Bibliotheek
Les 20: 1 Nephi 19


Les 20

1 Nephi 19

Inleiding

In dit hoofdstuk legde Nephi uit dat sommige mensen geen achting zouden hebben voor de God van Israël, Jezus Christus. Figuurlijk gesproken zouden zij Jezus Christus onder de voeten treden door Hem als niets te achten en niet naar zijn raadgevingen te luisteren. Nephi haalde tevens de leringen van vroegere profeten aan, die voorspelden dat de mensen die verantwoordelijk waren voor de geseling en kruisiging van de Heiland, evenals hun nakomelingen, verstrooid en verdrukt zouden worden totdat zij hun hart tot de Heer zouden wenden. In die tijd zou de Heer ‘de verbonden indachtig zijn die Hij met hun vaderen heeft gesloten’ (zie 1 Nephi 19:15). Nephi legde uit dat hij deze dingen schreef om zijn volk te overreden de Heer indachtig te zijn en in Hem te geloven. Hij leerde zijn volk ook de Schriften op zichzelf toe te passen om ze te helpen in de Heer te geloven.

Onderwijstips

1 Nephi 19:1–19

Nephi schrijft profetieën aangaande Jezus Christus op om de mensen te helpen hun Verlosser indachtig te zijn

Houd een exemplaar van het Boek van Mormon omhoog. Vat 1 Nephi 19:1–4 samen met de uitleg dat Nephi werd geboden twee stel platen te maken — één stel platen voor een kroniek van heilige (godsdienstige) zaken en een ander stel platen voor een seculiere geschiedenis van zijn volk. Vraag een cursist 1 Nephi 19:3, 5–6 voor te lezen. Laat de rest van de klas letten op wat Nephi over ‘heilige’ dingen zei.

  • Welke reden gaf Nephi voor het schrijven van een kroniek van heilige dingen?

Vraag een cursist 1 Nephi 19:7 voor te lezen. Leg voordat hij of zij gaat lezen uit dat de ‘God Israëls’ in dit vers op Jezus Christus doelt. In dit vers staat ook de uitdrukking als niets achten. Iemand als niets achten betekent die persoon als oud vuil behandelen.

  • Waarover begon Nephi te schrijven nadat hij had gezegd alleen over heilige dingen te zullen schrijven?

  • Hoe treden sommigen de Heiland volgens 1 Nephi 19:7 onder de voeten of ‘achten Hem als niets’?

  • In welke opzichten lijkt de weigering om naar de raad van de Heer te luisteren op Hem als niets achten of Hem onder de voeten treden?

Vraag een cursist 1 Nephi 19:8–10 voor te lezen. Laat de klas letten op manieren waarop mensen de Heiland tijdens zijn aardse bediening als niets zouden achten. (Laat de cursisten de desbetreffende woorden desgewenst markeren.)

  • Op welke manieren zouden mensen de Heiland tijdens zijn aardse bediening als niets achten?

  • Waaruit blijkt in deze verzen dat de Heiland ons niet ‘als niets acht’? (Druk de cursisten op het hart dat de Heiland alles verdroeg ‘wegens zijn goedertierenheid en zijn lankmoedigheid jegens de mensenkinderen’.)

  • Als je over deze verzen nadenkt, wat zijn dan je gevoelens over de Heiland?

Vraag een cursist 1 Nephi 19:13−14 voor te lezen en laat de klas letten op de redenen die de profeet Zenos gaf waarom zij die de Heiland hebben gekruisigd (en hun nakomelingen) ‘door alle volken [zouden] worden gegeseld’.

  • Welke redenen gaf de profeet Zenos waarom zij die de Heiland hebben gekruisigd (en hun nakomelingen) ‘door alle volken [zouden] worden gegeseld’?

Zet de volgende uitspraak op het bord: Zij wenden hun hart af.

  • Wat denk je dat het betekent om je hart van de Heer af te wenden?

Vertel de klas na hun reacties dat u enkele cursisten nodig hebt om te laten zien hoe deze uitspraak vandaag de dag ook voor ons kan gelden. Vraag enkele cursisten naar voren te komen. Laat ieder van hen een voorbeeld op het bord zetten van een daad waaruit blijkt dat iemand zijn of haar hart van de Heer heeft afgewend. Vraag ze vervolgens wat enkele gevolgen kunnen zijn wanneer we ons hart op de vermelde manier afwenden. (Een cursist zet bijvoorbeeld de Schriften niet meer bestuderen op het bord en legt uit dat we als een gevolg daarvan minder ontvankelijk zijn voor openbaring.)

Nadat de betrokken cursisten hun voorbeelden hebben toegelicht, vertelt u de klas dat we ongeacht de reden waarom we ons hart van de Heer afwenden er altijd voor kunnen kiezen ons hart weer tot Hem te wenden. Laat de cursisten 1 Nephi 19:14−17 lezen en letten op de beloften van de Heer aan wie hun hart weer tot Hem wenden.

