Les 13

1 Nephi 10–11

Inleiding

Nadat Nephi zijn vader over diens visioen had horen vertellen, verlangde hij ernaar de dingen die Lehi had gezien en gehoord eveneens te zien, te horen en te weten (zie 1 Nephi 10:17). Terwijl hij nadacht over zijn vaders leringen, werd Nephi ‘in de Geest des Heren […] weggevoerd’ (1 Nephi 11:1) en ontving hij zijn eigen visioen. Dit visioen wordt beschreven in 1 Nephi 11–14. In 1 Nephi 11 lezen we over de boom des levens, de roede van ijzer en het grote en ruime gebouw, evenals de geboorte, doop, bediening en kruisiging van de Heiland. Nephi aanschouwde die dingen en herkende daarin de liefde van God voor zijn kinderen.

Anoniem participeren

U kunt uw cursisten uitnodigen hun beleving van hun dagelijkse Schriftstudie op te schrijven en anoniem bij u in te leveren. Lees vervolgens een aantal van hun bevindingen aan de klas voor. De cursisten kunnen zo door elkaar aangestoken worden om hun persoonlijke studie te doen. Sommige cursisten zijn terughoudend om openlijk hun getuigenis te geven en over geestelijke ervaringen te vertellen. Ze willen bijvoorbeeld niet arrogant overkomen of zijn bang voor de afkeuring of spot van anderen. Een anoniem verslag geeft cursisten de mogelijkheid om geestelijke ervaringen zonder die schroom te uiten.

Onderwijstips

1 Nephi 10:1–16

Lehi profeteert van de Messias

Vat 1 Nephi 10:1–16 kort samen. Vertel de cursisten dat Lehi nadat hij zijn visioen van de boom des levens uit de doeken had gedaan ook een reeks profetieën verkondigde. Daartoe behoorde informatie over wanneer Jezus Christus op aarde zou komen (zie 1 Nephi 10:4), zijn doop door Johannes de Doper (zie 1 Nephi 10:7–10), zijn kruisiging en opstanding (zie 1 Nephi 10:11) en de op handen zijnde verstrooiing en vergadering van Israël (zie 1 Nephi 10:12–14).

Vraag een cursist 1 Nephi 10:4–6 voor te lezen. (Leg eventueel uit dat Messias afkomstig is van ‘een Aramees en Hebreeuws woord dat “de gezalfde” betekent. In het Nieuwe Testament wordt Jezus de Christus genoemd, hetgeen het Griekse woord is voor Messias. Het duidt op de gezalfde profeet, priester, koning en verlosser, naar wiens komst de Joden reikhalzend uitkeken.’ [Gids bij de Schriften, ‘Messias’, scriptures.lds.org].)

• Wanneer zou de Heiland volgens Lehi’s profetie komen? (Zie 1 Nephi 10:4.)

• Wat zou er met het mensdom gebeuren als men zich niet op de Heiland verliet? (Zie 1 Nephi 10:6.)

1 Nephi 10:17–22; 11:1–6

Nephi wil de waarheden zien, horen en weten waarin zijn vader onderwees

Vraag de cursisten over het volgende voorbeeld na te denken. Drie jongemannen wonen dezelfde kerkvergadering bij. Na afloop van de bijeenkomst blijkt een van de jongemannen de bijeenkomst maar saai en zonde van zijn tijd te hebben gevonden. Een van de anderen vond de bijeenkomst wel aardig maar meer ook niet. De derde persoon keert door de Heilige Geest opgebouwd naar huis terug en ontvangt nuttige inspiratie en leiding, meer nog dan wat in de bijeenkomst aan de orde kwam.

• Hoe is het mogelijk dat de drie jongemannen dezelfde vergadering konden bijwonen maar die zo verschillend ervaren hebben?

