Bibliotheek
Les 9: 1 Nephi 5


Les 9

1 Nephi 5

Inleiding

Terwijl Lehi’s vrouw, Sariah, wachtte op de terugkeer van haar zoons uit Jeruzalem, was ze bang dat ze waren omgekomen bij hun pogingen om de koperen platen te halen. Toen ze veilig met de platen terugkwamen, kreeg Sariah een sterker getuigenis dat God haar gezin leidde en bewaarde. Lehi onderzocht de koperen platen en concludeerde dat ze van grote waarde waren voor zijn familie. Bij het lezen ervan raakte hij met de Heilige Geest vervuld. Hij profeteerde dat de Schriftuurlijke tekst die erop stond voor zijn nakomelingen bewaard zou blijven.

Onderwijstips

1 Nephi 5:1–9

Lehi’s zoons keren veilig naar hun familie in de wildernis terug

Vraag een cursist 1 Nephi 5:1–3 voor te lezen. Laat de klas letten op redenen waarom Sariah begon te klagen.

  • Waarover klaagde Sariah? (Mogelijke antwoorden zijn dat Lehi een man van visioenen was, dat hij het gezin uit hun erfland had weggevoerd, en dat hij beslissingen had genomen waardoor hun zoons gedood konden worden en waardoor ze ook zelf in de wildernis konden omkomen.)

Vraag de cursisten terug te denken aan een keer dat ze misschien over een situatie geklaagd hadden zonder dat ze over alle informatie beschikten.

Vraag een cursist 1 Nephi 5:4–6 voor te lezen. Vraag de klas te letten op de manier waarop Lehi op Sariahs verwijten reageerde.

  • Welke indruk krijg je van de wijze waarop Lehi op Sariahs verwijten reageerde? (Wijs er eventueel op dat Lehi reageerde met een getuigenis en vertrouwen in de Heer en niet met angst of twijfel. Hij reageerde ook niet boos of ongeduldig.)

  • Wat kunnen we leren van Lehi’s reactie naar Sariah?

Laat een cursist 1 Nephi 5:7–9 voorlezen.

  • Wat had Sariah door deze ervaring geleerd?

1 Nephi 5:10–22

Lehi onderzoekt de platen van koper

Vraag de cursisten of er iets is waarvoor zij hun leven zouden willen opofferen om het te verkrijgen of te behouden.

Laat een cursist 1 Nephi 3–4 samenvatten en vertellen welke offers Lehi’s familie bracht om de platen van koper te verkrijgen. (Nephi en zijn broers riskeerden hun leven, offerden hun rijkdommen op en reisden een lange afstand.)

  • Waarom denk je dat een dergelijk offer nodig was?

Leg uit dat Lehi direct nadat het gezin de Heer offeranden had geofferd en dank had betuigd de inhoud van de platen begon te lezen. Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit 1 Nephi 5:11–16 voor te lezen. Vraag de klas te letten op wat Lehi op de platen van koper ontdekte. U kunt hun antwoorden eventueel in verkorte vorm op het bord zetten.

Vraag de cursisten 1 Nephi 5:10 te lezen. Laat ze zoeken naar het woord dat beschrijft hoe Lehi de Schriften las. (Hij ‘onderzocht’ ze.) Laat de cursisten zich in tweetallen opsplitsen en de volgende vraag bespreken:

  • Wat is het verschil tussen de Schriften onderzoeken en ze slechts lezen? (U kunt de cursisten aanmoedigen om te vertellen over keren waarop ze de Schriften hebben onderzocht.)

