Bibliotheek
Les 16: 1 Nephi 15


Les 16

1 Nephi 15

Inleiding

Nadat Nephi een soortgelijk visioen als dat van zijn vader had ontvangen, keerde hij naar de tent van zijn vader terug. Daar trof hij zijn broers aan die Lehi’s leringen betwistten. Nephi berispte zijn broers wegens de verstoktheid van hun hart en herinnerde hen eraan hoe zij zelf openbaring konden ontvangen. Hij legde vervolgens enkele leringen van Lehi over de natuurlijke takken van de olijfboom en de betekenis van Lehi’s visioen van de boom des levens uit. 1 Nephi 15 laat een contrast zien tussen Nephi’s ijverige inzet om de waarheid te zoeken en de halfslachtige pogingen van zijn broers (zie 1 Nephi 15:9–11).

Onderwijstips

1 Nephi 15:1–11

Nephi’s broers klagen dat ze Lehi’s visioen niet kunnen begrijpen

Vraag de cursisten enkele activiteiten te noemen waarbij we ons moeten inspannen voordat we resultaten kunnen boeken. U kunt hun antwoorden eventueel op het bord zetten. (Antwoorden kunnen zijn: schoolwerk, tuinieren, een muziekinstrument bespelen, een sport beoefenen en lichamelijke oefening. Laat de cursisten aan voorbeelden uit hun eigen leven denken.)

  • Welk verband heb je gezien, voor de activiteiten die je in gedachten hebt, tussen je eigen inzet en de resultaten die daarop volgen?

Nadat de leerlingen op deze vraag hebben gereageerd, moedigt u ze aan om te letten op een vergelijkbaar patroon in deze les bij hun studie van 1 Nephi 15.

Vertel de cursisten dat 1 Nephi 15 begint met Nephi’s terugkeer naar de tent van zijn vader nadat hij een soortgelijk visioen als dat van Lehi had gehad. Vraag een cursist 1 Nephi 15:1–2, 7 voor te lezen. Laat de klas letten op wat Nephi aantrof toen hij bij de tent van zijn vader terugkeerde.

  • Wat trof Nephi aan toen hij bij de tent van zijn vader terugkeerde?

  • Waar hadden Nephi’s broers een woordenstrijd over? Waarom?

Vraag een cursist 1 Nephi 15:3 voor te lezen. Laat de klas de reden noemen waarom Nephi’s broers de dingen die Lehi hen had geleerd moeilijk konden begrijpen.

  • Waarom hadden Nephi’s broers volgens 1 Nephi 15:3 moeite om de dingen die Lehi hen had geleerd te begrijpen?

  • Wat deed Nephi om geestelijke waarheden te leren? (Laat de cursisten eventueel 1 Nephi 10:17 lezen om deze vraag te kunnen beantwoorden.)

Vraag een cursist 1 Nephi 15:8 voor te lezen.

  • Nephi had net hemelse visioenen gehad als antwoord op zijn vragen (zie 1 Nephi 11–14). Waarom was het voor hem vanzelfsprekend om zijn broers te vragen of zij bij de Heer navraag hadden gedaan?

Vraag een cursist 1 Nephi 15:9 voor te lezen. Vraag een andere cursist de reacties van Nephi’s broers op het bord te schrijven:

Dat hebben wij niet gedaan; want de Heer maakt ons zoiets niet bekend.

Onderstreep op het bord de woorden ‘Dat hebben wij niet gedaan’.

  • Wat hadden Nephi’s broers niet gedaan?

Voeg het antwoord (navraag gedaan bij de Heer, gebeden of de Heer gevraagd) aan de zin op het bord toe, zodat er komt te staan:

Dat (navraag gedaan bij de Heer) hebben wij niet gedaan; want de Heer maakt ons zoiets niet bekend.

(Met andere woorden: ‘We hebben niet gevraagd, omdat de Heer niet tot ons spreekt.’)

  • Wat was het probleem met Lamans en Lemuëls gedachtegang?