Leg uit dat dit voorbeeld vergelijkbaar is met de ervaring van Laman, Lemuël en Nephi toen ze hun vaders profetieën en het relaas van zijn visioen hoorden. Laman en Lemuël begrepen hun vaders woorden niet en twistten met elkaar over hetgeen ze hoorden (zie 1 Nephi 15:2). Nephi wendde zich echter tot de Heer om begrip te verkrijgen. Hij gaf een uitstekend voorbeeld van hoe we openbaring moeten zoeken en ontvangen.

Vertel de cursisten dat ze in Nephi’s ervaring beginselen kunnen ontdekken waardoor ze beter in staat zijn om zelf openbaring te zoeken en te ontvangen. Moedig ze aan om te letten op dingen die Nephi deed waardoor hij een soortgelijke openbaring als die van Lehi ontving.

Deel de klas op in drie groepjes. Wijs elk groepje een van de categorieën en serie vragen toe in het volgende schema. (U kunt het schema eventueel vóór de les al op het bord weergeven.) Laat de cursisten 1 Nephi 10:17 en 11:1–6 doorlezen en antwoorden formuleren op de aan hen toegewezen vragen.

Verlangen	Wat verlangde Nephi te zien, horen en weten? Wat voor invloed hebben onze verlangens op onze mogelijkheden om openbaring te ontvangen? Wat verlang ik te weten van de Heer?
Geloof	Van welke overtuigingen gaf Nephi blijk toen hij naar openbaring streefde? Hoe kunnen dergelijke overtuigingen ons beter in staat stellen om openbaring te ontvangen? Hoe kan ik mijn getuigenis van en geloof in Jezus Christus vergroten?
Overpeinzing	Wat gebeurde er toen Nephi in zijn hart aan het overleggen was? Waarom kan overpeinzing tot openbaring leiden? Wat kan ik doen om de woorden van de profeten ijveriger te overdenken?

Vraag enkele cursisten uit elke groep te vertellen wat hun antwoorden op de eerste twee toegewezen vragen zijn. (U kunt de cursisten ook de gelegenheid geven om op de derde vraag te reageren, maar zeg erbij dat ze geen antwoorden hoeven te bespreken die te persoonlijk zijn.)

Vraag een cursist 1 Nephi 10:19 voor te lezen.

• Wie kan de verborgenheden Gods leren kennen?

• Door welke macht worden de verborgenheden Gods geopenbaard?

• Wat moeten we doen om openbaring door de macht van de Heilige Geest te ontvangen?

• Wat betekent ijverig zoeken volgens jou?

• Waaruit bleek dat Nephi ijverig zocht de dingen te zien, horen en weten waarin zijn vader had onderwezen?

Zet de volgende uitspraak op het bord:

God openbaart waarheid aan …

Laat de cursisten samenvatten wat zij van Nephi’s ervaring geleerd hebben door de uitspraak op het bord aan te vullen. Hoewel de cursisten hun antwoorden anders kunnen formuleren, dienen ze de waarheid te bevatten dat God waarheid openbaart aan allen die Hem ijverig zoeken. (U kunt dit beginsel eventueel op het bord zetten.)

Laat de cursisten terugdenken aan een tijd dat ze God ijverig zochten en daardoor zijn Geest zijn gaan voelen en openbaring ontvingen. (U doet er wellicht goed aan toe te lichten dat openbaring kan inhouden dat je leiding ontvangt bij een beslissing die je moet nemen, dat je iets beter gaat begrijpen, dat je je getroost voelt of de verzekering ontvangt dat iets waar is.) Nodig de cursisten uit hun ervaringen met de rest van de klas te bespreken. U kunt ook getuigen van wat u hebt meegemaakt door de Heer ijverig te zoeken.

1 Nephi 11:7–36

Nephi is getuige van de goedgunstigheid Gods

Leg de cursisten uit dat Nephi bleef overpeinzen en goddelijke leiding bleef zoeken tijdens zijn visioen. Toen Nephi naar de betekenis van de boom vroeg die hij en zijn vader hadden gezien, verscheen er een engel om hem te helpen. De engel vroeg: ‘Kent gij de betekenis van de boom die uw vader zag?’ (1 Nephi 11:21). Bespreek de betekenis van de boom door enkele cursisten beurtelings een vers uit 1 Nephi 11:18–23 te laten voorlezen.

