Bibliotheek
Les 39: 2 Nephi 29–30


Les 39

2 Nephi 29–30

Inleiding

Nephi profeteerde over de herstelling van het evangelie in de laatste dagen, door de Heer ‘een wonderbaar werk’ genoemd (2 Nephi 29:1). Nephi getuigde dat in de laatste dagen alle Schriftuur zou samenkomen om aan te tonen dat God zijn kinderen indachtig is. Hij profeteerde dat velen het Boek van Mormon zouden verwerpen, maar dat zij die geloven in de kerk zouden worden vergaderd. Hij zette bovendien uiteen dat Gods verbondsvolk bestaat uit mensen die zich bekeren en in de Zoon van God geloven.

Onderwijstips

2 Nephi 29

Nephi profeteert dat velen het Boek van Mormon in de laatste dagen zullen verwerpen

Laat de cursisten zich voorstellen dat een vriend of vriendin op school oprecht vraagt waarom mormonen een andere Bijbel hebben. Laat de klas eventueel kenbaar maken wie een dergelijke vraag wel eens heeft gekregen. Laat enkele cursisten vervolgens vertellen hoe ze die vraag hebben beantwoord.

Leg uit dat Nephi ons enkele antwoorden op die vraag verschaft. Hij tekende namelijk de woorden van de Heer op aangaande de rol van het Boek van Mormon bij de herstelling van het evangelie in de laatste dagen, door de Heer ‘een wonderbaar werk’ genoemd. Laat de cursisten 2 Nephi 29:1–2 lezen en aanduiden wat de woorden van de Heer in de laatste dagen zouden doen. (Zij zouden tot Nephi’s nageslacht ‘voortgaan’ en eveneens ‘voortsissen tot aan de einden der aarde’.) President Ezra Taft Benson heeft uitgelegd dat ‘wij, de leden van de kerk, en in het bijzonder de zendelingen, de woorden dienen te laten “voortsissen”. Wij moeten de vertellers en getuigen van het Boek van Mormon tot aan de einden der aarde zijn.’ (‘The Book of Mormon Is the Word of God’, Ensign, mei 1975, p. 65.)

Leg uit dat het woord standaard in 2 Nephi 29:2 een voorwerp aangeeft om mensen onder bijeen te brengen. Een banier of vlag wordt ook wel een standaard genoemd. (Zie de uitleg van het woord banier in les 32.)

  • Wat is volgens 2 Nephi 29:2 de ‘standaard’ die zal voortgaan ‘tot aan de einden der aarde’ om het volk van de Heer te vergaderen? (Het Boek van Mormon — de woorden van Nephi’s nageslacht.)

  • Waarom voorziet de Heer ons volgens 2 Nephi 29:1–2 van meer Schriftuur, zoals het Boek van Mormon? (Maak de cursisten duidelijk dat de Heer ons van Schriftuur voorziet als tweede getuige en om mensen tot zijn verbond te vergaderen.)

Zet het volgende citaat van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen op het bord. (Uit: Christ and the New Covenant: The Messianic Message of the Book of Mormon [1997], p. 4.)

‘Het Boek van Mormon is de belangrijkste verklaring van Gods verbond met en zijn liefde voor zijn kinderen hier op aarde.’ (Ouderling Jeffrey R. Holland)

Leg uit dat in 2 Nephi 29 de woorden andere volken slaan op mensen die niet van het huis van Israël zijn. Het woord Joden slaat op mensen die van het huis van Israël zijn, waartoe ook Lehi’s familie en nageslacht behoren. Laat de cursisten in 2 Nephi 29:3–6 op zoek gaan naar de reactie van sommigen van de andere volken ten aanzien van aanvullende Schriftuur.

  • Hoe zullen sommigen op aanvullende Schriftuur reageren?

  • Wat heeft de Heer over de mensen gezegd die zo reageren?

Leg uit dat Nephi een profetische beschrijving gaf van de reactie van mensen op het Boek van Mormon. Mensen trekken het Boek van Mormon tegenwoordig vaak in twijfel omdat ze de Bijbel al hebben.

