Les 69
Alma 1–2
Inleiding
Kort nadat Alma opperrechter was geworden, vestigde een man met de naam Nehor zich als predikant onder het volk. Hij sprak zich uit tegen de kerk en de leerstellingen ervan, en wist velen ertoe te bewegen om hem te geloven en hem geld te geven. Toen Nehor Gideon vermoordde, die een trouw lid van de kerk was, werd hij voor Alma gebracht. Alma verklaarde Nehor schuldig aan priesterlisten en aan het met het zwaard opdringen van priesterlisten, en veroordeelde hem ter dood. De kerk werd onder de leiding van ijverige en nederige priesters voorspoedig, hoewel priesterlisten bleven bestaan. Amlici, een sluwe man naar de orde van Nehor, verkreeg de steun van velen onder het volk en probeerde tevergeefs koning van de Nephieten te worden. Hij en zijn volgelingen kwamen in opstand, bonden de strijd aan met de Nephieten en sloten zich uiteindelijk bij een Lamanitisch leger aan. De Nephieten leden grote verliezen, maar ontvingen kracht van de Heer en wisten de aanvallen van deze legers af te slaan.
Onderwijstips
Alma 1
Ondanks de toenemende priesterlisten en vervolging zijn velen standvastig in het geloof
Schrijf populair op het bord.
-
Wat zijn enkele gevaren van het zoeken naar populariteit? Wat zijn enkele gevaren als we mensen puur vanwege hun populariteit volgen?
Leg uit dat een man die Nehor heette populair werd bij sommigen in Zarahemla. Laat de cursisten Alma 1:2–6 doorlezen en opzoeken wat Nehor het volk leerde en hoe men daarop reageerde. Als de cursisten hebben verteld wat ze gevonden hebben, kunt u ze de volgende of eendere vragen stellen:
-
Waarom is Nehors lering in Alma 1:4 gevaarlijk? (Als de cursisten moeite hebben met antwoorden, wijst u erop dat Nehor leerde dat ‘alle mensen het eeuwige leven [zullen] hebben’, wat ze ook doen. De noodzaak van bekering, verordeningen en het onderhouden van Gods geboden wordt hiermee aan de kant geschoven. Zie ook Alma 15:15.)
-
Wat voor gevolgen zou iemand die deze leer aanhangt kunnen treffen?
-
Wat deed Nehors succes met hem? (Zie Alma 1:6.)
Vat Alma 1:7–15 samen met de uitleg dat Nehor op een dag tot een groep volgelingen ging prediken en Gideon tegenkwam, die had geholpen het volk van Limhi uit zijn knechtschap te bevrijden en op dat moment als leraar in de kerk werkzaam was. Nehor ‘begon heftig met [Gideon] te redetwisten om het volk der kerk weg te kunnen leiden; maar [Gideon] weerstond hem, hem terechtwijzend met de woorden Gods’ (Alma 1:7). Nehor trok in een vlaag van boosheid zijn zwaard en doodde Gideon. Het volk der kerk bracht Nehor voor Alma, die opperrechter was, om voor zijn misdaden te worden berecht. Alma veroordeelde Nehor ter dood, waarna hij ‘een oneervolle dood’ onderging (Alma 1:15). Leg eventueel uit dat oneervol beschamend betekent.
Laat de cursisten in de eerste paar regels van Alma 1:12 opzoeken met welke woorden Alma beschreef wat Nehor voor het eerst onder dit volk had ingevoerd. Verwijs de cursisten naar voetnoot 12a. Laat ze de eerste verwijzing opzoeken: 2 Nephi 26:29. Vraag ze dit vers te lezen.
-
Hoe kun je priesterlist in je eigen woorden uitleggen. Wat denk je dat het betekent dat mensen ‘zichzelf opwerpen als een licht der wereld’? Waarom is dat gevaarlijk?
-
In welke opzichten was de prediking van Nehor een voorbeeld van priesterlist?
-
Wat zou er volgens Alma met het volk gebeuren als het priesterlist werd opgedrongen?
-
Waarom zou het voor mensen aanlokkelijk zijn zo te prediken dat ze de lof van anderen krijgen?