Lees de volgende uitspraak voor van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen:

‘Als ik “bestuderen” zeg, bedoel ik meer dan lezen. Soms is het goed om een standaardwerk in een bepaalde tijd uit te lezen en een algemeen begrip van de boodschap te krijgen, maar om tot bekering te komen, is de hoeveelheid tijd die we in de Schriften doorbrengen belangrijker dan de hoeveelheid tekst die we in die tijd lezen. Ik zie soms dat jullie enkele teksten lezen, erover nadenken, ze zorgvuldig herlezen, de betekenis ervan overwegen, om begrip bidden, in gedachten vragen stellen, op inspiratie van de Geest wachten, en de indrukken en inzichten opschrijven zodat je ze kunt onthouden en meer kunt leren. Als je op die manier studeert, lees je wellicht niet veel hoofdstukken of teksten in een half uur, maar je maakt wel plaats voor het woord van God in je hart, en Hij zal tot je spreken. Denk maar aan de manier waarop Alma die gevoelens beschreef: “Het begint mijn ziel te verruimen; ja, het begint mijn verstand te verlichten, ja, het begint mij aangenaam te stemmen” [Alma 32:28].’ (‘Als gij eenmaal tot bekering gekomen zijt’, Liahona, mei 2004, pp. 11–12.)

Geef de cursisten de tijd om na te denken over hun eigen studie van de Schriften. Vraag ze om in hun Schriftendagboek of aantekenschrift te schrijven over zinvolle manieren waarop ze de Schriften onderzoeken. Vraag de cursisten vervolgens te overwegen hoe ze hun Schriftstudie kunnen verbeteren. Nodig ze uit om één manier te kiezen waarop ze de Schriften beter gaan onderzoeken. Moedig ze aan om dat doel in hun Schriftendagboek op te schrijven. U kunt de cursisten ook laten overwegen om iemand over hun doel te vertellen (bijvoorbeeld aan u, een ouder of een medecursist). Die persoon kan ze dan aan het doel herinneren en aanmoedigen om eraan te werken.

Leg uit dat de Heer Lehi zegende omdat hij de Schriften onderzocht. Laat de cursisten 1 Nephi 5:16–20 doorlezen om die zegeningen te ontdekken.

  • Hoe is Lehi door het onderzoeken van de koperen platen beïnvloed?

Beklemtoon dat Lehi tijdens het onderzoeken van de Schriften vervuld werd met de Heilige Geest en openbaring ontving ‘aangaande zijn nageslacht’ (zijn nakomelingen). Verzeker de cursisten ervan dat we door het onderzoeken van de Schriften vervuld kunnen worden met de Heilige Geest en openbaring kunnen ontvangen. Wanneer wij er net als Lehi tijd en energie in steken om de Schriften te onderzoeken, kunnen wij ook de kracht ontvangen om Gods geboden te onderhouden.

  • In welke opzichten ben jij gezegend door de Schriften te onderzoeken?

  • Wanneer heb je de Heilige Geest gevoeld terwijl je de Schriften bestudeerde?

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen, waarin hij getuigt van de zegeningen die uit het onderzoeken van de Schriften voortvloeien:

Afbeelding
Ouderling Robert D. Hales

‘Als we met God willen spreken, bidden we. En als we willen dat Hij tot ons spreekt, doorzoeken we de Schriften; want zijn woorden worden door middel van zijn profeten gesproken. Vervolgens onderwijst Hij ons als wij luisteren naar de ingevingen van de Heilige Geest.

‘Als u zijn stem niet onlangs tot u hebt horen spreken, wend u dan met nieuwe ogen en oren tot de Schriften. Zij zijn onze geestelijke reddingslijn.’ (‘De heilige Schriften: de macht Gods voor ons heil’, Liahona, november 2006, pp. 26–27.)

Lees 1 Nephi 5:21–22 voor en vraag de cursisten in hun Schriften mee te lezen. Beklemtoon onder het lezen de volgende woorden: ‘Daarom was het wijsheid in het bestel des Heren dat wij ze met ons meenamen op onze reis door de wildernis.’

  • Waarom doen we er verstandig aan om onze Schriften op onze reizen bij ons te hebben?

  • Op welke manieren kunnen we de Schriften bij ons hebben?