• Wat was volgens Nephi de betekenis van de boom? (Wijs de cursisten er na hun antwoorden indien nodig op dat Nephi Maria met het kindje Jezus in de armen zag, en dat de engel de baby als ‘de Zoon van de eeuwige Vader’ aanduidde. De engel vroeg Nephi daarna naar de betekenis van de boom, om hem te laten inzien dat die Jezus Christus voorstelde. Toen Nephi antwoordde dat er ‘de liefde Gods’ mee werd gesymboliseerd, doelde hij op de liefde van God zoals die door de gave van zijn Zoon tot uitdrukking komt. Wij ervaren de liefde van God door deel te hebben aan de zegeningen van de verzoening van Jezus Christus.)

• Hoe omschreven Nephi en de engel de liefde van God?

Vraag een cursist 1 Nephi 11:16 voor te lezen. (Leg uit dat het woord goedgunstigheid in dit verband doelt op de welwillendheid en verwaardiging van God om uit de hemel neer te dalen naar de aarde. U kunt de cursisten laten overwegen deze toelichting naast 1 Nephi 11:16 in hun exemplaar van de Schriften te schrijven.

Laat de cursisten letten op Nephi’s antwoord op de vraag van de engel door 1 Nephi 11:17 voor te lezen.

• Wat wist Nephi?

• Wat wist Nephi niet?

Nadat Nephi had geantwoord, toonde de engel hem enkele voorbeelden van de goedgunstigheid Gods om hem nog meer van de liefde van God te doordringen. Leg uit dat de ‘goedgunstigheid Gods’ op zowel God de Vader als Jezus Christus betrekking heeft.

Lees het volgende citaat voor van ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen, waarin hij de goedgunstigheid van God, onze hemelse Vader, toelicht:

‘De goedgunstigheid Gods blijkt uit het feit dat Hij, een verheven en verhoogd Persoon, van zijn eeuwige troon af komt om de Vader van een sterfelijke Zoon te worden.’ (The Mortal Messiah [1979], deel 1, p. 314.)

De geboorte van Jezus

Laat de cursisten inzien dat ‘de goedgunstigheid Gods’ evenzeer op Jezus Christus slaat. Gebruik daartoe de plaat ‘De geboorte van Jezus Christus’ (62116; Evangelieplatenboek [2009], nummer 30). Vraag een cursist 1 Nephi 11:13–21 voor te lezen. Vraag een andere cursist wat deze verzen met de plaat te maken hebben. Laat een cursist de volgende uitspraak van ouderling Gerald N. Lund, voormalig lid van de Zeventig, voorlezen. Laat de klas letten op de manieren waarop de Heiland zijn liefde voor ons liet blijken.

‘Daar was Jezus — lid van de Godheid, de Eerstgeborene van de Vader, de Schepper, de Jehova van het Oude Testament — die zijn goddelijke en heilige post verliet; die Zich ontdeed van al die heerlijkheid en majesteit en een lichaam van een kindje op Zich nam; hulpeloos, volledig afhankelijk van zijn moeder en aardse vader. Dat Hij niet naar de mooiste paleizen ging om […] Zich te baden in luxe, maar naar een nederige stal, is verbazingwekkend. Dan is het geen wonder dat de engel tegen Nephi zei: “Zie de goedgunstigheid Gods!”’ (Jesus Christ, Key to the Plan of Salvation [1991], p. 16.)

• Hoe blijkt uit de geboorte van de Heiland dat Hij ons liefheeft?

Maak duidelijk dat uit de bereidheid van de Heiland om een sterfelijk leven te leiden zijn liefde voor ons spreekt.

Christus geneest de zieken in Betesda

Toon de platen Jezus wekt het dochtertje van Jaïrus op (62231; Evangelieplatenboek, nummer 41) en Christus geneest de zieken in Betesda (Evangelieplatenboek, nummer 42). Vraag een cursist 1 Nephi 11:28 en 31 voor te lezen. Laat de klas letten op de toepasselijkheid van de platen bij de verzen.