Laat een cursist Alma 1:16 voorlezen. Vraag de klas op te letten hoe en waarom priesterlisten zich ook na de dood van Nehor bleven verbreiden. Vraag de cursisten na het melden van hun bevindingen:
-
Wat zijn volgens Alma 1:16 de oogmerken van mensen die zich aan priesterlisten schuldig maken? (Zij doen het ‘ter wille van rijkdom en eer’ — ofwel om geld en populariteit te verkrijgen.)
Leg uit dat de Nephieten nog vele jaren last hadden van priesterlisten en de gevolgen ervan (zie Alma 2; 15:15; 24:28). Wijs erop dat we ook in deze tijd moeten oppassen voor priesterlisten, zowel binnen als buiten de kerk. We mogen ons niet laten inpalmen door mensen die priesterlisten gebruiken. We dienen ook te waken voor de houdingen en daden die deel uitmaken van priesterlisten als wij zelf in het evangelie onderwijzen.
-
Wanneer ben je in de gelegenheid om anderen in het evangelie te onderwijzen? (Maak de cursisten duidelijk dat ze vele gelegenheden hebben om in het evangelie te onderwijzen. Ze onderwijzen elkaar als ze meedoen in het seminarie en in hun quorum en klas. Ze kunnen hun huisgenoten op de gezinsavond onderwijzen. De jongemannen dienen als huisonderwijzer. Jongemannen en jongevrouwen kunnen gevraagd worden om tijdens de avondmaalsdienst te spreken. Ze kunnen anderen nu over het evangelie vertellen en zich op een voltijdzending voorbereiden.)
Laat een cursist het volgende citaat van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:
‘Alles wat u en ik als leerkracht doen waarmee we willens en wetens de aandacht op onszelf vestigen — door de boodschap die we presenteren, door de methoden die we gebruiken, of in onze manier van doen — is een vorm van priesterlist die afdoet aan de doeltreffendheid van de Heilige Geest als leraar.’ (‘Zoek kennis door geloof’, Liahona, september 2007, p. 23.)
Beklemtoon dat we afdoen aan de doeltreffendheid van de Heilige Geest als leraar als we in ons onderricht van het evangelie willens en wetens de aandacht op onszelf vestigen.
Neem de volgende lijst met motieven door die mensen bij het lesgeven kunnen hebben. Vraag de cursisten te bespreken welke motieven mogelijke voorbeelden van priesterlisten zijn en waarom.
Om anderen tot de Heiland te brengen.
Om te laten zien hoe grappig ze zijn.
Om anderen de Geest te laten voelen.
Om hun intelligentie te etaleren.
Om anderen te helpen evangeliewaarheden toe te passen.
Laat een cursist Alma 1:26–27 voorlezen. Vraag de klas te benoemen in welke opzichten de priesters van God anders te werk gingen dan Nehor.
-
Hoe kan het voorbeeld van de Nephitische priesters ons helpen priesterlisten te mijden?
-
Hoe gaven die priesters blijk van hun toewijding aan God?
Leg uit dat priesterlist de oorzaak was van twist en vervolging onder de Nephieten. Stel de volgende vragen om de cursisten voor te bereiden op hun studie van Alma 1:19–33:
-
Wanneer heb je gezien dat mensen gepest, uitgelachen of vervolgd werden omdat ze de geboden van God onderhielden?
-
Ben je zelf weleens gepest, uitgelachen of vervolgd omdat je de geboden van God onderhoudt? Zo ja, hoe reageerde je daar dan op?
Vraag de cursisten in Alma 1:19–20 naar voorbeelden te zoeken van kerkleden die vervolgd werden. Zet na de bevindingen van de cursisten de volgende vragen op bord en vraag ze die in hun aantekenschrift of Schriftendagboek over te nemen. Geef ze de tijd om de Schriftteksten door te lezen en de vragen zelf te beantwoorden.
Hoe reageerden sommige leden volgens Alma 1:21–24 op vervolging? Wat waren de gevolgen van hun daden?
Hoe leefden andere leden volgens Alma 1:25–31 ondanks de vervolging? Welke zegeningen ontvingen zij?
Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad om de passages door te nemen, vraagt u ze wat we ervan kunnen leren. De cursisten kunnen een of meer van de volgende beginselen noemen:
Ook als mensen om ons heen ongehoorzaam zijn, kunnen wij standvastig en onveranderlijk de geboden onderhouden.
Als we het evangelie naleven, kunnen we gemoedsrust vinden, ook al worden we vervolgd.
-
Wanneer heb je gemerkt dat die beginselen waar zijn?