Wijs de cursisten op de foutieve redenering van Nephi’s broers. Laat ze de zin op het bord anders opstellen of formuleren, zodat er duidelijk staat waarom Nephi’s broers geen hulp van de Heer hadden ontvangen om de leringen van Lehi te begrijpen. Mogelijke antwoorden zijn onder meer: ‘De Heer maakt ons zoiets niet bekend omdat wij geen navraag hebben gedaan bij Hem’ en ‘Omdat wij de Heer niet hebben gevraagd, heeft Hij ons die dingen niet bekendgemaakt.’

Vraag een cursist 1 Nephi 15:10–11 voor te lezen. Laat de klas zoeken naar waarheden die Nephi aan zijn broers leerde om ze te laten inzien hoe ze antwoorden van God konden krijgen.

  • Welke raad gaf Nephi zijn broers zodat ze de woorden van hun vader konden begrijpen en antwoorden van God verkrijgen? (Nephi gaf zijn broers de raad om hun hart niet te verstokken, in geloof te vragen, te geloven dat ze antwoord zouden ontvangen, en ijverig de geboden te onderhouden. Help de cursisten inzien dat Nephi deze beginselen op waarde wist te schatten, omdat hij ze zelf had gevolgd en er openbaring door had ontvangen.)

Schrijf het volgende op het bord om uw cursisten de beginselen uit deze verzen te laten benoemen:

Als […], dan […]

De cursisten kunnen hun eigen bewoordingen gebruiken, maar ze dienen hun begrip van het volgende aan te geven: als we met geloof navraag doen bij de Heer en zijn geboden gehoorzamen, dan zijn we voorbereid om openbaring en leiding van Hem te ontvangen. (U kunt dit beginsel eventueel op het bord zetten.)

Zet vóór de les de volgende vragen op het bord of op een uitreikblad:

  1. Hoe kun je dit beginsel aan iemand uitleggen en hem of haar laten inzien hoe de Heer je kennis kan geven en geestelijke waarheden kan bijbrengen?

  2. Hoe ben je door je eigen inzet beter in staat gebleken leiding van de Heer de ontvangen en het evangelie te begrijpen?

Laat de klas zich opsplitsen in koppels. Laat een van de cursisten in elk koppel nadenken over de eerste vraag en de andere over de tweede vraag. Laat ze elkaar vertellen wat hun antwoorden zijn. Als de koppels voldoende tijd hebben gekregen om de antwoorden met elkaar te bespreken, vraagt u of enkele cursisten hun gedachten aan de hele klas willen vertellen. Beklemtoon dat onze ijver en ons verlangen om leiding van de Geest te zoeken een grote uitwerking kunnen hebben op ons getuigenis en onze verbondenheid met de Heer.

1 Nephi 15:12–20

Nephi legt de verstrooiing en vergadering van Israël uit

Vat 1 Nephi 15:12–20 kort samen. Vertel dat Nephi de woordenstrijd van zijn broers probeerde te beëindigen door ze de betekenis van Lehi’s profetie over de ‘natuurlijke takken van de olijfboom’ en de andere volken uiteen te zetten (zie 1 Nephi 10:12–14; 15:7). Hij legde uit dat de olijfboom het huis van Israël voorstelde. Lehi en zijn gezin hadden Jeruzalem verlaten en waren afgesplitst van het huis van Israël, zoals een tak die van de olijfboom is afgebroken (zie 1 Nephi 15:12). Hij legde verder uit dat in de laatste dagen, vele jaren nadat Lehi’s nageslacht ‘in ongeloof zal zijn verkommerd’ (1 Nephi 15:13), de volheid van het evangelie tot de andere volken zou komen. De andere volken zouden het evangelie vervolgens aan Lehi’s nakomelingen brengen, en ze wederom tot de kennis van hun Verlosser en de zegeningen van het verbond van hun voorvaderen herstellen. Dat zou te vergelijken zijn met het vergaderen en opnieuw enten van hun tak op de olijfboom (zie 1 Nephi 15:13–17). Deze herstelling zou niet alleen opgaan voor Lehi’s nageslacht, maar voor het gehele huis van Israël (zie 1 Nephi 15:18–20; zie ook 1 Nephi 10:12–14).

