1 Nephi 6 en 9

Inleiding

Nephi verklaarde: ‘Mijn gehele oogmerk is de mensen ertoe te bewegen tot de God van Abraham, en de God van Isaak, en de God van Jakob te komen en te worden gered’ (1 Nephi 6:4). Hij hield twee kronieken bij: de kleine platen van Nephi en de grote platen van Nephi. De Heer gebood hem een samenvatting van Lehi’s verslag op de kleine platen te maken (zie 2 Nephi 5:28–31). Later werd Mormon geïnspireerd om de kleine platen op te nemen in zijn compilatie van het Boek van Mormon (zie Woorden van Mormon 1:6–7). Nephi en Mormon wisten allebei niet waarom, maar zij volgden de aanwijzingen van de Heer.

Onderwijstips

1 Nephi 6

Nephi schrijft om allen ertoe te bewegen tot God te komen

Laat een aantal gepaste boeken of films zien die tegenwoordig populair zijn onder de jeugd. Vraag de cursisten wat volgens hen het doel van de schrijvers of producenten van de boeken of films was. Houd een exemplaar van het Boek van Mormon omhoog. Vertel de cursisten dat Nephi in 1 Nephi 6 zijn oogmerk uiteenzet voor het schrijven van zijn kroniek, die uiteindelijk onderdeel werd van het Boek van Mormon.

Laat de cursisten 1 Nephi 6:3–6 lezen en letten op woorden en uitdrukkingen die aangeven waarom Nephi zijn kroniek schreef. (Laat de cursisten die woorden desgewenst markeren.)

Waarom is het van belang dat Nephi dingen schreef ‘die aangenaam zijn voor God’ en niet dingen ‘die voor de wereld aangenaam zijn’?
Hoe zou je Nephi’s oogmerk in je eigen woorden weergeven? (Misschien zult u moeten toelichten dat met ‘de God van Abraham, en de God van Isaak, en de God van Jakob’ Jezus Christus wordt bedoeld. U kunt de cursisten aanmoedigen de woorden Jezus Christus naast 1 Nephi 6:4 in hun exemplaar van de Schriften te schrijven. U kunt ook uitleggen dat de naam Jehova eveneens naar Jezus Christus verwijst. [Zie 1 Nephi 19:10; 2 Nephi 11:4, 6–7; zie ook Gids bij de Schriften, ‘Jezus Christus’.])

Help de cursisten inzien dat het Boek van Mormon eveneens een testament aangaande Jezus Christus is door ze in de Gids bij de Schriften te laten bladeren en alle verwijzingen naar Jezus Christus op te laten zoeken. Vraag ze in welke opzichten het Boek van Mormon licht werpt op de zending van de Heiland.

Laat een cursist de volgende waarheid op het bord zetten: Eén doel van het Boek van Mormon is alle mensen ertoe te bewegen tot Jezus Christus te komen.

Hoe kan een besef van Nephi’s doel voor het schrijven van invloed zijn op de wijze waarop je het Boek van Mormon dit jaar bestudeert?

Vertel hoe het Boek van Mormon u heeft geholpen om dichter bij onze hemelse Vader en de Heiland te komen. Laat de cursisten vertellen hoe het Boek van Mormon hun leven heeft beïnvloed en ze dichter bij onze hemelse Vader en Jezus Christus heeft gebracht. Moedig ze aan om hun gevoelens over het Boek van Mormon en hun getuigenis van Jezus Christus de komende paar dagen aan een vriend of familielid over te brengen.

1 Nephi 9

Nephi houdt twee stel platen bij

Laat een geschiedenisboek zien en geef aan welke tijdsperiode het boek beslaat. Laat ook een persoonlijke geschiedenis of een dagboek uit dezelfde periode zien. (Als dat gepast is kunt u een geestelijke ervaring uit het dagboek voorlezen.)

In welke opzichten verschillen de twee teksten in hun verslaglegging?
Is de ene tekst meer waard dan de andere? In welke opzichten? (Iedere tekst is om andere redenen waardevol.)
In hoeverre zijn deze teksten met het Boek van Mormon te vergelijken?

Leg uit dat Nephi in 1 Nephi 9:1–5 vermeldt dat hij verslagen op twee stel platen bijhoudt.

