Bibliotheek
Les 82: Alma 18


Les 82

Alma 18

Inleiding

Koning Lamoni was verbaasd over de kracht die Ammon toonde toen hij de kudde van de koning beschermde. Hij begon zelfs te geloven dat Ammon de Grote Geest was. Ammon kon de gedachten van de koning door de macht van de Heilige Geest doorgronden en hij begon hem in het evangelie te onderwijzen. Koning Lamoni geloofde wat Ammon hem leerde, erkende hoe belangrijk onze Heiland is, smeekte de Heer om genade en werd overstelpt door de Geest.

Onderwijstips

Alma 18:1–11

Koning Lamoni is onder de indruk van Ammons getrouwheid

Een korte terugblik op het verslag aan het einde van Alma 17 zal de cursisten de context van Alma 18 doen begrijpen. Ook krijgen zij een beter beeld van de boodschappen in Alma 18. Om Alma 17 te herhalen, vraagt u de cursisten of de volgende uitspraken al dan niet waar zijn U kunt ze hun antwoorden op laten schrijven.

  1. Omdat koning Lamoni tevreden was over Ammon, bood hij hem een van zijn dochters als vrouw aan. (Waar. Zie Alma 17:24.)

  2. Ammon zei dat hij dienstknecht van de koning wilde zijn. (Waar. Zie Alma 17:25.)

  3. Ammon vreesde zijn leven toen een groep Lamanieten de kudde van de koning verstrooide. (Niet waar. Zie Alma 17:28–30.)

  4. Ammon weerstond de Lamanieten met grote kracht en sloeg de armen af die tegen hem werden opgeheven. (Waar. Zie Alma 17:37–38.)

Aan het einde van de activiteit zorgt u ervoor dat de cursisten de juiste antwoorden weten.

Vraag de cursisten of zij zich weleens angstig of onbekwaam hebben gevoeld. U kunt ook vragen of ze weleens gedacht hebben dat een opdracht of plicht te moeilijk voor hen was. Vertel ze dat ze vandaag beginselen zullen leren die hen in dergelijke situaties zullen helpen.

Deel de klas in tweeën op. Laat de ene helft van de klas Alma 18:1–4 lezen en de andere helft Alma 18:8–11. Laat ze onder het lezen overwegen hoe Ammons getrouwheid een weg voor hem bereidde om Lamoni en zijn volk te onderwijzen. Als de cursisten de tijd hebben gehad om te lezen, stelt u de volgende vragen:

  • Welke ideeën hadden de koning en zijn dienstknechten over Ammons identiteit?

  • Wat was volgens Lamoni in Alma 18:2, 4 het doel van Ammons komst? (Om het volk te straffen voor hun moorden en om Lamoni ervan te weerhouden nog meer dienstknechten te vermoorden.)

  • Wat maakte volgens Alma 18:10 nog meer indruk op Lamoni, naast de kracht die Ammon toonde? (Laat de cursisten de woorden getrouwheid en getrouw desgewenst markeren.)

Zet de volgende onvolledige uitspraak op het bord: Als we anderen trouw dienen, …

Vraag de cursisten tijdens hun studie van Alma 18 te overwegen hoe zij deze zin zouden afmaken.

Alma 18:12–43

Naarmate Ammon in het verlossingsplan onderwijst, begint Lamoni in te zien hoe belangrijk de Heiland is

Presenteer Alma 18:12–35 als een voorleestoneel. Hierdoor maakt u de kracht van Ammons prediking en de grote verandering die koning Lamoni langzamerhand onderging, duidelijk. Laat vier cursisten een rol spelen. Laat één iemand het verhaal vertellen, en laat de andere drie de woorden van Ammon, koning Lamoni en een van de dienstknechten van de koning voorlezen. Overweeg de cursisten dit te laten voorbereiden door ze eventueel een dag van tevoren of vóór het begin van de les de rol toe te wijzen.

Laat de vier cursisten hun deel van Alma 18:12–15 voorlezen. Vraag de klas om mee te lezen en te letten op de invloed die Ammons dienstbetoon op Lamoni had. Vraag de cursisten na vers 15 even te stoppen met voorlezen en over hun bevindingen te vertellen.

  • Waarom gaf Lamoni volgens jullie Ammon geen antwoord? Herinner de cursisten er indien nodig aan dat Lamoni bang was geworden wegens de moorden die hij had gepleegd. Bovendien was hij bang dat Ammon de Grote Geest was en gekomen was om hem te straffen.)

Laat de cursisten verdergaan met het voorlezen van Alma 18:16–21. Laat de klas letten op het bewijs dat de macht van God met Ammon was.

  • Hoe werd Ammon in deze situatie door de Geest van God geholpen?

  • Wat wilde Lamoni van Ammon weten?

  • Wat wist Lamoni tot nu toe van Ammon? (Hij wist dat Ammon met buitengewone macht werkte en de gedachten van andere mensen kon lezen.)

