Bibliotheek
Les 134: 3 Nephi 28


Les 134

3 Nephi 28

Inleiding

Toen Jezus Christus elk van zijn twaalf Nephitische discipelen vroeg wat zij van Hem verlangden, verzochten negen van hen spoedig tot Hem te kunnen komen wanneer hun bediening op aarde was voltooid. Drie van hen vroegen op aarde te mogen blijven om zielen tot Hem te brengen tot aan zijn wederkomst. De Heer willigde beide rechtvaardige verlangens in. Mormon verschafte enkele details over de bediening van de drie Nephieten. Hij gaf ook aan wat de Heer hem had geopenbaard aangaande de lichamelijke verandering die de drie Nephieten ondergingen zodat zij op aarde konden blijven.

Onderwijstips

3 Nephi 28:1–11

Jezus Christus willigt het verlangen van zijn Nephitische discipelen in

Laat de cursisten zich afvragen hoe ze zouden reageren als Jezus Christus aan hen verscheen en vroeg: ‘Wat verlangt gij van Mij?’ Vraag ze hun reactie in hun aantekenschrift of Schriftendagboek op te schrijven. Geef ze de gelegenheid om te vertellen wat ze hebben opgeschreven, als ze zich daar prettig onder voelen.

Laat de cursisten 3 Nephi 28:1–3 doorlezen en zoeken naar de reactie van negen Nephitische discipelen toen de Heer ze die vraag stelde. Vraag de cursisten na het melden van hun bevindingen:

  • Wat vond de Heiland van het verlangen van deze negen discipelen?

Vraag de cursisten 3 Nephi 28:4–9 door te lezen en op te letten wat de overige drie discipelen van de Heiland verlangden. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. (Vestig de aandacht van de cursisten desgewenst op de volgende uitspraak in 3 Nephi 28:9: ‘Gij hebt verlangd mensenzielen tot Mij te brengen.’)

  • Wat vond de Heiland van het verlangen van deze drie discipelen?

  • Wat beloofde de Heiland volgens 3 Nephi 28:8–9 aan de drie Nephieten zodat hun rechtvaardige verlangens vervuld konden worden?

Laat een cursist 3 Nephi 28:10 voorlezen en vraag de klas te letten op de zegeningen die de Heer de drie Nephieten beloofde.

  • Wat beloofde de Heer de drie Nephieten? Wanneer heb je gezien dat hulp aan anderen vreugde brengt?

  • Wat komen we uit 3 Nephi 28:1–10 over de Heer te weten? (De volgende antwoorden van de cursisten op deze vraag zijn mogelijk: de Heer zegent ons volgens onze rechtvaardige verlangens en de Heer is verheugd wanneer we ernaar verlangen anderen te helpen om tot Hem te komen.)

Lees de volgende uitspraken voor om de cursisten duidelijk te maken hoe belangrijk rechtvaardige verlangens zijn:

Ouderling Neal A. Maxwell van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

‘Wat we in de loop der tijd dus onophoudelijk verlangen, zullen we uiteindelijk worden en in de eeuwigheid ontvangen. […]

‘Rechtschapen verlangens mogen niet verflauwen.’ (Zie ‘Volgens het verlangen van ons hart’, De Ster, januari 1997, pp. 20–21.)

President Brigham Young heeft gezegd:

‘De mannen en vrouwen die een zetel in het celestiale koninkrijk wensen te verkrijgen, zullen bemerken dat ze elke dag strijd moeten leveren tegen de vijand van alle rechtschapenheid.’ (‘Remarks’, Deseret News, 28 december 1864, p. 98.)

  • Waarom denk je dat we elke dag strijd moeten leveren om onze rechtvaardige verlangens in vervulling te zien gaan?

  • Wanneer heb je gevoeld dat de Heer je omwille van je rechtvaardige verlangens heeft gezegend?

Verwijs de cursisten naar de verlangens waarover ze aan het begin van de les hebben geschreven. Vraag ze in een paar zinnen op te schrijven wat ze vanaf vandaag gaan doen zodat die rechtvaardige verlangens in vervulling kunnen gaan.

3 Nephi 28:12–35

Mormon beschrijft de bediening van de drie Nephieten

Vraag een cursist 3 Nephi 28:12–16 voor te lezen. Laat de klas in hun eigen Schriften meelezen en letten op wat er met de Nephitische discipelen gebeurde nadat de Heiland van hen was weggegaan. Leg uit dat de discipelen een gedaanteverandering ondergingen — een tijdelijke verandering in hun lichaam.

