Bibliotheek
Les 36: 2 Nephi 26


Les 36

2 Nephi 26

Inleiding

Nephi profeteerde dat zijn nakomelingen in de toekomst door de herrezen Jezus Christus zouden worden bezocht en dat zij daarna drie generaties lang in rechtschapenheid zouden leven. Nephi was echter bedroefd dat onder de vierde generatie van zijn nageslacht sommigen tot ongerechtigheid zouden vervallen, de Messias zouden verwerpen en uiteindelijk ten onder zouden gaan. Nephi waarschuwde de mensen in de laatste dagen tegen hoogmoed, geheime verenigingen en priesterlisten. Hij predikte dat de Heer alle mensen liefheeft en ze uitnodigt om tot Hem te komen.

Onderwijstips

2 Nephi 26:1–13

Nephi profeteert dat zijn volk vernietigd zal worden omdat zij Jezus Christus zullen verwerpen

Zet de volgende woorden op het bord: Oordelen van God.

  • Waar denk je aan als je die woorden ziet of hoort?

Leg uit dat veel mensen weliswaar negatieve gedachten hebben bij deze woorden, maar dat de oordelen van God veel mensen in feite tot zegen zijn. In 2 Nephi 26 lezen we over de gevolgen die gerechtigheid teweegbrengt voor de goddelozen en de rechtvaardigen.

Licht als context voor de kernboodschap van 2 Nephi 26 toe dat Nephi zei dat de geboorte, dood en opstanding van Jezus Christus met vele tekenen gepaard zouden gaan. Hij profeteerde dat vele mensen kort na de dood van de Heiland verloren zouden gaan omdat zij de profeten en de getrouwe volgelingen van Jezus Christus zouden uitwerpen die onder hen hadden geleefd. Hij profeteerde eveneens dat zelfs na een bezoek van de herrezen Heiland velen van zijn nakomelingen ‘de werken van duisternis boven het licht verkiezen’ zouden en dat vernietiging hen zou treffen. (Zie 2 Nephi 26:1–11.)

Vraag een cursist 2 Nephi 26:7 voor te lezen. Laat de klas letten op Nephi’s reactie op het visioen van de vernietiging van zijn volk. Vraag de cursisten wat ze hebben gevonden. U kunt ze desgewenst Nephi’s uitroep aan het einde van het vers laten markeren: ‘Uw wegen zijn rechtvaardig.’

  • Wat betekenen de woorden ‘Uw wegen zijn rechtvaardig’ voor jou? (Leg eventueel uit dat iemand die rechtvaardig is mensen altijd eerlijk zal behandelen.)

Maak de cursisten eerst duidelijk dat de gerechtigheid van God vereist dat de goddelozen worden gestraft voor hun daden. Leg daarna uit dat de gerechtigheid van God ook vereist dat de rechtvaardigen worden beloond voor hun daden. Laat de cursisten bij deze uitleg eventueel Leer en Verbonden 130:20–21 lezen. Laat de cursisten in 2 Nephi 26:8–9, 13 zoeken naar zegeningen die volgens Nephi zijn rechtschapen nakomelingen ten deel zouden vallen.

  • Welke woorden in vss. 8 en 13 beschrijven de daden van de rechtvaardigen?

  • Wanneer ben je getuige geweest van de genoemde zegeningen in vers 13? Op welke wijzen openbaart de Heer Zich zoal aan ons?

Zet het volgende beginsel op het bord: Als wij geloof in Jezus Christus oefenen, openbaart Hij Zich aan ons door de macht van de Heilige Geest.

  • Hoe kun je door kennis van die waarheid meer geloof in Jezus Christus krijgen?

2 Nephi 26:14–33

Nephi profeteert aangaande de laatste dagen en nodigt allen uit om tot Christus te komen

Vat 2 Nephi 26:14–19 samen met de uitleg dat Nephi profeteerde dat het Boek van Mormon in de laatste dagen tevoorschijn zou komen in een tijd dat vele mensen hoogmoedig en ongelovig zouden zijn.

Vraag de cursisten terug te denken aan een keer dat ze over iets struikelden (of laat ze zich voorstellen dat ze in het donker ergens over struikelen). Laat ze in 2 Nephi 26:20–21 zoeken naar struikelblokken waardoor mensen in de laatste dagen kunnen struikelen.

  • Wat zijn volgens 2 Nephi 26:20–21 enkele struikelblokken die Nephi zag waardoor de andere volken zouden struikelen?

  • Wat zijn enkele voorbeelden van struikelblokken waarmee Satan mensen laat struikelen?