Op de zogeheten grote platen van Nephi hield hij ‘de geschiedenis van [z]ijn volk’ bij (1 Nephi 9:2). Die geschiedenis gaat ‘voor het grootste deel over de regering der koningen en de oorlogen en twisten onder [z]ijn volk’ (1 Nephi 9:4). Het gaat hierbij om de eerste kroniek die Nephi schreef, hoewel die niet in het Boek van Mormon is opgenomen zoals wij dat nu hebben.

Op de zogeheten kleine platen van Nephi hield hij ‘de bediening onder [z]ijn volk’ bij (1 Nephi 9:3). Leg eventueel uit dat het woord bediening op religieuze leringen en activiteiten slaat. Nephi’s verslag op de kleine platen is nu vervat in de boeken 1 Nephi en 2 Nephi.

Help de cursisten bij het lezen van 1 Nephi 9 onderscheid te maken tussen de kleine en de grote platen door op het bord te zetten: ‘deze platen’ = kleine platen en ‘de andere platen’ = grote platen. (Laat de cursisten deze woorden desgewenst naast de desbetreffende verzen in hun Schriften schrijven.) In 1 Nephi 9 slaan de woorden ‘deze platen’ steeds op de kleine platen. De woorden ‘de andere platen’ slaan op de grote platen.

Laat een cursist 1 Nephi 9:3, 5–6 voorlezen.

Welke redenen gaf Nephi voor het maken van de kleine platen naast de grote platen? Hoe geeft die uitleg blijk van Nephi’s geloof in de Heer?

Leg uit dat de profeet Mormon ongeveer duizend jaar later een samenvatting, ofwel beknopte versie, maakte van alle kronieken die zijn volk had geschreven. Die tekst kennen we nu als het Boek van Mormon. Terwijl hij met de samenvatting bezig was, trof hij de kleine platen van Nephi aan en voegde die bij zijn verslag.

Laat een cursist Woorden van Mormon 1:3–7 voorlezen. Leg uit dat Mormon die woorden in ongeveer 385 n.C. schreef, toen de laatste oorlog tussen de Nephieten en Lamanieten gaande was. Laat de cursisten onder het lezen van deze verzen letten op de redenen die Mormon gaf om de kleine platen van Nephi in zijn kroniek op te nemen.

Lees het volgende citaat van ouderling Marvin J. Ashton van het Quorum der Twaalf Apostelen voor:

Afbeelding

Ouderling Marvin J. Ashton

‘Soms wordt ons gevraagd gehoorzaam te zijn, zonder dat we weten waarom, behalve dat de Heer het geboden heeft. […] Nephi volgde aanwijzingen op hoewel hij niet precies het wijze doel erachter wist. Zijn gehoorzaamheid resulteerde in zegeningen voor mensen overal ter wereld.’ (‘Who Will Forfeit the Harvest?’ Ensign, november 1978, p. 51.)

Wijs erop dat we door het voorbeeld van Nephi en Mormon leren dat we Gods geboden moeten gehoorzamen en ingevingen van de Geest volgen, ook als we de redenen ervoor niet helemaal begrijpen.

Waarom is het belangrijk om de geboden van de Heer te gehoorzamen en de influisteringen van de Geest te volgen, zelfs als we de redenen daarvoor niet volledig begrijpen?
Wanneer ben je wel eens gehoorzaam geweest aan de Heer of heb je een bepaalde ingeving opgevolgd zonder de precieze redenen ervoor te begrijpen?
Hoe kunnen we meer vertrouwen en moed ontwikkelen om Gods aanwijzingen trouw op te volgen?

Getuig dat als wij Gods geboden en de ingevingen van de Heilige Geest gehoorzamen, ons begrip van de doeleinden ervan zal toenemen en de Heer ons zal zegenen voor onze gehoorzaamheid.

Laat een cursist de volgende verklaring voorlezen. (U kunt de cursisten eventueel een kopietje geven zodat ze mee kunnen lezen en het in hun Schriften kunnen steken voor later gebruik.)