Deel de klas op in koppels en laat ze 2 Nephi 29:7–11 bestuderen. Vraag ze te zoeken naar doeleinden waarom de Heer ons van meer Schriftuur naast de Bijbel voorziet. Vraag ze na een paar minuten te vertellen wat hun bevindingen zijn. Mogelijke antwoorden: (1) de Heer gedenkt alle mensen en brengt alle natiën zijn woord (zie vers 7); (2) de Heer brengt dezelfde boodschap aan alle natiën en het Boek van Mormon is eveneens een testament van de waarheden in de Bijbel (zie vers 8); (3) de Heer is altijd dezelfde en Hij spreekt naar zijn eigen welbehagen (zie vers 9); (4) Gods werk is nog niet voleindigd en Hij zal blijven spreken om zijn werk te volbrengen (zie vers 9); (5) mensen moeten niet veronderstellen dat de Bijbel alle woorden van de Heer bevat of dat de Heer niet méér woorden heeft laten opschrijven (zie vers 10); en (6) de Heer gebiedt mensen in alle natiën zijn woorden op te schrijven (zie vers 11). Help de cursisten wat ze in dit gedeelte van de les hebben geleerd samen te vatten en toe te passen aan de hand van enkele of alle van de volgende vragen:

  • Hoe kun je 2 Nephi 29 gebruiken om iemands bezorgdheid over het Boek van Mormon als aanvullende Schriftuur weg te nemen?

  • Hoe ben je door deze verzen het Boek van Mormon meer gaan waarderen?

Deel de cursisten weer op in koppels. Laat ze oefenen met antwoord geven op de vraag ‘waarom mormonen een andere Bijbel hebben’. Laat één persoon de vraag stellen en de ander de vraag beantwoorden. Laat de cursisten daarna van rol wisselen en het gesprek herhalen. Aan het einde van deze activiteit kunt u de cursisten aanmoedigen mensen in gedachte te houden die baat zouden hebben bij een bespreking van deze beginselen. Laat ze dit onderwerp dan onder leiding van de Heilige Geest aansnijden.

Wijs de cursisten er tot besluit van dit onderdeel van de les op dat de Heer alle mensen gedenkt en zijn woorden brengt.

2 Nephi 30:1–8

Nephi profeteert van de rol van het Boek van Mormon in de laatste dagen

Leg uit dat Nephi na de verzekering dat God het huis van Israël zou gedenken, zijn volk waarschuwde dat ze niet moesten denken dat ze rechtvaardiger waren dan de andere volken zouden zijn. Hij wees ze er ook op dat alle mensen tot Gods verbondsvolk kunnen toetreden. Laat een cursist 2 Nephi 30:2 voorlezen en vraag de klas te letten op twee dingen die wij moeten doen om tot Gods verbondsvolk te gaan behoren. Vraag de cursisten wat ze hebben gevonden. Maak duidelijk dat we tot Gods verbondsvolk gaan behoren als we ons bekeren en in Jezus Christus geloven.

Leg uit dat 2 Nephi 30:3 een van de manieren beschrijft waarop de Heer zijn volk in de laatste dagen tot het verbond vergadert. Laat de cursisten 2 Nephi 30:3 doorlezen en dit proces benoemen. (De Heer brengt het Boek van Mormon voort. Velen geloven erin en spreken er met anderen over.) Wijs er op dat Nephi specifiek optekende dat de woorden van het Boek van Mormon ‘tot het overblijfsel van ons nageslacht’ zouden worden gebracht, ofwel tot de nakomelingen van Lehi.

Laat de cursisten in 2 Nephi 30:4–8 zoeken naar woorden die aangeven hoe het Boek van Mormon mensen die het ontvangen tot zegen zal zijn.

  • In welke opzichten zullen de nakomelingen van Lehi gezegend worden als zij kennis krijgen aangaande hun voorouders?

  • Wat zeggen deze verzen ons over de uitwerking die het Boek van Mormon op alle mensen kan hebben?

