Bibliotheek
Les 21: 1 Nephi 20–22


Les 21

1 Nephi 20–22

Inleiding

Nephi haalde bij zijn onderricht aan leden van zijn familie de koperen platen aan, in het bijzonder Jesaja’s profetieën over de verstrooiing en vergadering van Israël. Vervolgens beantwoordde hij de vragen van zijn broers over die profetieën. Hij legde uit dat de profetieën rechtstreeks op hun familie van toepassing was. In navolging van de woorden van Jesaja getuigde Nephi dat de Heer zijn verbondsvolk zou vergaderen — dat zelfs wanneer de mensen zich niet aan hun verbonden hielden, de Heer hen liefhad en uitnodigde zich te bekeren en tot Hem terug te keren.

Onderwijstips

1 Nephi 20

De Heer kastijdt zijn volk en nodigt het uit om tot Hem terug te keren

Afbeelding
Jesaja schrijft over de geboorte van Christus

Toon de plaat ‘Jesaja schrijft over de geboorte van Christus’ (62339; Evangelieplatenboek [2009], nummer 22). Leg uit dat dit schilderij de profeet Jesaja uitbeeldt die een profetie over de geboorte van Jezus Christus schrijft. Vraag wie van de cursisten wel eens van Jesaja hebben gehoord.

Leg uit dat Jesaja een profeet was die in Jeruzalem woonde en tussen 740 v.C. en 701 v.C. tot het volk profeteerde, enige tijd voordat Lehi en zijn gezin naar hun beloofde land vertrokken. Nephi verlustigde zich in de woorden van Jesaja en gebruikte Jesaja’s profetieën om zijn familie te onderrichten (zie 1 Nephi 19:23; 2 Nephi 25:5). Omdat de woorden van Jesaja poëtisch en vol symboliek zijn, vindt men zijn leringen soms moeilijk te begrijpen. Er staan ons echter zegeningen te wachten als we zijn woorden bestuderen en proberen te begrijpen.

Leg uit dat Nephi bij zijn onderricht aan zijn familie een deel van de woorden van Jesaja op de koperen platen voorlas. Hij deed dat om ze ‘er meer terdege toe [te] bewegen te geloven in de Heer hun Verlosser’ (1 Nephi 19:23; zie ook vers 24).

Vraag een cursist 1 Nephi 20:1–2 voor te lezen. Leg voordat hij of zij gaat lezen uit dat Jesaja in deze verzen tot gedoopte mensen spreekt die zich niet aan hun verbonden hebben gehouden. U kunt de uitdrukking ‘huis van Israël’ desgewenst als volgt toelichten: Het Oude Testament bevat de geschiedenis van Jakob, die de zoon van Isaak en kleinzoon van Abraham was. De Heer gaf Jakob de naam Israël (zie Genesis 32:28). De term ‘het huis van Israël’ slaat op Jakobs nakomelingen en op het verbondsvolk van de Heer. (Zie Gids bij de Schriften, ‘Israël’.)

Vraag de cursisten 1 Nephi 20:3–4, 8 door te lezen. Laat ze letten op woorden die aangeven dat het huis van Israël de Heer niet trouw was. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

Toon een stuk metaal dat moeilijk te buigen is. Vraag de cursisten wat het volgens hen betekent als iemands nek ‘een ijzeren pees’ is (1 Nephi 20:4). Leg de functie van een pees uit. Net zoals ijzer niet gemakkelijk te buigen is, zal een hoogmoedige zijn of haar nek niet in nederigheid buigen. De woorden ‘ijzeren pees’ geeft aan dat veel mensen in het huis van Israël met hoogmoed waren vervuld.

Laat een cursist 1 Nephi 20:22 voorlezen.

  • Waarom denk je dat de goddelozen geen vrede kennen?

Wijs de cursisten er nogmaals op dat Nephi bij het aanhalen van de profetieën van Jesaja zijn broers aanspoorde: ‘Past die op uzelf toe’ (1 Nephi 19:24).

  • In welk opzicht leken enkele familieleden van Nephi op de mensen die Jesaja tot bekering riep?

Vraag een cursist 1 Nephi 20:14, 16, 20 voor te lezen.