  • Wanneer verstrooit de Heer Israël? (Wanneer ze hun hart van Hem afwenden.)

  • Wanneer vergadert de Heer Israël? (Wanneer ze hun hart tot Hem wenden.)

  • Wat zei de Heer dat Hij zou doen voor wie hun hart niet langer van Hem afwenden?

  • Wat betekent het volgens jou dat de Heer deze mensen en de verbonden die Hij met hun vaderen heeft gesloten indachtig zal zijn?

Laat de cursisten begrijpen dat de Heer deze mensen niet vergeten is. Ze leefden echter op zodanige wijze dat Hij niet alle zegeningen van het evangelie over ze kon uitgieten. Als hun nakomelingen hun hart tot Hem wenden, belooft de Heer ze indachtig te zijn, ze in zijn kerk bijeen te brengen en alle zegeningen van het evangelie over ze uit te gieten.

  • Wat betekenen de beloften in vss. 15–17 volgens jullie voor ons? (Uit deze bespreking moet in elk geval naar voren komen dat als we ons hart tot de Heer wenden, Hij de verbonden die we met Hem hebben gesloten gestand zal doen.)

Laat de cursisten over de volgende vragen nadenken en de antwoorden in hun Schriftendagboek of aantekenschrift noteren. (Zet de vragen eventueel op het bord.)

  • Uit welke soorten daden blijkt dat jij en je familie jullie hart tot de Heer hebben gewend?

  • Wanneer heeft de Heer jou of je familie daarvoor gezegend?

Nodig desgewenst enkele cursisten uit om hun antwoorden aan de klas over te brengen. Herinner ze eraan dat ze niet over ervaringen hoeven te praten die te persoonlijk zijn.

Leg kort uit dat Nephi zijn kroniek schreef met het oog op alle leden van het huis Israëls — met inbegrip van ons. Vraag een cursist 1 Nephi 19:18−19 voor te lezen en laat de klas benoemen waartoe Nephi ons wilde overreden. Getuig dat als wij de Heer indachtig zijn en ons hart tot Hem wenden, Hij ons de zegeningen van zijn evangelie aanbiedt.

1 Nephi 19:20–24

Nephi legt uit waarom hij oude Schriftuur gebruikte om zijn volk te onderrichten

Lees de volgende uitspraak van president Henry B. Eyring van het Eerste Presidium voor, gebaseerd op een toespraak voor CES-godsdienstleerkrachten:

‘Ik doe u deze belofte omtrent het lezen van het Boek van Mormon: u zult u ertoe aangetrokken voelen wanneer u begrijpt dat de Heer er voor u een boodschap in heeft opgenomen. Nephi, Mormon en Moroni wisten dat, en de samenstellers hebben er voor u boodschappen in gezet. Ik hoop dat u het vertrouwen hebt dat het boek voor u en uw cursisten is geschreven. Er staan eenvoudige, persoonlijke boodschappen voor hen in waaruit ze kunnen leren hoe ze kunnen veranderen. Daar gaat het boek over. Het is een getuigenis van de Heer Jezus Christus en de verzoening en hoe die in hun leven kan werken. U zult dit jaar geestelijke ervaringen hebben, u zult de verandering voelen die voortkomt uit de macht van de verzoening omdat u dit boek bestudeert.’ (‘Het Boek van Mormon zal uw leven veranderen’, Liahona, februari 2004, p. 15.)

  • Als je het Boek van Mormon bestudeert, waarom is het dan nuttig om te weten dat Nephi, Mormon en Moroni er boodschappen voor jou in hebben opgenomen?

Lees de volgende uitspraken van president Ezra Taft Benson voor:

‘Het Boek van Mormon is voor onze tijd geschreven. God is de auteur van het boek. Het is een kroniek van een volk dat is uitgeroeid, samengesteld door geïnspireerde mensen tot zegen voor ons. Die mensen hebben het boek nooit gehad — het was voor ons bestemd. Mormon, de profeet van weleer naar wie het boek is genoemd, heeft eeuwen aan kronieken beknopt weergegeven. God, die zowel begin als einde kent, liet hem weten wat hij in zijn kroniek moest opnemen voor onze tijd.’ (‘The Book of Mormon Is the Word of God’, Ensign, januari 1988, p. 3.)

‘Als zij onze tijd hebben gezien en die dingen hebben uitgekozen die voor ons de meeste waarde hebben, blijkt daar dan niet uit hoe wij het Boek van Mormon moeten bestuderen? We behoren ons voortdurend af te vragen: “Waarom heeft de Heer Mormon (of Moroni of Alma) geïnspireerd om dit in zijn kroniek op te nemen? Wat kan ik daarvan leren om mij in deze tijd te helpen?”’ (‘The Book of Mormon — Keystone of Our Religion’, Ensign, november 1986, p. 6.)