Getuig dat de Heer zijn beloften nakomt en zijn verbonden met zijn kinderen indachtig is. Hij wil graag dat iedereen de zegeningen van het evangelie ontvangt.

1 Nephi 15:21–36

Nephi beantwoordt de vragen van zijn broers over Lehi’s visioen

Leg uit dat we in de rest van 1 Nephi 15 Nephi’s antwoorden op de vragen van zijn broers over Lehi’s visioen lezen. Nephi onderrichtte hun op basis wat hij in zijn eigen visioen had geleerd.

Zet de volgende uitspraken van president Ezra Taft Benson op het bord of een uitreikblad. Laat de cursisten raden welke woorden in elke zin ontbreken.

  1. ‘In het […] vinden wij de kracht om verzoekingen te weerstaan.’

  2. ‘Het […] verleent de heiligen de nodige kracht en wapent ze met de Geest.’

  3. ‘Zijn […] is een van de waardevolste gaven die hij ons heeft gegeven.’

Laat een van de cursisten na het raden van de woorden 1 Nephi 15:23–24 voorlezen. Vraag de cursisten te letten op woorden in deze passage waarmee ze de uitspraken van president Benson correct kunnen aanvullen. Laat de cursisten na het lezen van de verzen opnieuw raden welke woorden in elke uitspraak ontbreken. Bespreek de juiste antwoorden met de klas. (Antwoorden: 1 — woord Gods; 2 — woord Gods; 3 — woord. [Zie ‘The Power of the Word’, Ensign, mei 1986, pp. 80, 82.])

Laat de cursisten 1 Nephi 15:24–25 bestuderen. Vraag de helft van de klas op basis van deze verzen enkele zegeningen te noemen als we het woord van God volgen. Vraag de andere helft van de klas er woorden uit te lichten die aangeven hoe we het woord van God dienen te volgen om die zegeningen te ontvangen. Laat beide groepen vertellen over hun bevindingen.

  • Wat moeten we doen om te ‘luisteren’ naar, ‘vast te houden’ aan en ‘acht te slaan’ op het woord van God? (Mogelijke antwoorden zijn: dagelijkse Schriftstudie, luisteren naar en acht slaan op de raad van geïnspireerde kerkleiders, en streven en handelen naar persoonlijke openbaring door middel van gebed.)

Laat de cursisten in hun eigen woorden een beginsel benoemen waarin de leringen in deze verzen aangaande Schriftstudie en de zegeningen daarvan worden samengevat. Een mogelijk antwoord is dat het woord van God dagelijks bestuderen en volgen ons kracht geeft om de verleidingen van Satan te weerstaan. Geef de cursisten de gelegenheid om van dit beginsel te getuigen door te vragen:

  • Wanneer heb je door dagelijkse persoonlijke Schriftstudie kracht gekregen om verleiding te weerstaan? (Herinner de cursisten eraan dat ze niet over ervaringen hoeven te praten die te persoonlijk zijn.)

Lees de volgende uitspraak voor van ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen:

‘Die waarheden zijn zó belangrijk dat onze hemelse Vader zowel Lehi als Nephi visioenen gaf waarin het woord Gods heel duidelijk werd voorgesteld als een roede van ijzer. Zowel vader als zoon leerde dat vasthouden aan deze sterke, onbuigzame, uiterst betrouwbare gids de enige manier is om op het enge en nauwe pad te blijven dat naar onze Heiland leidt.’ (‘De Heilige Schriften: de macht Gods voor ons heil’, Liahona, november 2006, p. 25.)

Herinner de cursisten eraan dat wie zich in het visioen van Lehi vasthielden aan de roede van ijzer, veilig door de misten van duisternis, ofwel de verzoekingen van de duivel (zie 1 Nephi 12:17), werden geleid.

Vat 1 Nephi 15:26–29 kort samen. Vertel de cursisten dat Nephi’s broers hem vroegen naar de betekenis van de rivier die hun vader in zijn visioen zag. Hij legde uit dat deze een zinnebeeld was van een verschrikkelijke hel die voor de goddelozen is bereid, en ze afscheidt van God en zijn volk.