Maak de cursisten duidelijk dat het Boek van Mormon alle mensen kan helpen om Jezus Christus te leren kennen en zijn evangelie na te leven. U kunt deze uitspraak eventueel op het bord zetten.

  • Hoe kunnen wij anderen helpen Jezus Christus te leren kennen door middel van het Boek van Mormon?

  • Hoe heeft het Boek van Mormon jou geholpen om de Heiland te leren kennen?

Vraag de cursisten naar een ervaring die ze hebben gehad door anderen over het Boek van Mormon te vertellen. Moedig de cursisten aan te bidden voor gelegenheden om anderen over het Boek van Mormon te vertellen.

2 Nephi 30:9–18

Nephi profeteert van de omstandigheden op aarde tijdens het millennium

Leg uit dat Nephi ook profeteerde aangaande het millennium — de periode van duizend jaar na de wederkomst van de Heiland.

Vat 2 Nephi 30:9–10 samen door uit te leggen dat de goddelozen bij de wederkomst van de Heer zullen worden vernietigd. Vraag de cursisten 2 Nephi 30:12–18 door te lezen en beschrijvingen van het leven tijdens het millennium op te zoeken. Vraag de cursisten zich voor te stellen dat ze tijdens het millennium een artikel schrijven over een van de omstandigheden die ze hebben aangetroffen. Laat ze een kop bedenken voor het artikel en elkaar erover vertellen.

  • Naar welke omstandigheden in het millennium die je in 2 Nephi hebt bestudeerd kijk je het meeste uit? Waarom?

Vestig de aandacht van de cursisten op de volgende uitspraak in 2 Nephi 30:18: ‘Satan zal gedurende lange tijd geen macht meer hebben over het hart der mensenkinderen.’ U kunt de cursisten in overweging geven om die uitspraak in hun Schriften te markeren.

  • Wat heb je aan de kennis dat de rechtschapenen uiteindelijk over de goddelozen zullen zegevieren?

Getuig na de reacties van de klas dat Satan gedurende het millennium geen macht zal hebben over het hart van de mensen en dat er rechtschapenheid en vrede zullen heersen. Laat een cursist het volgende citaat van president George Q. Cannon van het Eerste Presidium voorlezen. Vraag de klas te letten op redenen waarom Satan tijdens het millennium geen macht zal hebben.

‘We praten erover dat Satan gebonden zal zijn. Satan zal door de macht van God gebonden worden, maar ook door de vastbeslotenheid van Gods volk dat niet naar hem luistert en niet door hem bestuurd wordt. De Heer zal hem niet binden en zijn macht van de aarde wegnemen zolang er mannen en vrouwen zijn die zich door hem willen laten besturen. Dat druist in tegen het heilsplan. Mensen hun keuzevrijheid ontnemen druist in tegen de doeleinden van onze God. Er is een gedocumenteerde periode in dit werelddeel geweest waarin de mensen zo rechtschapen waren dat Satan geen macht onder hen had. Bijna vier generaties lang leefde men in rechtschapenheid. Zij leidden een zuiver leven en stierven zonder zonde. Dat kwam omdat zij weigerden naar Satan te luisteren. Er is niet beschreven dat Satan in die periode geen macht had in andere delen van de wereld. Volgens de ons bekende geschiedenis had Satan dezelfde macht over mensen die naar hem wilden luisteren. Maar in dit land had hij geen macht en was hij letterlijk gebonden. Ik geloof dat dit ook in het millennium het geval zal zijn. Daar ga ik vanuit op basis van de gelukkige toestand die wordt beschreven in de kronieken waarover ik spreek. Ik verwacht dat de goddelozen zullen zijn vernietigd voordat Satan volkomen gebonden wordt.’ (Conference Report, oktober 1897, p. 65.)

  • Hoe zal Satan gedurende het millennium gebonden zijn?

Moedig de cursisten aan zo te leven dat de tegenstander geen macht over hen heeft.