Wijs erop dat Lehi en zijn familie de platen van koper door grote offers hadden verkregen. Zonder de Schriften zouden Lehi en zijn familie de reis niet hebben kunnen volbrengen. Moedig de cursisten aan om de Schriften bij zich te hebben op hun levensreis.

Laat de cursisten nadenken over hun persoonlijke Schriftstudie. Geef een cursist die regelmatig in de Schriften leest eventueel de uitdaging om zijn of haar groepsgenoten aan te moedigen en tot ze te getuigen. Moedig de cursisten aan om er een gewoonte van te maken de Schriften dagelijks te onderzoeken.

Opmerking: deze les is wat korter, zodat er eventueel tijd is voor de activiteit voor tekstenbeheersing van de vorige les.

Toelichting en achtergrondinformatie

1 Nephi 5:10–22. De waarde van de Schriften

Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen leert ons aan de hand van het verhaal van Lehi die de koperen platen onderzocht, hoe wij leiding kunnen ontvangen door de Schriften te bestuderen:

‘Toen Nephi en zijn broers terugkwamen [van Jeruzalem met de koperen platen], verheugde hun vader, Lehi, zich. Hij begon de heilige Schrift “vanaf het begin” te onderzoeken en kwam tot de conclusie “dat ze begerenswaardig waren; ja, zelfs van grote waarde […] omdat [Lehi en zijn nakomelingen] de geboden des Heren voor [hun] kinderen konden bewaren”.

‘De platen van koper bleken ook nog een kroniek van Lehi’s voorouders te bevatten, inclusief hun taal, geslachtsregister en, belangrijker nog, het evangelie zoals Gods heilige profeten erin hadden onderwezen. Toen Lehi de platen onderzocht, vernam hij wat wij allemaal vernemen als we de Schriften bestuderen:

• ‘Wie we zijn.

• ‘Wat we kunnen worden.

• ‘Profetieën voor ons en ons nageslacht.

• ‘De geboden, wetten, verordeningen en verbonden die we moeten naleven om het eeuwig leven te verkrijgen.

• ‘En hoe we moeten leven om tot het einde te volharden en eervol terug te keren naar onze hemelse Vader.

‘Die waarheden zijn zó belangrijk dat onze hemelse Vader zowel Lehi als Nephi visioenen gaf waarin het woord Gods heel duidelijk werd voorgesteld als een roede van ijzer. Zowel vader als zoon leerde dat vasthouden aan deze sterke, onbuigzame, uiterst betrouwbare gids de enige manier is om op het enge en nauwe pad te blijven dat naar onze Heiland leidt.’ (‘De Heilige Schriften: de macht Gods voor ons heil’, Liahona, november 2006, p. 25.)

1 Nephi 5:18–19. De koperen platen

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen getuigde hoe belangrijk het voor Lehi’s familie was om de platen van koper te verkrijgen:

‘De waarde van de koperen platen voor de Nephieten kan niet worden overschat. Dankzij de platen konden ze de taal in stand houden (1 Nephi 3:19), en ook het grootste deel van de beschaving en de religieuze kennis van het volk waarvan zij waren afgesplitst. (1 Nephi 22:30.) Dit in tegenstelling tot de Mulekieten, die ongeveer elf jaar na Lehi zonder een kroniek zoals de koperen platen uit Jeruzalem waren vertrokken, en die spoedig in afvalligheid en ongeloof verkommerden en hun taal, beschaving en religie verloren. (Omni 14–18.)

‘De koperen platen werden van profeet op profeet en van generatie op generatie doorgegeven en door de Nephieten bewaard. (Mosiah 1:16; 28:20; 3 Nephi 1:2.) De Heer heeft beloofd dat Hij ze in de toekomst zal voortbrengen, onaangetast door de tijd en met behoud van hun oorspronkelijke glans, en de Schriftuurlijke verslagen die erop staan zullen uitgaan “naar alle natie, geslacht, taal en volk”. (Alma 37:3–5; 1 Nephi 5:18–19.)’ (Mormon Doctrine, 2de editie [1966], p. 103.)

Afdrukken