  • Wat verlangde de Heer dat zijn verbondsvolk zou doen en zeggen? (Leg desgewenst uit dat uitgaan van Babylon en vluchten voor de Chaldeeën symbool staan voor het afleggen van wereldsgezindheid en ons wenden tot de Heer.)

Nodig de cursisten uit om voorbeelden te geven van mensen die ze naar de Heer hebben zien keren en wereldsgezindheid afleggen. Laat de cursisten in 1 Nephi 20:18 zegeningen opzoeken die de Heer schenkt aan wie tot Hem komen en naar zijn geboden luisteren.

  • Hoe kan vrede als een rivier zijn? Hoe kan gerechtigheid als de golven der zee zijn?

Laat enkele cursisten samenvatten welke waarheden ze in 1 Nephi 20 hebben geleerd. Hoewel ze andere woorden kunnen gebruiken, zorgt u dat ze begrijpen dat de Heer de mensen die ongehoorzaam zijn geweest uitnodigt om zich te bekeren en tot Hem terug te keren.

Laat een cursist het volgende citaat van president Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium voorlezen. Vraag de cursisten het verband met 1 Nephi 20 te overwegen.

‘Satan [wil ons] wijsmaken dat er geen vergiffenis mogelijk is (zie Openbaring 12:10). Satan wil ons wijsmaken dat we de ‘keergrens’ voorbij zijn als we gezondigd hebben, dat het te laat is om onze koers te veranderen. […]

‘[…] De verzoening van Jezus Christus is de gave van God aan zijn kinderen om de gevolgen van zonde recht te zetten en te overwinnen. God heeft al zijn kinderen lief en Hij zal altijd van ons houden en de hoop nooit opgeven. […]

‘Christus is op aarde gekomen om ons te verlossen. Als wij het verkeerde pad hebben gekozen, kan de verzoening van Jezus Christus ons ervan verzekeren dat we het punt van geen terugkeer niet voorbij zijn. Als we Gods plan voor ons heil volgen, kunnen we veilig terugkeren. […]

‘[…] Er is altijd een punt van veilige terugkeer; er is altijd hoop.’ (‘Het punt van veilige terugkeer’, Liahona, mei 2007, pp. 99, 101.)

  • In welk opzicht lijkt de boodschap van president Uchtdorf op Jesaja’s boodschap?

Getuig dat de Heer de mensen die ongehoorzaam zijn geweest uitnodigt om zich te bekeren en tot Hem terug te keren. Druk de cursisten op het hart dat de Heer ieder van ons liefheeft en ons altijd uitnodigt om tot Hem te komen. Laat de cursisten overdenken wat de Heer ze zou vragen achter te laten zodat ze nog dichter tot Hem kunnen komen.

1 Nephi 21:1–17

Jesaja profeteert dat Jezus Christus zijn verbondsvolk niet zal vergeten

Vat 1 Nephi 21:1–13 beknopt samen door de cursisten te wijzen op de eerste twee zinnen in de inleidende samenvatting voor het hoofdstuk: ‘De Messias zal een licht voor de andere volken zijn en de gevangenen bevrijden’ en ‘Israël zal in de laatste dagen met macht worden vergaderd’. Leg uit dat uit de woorden van de Heer in vss. 1–13 zijn liefde voor zijn volk blijkt — zelfs voor degenen die afgedwaald en Hem vergeten zijn.

Schrijf op het bord De Heer houdt van ons en zal ons nooit vergeten. Vraag een cursist 1 Nephi 21:14 voor te lezen.

  • Waarom denk je dat mensen soms het gevoel hebben dat de Heer ze vergeten is?

Vraag een cursist 1 Nephi 21:15–16 voor te lezen. Stel dan enkele of alle van de volgende vragen:

  • Wat leert Jesaja ons door de Heiland met de moeder van een zuigeling te vergelijken?

  • Wat spreekt uit het woord gegraveerd? (U kunt erop wijzen dat we meestal denken aan iets graveren in steen of metaal dat permanent blijft.)

  • Wat betekent het om in de ‘handpalmen [van de Heiland] gegraveerd’ te zijn?

  • Welke ervaringen hebben je geleerd dat de Heer je niet vergeten is?