Laat de klas 1 Nephi 19:22−23 lezen en letten op hoe Nephi zijn broers hielp voor zichzelf boodschappen in de Schriften te vinden.

  • Wat verwachtte Nephi van het toepassen van de Schriften op zichzelf en op zijn volk?

  • Wat houdt het woord nut in? (Voordeel, profijt, baat.)

Maak het volgende schema als uitreikblad of zet het op het bord en laat de cursisten het in hun Schriftendagboek overnemen.

De Schriften op onszelf toepassen

Schriftuurlijke waarheden toepassen

Welke situatie of omstandigheid wordt in de Schrifttekst beschreven?

Hoe lijkt die situatie op iets in mijn leven of in de wereld om me heen?

Welke waarheid of boodschap komt in deze Schrifttekst tot uiting?

Hoe kan ik in mijn situatie naar deze waarheid of boodschap handelen?

Laat het schema zien en leg uit dat we iets toepassen als we een vergelijking trekken met ons eigen leven. De Schriften op onszelf toepassen betekent dus dat we een situatie in de Schriften vergelijken met een situatie in ons eigen leven of in de wereld om ons heen. Overeenkomsten herkennen tussen omstandigheden in de Schriften en situaties in ons eigen leven helpt ons om Schriftuurlijke waarheden te ontdekken en toe te passen. Dezelfde waarheden die van toepassing waren op mensen over wie we in de Schriften lezen, kunnen ook op ons van toepassing zijn wanneer we ons in soortgelijke omstandigheden bevinden.

Om de cursisten te laten zien hoe een vergelijking trekken tot toepassing leidt, laat u ze hun schema invullen terwijl u de eerste kerntekst uit het Boek van Mormon, 1 Nephi 3:7, met ze bespreekt. Vraag een cursist 1 Nephi 3:7 voor te lezen.

  • Op welke omstandigheden reageerde Nephi toen hij deze woorden sprak? (Een profeet — zijn vader, Lehi — had hem gevraagd terug te keren naar Jeruzalem om de platen van koper op te halen. Zijn broers hadden geklaagd over de moeilijkheid van deze taak.)

  • In welke opzichten leek Nephi’s situatie op een situatie in je eigen leven? Wanneer heeft de Heer je gevraagd iets moeilijks te doen?

  • Welke waarheid hielp Nephi in zijn situatie? (Nephi wist dat wanneer de Heer een gebod aan zijn kinderen geeft, Hij een weg bereidt zodat ze eraan kunnen voldoen.)

  • Wat kunt je doen om in jouw situatie naar deze waarheid te handelen?

Laat enkele cursisten vertellen hoe zij 1 Nephi 3:7 op zichzelf hebben betrokken en in hun leven kunnen toepassen. (Herinner ze eraan dat ze niet over dingen hoeven te praten die te persoonlijk zijn.)

Houd tot slot van de les wederom een exemplaar van het Boek van Mormon omhoog. Herinner de cursisten eraan dat Nephi zijn geschriften over de Heiland als heilig en van grote waarde voor zichzelf en anderen beschouwde. Moedig de cursisten aan om de Schriften te bestuderen en te letten op de boodschappen die de Heer en zijn profeten daarin voor ons hebben vervat. Getuig dat als we de Schriften op onszelf toepassen, ze ons tot nut en lering zijn.

Spoor de cursisten aan om de Schriften zelf te bestuderen en te letten op passages die ze op zichzelf kunnen toepassen. Laat ze proberen hun eigen naam in sommige verzen te lezen, alsof de Heer of zijn profeet rechtstreeks tot hen spreekt. Het begin van 2 Nephi 31:20 kunnen ze bijvoorbeeld lezen als: ‘Daarom moet gij [lees eigen naam] standvastig in Christus voorwaarts streven.’

U kunt de cursisten eventueel een leeg exemplaar van het schema geven dat ze thuis kunnen gebruiken. Laat ze zich voorbereiden om de volgende les te vertellen hoe zij Schriftteksten op zichzelf hebben toegepast en hoe die ervaring ze tot nut en lering heeft gestrekt.

Toelichting en achtergrondinformatie

1 Nephi 19:10–16 Zenock, Neüm en Zenos

Nephi citeerde uit de geschriften van Zenock, Neüm en Zenos. Zij waren oudtestamentische profeten van wie profetieën over Jezus Christus op de koperen platen stonden; daarom weten we dat ze vóór 600 v.C. leefden. Ze spraken over het leven en de bediening van de Messias en de bestemming van het huis van Israël (zie ook Helaman 8:19−20). Zonder het Boek van Mormon zouden we niets weten over deze drie profeten of over hun getuigenis van Jezus Christus.

Afdrukken