons heeft voldaan,18 heeft Hij de macht en sleutels om de opstanding van alle mensen tot stand te brengen19. Dankzij Hem prevaleert de barmhartigheid boven de gerechtigheid, op voorwaarde van bekering.20 Als we eenmaal begrijpen dat we dankzij de verdiensten van Christus barmhartigheid kunnen verkrijgen, kunnen we ‘geloof tot bekering’21 hebben. Ons geheel op de verdiensten van Christus verlaten, houdt dus in dat we erop vertrouwen dat Hij al het nodige gedaan heeft om ons te verlossen, en dat we dan naar ons geloof handelen.22
Door geloof maken we ons ook geen zorgen meer om wat anderen van ons vinden en wordt wat God van ons vindt veel belangrijker.
Ten tweede bekering. Samuël de Lamaniet heeft gezegd: ‘Indien gij in [Christus’] naam gelooft, zult gij u bekeren van al uw zonden.’23 Bekering is een kostbaar geschenk van onze hemelse Vader dat dankzij het offer van zijn eniggeboren Zoon mogelijk gemaakt wordt. Het is het proces dat de Vader ons geeft waardoor we onze gedachten, daden en ons hele wezen veranderen, of omkeren, zodat we steeds meer zoals de Heiland worden.24 Bekering is niet alleen voor grote zonden, maar is een dagelijks proces van zelfevaluatie en -verbetering25. Daardoor kunnen we onze zonden, onvolmaaktheden, zwakheden en tekortkomingen overwinnen.26 Dankzij bekering kunnen we ‘ware volgelingen’ van Christus worden, wat ons met liefde vervult27 en onze vrees uitdrijft.28 Bekering is geen reserveplan voor het geval ons eigen plan om volmaakt te zijn faalt.29 Voortdurende bekering is het enige pad dat ons naar blijvende vreugde en de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader terugleidt.
Door bekering worden we onderworpen en gehoorzaam aan Gods wil. Maar dat kunnen we niet alleen. Door Gods goedheid en onze eigen nietigheid te erkennen30 en ons uiterste best te doen om ons gedrag met Gods wil in overeenstemming te brengen,31 ontvangen we genade.32 Genade ‘is goddelijke hulp of kracht die dankzij de overvloedige barmhartigheid en liefde van Jezus Christus gegeven wordt […] om goede werken te doen die [we] anders, op eigen kracht, niet hadden kunnen doen.’33 Omdat het doel van bekering is zoals de Heiland te worden, wat in ons eentje onmogelijk is, hebben we de genade van de Heiland absoluut nodig om ons leven waar nodig aan te passen.
Als we ons bekeren, vervangen we onze oude, onrechtschapen gewoonten, zwakheden, onvolmaaktheden en angsten door nieuwe gewoonten en overtuigingen die ons dichter tot de Heiland brengen en ons helpen om zoals Hij te worden.
Ten derde de doop en het avondmaal. De profeet Mormon leert ons: ‘De eerste vrucht der bekering is de doop.’34 Bekering is pas volledig in combinatie met de verordening van de doop, verricht door iemand die het priesterschapsgezag van God draagt. Leden van de kerk hernieuwen de verbonden die ze bij hun doop en andere gelegenheden sluiten door aan het avondmaal deel te nemen.35
Bij de verordeningen van de doop en het avondmaal verbinden we ons ertoe de geboden van de Vader en de Zoon te onderhouden, Christus altijd indachtig te zijn, en bereid te zijn om Christus’ naam (of zijn werk en eigenschappen36) op ons te nemen.37 De Heiland verbindt Zich er op zijn beurt toe onze zonden te vergeven38 en zijn Geest overvloediger over ons uit te storten.39 Christus belooft ook om ons op het eeuwige leven voor te bereiden door ons te helpen om zoals Hij te worden.40
Douglas D. Holmes, eerste raadgever in het algemeen jongemannenpresidium, heeft geschreven: ‘De verordeningen van de doop en het avondmaal symboliseren zowel het eindresultaat als het proces van de wedergeboorte. Bij de doop leggen we de oude, vleselijke mens af en staan we als nieuw mens op.41 Het avondmaal leert ons dat die verandering een geleidelijk proces is [waarbij] we beetje bij beetje, week na week veranderd worden als we ons bekeren, verbonden sluiten en door een toename van de Geest [zoals de Heiland worden].’42
Verordeningen en verbonden zijn essentieel in de leer van Christus. Als we de verordeningen van het priesterschap als goed lid ontvangen en de bijbehorende verbonden naleven, wordt de macht der goddelijkheid in ons leven kenbaar.43 Ouderling D. Todd Christofferson heeft uitgelegd: ‘De “macht der goddelijkheid” komt tot ons in de Persoon en door de invloed van de Heilige Geest.’44
Ten vierde de gave van de Heilige Geest. Na de doop krijgen we de gave van de Heilige Geest door de verordening van de bevestiging.45 Als we die gave ontvangen, hebben we het constante gezelschap van een God46 en blijvende toegang tot de genade die met zijn invloed gepaard gaat.