Als cursisten nadenken over deze vragen en luisteren naar elkaars antwoorden, zullen zij voorbereid zijn om de Heilige Geest van de Heiland te voelen getuigen. Geef uw getuigenis van de liefde van de Heiland. Herinner de cursisten eraan dat Nephi Jesaja’s profetieën aanhaalde om ons te overreden in de Verlosser te geloven en ons te helpen hoop te koesteren.

1 Nephi 21:18–26; 22:1–22

Nephi legt Jesaja’s profetie over de verstrooiing en vergadering van Israël uit

Plaats enkele voorwerpen (zoals kopjes) samen op een tafel of stoel. Vertel de cursisten dat deze voorwerpen groepen mensen voorstellen. Leg uit dat Nephi verkondigde dat Israël onder alle natiën verstrooid zou worden omdat het volk hun hart tegen de Heiland verstokte (zie1 Nephi 22:1–5). Terwijl u spreekt, verplaatst u de voorwerpen naar verschillende plekken in het vertrek. Leg uit dat dit een belangrijk onderwerp voor Nephi was. Zijn familie maakte deel uit van de verstrooiing. Zij waren verstrooid uit Jeruzalem, hun thuisland, wegens de goddeloosheid van de mensen die in dat gebied woonden.

Vraag de cursisten 1 Nephi 21:22–23 en 22:6–8 door te lezen. Leg voordat ze gaan lezen uit dat 1 Nephi 21 een profetie van Jesaja over de vergadering van Israël bevat en dat 1 Nephi 22 Nephi’s leringen omtrent Jesaja’s profetie bevat.

  • Wat is het wonderbare werk waarvan 1 Nephi 22:7–8 spreekt? (De herstelling van het evangelie.)

  • Hoe kan het uitdragen van het evangelie vergeleken worden met het dragen van anderen in onze armen of op onze schouders?

Om de cursisten de verstrooiing en vergadering van Israël beter te laten begrijpen, kunt u het volgende citaat van ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

‘Waarom werd Israël verstrooid? Het antwoord is duidelijk, het is eenvoudig; er bestaat geen twijfel over. Onze Israëlitische voorouders werden verstrooid omdat ze het evangelie verwierpen, het priesterschap onteerden, de kerk verzaakten en het koninkrijk verlieten. […]

‘Wat houdt de vergadering van Israël dan in? De vergadering van Israël bestaat uit het geloven, aanvaarden en naleven van alles wat de Heer zijn uitverkoren volk eens heeft aangeboden. Zij bestaat uit geloof in het evangelie, toetreding tot de kerk en ingaan in het koninkrijk. […] En ze kan ook bestaan uit bijeenkomen in een aangewezen plaats of land van aanbidding.’ (A New Witness for the Articles of Faith [1985], p. 515.)

Lees 1 Nephi 22:9–12. Leg uit dat in de Schriften de uitdrukking dat de Heer ‘zijn arm [zal] ontbloten’ betekent dat de Heer zijn macht zal tonen.

  • Wat zou de Heer volgens Nephi’s woorden in 1 Nephi 22:11 in de laatste dagen doen om zijn macht te tonen?

  • Hoe brengt het vergaderen van mensen in de kerk ze uit gevangenschap en duisternis?

Vraag de cursisten de her en der geplaatste voorwerpen uit het lokaal te verzamelen en weer op één plek bijeen te brengen. Leg uit dat vergaderen zowel geestelijk als lichamelijk kan zijn. Als we het evangelie aan anderen uitdragen en zij zich laten dopen en de gave van de Heilige Geest ontvangen, worden zij geestelijk in de kerk van de Heer vergaderd. In de begindagen van de kerk kregen nieuwe bekeerlingen het verzoek om zich fysiek op één locatie te verzamelen. Denk bijvoorbeeld aan Kirtland (Ohio), Nauvoo (Illinois) en Salt Lake City (Utah). Tegenwoordig worden bekeerlingen aangemoedigd om de kerk op te bouwen waar ze zich ook bevinden en in hun plaatselijke gemeenten, wijken en ringen bijeen te komen.

  • Welke zegeningen zijn volgens 1 Nephi 22:25 weggelegd voor wie door de Heer zijn vergaderd? Wat betekent ‘één kudde zijn’ volgens jou? (U kunt uitleggen dat een kudde een veilige plek is waar schapen bescherming genieten.) Wat denk je dat ‘weide vinden’ betekent?