Alma 2
Amlici en anderen komen in opstand en sluiten zich uiteindelijk aan bij de Lamanieten om tegen de Nephieten te strijden
Leg uit dat ongeveer vier jaar na Nehors dood de Nephieten met een andere goddeloze man te maken kregen die veel aanhang wist te verkrijgen. Deel de cursisten op in koppels. Laat in elk koppel één cursist Alma 2:1–7 lezen en de andere Alma 2:8–18. Geef de cursisten de opdracht om op basis van de aan hen toegewezen verzen een krantenkop te maken voor een artikel dat beschrijft wat de rechtschapen mensen deden om pal te staan tegen goddeloosheid. Geef de cursisten na vier of vijf minuten de gelegenheid om hun partner over hun krantenkop te vertellen. Laat een aantal cursisten eventueel aan de klas vertellen wat ze hebben opgeschreven.
Stel de volgende vragen om er zeker van te zijn dat de cursisten de bestudeerde verzen begrijpen:
-
Wat wilde Amlici doen?
-
Waarom wisten de Nephieten volgens Alma 2:18 te voorkomen dat Amlici koning werd? (‘Niettemin versterkte de Heer de hand der Nephieten.’‘ ’U kunt de cursisten aanmoedigen die woorden te markeren in hun Schriften.)
Vraag de klas naar voorbeelden van goddeloosheid waar de jongeren in deze tijd mee te maken hebben. Mogelijk noemen zij verleidingen en moeilijkheden vanwege de goddeloosheid van anderen. Laat ze bij hun verdere studie van Alma 2 overwegen hoe ze met de hulp van de Heer verleidingen en moeilijkheden het hoofd kunnen bieden.
Leg uit dat de Nephitische soldaten vele Amlicieten versloegen, maar verbaasd waren dat de overgebleven Amlicieten zich bij een Lamanitisch leger aansloten (zie Alma 2:19–25). Voordat de Nephitische legers naar de stad Zarahemla konden terugkeren, viel het gecombineerde leger hen aan. Vraag de cursisten in Alma 2:27 de uitdrukking te vinden die de grootte van het gecombineerde leger van Lamanieten en Amlicieten aangeeft.
Laat de cursisten zich voorstellen wat hun gedachten en gevoelens zouden zijn als zij tot het Nephitische leger behoorden. Vraag een cursist Alma 2:28–31, 36 voor te lezen en laat de klas nagaan hoe de strijd eindigde. U kunt de cursisten na hun antwoorden in overweging geven om de woorden versterkt en versterkte in deze verzen te markeren.
-
Waarom versterkte de Heer de Nephieten volgens Alma 2:28? (De cursisten kunnen verschillende antwoorden op deze vraag geven. Zorg ervoor dat ze het volgende beginsel noemen: God zal ons sterken als wij zijn hulp inroepen om goddeloosheid te weerstaan.)
-
Waarom is het volgens jullie belangrijk kracht van God te ontvangen om goddeloosheid te weerstaan in plaats van de goddeloze invloeden volledig uit ons leven verwijderd te hebben?
-
Hoe kun je Alma’s voorbeeld volgen wanneer je weerstand biedt aan goddeloosheid?
Laat de cursisten het antwoord op een van de volgende vragen opschrijven:
-
Hoe heeft de Heer jou gesterkt toen je met goddeloosheid te maken kreeg?
-
Op welke manier kun je nu weerstand bieden aan goddeloosheid?
Vraag na enige tijd enkele cursisten hun antwoord aan de rest te vertellen. U kunt ze ook uw antwoorden vertellen. Moedig de cursisten aan om het voorbeeld van Nephi te volgen — om de Heer om hulp te bidden en waardig te zijn om bij hun inspanningen door God gesterkt te worden. Eindig met uw getuigenis dat God ons zal sterken als wij goddeloosheid weerstaan.
Toelichting en achtergrondinformatie
Alma 1:3–4. Moed om het goede te kiezen
Nehor probeerde met vleierij volgelingen voor zich te winnen en gebruikte valse leerstellingen om de kerk van God aan te vallen. Zijn leringen waren populair omdat ze de zonde onder het mom van godsdienst vergoelijkten. Hij moedigde goddeloosheid aan, zeggende dat uiteindelijk ‘alle mensen het eeuwige leven [zouden] hebben’, ongeacht hun levenswandel (Alma 1:4).