• Wie heeft Nephi de Heiland zien dienen en genezen?

• Hoe blijkt de liefde van de Heiland uit zijn daden?

Laat een cursist 1 Nephi 11:32–33 voorlezen. Vraag de klas te letten op het ultieme voorbeeld van de liefde van de Heiland.

De kruisiging

Toon vervolgens de plaat ‘De kruisiging’ (62505; Evangelieplatenboek, nummer 57).

Getuig dat uit de goedgunstigheid van Jezus Christus Gods liefde voor ons blijkt. De Heiland daalde af om een sterfelijk leven te leiden, om de zieken en bezochten te dienen en te genezen, en om te sterven voor onze zonden, opdat wij naar huis terug konden keren in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader.

• Welke uitwerking heeft je besef van de goedgunstigheid en liefde van de Heiland op jouw gevoelens jegens Hem?

Nodig uw cursisten tot slot uit te vertellen in welk opzicht de liefde van God voor hen ‘het begerenswaardigst’ en ‘het vreugdevolst’ is (zie 1 Nephi 11:22–23). Getuig dat als wij Nephi’s voorbeeld volgen en God ijverig zoeken, wij zijn liefde zullen voelen en de vreugde en zegeningen zullen smaken die dankzij de verzoening van Christus voor ons zijn weggelegd.

Moedig de cursisten aan het voorbeeld van Nephi te volgen en actief naar openbaring te streven. Druk ze hun rol als leerling in de seminarieklas nogmaals op het hart. Hun geloof en inzet bij hun dagelijkse Schriftstudie en deelname aan de lessen zijn doorslaggevend om door de Geest te kunnen leren.

Toelichting en achtergrondinformatie

1 Nephi 10:17-19. Leren door de macht van de Heilige Geest

Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft onderstreept dat het belangrijk is om de evangeliewaarheden te leren door de macht van de Heilige Geest:

‘Naleving van de normen van de Heer vereist dat we de gave van de Heilige Geest cultiveren. Door die gave begrijpen we de leer en kunnen we die toepassen. Omdat waarheid die door openbaring gegeven is, alleen door openbaring begrepen kan worden, moeten we gebedsvol studeren.’ (‘Geleid door de Schriften’, Liahona, januari 2001, p. 21.)

1 Nephi 11:1. Het belang van overpeinzing

Ouderling Gerald N. Lund van de Zeventig heeft over het belang van overpeinzing in het proces van zoeken naar openbaring gezegd:

‘Neem de tijd om na te denken en te overpeinzen. Laat alle drukte voor wat het is. Zoek een rustige plek en neem gewoon de tijd om na te denken, om te luisteren naar je gedachten en gevoelens, om jezelf open te stellen voor de influisteringen van de Geest. Let op wat de volgende profeten aan het doen waren voordat ze belangrijke openbaringen ontvingen. Nephi: “Terwijl ik in mijn hart overlegde” (1 Nephi 11:1). Joseph Smith en Sidney Rigdon: “Terwijl wij deze dingen overpeinsden” (LV 76:19). Joseph F. Smith: “[Ik] zat […] in mijn kamer de Schriften te overpeinzen; en na te denken” (LV 138:1–2). Joseph Smith: “Mijn gemoed werd tot ernstige bezinning […] aangezet; […] [Ik dacht […] keer op keer over [de woorden van Jakobus] na” (Geschiedenis van Joseph Smith 1:8, 12).

‘Soms moeten we de zorgen van de wereld bewust opzij zetten, ons onttrekken aan de drukte van alledag, en op een rustige plek en rustig moment nadenken, overpeinzen en ons bezinnen — en ons openstellen voor die stille zachte stem die fluistert.’ (‘The Voice of the Lord’ [toespraak tijdens een devotional aan de Brigham Young University, 2 december 1997], pp. 9–10, speeches.byu.edu.)