In deze tijd vraagt God dat alle kerkleden hun steentje bijdragen om ‘zijn kinderen uit de vier hoeken der aarde’ te vergaderen (1 Nephi 22:25). Getuig dat de Heer heeft beloofd in de laatste dagen het evangelie te herstellen en Israël te vergaderen.

  • Welke gevoelens zullen degenen die vergaderd zijn (bekeerlingen) koesteren jegens degenen die hen vergaderd hebben (degenen die hun over het evangelie hebben verteld)?

  • Wat kun je doen om het evangelie van Jezus Christus aan anderen uit te dragen?

Herinner de cursisten eraan dat Nephi Jesaja citeerde om zijn familie te helpen meer geloof en hoop in Jezus Christus te hebben. Jesaja’s profetieën en Nephi’s getuigenis kunnen ons op dezelfde manier helpen. Getuig dat Jezus Christus ons niet zal vergeten en dat Hij er actief naar streeft om ons te vergaderen.

1 Nephi: terugblik

Neem enige tijd om op 1 Nephi terug te blikken door de cursisten te vragen wat ze dit jaar tot dusver door het seminarie en hun individuele studie hebben geleerd. U kunt ze aanmoedigen de inleidende samenvattingen boven de hoofdstukken in 1 Nephi nog eens door te nemen. Vraag ze zich voor te bereiden om iets te vertellen uit het boek 1 Nephi dat ze heeft geïnspireerd of hun geloof in Jezus Christus gesterkt. Vraag diverse cursisten na verloop van tijd naar hun gedachten en gevoelens. Overweeg ook uit eigen ervaring iets te vertellen over hoe de leringen in 1 Nephi u tot zegen zijn geweest.

Toelichting en achtergrondinformatie

1 Nephi 21:15–16. Jezus Christus zal niet vergeten

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft als volgt getuigd van de waarheden in 1 Nephi 21:15–16:

‘Deze poëtische passage wijst ons eens temeer op de reddende rol van Christus, die van een beschermende, verlossende ouder van Zions kinderen. Hij troost zijn volk en is het barmhartig als het ellende heeft te verduren, zoals iedere liefhebbende vader of moeder zou doen, maar, zo wijst Nephi ons er bij monde van Jesaja op, veel meer nog dan welke sterfelijke vader of moeder zou kunnen doen. Hoewel een moeder haar zuigeling kan vergeten (hoe onwaarschijnlijk dat een ouder ook in de oren mag klinken), zal Christus nooit de kinderen vergeten die Hij heeft verlost of met wie Hij het heilsverbond in Zion heeft gesloten.’ (Christ and the New Covenant: The Messianic Message of the Book of Mormon [1997], p. 84.)

1 Nephi 22:6–9 ‘Een machtige natie’ en ‘een wonderbaar werk’

Ouderling Mark E. Petersen van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat de uitdrukking ‘machtige natie onder de andere volken’ in 1 Nephi 22:7 doelt op de Verenigde Staten van Amerika. (Zie ‘The Great Prologue’ [toespraak gegeven aan de Brigham Young University, 29 september 1974], p. 4, speeches.byu.edu.)

In 1 Nephi 22:8 verwijst Nephi naar ‘een wonderbaar werk onder de andere volken’ in de laatste dagen. Dit grote werk omvat de herstelling van het evangelie van Jezus Christus en de priesterschapssleutels die nodig zijn om de verbonden van God aan ‘alle geslachten der aarde’ te brengen (1 Nephi 22:9).

De gebeurtenissen in 1 Nephi 22:7 moesten voorafgaan aan die in 1 Nephi 22:8–9. Begin 1800 hielden de meeste landen in de wereld er een verplichte staatsgodsdienst op na. Het evangelie kon alleen hersteld worden in een land waar godsdienstvrijheid zowel bij wet als in de praktijk werd toegepast. Het eerste amendement op de grondwet van de Verenigde Staten bevat een proclamatie over godsdienstvrijheid. Dit amendement is samen met andere op 15 december 1791 geratificeerd, waardoor godsdienstvrijheid in de hedendaagse wereld wortel kon schieten. Joseph Smith is in december 1805 geboren, slechts veertien jaar na de ratificatie van deze amendementen op de Amerikaanse grondwet.

Afdrukken