  • Wat was volgens 3 Nephi 28:15 een van de redenen waarom de discipelen een gedaanteverandering moesten ondergaan? (‘Zodat zij de dingen Gods konden zien.’)

Leg uit dat we vanaf 3 Nephi 28:17 Mormons beschrijving van de bediening van de drie Nephieten lezen. Vraag de cursisten 3 Nephi 28:17 door te lezen en te letten op wat Mormon niet wist over de lichamelijke toestand van de drie Nephieten toen hij deze kroniek schreef. (Vertel de cursisten eventueel dat ze later in de les meer zullen leren over de gedaanteverandering die de drie Nephieten ondergingen.)

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit 3 Nephi 28:18–23 voor te lezen. Vraag de klas mee te lezen en op te zoeken hoe de Heer de drie Nephieten zegende zodat ze hun rechtvaardige verlangens ten uitvoer konden brengen.

  • Hoe brachten de drie Nephieten hun verlangen ten uitvoer om anderen tot de Heiland te brengen?

  • Op welke manieren zegende de Heer hen zodat zij hun verlangen ten uitvoer konden brengen?

Vraag de cursisten 3 Nephi 28:25–32 door te lezen en vast te stellen welke mensen door de bediening van de drie Nephieten gezegend zijn en nog gezegend zullen worden. Laat de cursisten hun bevindingen desgewenst markeren. (Merk op dat 3 Nephi 28:27–28 onder meer aangeeft waarom we voorzichtig moeten zijn met verhalen van mensen die beweren de drie Nephieten te hebben ontmoet: Mormon zei dat de mensen onder wie de drie Nephieten dienen ‘hen niet [zullen] kennen’.)

3 Nephi 28:36–40

Mormon leert aangaande de aard van mensen die een lichamelijke verandering hebben ondergaan

Vraag de cursisten of ze ooit een vraag over het evangelie hebben gehad of iets in de Schriften hebben gelezen dat ze niet begrepen. Herinner ze eraan dat toen Mormon voor het eerst over de gedaanteverandering van de drie Nephieten schreef, hij zei dat hij de verandering in hun lichamelijke toestand tijdens hun bediening op aarde niet volledig begreep (zie 3 Nephi 28:17).

  • Wie raadpleeg je doorgaans met vragen over het evangelie of over passages uit de Schriften? Waarom?

Laat de cursisten 3 Nephi 28:36–37 doorlezen om te ontdekken wat Mormon deed om het antwoord op zijn vraag te vinden.

  • Welk beginsel kunnen we van Mormon leren over hoe we meer inzicht kunnen verkrijgen? (De strekking van de uiteenlopende antwoorden van de cursisten op deze vraag dient in elk geval het volgende beginsel te omvatten: Wanneer ons begrip tekortschiet, dienen we onze hemelse Vader te raadplegen en zullen we leiding ontvangen.)

  • Kun je een paar voorbeelden noemen die dit beginsel illustreren?

  • In welke situaties zouden we onze hemelse Vader zoal om meer begrip kunnen vragen?

Lees het volgende citaat voor, waarin president Spencer W. Kimball enkele omstandigheden schetst waarbij we om hulp dienen te bidden:

Afbeelding
President Spencer W. Kimball

‘We hebben allemaal zijn hulp zo hard nodig bij het leren en naleven van evangeliewaarheden, bij het nemen van belangrijke beslissingen, beslissingen omtrent opleiding, huwelijk, werk, woonplek, het grootbrengen van kinderen, met elkaar dienen in het werk van de Heer, en bij het zoeken naar zijn vergeving en voortdurende leiding en bescherming in alles wat we doen. Onze lijst met noden en behoeften is lang, echt en uit het hart gegrepen. […]

‘Na een leven lang bidden ken ik de liefde en kracht die voortvloeit uit eerlijk, doorvoeld gebed. Ik weet dat onze Vader bereid is ons met onze ervaring in het sterfelijk leven te helpen, ons te onderwijzen en te leiden. Onze Heiland heeft vol liefde gezegd: “Wat Ik tot één zeg, zeg Ik tot allen; bidt altijd.” (LV 93:49.)’ (‘Pray Always’, Ensign, oktober 1981, pp. 3, 6.)

  • Hoe kun je je geloof in de kracht van het gebed vergroten? Wanneer hebben jij en je huisgenoten antwoorden op je gebeden gekregen?