Als onze constante metgezel geeft de Heilige Geest ons extra macht of kracht om onze verbonden na te komen.47 Hij heiligt ons ook,48 wat wil zeggen dat we ‘van zonde bevrijd, zuiver, rein en heilig [worden] door de verzoening van Jezus Christus’.49 Het heiligingsproces reinigt ons niet alleen, maar schenkt ons ook de benodigde geestelijke gaven of goddelijke eigenschappen van de Heiland50 en verandert onze aard51 ‘waardoor wij niet meer geneigd zijn om kwaad te doen’.52 Telkens als we door geloof, bekering, verordeningen, christelijk dienstbetoon en andere rechtschapen daden de Heilige Geest ontvangen, worden we veranderd tot we langzaamaan, beetje bij beetje, zoals Christus worden.53
Ten vijfde tot het einde volharden. De profeet Nephi leert ons dat we na het ontvangen van de gave van de Heilige Geest tot het einde moeten volharden ‘in het volgen van het voorbeeld van de Zoon van de levende God’.54 Ouderling Dale G. Renlund heeft tot het einde volharden als volgt omschreven: ‘We [kunnen] volmaakt worden als we […] herhaaldelijk en vaak […] geloof in [Christus] oefenen, ons bekeren, aan het avondmaal deelnemen om de zegeningen van ons doopverbond te hernieuwen, en de Heilige Geest in grotere mate als constante metgezel hebben. Naarmate we dat doen, zullen we meer zoals Christus worden en tot het einde toe kunnen volharden, met alles wat dat tot gevolg heeft.’55
Met andere woorden, het ontvangen van de Heilige Geest en de verandering die dat in ons teweegbrengt, bevorderen ons geloof. Een groter geloof leidt tot meer bekering. Als we ons hart en onze zonden symbolisch op het avondmaalsaltaar leggen, ontvangen we de Heilige Geest in grotere mate. Door de Heilige Geest in grotere mate te ontvangen, maken we vooruitgang op het pad van de wedergeboorte. Als we dat proces voortzetten en alle heilsverordeningen en -verbonden van het evangelie ontvangen, krijgen we ‘genade op genade’ tot we een volheid ontvangen.56
We moeten de leer van Christus toepassen
Broeders en zusters, passen we de leer van Christus toe, dan worden we zowel stoffelijk als geestelijk gezegend, zelfs in beproevingen. Uiteindelijk zullen we in staat zijn om ‘al het goede’ aan te grijpen.57 Ik getuig dat dat proces in mijn leven plaatsgevonden heeft, en nog steeds langzaamaan, beetje bij beetje, plaatsvindt.
Maar belangrijker nog, we moeten de leer van Christus toepassen omdat die het enige pad terug naar onze hemelse Vader is. Dat is de enige manier om de Heiland te ontvangen en zijn zoon of dochter te worden.58 Het toepassen van de leer van Christus is zelfs de enige manier om van zonde verlost te worden en geestelijk vooruitgang te maken.59 De apostel Johannes heeft het als volgt verwoord: ‘Ieder die […] niet blijft in de leer van Christus, die heeft God niet.’60 En Jezus zelf zei tegen de Nephitische twaalf apostelen dat we als we geen geloof in Christus hebben, ons niet bekeren, niet laten dopen en niet tot het einde toe volharden, ‘omgehakt en in het vuur geworpen [zullen worden], vanwaar [we] niet meer kunnen terugkeren’.61
Hoe passen we de leer van Christus dan beter toe? We kunnen ons bijvoorbeeld wekelijks gericht voorbereiden op het avondmaal door even de tijd te nemen om onder gebed te overwegen waar we ons het meest moeten verbeteren. Vervolgens kunnen we ten minste één ding dat ons ervan weerhoudt om zoals Jezus Christus te zijn op het avondmaalsaltaar leggen, in geloof om hulp smeken, om de benodigde geestelijke gaven bidden en ons ertoe verbinden het in de komende week beter te doen.62 Zo zullen we de Heilige Geest in grotere mate ontvangen en de extra kracht hebben om onze onvolmaaktheden te overwinnen.
Ik getuig dat Jezus Christus de Heiland van de wereld is en dat we alleen door zijn naam gered kunnen worden.63 Alles wat goed is, komt alleen van Hem.64 Maar om ‘al het goede,’65 waaronder het eeuwig leven, te kunnen aangrijpen, moeten we de leer van Christus voortdurend toepassen. In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.