  • Wat merkte Nephi aan de rivier met water op dat zijn vader niet had opgemerkt? (Dat het water vuil was.)

Vertel dat Nephi in 1 Nephi 15:33–36 de gerechtigheid van God uitlegt en waarom de goddelozen van de rechtvaardigen zullen worden afgescheiden. Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit 1 Nephi 15:33–36 voor te lezen.

  • Waarom zullen de goddelozen van de rechtvaardigen worden afgescheiden?

  • Hoe had de kennis dat niemand die onrein is het koninkrijk Gods kan binnengaan, Laman en Lemuël kunnen helpen?

Moedig de cursisten aan de beginselen die ze in 1 Nephi 15 hebben geleerd bij zichzelf te overwegen aan de hand van de volgende vragen:

  • Hoe geven de visioenen van Lehi en Nephi aan dat God Zich om Laman en Lemuël bekommerde? Op welke manieren blijkt eruit dat God Zich om jou bekommert?

  • Wat kun je doen om de beginselen die je in dit hoofdstuk hebt geleerd toe te passen? (U kunt overwegen de cursisten hun antwoorden op deze vraag in hun Schriftendagboek of aantekenschrift te laten noteren.)

Sluit de les eventueel af door 1 Nephi 15:25 nogmaals aan de klas voor te lezen. Getuig van de zegeningen die we ontvangen wanneer we acht slaan op het woord van God en zijn geboden onderhouden. Verzeker hun van de grote liefde die God voor hen heeft en dat Hij ze voor hun rechtschapen inspanningen zal zegenen.

Toelichting en achtergrondinformatie

1 Nephi 15:12–13 De Joden en de andere volken

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft over de ‘Joden’ en de ‘andere volken’ in 1 Nephi 15 gezegd: ‘Zowel Lehi als Nephi delen alle mensen in twee groepen in: de Joden en de andere volken. Wij zijn dus de andere volken van wie de Schriften [1 Nephi 15:13] spreken. Wij hebben de volheid van het evangelie ontvangen. Wij zijn dus de andere volken van wie de Schriften [1 Nephi 15:13] spreken. Wij hebben de volheid van het evangelie ontvangen. En wij zullen het naar de Lamanieten brengen, die Joden zijn, omdat hun voorvaderen uit Jeruzalem en het koninkrijk Juda afkomstig waren.’ (A New Witness for the Articles of Faith [1985], p. 556.) Merk op dat de Lamanieten als Joden werden beschouwd omdat hun voorouders uit het land Juda waren gekomen.

Ouderling McConkie heeft ook specifiek de andere volken aangeduid die een grote rol bij de herstelling zouden spelen: ‘Joseph Smith […] was degene uit de andere volken door wie het Boek van Mormon is voortgekomen, en de leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen […] zijn de andere volken die het eeuwig heil aan de Lamanieten en de Joden brengen.’ (The Millennial Messiah [1982], p. 233.) (The Millennial Messiah [1982], p. 233.) Hoewel Joseph Smith en anderen die het Boek van Mormon hebben voortgebracht door hun afstamming tot het huis van Israël behoorden, werden ze onder de andere volken gerekend omdat ze niet uit het land Juda kwamen.

1 Nephi 15:13–16 De herstelling van het evangelie in de laatste dagen

President Gordon B. Hinckley heeft verklaard: ‘Broeders en zusters, beseft u wat wij hebben? Beseft u welke plaats wij innemen in het grote schouwspel van de geschiedenis van de mensheid? Dit is het brandpunt van alles wat er is gebeurd. Dit is het tijdperk van wederoprichting. Dit is de tijd van de herstelling. Dit is de tijd waarin mensen uit de hele wereld naar de berg van het huis des Heren gaan om te onderzoeken, zijn wegen te leren en zijn paden te bewandelen. Dit is de optelsom van alle eeuwen sinds de geboorte van Christus tot aan deze geweldige tijd.’ (‘Op het hoogtepunt der eeuwen’, Liahona, januari 2000, p 89.)

Afdrukken