Leg uit dat Satan niet alleen struikelblokken op ons pad plaatst om ons van God weg te leiden, maar dat hij ons ook wil binden. Laat de cursisten een stukje draad zien en in 2 Nephi 26:22 kijken wat Nephi over iets dergelijks schreef. Laat een cursist naar voren komen. Bind de polsen van de cursist losjes met één stukje draad aan elkaar vast. Vraag hem of haar het stukje draad te breken. Herhaal de procedure en wikkel de draad deze keer enkele malen om zijn of haar polsen. Ga net zo lang door tot de cursist de draad niet meer kan breken — met de waarschuwing dat hij of zij zich niet moet bezeren. (Als u geen draad voorhanden hebt, kunt u de cursisten eventueel vragen zich deze demonstratie voor te stellen.) Vraag de cursisten 2 Nephi 26:22 door te lezen en te letten op de raakvlakken van dit vers met de demonstratie.

  • Waarom is in 2 Nephi 26:22 de zinsnede ‘totdat hij hen bindt’ zo veelzeggend? Wat kun je door dit vers over de werkwijze van Satan leren?

  • Hoe heb je Satan mensen met een ‘vlassen koord’ zien leiden? (Vlas wordt gebruikt om linnen te maken.)

  • Welke van deze zonden (vlassen koorden) denk je dat voor mensen van jullie leeftijd het gevaarlijkst zijn?

Maak de cursisten duidelijk dat Satan ons ertoe verlokt om werken van duisternis te doen zodat hij ons kan binden en ons van het pad van rechtschapenheid kan wegvoeren. Leg uit dat de laatste verzen in 2 Nephi 26 een contrast laten zien tussen Satans werkwijze en de manieren waarop God werkt. Vraag de cursisten 2 Nephi 26:23–24 door te lezen.

  • Hoe werkt de Heer volgens deze verzen? Wat is het doel van alles wat de Heer doet? (U kunt de cursisten voorstellen het gedeelte van 2 Nephi 26:24 te markeren dat alles wat de Heer doet voor het welzijn van de wereld is.)

Laat de cursisten terugdenken aan momenten waarop zij zich ontmoedigd of van de Heer verwijderd voelden. Maak de cursisten aan de hand van 2 Nephi 26:24–28, 33 duidelijk dat Nephi’s boodschap over de liefde van de Heer ook voor hen opgaat. U kunt ze in overweging geven om de relevante woorden allen, iemand en niemand te markeren. Geef de cursisten daarna enkele minuten om de zinnen met die woorden nog een keer te lezen.

Laat iedere cursist kort met een andere cursist bespreken wat we uit deze verzen kunnen leren. Nadat de cursisten hun gedachten onderling hebben uitgewisseld, kunt u enkele cursisten vragen de strekking van hun tweegesprek weer te geven. Een van de kernpunten uit deze bespreking dient te zijn dat de Heer alle mensen liefheeft en allen uitnodigt om tot Hem te komen en aan zijn heil deel te hebben. U kunt deze uitspraak eventueel op het bord zetten. U kunt de cursisten ook antwoorden op de volgende vragen laten opschrijven in hun Schriftendagboek of aantekenschrift:

  • Wanneer heb je de goedheid van de Heer in je leven bemerkt?

  • Hoe kun je baat hebben bij de kennis dat de Heer alle mensen liefheeft en allen uitnodigt om tot Hem te komen?

Vraag een cursist tot slot 2 Nephi 26:25, 33 voor te lezen. Geef voordat hij of zij gaat lezen de cursisten in overweging de woorden te markeren die bemoedigend voor hen zijn. Laat de cursisten nog een toepassing in deze verzen zien door het volgende citaat van president Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium voor te lezen:

Afbeelding
President Dieter F. Uchtdorf

‘Ik hoop dat we al Gods kinderen zullen verwelkomen en liefhebben, ook wie zich anders kleden, gedragen, uitdrukken of dingen gewoon anders doen. Het is niet goed om anderen te laten voelen dat ze tekortschieten. Laten we de mensen om ons heen opbeuren. Laten we ze met uitgestoken hand welkom heten. Laten we onze broeders en zusters in de kerk met zo veel medemenselijkheid, mededogen en naastenliefde bejegenen, dat ze het gevoel hebben eindelijk thuis te zijn gekomen. […]

‘Het lijkt alleen maar juist en gepast dat we anderen aanbieden wat we zo graag zelf willen ontvangen.

‘Ik suggereer niet dat we de zonde in ons eigen leven of in de wereld moeten accepteren of het kwade door de vingers moeten zien. Toch verwarren we in onze ijver de zonde soms met de zondaar en veroordelen we overhaast en vrijwel zonder mededogen. […]

‘[…] Laten ons hart en onze handen met die gedachte in liefde uitgaan naar anderen, want eenieder wandelt op zijn of haar eigen moeilijke pad.’ (‘Jullie zijn mijn handen’, Liahona, mei 2010, pp. 69–70.)

  • Op welke manieren kunnen wij de leringen in 2 Nephi 26:33 en van president Uchtdorf zoal toepassen?

Laat de cursisten overwegen wat zij kunnen doen om anderen in nood de helpende hand toe te steken en ze de liefde van de Heer te helpen voelen.

Afdrukken