Bibliotheek
Les 6: 1 Nephi 1


Les 6

1 Nephi 1

Inleiding

Het Boek van Mormon begint ermee dat Lehi zijn taak als profeet trouw vervult. Lehi was een van de ‘vele profeten die tot het volk profeteerden dat het zich moest bekeren’ (1 Nephi 1:4). Toen hij profeteerde dat Jeruzalem verwoest zou worden en getuigde van de verlossing door de Messias, waren er velen die hem bespotten en naar het leven stonden. Toch verheugde Lehi zich in de barmhartigheid en macht ter bevrijding van de Heer. De cursisten kunnen door hun studie van de bediening van Lehi meer inzicht krijgen in de rol van profeten in deze tijd. Als zij letten op tekenen van Gods barmhartigheid en bemoeienis in hun leven, zal hun relatie met Hem hechter worden.

Onderwijstips

1 Nephi 1:1–3

Nephi begint zijn kroniek

Laat de cursisten 1 Nephi 1:1–3 doorlezen. Vraag ze waarom Nephi zijn kroniek schreef.

  • Welke redenen noemde Nephi voor het schrijven van een kroniek van zijn ervaringen?

  • Waarom zou Nephi zich ‘ten zeerste door de Heer […] begunstigd’ hebben gevoeld, ook al had hij ‘veel ellende’ ondervonden?

1 Nephi 1:4–20

Lehi krijgt een visioen en waarschuwt het volk dat Jeruzalem zal worden verwoest

Vraag de cursisten te denken aan een keer dat ze door hun ouders voor gevaar werden gewaarschuwd.

  • Waarom waarschuwden je ouders je voor het gevaar?

  • Op welke manieren waarschuwt onze hemelse Vader zijn kinderen?

Leg uit dat het eerste verslag in het Boek van Mormon begint in een tijd dat veel mensen in Jeruzalem goddeloos waren. Vraag een cursist 1 Nephi 1:4 voor te lezen. Vraag de klas te letten op de manier waarop de Heer de mensen in Jeruzalem waarschuwde.

Leg uit dat Nephi’s vader, Lehi, zich onder de ‘vele profeten’ schaarde die in dit vers worden genoemd. Hij waarschuwde de mensen dat zij zich moesten bekeren. Help de cursisten de waarschuwingen en leringen van Lehi te herkennen door ze in tweetallen in te delen en elk tweetal 1 Nephi 1:5–13 te laten lezen. Laat ze aanduiden wat Lehi in een visioen zag door hun Schriften te markeren of een opsomming op papier te maken. Geef de tweetallen enkele minuten de tijd om de volgende vraag te bespreken. (U kunt de vraag eventueel op het bord zetten.)

  • Hoe zou je je voelen als je een visioen kreeg dat je stad verwoest ging worden?

Laat de cursisten na de activiteit 1 Nephi 1:15 doorlezen en letten op de gevoelens van Lehi na dit visioen.

  • Hoe reageerde Lehi op de dingen die hij had gezien?

Vraag een cursist 1 Nephi 1:14–15 voor te lezen. Laat de cursisten letten op redenen waarom Lehi zich verheugde. (Misschien moet u toelichten dat Lehi weliswaar zag dat Jeruzalem verwoest zou worden, maar dat hij ook wist dat zij die op God vertrouwden niet zouden omkomen.)

  • Wanneer ben je in staat geweest om zelfs in moeilijke tijden God te loven?

  • Wat voor zegeningen krijgen we zoal als we de ‘goedheid en barmhartigheid’ van de Heer herkennen in moeilijke tijden?

Laat een cursist de volgende uitspraak voorlezen:

‘Evenals de profeten in andere tijden getuigen de hedendaagse profeten van Jezus Christus en zijn evangelie. Zij maken Gods wil en ware karakter bekend. Ze spreken zich krachtig en helder uit tegen zonde en waarschuwen voor de gevolgen van een zondig leven. Soms zullen ze zich geïnspireerd voelen om over toekomende gebeurtenissen te profeteren tot zegen van de heiligen.’ (Trouw aan het geloof: evangeliewijzer [2004], pp. 137–138.)

Beklemtoon dat Lehi een voorbeeld is van de waarheid dat profeten waarschuwen tegen zonde en leren dat het heil door Jezus Christus komt. (U kunt deze waarheid eventueel op het bord zetten.)

Vraag de cursisten 1 Nephi 1:19–20 te lezen.

  • Wat verkondigde Lehi?

  • Hoe reageerde het volk op de woorden van Lehi?

  • Waarom verwerpen sommige mensen in deze tijd wat de profeten van de Heer te zeggen hebben?

  • Wanneer zijn jullie gezegend of beschermd doordat je de profeet volgde?