Moedig de cursisten aan om tot onze hemelse Vader in gebed te gaan om meer inzicht in het evangelie te krijgen en beter met de moeilijkheden van het leven om te gaan. Getuig van de zegeningen die u hebt ontvangen omdat u met uw moeilijkheden en vragen naar uw hemelse Vader bent gegaan.

Leg uit dat de gedaanteverandering die de drie Nephieten ondergingen een lichamelijke verandering was. Sommige trouwe dienstknechten van de Heer hebben een lichamelijke verandering ondergaan zodat zij hun bediening op aarde kunnen voortzetten. Toen Mormon verdere navraag deed aangaande die verandering, leerde hij over de aard van mensen die een lichamelijke verandering hebben ondergaan.

Schrijf Mensen die een lichamelijke verandering hebben ondergaan op het bord. Laat een cursist 3 Nephi 28:37–38 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en op te letten wat Mormon leerde over de verandering die in het lichaam van de drie Nephieten plaatsvond.

  • Wat kwam Mormon te weten over mensen die een lichamelijke verandering hebben ondergaan? (Vraag een cursist de antwoorden van de andere cursisten op het bord te zetten. Mogelijke antwoorden: mensen die een lichamelijke verandering hebben ondergaan, zullen ‘de dood niet […] smaken’, zij zullen geen pijn voelen en geen smart lijden, behalve over de zonden der wereld.)

  • Waarom was deze verandering in hun lichaam noodzakelijk? (Laat de cursisten desgewenst 3 Nephi 28:6–7 nog eens doornemen. Die verandering was nodig zodat zij volgens hun rechtvaardige verlangen op aarde konden blijven om tot aan de wederkomst van de Heiland zielen tot Christus te blijven brengen.)

Laat de cursisten 3 Nephi 28:39–40 doorlezen voor meer informatie over die lichamelijke verandering. Laat een andere cursist hun bevindingen op het bord schrijven. (Mogelijke antwoorden: mensen die een lichamelijke verandering hebben ondergaan, kunnen niet door Satan worden verzocht, zij worden geheiligd, zodat zij heilig zijn en ‘de machten der aarde [kunnen] hen niet […] belemmeren’.) Leg indien nodig uit dat mensen die een lichamelijke verandering hebben ondergaan de smarten van de dood weliswaar niet ondergaan, maar nog niet opgestaan zijn. Zij zullen die ‘grotere verandering’ pas op de oordeelsdag ondergaan, wanneer ze ‘in een oogwenk’ van sterfelijkheid in onsterfelijkheid worden veranderd (zie 3 Nephi 28:8, 40).

Geef tot slot uw getuigenis van de beginselen en leerstellingen die in de les zijn besproken. Nodig de cursisten uit om te handelen naar de ingevingen die ze van de Geest hebben ontvangen.

Toelichting en achtergrondinformatie

3 Nephi 28. Gedaanteverandering en lichamelijke verandering (opneming)

De drie Nephieten ondergingen een gedaanteverandering en lichamelijke verandering.

De in 3 Nephi 28:13–17 genoemde gedaanteverandering is ‘de toestand van mensen die een tijdelijke fysieke verandering hebben ondergaan — dat wil zeggen: verheven naar een hoger geestelijk niveau — om de tegenwoordigheid en heerlijkheid van hemelse personen te kunnen verdragen’. (Gids bij de Schriften, ‘Gedaanteverandering’, scriptures.lds.org; zie ook LV 67:11; Mozes 1:11.) De Schriften spreken van mensen die een gedaanteverandering hebben ondergaan, onder wie Mozes (zie Mozes 1:9–11); Jezus Christus, Petrus, Jakobus en Johannes (zie Matteüs 17:1–8); en Joseph Smith (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:14–20).

Mensen die een lichamelijke verandering hebben ondergaan en zijn opgenomen, hebben ‘een verandering ondergaan zodat zij geen pijn meer ervaren en de dood pas ondergaan bij hun opstanding tot de onsterfelijkheid’. (Gids bij de Schriften, ‘Opgenomen mensen’, scriptures.lds.org; zie ook 3 Nephi 28:79, 20–22, 37–40.) Hun doel is mensen tot Christus te brengen (zie 3 Nephi 28:9). De Schriften bevatten verslagen van mensen die opgenomen zijn of een lichamelijke verandering hebben ondergaan, zoals Henoch (zie Genesis 5:24; Hebreeën 11:5), Mozes (zie Alma 45:19), Elia (zie 2 Koningen 2:11) en Johannes de geliefde (zie Johannes 21:22–23; LV 7).

Afdrukken