Bibliotheek
Les 77: Alma 12


Les 77

Alma 12

Inleiding

Na Amuleks woorden begon Zeëzrom ‘door het besef van zijn schuld […] te sidderen’ (Alma 12:1) en stond Alma op om de leringen van Amulek uit te leggen. Alma besteedde aandacht aan waarheden waardoor het volk van Ammonihah geholpen zou worden zich te bekeren van de hardheid van hun hart en anderen zonden. Hij beklemtoonde de onopgemerkte valstrikken van Satan, de oordelen die de goddelozen te wachten staan en het verlossingsplan waardoor het mogelijk wordt gemaakt om vergeving van onze zonden te ontvangen als wij ons bekeren.

Onderwijstips

Alma 12:1–7

Alma ontmaskert Zeëzroms plan — en het plan van de tegenstander — voor het volk van Ammonihah

Kijk naar de bijgaande illustratie om met een stuk touw een schuifknoop of valstrik te maken. Demonstreer hoe de valstrik werkt door de lus voor een snoepje of ander voedsel op tafel te houden. Vraag een cursist zijn of haar arm door de lus te steken om het voedsel te pakken. Wanneer hij of zij dat doet, trekt u het touw strakker. (Pas op dat u de cursist geen pijn doet.)

Afbeelding
snare

Laat een cursist voor de klas opzoeken hoe Zeëzrom Amulek in een valstrik trachtte te lokken (zie Alma 11:21–25). Leg uit dat toen Amulek Zeëzroms intentie doorkreeg en op hem reageerde, Alma ook opstond om tot Zeëzrom en de toehoorders te spreken (zie Alma 12:1–2). Vraag de cursisten Alma 12:3–6 door te lezen en te letten op woorden en zinsneden die Alma gebruikte om Zeëzroms tactieken te beschrijven. (Laat ze die woorden en zinsneden desgewenst markeren.) Vraag ze naar hun bevindingen.

  • Wiens plan volgde Zeëzrom?

  • Wat was volgens Alma de intentie van de duivel?

  • Hoe kon Alma dit plan doorzien?

Laat de cursisten beginselen formuleren die samenvatten wat zij uit Alma 12:3 geleerd hebben over het herkennen van de misleidingen van de tegenstander. De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: De Heilige Geest kan ons helpen de misleidingen van de tegenstander te herkennen. U kunt de cursisten eraan herinneren dat zij in de vorige les hebben geleerd dat wij verleidingen kunnen overwinnen als wij ons op de Heilige Geest verlaten. Leg uit dat we eerst een verleiding of misleiding en de mogelijke schade daarvan moeten herkennen, voordat we die kunnen overwinnen. Daarna moeten we er alles aan doen om die te mijden.

  • Wanneer heeft de Heilige Geest jullie geholpen om verleidingen te herkennen en te mijden? (Nadat de cursisten hebben gereageerd, kunt u desgewenst zelf ook over een ervaring vertellen.)

Geef de cursisten een paar minuten de tijd om in hun aantekenschrift of Schriftendagboek te noteren hoe zij meer gevoeligheid voor de ingevingen van de Heilige Geest kunnen ontwikkelen, zodat zij de valstrikken van de tegenstander kunnen herkennen en mijden.

Alma 12:8–18

Alma onderwijst in het laatste oordeel van de gehele mensheid

Laat de cursisten nadenken over carrières waar ze interesse in hebben. Laat enkele cursisten vertellen over de carrière waarin zij geïnteresseerd zijn. Vraag ze in te schatten hoeveel lesgeld zij zouden moeten betalen voor een hbo-, mbo- of universitaire opleiding om de benodigde kennis en vaardigheden te ontwikkelen voor een succesvolle carrière. Laat een cursist het volgende citaat van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Vraag de klas te letten op het ‘lesgeld’ dat we volgens ouderling Bednar moeten betalen om geestelijke kennis te ontvangen.

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar

‘Het geestelijke begrip […] kan nu eenmaal niet zomaar aan [ons] worden doorgegeven. Het lesgeld van vlijt en van leren door studie en ook door geloof moet betaald worden om dergelijke kennis zelf te “bezitten” en eigen te maken. Alleen op die manier kan wat het verstand begrijpt ook in het hart worden gevoeld.’ (‘Wakende met alle volharding’, Liahona, mei 2010, p. 43.)

Vraag een cursist Alma 12:7–8 voor te lezen. Vraag de cursisten om in hun eigen Schriften mee te lezen en te zoeken naar bewijs dat Zeëzrom het benodigde geestelijke ‘lesgeld’ begon te betalen om geestelijke kennis te verkrijgen. Laat ze uitleggen waaruit blijkt dat Zeëzroms hart begon te veranderen.