Het wijze doel en oogmerk van de Heer (zie 1 Nephi 9:5; Woorden van Mormon 1:7) om Nephi twee stel platen te laten bijhouden, werd in elk geval deels duidelijk toen Joseph Smith het Boek van Mormon vertaalde. Joseph vertaalde aanvankelijk de samenvatting die Mormon van de grote platen van Nephi had gemaakt. Martin Harris, die Joseph had geholpen, wilde de vertaling aan zijn vrouw en familieleden laten zien. Aarzelend gaf de profeet de 116 bladzijden van het manuscript aan Martin mee die al waren vertaald. De 116 bladzijden werden van Martin gestolen, waarna Joseph Smith een tijd lang de platen, de Urim en Tummim, en zijn gave om te vertalen werden ontnomen (zie LV 3:14).

Nadat Joseph Smith door een bekeringsperiode was heengegaan (zie LV 3:10), zei de Heer dat hij de verloren bladzijden niet opnieuw mocht vertalen (zie LV 10:30). Hij gebood hem om de kleine platen van Nephi te vertalen (zie LV 10:41), die dezelfde tijdsperiode bestreken. Hij waarschuwde Joseph dat de mensen die de 116 bladzijden hadden gestolen, ze hadden veranderd en ze wilden gebruiken om zijn werk in opspraak te brengen (zie LV 10:10–19). De Heer had deze gebeurtenissen al honderden jaren eerder voorzien en had voor een tweede verslag gezorgd om het plan van Satan te verijdelen. (Zie History of the Church, deel 1, pp. 20–23; LV 10:38–46.)

Laat de cursisten ieder voor zich 1 Nephi 9:6 lezen. Vraag ze aan te geven welke leerstelling Nephi in dit vers naar voren haalt. Laat een cursist het volgende beginsel op het bord zetten: God weet alle dingen en bereidt een weg om al zijn werken tot stand te brengen.

Waarom is het nuttig om te weten dat de Heer ‘alle dingen vanaf het begin’ weet? (1 Nephi 9:6; zie ook 2 Nephi 9:20; Woorden van Mormon 1:7.)
Hoe kan deze leer je manier van leven beïnvloeden? (Als de cursisten deze vraag beantwoorden, kunt u desgewenst vertellen hoe deze leer uw geloof, hoop en vertrouwen in God heeft versterkt.)
Hoe kan deze leerstelling je helpen als je door een moeilijke tijd heen gaat? (Een mogelijk antwoord kan zijn dat we troost kunnen putten uit de zekerheid dat God de afloop van onze beproevingen en moeilijkheden kan zien, ook als wij dat niet kunnen. En door de Heilige Geest kan Hij ons kracht, troost en leiding geven om de moeilijkheden van het leven te overwinnen of te doorstaan.)

Getuig dat God alle dingen weet, met inbegrip van wat het beste is voor elk van zijn kinderen. Vertel de cursisten dat ze hun hele leven door te maken zullen krijgen met geboden en inspiratie van God, die zij niet altijd direct volledig zullen begrijpen. Hun gehoorzaamheid aan de geboden van de Heer en de ingevingen van de Heilige Geest zal hen en anderen tot zegen zijn.

Toelichting en achtergrondinformatie

1 Nephi 6:4. ‘De God van Abraham, en de God van Isaak, en de God van Jakob’

President Ezra Taft Benson heeft uitgelegd dat wanneer de Schriften verwijzen naar de God van Abraham, Isaak en Jakob, zij verwijzen naar Jezus Christus: ‘We moeten in gedachten houden wie Jezus was voordat Hij werd geboren. Hij was de Schepper van alle dingen, de grote Jehova, het Lam dat geslacht is vóór de grondlegging van de wereld, de God van Abraham, Isaak en Jakob. Hij was en is de Heilige Israëls.’ (‘Five Marks of the Divinity of Jesus Christ’, Ensign, december 2001, p. 10.)

1 Nephi 9:6. God weet alle dingen vanaf het begin

We kunnen erop vertrouwen dat God alle dingen weet. ‘Zonder de kennis van alle dingen zou God niet in staat zijn om enig gedeelte van zijn schepselen te redden; want door zijn kennis van alle dingen, vanaf het begin tot het einde, is Hij in staat om die kennis aan zijn schepselen door te geven, waardoor zij deel kunnen hebben aan het eeuwige leven. En als de mensen er niet van overtuigd waren dat God alle kennis bezit, zou het onmogelijk voor hen zijn om geloof in Hem te oefenen.’ (Lectures on Faith [1985], pp. 51–52.)