Toelichting en achtergrondinformatie

2 Nephi 30:9–10. ‘God [zal] een grote scheiding […] veroorzaken’

In 2 Nephi 30:9–10 profeteert Nephi van een tijd ‘dat de Here God een grote scheiding onder de mensen zal veroorzaken, en de goddelozen zal Hij vernietigen; en Hij zal zijn volk sparen’. Maak de cursisten duidelijk dat wij ons nu van wereldse wegen moeten afkeren om in die tijd tot het verbondsvolk van de Heer te worden gerekend. President Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

‘De afstand tussen de kerk en een wereld die een koers vaart die wij niet kunnen volgen, zal gestadig groter worden.’ (Zie ‘De vader en het gezin’, De Ster, juli 1994, p. 19.)

Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

‘Als heiligen der laatste dagen mogen we er niet werelds uitzien. We mogen geen werelds vermaak bieden. Onze gewoonten moeten anders zijn. Ons tijdverdrijf moet anders zijn.’ (‘Gifts of the Spirit’, Ensign, februari 2002, p. 17.)

Ouderling Larry W. Gibbons van de Zeventig heeft gezegd:

‘In deze tijd van moreel relativisme moeten we bereid zijn om pal te staan en te zeggen: “Dit is goed en dit is slecht.” We kunnen niet met de meute meegaan! Daarmee wil ik natuurlijk niet zeggen dat we de wildernis in moeten trekken of ons volledig moeten afzonderen. We kunnen in de wereld leven, naar school gaan, naar ons werk gaan, aan nuttige organisaties deelnemen enzovoort. Maar we moeten de normen van de Heer hooghouden. […]

‘Broeders en zusters, blijf op het rechte en nauwe pad. Nee, blijf in het midden van het rechte en nauwe pad. Drijf niet af, zwalk niet, scharrel niet rond, wees voorzichtig.

‘Flirt niet met het kwaad. Blijf uit het gebied van de duivel. Geef Satan niet het thuisvoordeel. Als u de geboden naleeft, zult u het geluk vinden waar veel andere mensen elders naar op zoek zijn.’ (‘Neemt u daarom in uw hart voor’, Liahona, november 2006, pp. 103–104.)

2 Nephi 30:9–18. Wat is het millennium?

‘Een millennium is een tijdperk van duizend jaar. Als we spreken over ‘het millennium’ hebben we het over de duizend jaar die volgt op de wederkomst van de Heiland. (Zie Openbaring 20:4; LV 29:11.) Tijdens het millennium zal Christus in eigen persoon op aarde regeren. (Zie Geloofsartikelen 1:10.)

‘Het millennium zal een tijd van rechtschapenheid en vrede zijn. De Heer heeft geopenbaard: “Te dien dage zal de vijandschap van de mensen, en de vijandschap van de dieren, ja, de vijandschap van alle vlees, voor mijn aangezicht ophouden” (LV 101:26; zie ook Jesaja 11:6–9). “Satan zal gebonden worden, zodat hij geen plaats zal hebben in het hart der mensenkinderen” (LV 45:55; zie ook Openbaring 20:1–3).

‘Gedurende het millennium zullen alle mensen goed en rechtvaardig zijn, maar velen zullen niet de volheid van het evangelie hebben. Vandaar dat de leden van de kerk zendingswerk zullen doen.

‘Ook zullen de leden van de kerk in het millennium deelnemen aan het tempelwerk. De heiligen zullen tempels blijven bouwen en de verordeningen namens hun overleden verwanten blijven ontvangen. Met behulp van openbaring zullen ze de verslagen van hun voorouders opmaken, helemaal terug tot Adam en Eva.

‘Na die duizend jaar van volkomen rechtschapenheid en vrede zal Satan “voor een korte tijd worden losgelaten, opdat hij zijn legers bijeen kan brengen”. De legers van Satan zullen ten strijde trekken tegen de hemelse heerscharen, die worden aangevoerd door Michaël, ofwel Adam. Satan en zijn volgelingen zullen worden verslagen en voorgoed worden uitgeworpen. (Zie LV 88:111–115.)’ (Trouw aan het geloof: evangeliewijzer [2004], pp. 110–111.)

Afdrukken