Wijs erop dat Zeëzrom Alma een vraag stelde over de opstanding. In plaats van direct antwoord te geven, vertelde Alma hem over het vergaren van geestelijke kennis. Vraag een cursist Alma 12:9–11 voor te lezen. Laat de klas letten op wat Alma Zeëzrom leerde over het vergaren van geestelijke kennis. Leg uit dat de ‘verborgenheden of geheimenissen van God geestelijke waarheden [zijn] die alleen door openbaring gekend worden […] [door] hen die gehoorzaam zijn aan het evangelie’ (Gids bij de Schriften, ‘Verborgenheden van God’, scriptures.lds.org). (U kunt deze uitspraak eventueel op het bord zetten, of laat de cursisten deze uitspraak desgewenst naast Alma 12:9 in hun Schriften noteren.)

Vraag de cursisten in hun eigen woorden uit te leggen wat we volgens Alma 12:9 moeten doen om geestelijke waarheid te ontvangen. (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: De Heer openbaart ons geestelijke waarheden als wij gehoor geven en aandacht besteden aan zijn woorden. U kunt de cursisten dit beginsel desgewenst naast Alma 12:9 in hun Schriften laten markeren.)

  • Wat is het verband tussen de toestand van ons hart en ons vermogen om geestelijke waarheden te ontvangen?

Wijs in Alma 12:10–11 op het contrast tussen de gevolgen voor wie hun hart tegen de waarheid verharden en voor wie dat niet doen.

  • Hoe heeft de kennis van deze gevolgen invloed op jullie verlangen om grotere geestelijke kennis te zoeken?

Leg uit dat Alma de vraag die Zeëzrom eerder had gesteld beantwoordde nadat hij had uitgelegd hoe wij geestelijke waarheid kunnen verkrijgen. Laat de cursisten Zeëzroms vraag in Alma 12:8 in hun eigen woorden stellen. Vraag ze Alma 12:12–15 door te lezen en te zoeken naar wat Alma Zeëzrom over de opstanding en het oordeel zei. Zet onderwijl het volgende op het bord: Wij zullen voor God verantwoordelijk worden gehouden voor onze … , … , en …

Als de cursisten klaar zijn met lezen, laat u ze de zin op het bord afmaken: Wij zullen door God verantwoordelijk worden gehouden voor onze gedachten, woorden en daden.

  • Wat voor invloed zou deze waarheid op Zeëzrom hebben gehad? (Laat de cursisten Alma 14:6 en 15:3 opslaan om het antwoord te vinden.) Waarom zou deze waarheid zo’n grote invloed gehad hebben op Zeëzrom? (U moet er wellicht op wijzen dat Zeëzrom zich niet alleen zorgen maakte om zichzelf. Hij was ook bezorgd over de mensen die hij had laten afdwalen.)

  • Wat voor gedachten, woorden en daden kleven aan mensen waardoor ze veroordeeld kunnen worden als zij zich niet bekeren? (U kunt de cursisten verwijzen naar de raad over amusement en media in Voor de kracht van de jeugd, zodat zij kunnen overwegen en bespreken hoe hun keuzes hierin hun gedachten, woorden en daden kunnen beïnvloeden.)

  • Wat voor verschil zal het in jullie leven uitmaken als je de waarheid die op het bord staat in gedachten houdt?

Wijs op de verwijzing naar Mosiah 4:30 in Alma 12:14, voetnoot 14a, en laat een cursist Mosiah 4:30 voorlezen. (Laat de cursisten deze verwijzing desgewenst markeren.) Laat de cursisten, indien u genoeg tijd hebt, teruglezen wat zij geschreven hebben over het vergroten van hun gevoeligheid voor de ingevingen van de Heilige Geest. Vraag de cursisten hoe begrip van hun persoonlijke verantwoordelijkheid tegenover God hun verlangen beïnvloedt om verleiding te herkennen en te mijden.

Alma 12:19–37

Alma legt uit hoe wij door het verlossingsplan de gevolgen van de val kunnen overwinnen

Afbeelding
Adam and Eve Kneeling at an Altar

Toon de cursisten de plaat ‘Adam en Eva knielen bij een altaar’ (Evangelieplatenboek [2009], nummer 4). Leg uit dat een man met de naam Antionah, een van de hoofdregeerders in Ammonihah, Alma en Amulek vragen stelde met betrekking tot hun leringen over de opstanding. Hij kwam naar Alma toe om te vragen hoe de mensheid onsterfelijk kon worden. (Zie Alma 12:20–21.)