Ouderling L. Tom Perry van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft ons aangespoord om de hedendaagse Nehors en hun boodschappen moedig te verwerpen:
‘Nehors woorden spraken de mensen aan, maar zijn leer, hoewel die populair was bij velen, was niet juist. Wanneer we geconfronteerd worden met de vele beslissingen van het leven, zijn de makkelijke en populaire boodschappen van de wereld doorgaans niet de juiste keuze, en is er veel moed voor nodig om het goede te kiezen.’ (Zie ‘Kies toch goed’, De Ster, januari 1994, p. 63.)
Alma 1:17–18. Doodstraf
Bij het lezen over Alma die Nehor ter dood veroordeelde, kunnen de cursisten vragen hebben over het uitgangspunt van de kerk aangaande de doodstraf. De volgende uitspraken kunnen u helpen hun vragen te beantwoorden.
De Heer openbaarde aan Noach dat ‘wie des mensen bloed vergiet, diens bloed door de mens vergoten [zal] worden’ (Genesis 9:6).
In 1889 hebben het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen een officiële verklaring doen uitgaan met het standpunt van de kerk inzake de doodstraf:
‘Wij leggen plechtig de volgende verklaringen af:
‘Dat deze kerk het vergieten van het bloed van mensen met de grootste afschuw beschouwt. Dat wij het doden van menselijke wezens, behalve in overeenstemming met burgerlijke wetten, als een halsmisdaad beschouwen, die bestraft moet worden door het bloed van de misdadiger te vergieten, na een openbare rechtszitting voor een wettelijk ingesteld gerechtshof van het land.
‘[…] Zij die de wetten met betrekking tot het leven en de eigendommen van anderen overtreden, moeten volgens de wetten van het land berecht worden.’ (‘Official Declaration’, Millennial Star, 20 januari 1890, pp. 33–34.)
De kerk heeft onlangs de volgende officiële verklaring inzake de doodstraf gepubliceerd: ‘De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen vindt de vraag of en in welke omstandigheden de staat de doodstraf mag opleggen een zaak die uitsluitend door het burgerlijk recht mag worden bepaald. Wij zijn niet voor of tegen de doodstraf.’ (newsroom.lds.org/official-statement/capital-punishment; geraadpleegd op 23 juli 2012.)
Alma 1:19–20:25 Vervolging verdragen
President Harold B. Lee heeft gezegd dat we ondanks vervolging pal voor het goede moeten staan:
‘Het is goddelijk om vervolging te doorstaan ten behoeve van een groot werk waarin waarheid, deugdzaamheid en integriteit op het spel staan. […] De grote schade die door vervolging wordt aangericht, is niet afkomstig van de vervolging zelf, maar van de mogelijke consequenties als de vervolgden belemmerd worden in hun ijver voor het rechtschapen doel. Veel vervolgingen zijn het gevolg van onwetendheid, want de mensen zijn geneigd in opstand te komen tegen dingen die zij niet begrijpen. Soms is vervolging van kwaadaardige mensen afkomstig. Maar wat de oorzaak ook moge zijn, vervolging is blijkbaar zo algemeen ten opzichte van mensen die rechtschapen doelen nastreven.
‘[…] Als u altijd eerlijk en trouw blijft, ondanks de hatelijke opmerkingen of zelfs het geweld van anderen, zult u met eeuwige vreugde worden gekroond. Wie weet of er in onze tijd, net als vroeger, opnieuw heiligen of zelfs apostelen hun leven voor de waarheid moeten opofferen? Als die tijd ooit komt, hoop ik dat zij niet zullen falen!’ (Decisions for Successful Living [1973], pp. 61–62.)
Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat vervolging ons tot meer moed kan motiveren:
‘Er zijn moeilijke tijden in het verschiet. Het zal in de toekomst zelden gemakkelijk of populair zijn om een getrouwe heilige der laatste dagen te zijn. We zullen allemaal getest worden. De apostel Paulus waarschuwde dat zij die de Heer ijverig volgen in de laatste dagen vervolgd zullen worden [2 Timoteüs 3:12]. Die vervolging kan u in uw stille zwakheid verpletteren of u motiveren om in uw dagelijks leven nog voorbeeldiger en moediger te zijn.’ (‘Zie de toekomst met geloof tegemoet’, Liahona, mei 2011, pp. 35–36.)