1 Nephi 1:20

Nephi getuigt van de tedere barmhartigheden des Heren

Wijs erop dat Nephi in de tweede zin van 1 Nephi 1:20 zijn verhaal onderbreekt en de lezer iets wil overbrengen. Laat de cursisten ieder voor zich 1 Nephi 1:20 lezen en letten op de boodschap die Nephi ons duidelijk wil maken. Wijs ze indien nodig op de woorden waarmee Nephi zijn boodschap begint (‘ik, Nephi, zal u tonen […]’).

  • Hoe kun je door goed op dergelijke zinsneden te letten meer uit je studie van het Boek van Mormon halen?

  • Wat wilde Nephi ons tonen?

Vraag een cursist 1 Nephi 1:20 voor te lezen. Laat een andere cursist Moroni 10:3 voorlezen. Laat de klas zoeken naar soortgelijke punten in beide verzen.

  • Op welk soortgelijk punt maakten Nephi en Moroni de lezers van het Boek van Mormon attent?

Help de cursisten het volgende beginsel te herkennen: De tedere barmhartigheden van de Heer worden verleend aan wie geloof in Hem oefenen. (U kunt dit beginsel eventueel op het bord zetten.)

Om de cursisten duidelijk te maken wat de tedere barmhartigheden van de Heer zijn en hoe ze die herkennen in hun leven, behandelt u de volgende uitspraak van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen:

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar

‘De tedere barmhartigheden des Heren [zijn] de persoonlijke en geïndividualiseerde zegeningen, kracht, bescherming, zekerheid, leiding, tedere zorg, troost, steun en gaven van de Geest die we van en door de Heer Jezus Christus ontvangen. […]

‘[…] De tedere barmhartigheden des Heren vinden niet willekeurig of toevallig plaats. Door getrouwheid en gehoorzaamheid worden we in staat gesteld om deze belangrijke gaven te ontvangen. En door de timing van de Heer kunnen we ze meestal herkennen.

‘We mogen de macht van de tedere barmhartigheden des Heren niet onderschatten of over het hoofd zien.’ (‘De tedere barmhartigheden des Heren’, Liahona, mei 2005, pp. 99–100.)

  • Hoe legde ouderling Bednar de woorden ‘tedere barmhartigheden des Heren’ uit?

  • Welke voorbeelden van de tedere barmhartigheden van de Heer hebben jullie in je eigen leven of bij anderen gezien?

Geef de cursisten de tijd om op deze vragen te reageren. Laat ze daarna overwegen hoe ze de tedere barmhartigheden van de Heer in hun leven beter kunnen herkennen. Moedig ze aan om meer stil te staan bij de tedere barmhartigheden die de Heer verleent. U kunt de cursisten in overweging geven om hun ervaringen met tedere barmhartigheden in hun dagboek op te schrijven. Geef ze eventueel de tijd om in hun Schriftendagboek of aantekenschrift te schrijven over een of twee manieren waarop de Heer ze onlangs met zijn tedere barmhartigheden heeft gezegend.

Besluit met een herhaling van Nephi’s getuigenis in 1 Nephi 1:20 aangaande de tedere barmhartigheden des Heren. Geef uw getuigenis van de geïndividualiseerde zegeningen en zorg van de Heer. Moedig de cursisten aan om te letten op voorbeelden van de tedere barmhartigheden van de Heer in hun leven en in het Boek van Mormon.

Toelichting en achtergrondinformatie

1 Nephi 1:2. ‘De taal der Egyptenaren’

Nephi merkte op dat hij zijn kroniek in ‘de taal der Egyptenaren’ schreef (1 Nephi 1:2). Ongeveer 470 jaar later onderwees koning Benjamin zijn zonen in ‘de taal der Egyptenaren’ (Mosiah 1:1–4). De term ‘Hervormd-Egyptische’ wordt in Mormon 9:32 genoemd. Moroni gaf aan dat het Egyptisch en het Hebreeuws in zijn tijd door de mensen veranderd waren ten opzichte van wat Lehi en Nephi zo’n duizend jaar eerder in hun tijd hadden gebruikt.

1 Nephi 1:4. ‘Vele profeten’

Nephi schreef dat er ‘vele profeten’ onder het volk in Jeruzalem kwamen. We weten dat Jeremia, Obadja, Nahum, Habakuk en Sefanja tijdgenoten van elkaar waren die in het koninkrijk Juda predikten. In Jeremia 35:15 staat een soortgelijke opmerking over vele profeten die de Heer stuurt om het volk te waarschuwen (zie ook 2 Kronieken 36:15–16).

Jeremia was een groot profeet in de tijd van Lehi en Nephi. Hij wordt genoemd in 1 Nephi 5:13 en 7:14. Hij profeteerde tot de Joden tussen 626 v.C. en 586 v.C. In tegenstelling tot Lehi bleef Jeremia in Jeruzalem en bleef het volk tot bekering roepen. (Zie Gids bij de Schriften, ‘Jeremia’.) (Zie Gids bij de Schriften, ‘Jeremia’.) In de gevangenis schreef hij het boek Klaagliederen, waarin hij de verwoesting van Jeruzalem en de onbekeerlijkheid van het volk beschreef.

Afdrukken