Vraag de cursisten hoe zeker zij zich zouden voelen om aan iemand die geen lid is van de kerk uit te leggen hoe wij van de val verlost kunnen worden. U kunt ze helpen voorbereid te zijn om deze waarheid aan iemand anders te onderwijzen door ze de verzen in het volgende overzicht te laten bestuderen en in de juiste kolom op te laten schrijven wat zij geleerd hebben. (U kunt het schema eventueel vóór de les al op het bord zetten. Vraag de cursisten het schema in hun aantekenschrift of Schriftendagboek over te nemen.)

Gevolgen van de val (Alma 12:22, 24)

Wat God gedaan heeft om onze verlossing tot stand te brengen (Alma 12:24–25, 28–33)

Wat wij moeten doen om verlost te worden (Alma 12:24, 30, 34, 37)

Sommige cursisten hebben wellicht uw hulp nodig bij het invullen van het schema. (U kunt de cursisten op de voetnoten wijzen om de teksten te verduidelijken. De verwijzing in voetnoot 22c kan de cursisten bijvoorbeeld helpen begrijpen wat het voor de mensheid inhoudt om verloren en gevallen te zijn.) Stel de volgende vragen als de cursisten het schema hebben ingevuld. (U kunt deze vragen vooraf op het bord zetten, zodat de cursisten hun antwoorden kunnen overwegen als ze hun overzicht invullen.)

  • Hoe kunnen wij door de verzoening van Jezus Christus de gevolgen van de val overwinnen? (Door de verzoening van Jezus Christus overwinnen wij de lichamelijke dood door de opstanding. En door de verzoening van de Heiland en onze bekering kunnen wij uit onze verloren en gevallen staat bij God terugkeren.)

  • Wat is volgens Alma in Alma 12:24 het doel van dit leven? (Hij zei dat dit leven een tijd [is] om [ons] voor te bereiden om God te ontmoeten. U kunt de cursisten in overweging geven om de zinsneden in Alma 12:24 te markeren die ons deze waarheden leren.)

Help de cursisten het geleerde toe te passen aan de hand van bijvoorbeeld de volgende vragen:

  • Hoe heeft kennis van het doel van dit leven jullie geleid?

  • Hoe heeft jullie geloof in onze hemelse Vader en Jezus Christus jullie geholpen om je voor te bereiden Hen te ontmoeten?

Sluit af met uw getuigenis dat het nu de tijd is om ons voor te bereiden om God te ontmoeten.

Toelichting en achtergrondinformatie

Alma 12:24. ‘Proefstaat’

In alle Schriften komen de termen ‘proefstaat’ of ‘proeftijd’ alleen in het boek Alma voor (zie Alma 12:24; 42:4, 10, 13). Ouderling L. Tom Perry van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft over die proeftijd gezegd:

‘Het voornaamste doel van het aardse leven is onze geest, die al voor de schepping van de aarde bestond, de kans te geven zich te verenigen met ons lichaam, om een sterfelijk leven met enorme mogelijkheden door te maken. Door het samenspel van die twee kunnen wij groeien, ons ontwikkelen en tot rijpheid komen op een manier die alleen mogelijk is als geest en lichaam verenigd zijn. In deze fase van ons bestaan maken wij met ons lichaam een zogenaamde proeftijd door en ondervinden wij een zekere mate van tegenspoed. In deze periode leren wij en worden wij beproefd om te zien of wij eeuwige zegeningen waardig zijn. Het zijn allemaal facetten van een goddelijk plan dat onze Vader voor zijn kinderen heeft ontworpen.’ (‘Proclaim My Gospel from Land to Land’, Ensign, mei 1989, p. 14.)

Alma 12:32. Geboden ontvangen na de kennis van het plan ontvangen te hebben

President Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen, heeft gezegd dat kennis van Gods plan ons helpt begrijpen waarom we de geboden moeten onderhouden. Hij heeft tot de leerkrachten van de jongeren gezegd:

‘Jonge mensen vragen zich af “waarom?” — Waarom moeten we sommige dingen doen en waarom moeten we andere dingen laten? Kennis van het plan van geluk, al is het maar in grote lijnen, kan jongeren antwoord geven op het “waarom”. […]

‘De meeste lastige vragen waar we in de kerk tegenwoordig mee te maken hebben — abortus en noem maar op, wie wel en niet het priesterschap dragen enzovoort — zijn niet goed te beantwoorden zonder enige kennis van het plan als achtergrond.

‘Alma zei het volgende in mijn huidige lievelingstekst (die zo nu en dan verandert): “Daarom gaf God hun geboden, na hun het verlossingsplan te hebben bekendgemaakt” (Alma 12:32; cursivering toegevoegd). […]

‘[…] Als u [leerlingen] antwoord op een “waarom” wilt geven, volg dan dat patroon: “Daarom gaf God hun geboden, na hun het verlossingsplan te hebben bekendgemaakt.”’ (‘The Great Plan of Happiness’, [CES-symposium, 10 augustus 1993], si.lds.org.)

Afdrukken