Wijs de cursisten op de onafgemaakte uitspraak die u op het bord hebt gezet: Als we anderen trouw dienen, …

  • Hoe zouden jullie die zin aanvullen op basis van wat jullie vandaag van Alma 17–18 geleerd hebben? (De cursisten kunnen op verschillende manieren antwoorden. Om hun antwoorden samen te vatten vult u de uitspraak op het bord als volgt aan: Als wij anderen getrouw dienen, kunnen wij hen voorbereiden om de waarheden van het evangelie te ontvangen.)

Laat de deelnemers hun deel van Alma 18:22–32 voorlezen. Vraag de klas om mee te lezen en te letten op de specifieke waarheden waarin Ammon Lamoni onderwees. U kunt de cursisten in overweging geven om die waarheden in hun Schriften te markeren. Vraag ze vervolgens welke waarheden zij hebben gevonden. Zet hun antwoorden op het bord.

Laat de deelnemers hun deel van Alma 18:33–35 voorlezen. Vraag de klas te zoeken naar Ammons uitleg waarom hij in staat was om de gedachten van de koning te lezen en de kudde van de koning te beschermen. Dank de deelnemers voor hun hulp bij het voorlezen. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. Stel de volgende vraag zodat de cursisten inzien hoe God Ammon zegende om Lamoni en zijn volk van dienst te zijn:

  • Welke dingen kon Ammon doen die buiten zijn natuurlijke vermogens lagen?

Wijs erop dat Ammon onze hemelse Vader en Jezus Christus diende toen hij koning Lamoni diende. Zet het volgende op het bord: Als wij onze hemelse Vader en Jezus Christus getrouw dienen, …

  • Hoe zouden jullie, op basis van wat jullie van Ammons voorbeeld geleerd hebben, deze uitspraak aanvullen? (De cursisten kunnen op verschillende manieren antwoorden. Om hun antwoorden samen te vatten vult u de uitspraak op het bord als volgt aan: Als wij onze hemelse Vader en Jezus Christus getrouw dienen, neemt ons vermogen om hun werk te doen toe.)

  • Hoe is dit beginsel van toepassing op iemand die zich angstig of onbekwaam voelt, of denkt dat een opdracht of plicht te moeilijk is?

  • Wanneer hebben jullie gemerkt dat onze hemelse Vader en Jezus Christus jullie geholpen hebben om hun werk te doen? (U kunt desgewenst vertellen hoe onze hemelse Vader en Jezus Christus uw vermogen om hen te dienen hebben vergroot. U kunt ook over een voorbeeld uit iemand anders leven vertellen.)

Zet de volgende vragen op het bord om uw cursisten dit beginsel te helpen toepassen. Laat de cursisten hun antwoord op een van deze vragen noteren.

Hoe kan dit beginsel je helpen bij je huidige en toekomstige taken?

Hoe kun je getrouwer zijn zodat de Heer je vermogen kan vergroten om zijn werk te doen?

Leg uit dat Ammons benadering om Lamoni in Alma 18:36–39 te onderwijzen een patroon is dat tegenwoordig door de zendelingen wordt gebruikt. Hij onderwees in het verlossingsplan, waaronder de schepping, de val van Adam en Eva, en de verzoening van Jezus Christus. Laat de cursisten over de volgende vraag nadenken:

  • Waarom is het volgens jullie belangrijk om in de schepping en de val te onderwijzen wanneer wij in de verzoening van Jezus Christus onderwijzen?

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

‘Voordat wij […] de verzoening van Christus kunnen bevatten, moeten we de val van Adam begrijpen. En voordat we de val van Adam kunnen begrijpen, moeten we de schepping begrijpen. Die drie essentiële onderdelen van het heilsplan houden onderling verband. […]

‘[…] Het eeuwige leven, mogelijk gemaakt door de verzoening, is het hoogste doel van de schepping.’ (Zie ‘De verzoening’, De Ster, januari 1997, pp. 32, 34.)

Als deze drie leringen nog niet op het bord staan, voegt u ze toe aan de lijst die bij het voorlezen is gemaakt. Laat een cursist Alma 18:36–39 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en in Ammons prediking tot Lamoni op zoek te gaan naar elementen van de schepping, de val en de verzoening. Vraag ze naar hun bevindingen.

  • Hoe zou de kennis van de leringen van de schepping, de val en de verzoening Lamoni hebben geholpen om te begrijpen hoe belangrijk de Heiland is?

Laat de cursisten Alma 18:40–43 doorlezen en vaststellen waar Lamoni na Ammons prediking voor bad. U kunt de cursisten Lamoni’s smeekbede desgewenst laten markeren.

  • Wat konden jullie uit Lamoni’s gebed opmaken waaruit bleek wat hij van zichzelf en zijn volk inzag? (Hij zag in dat zij gezondigd hadden en vergeving nodig hadden.)

  • Wat leert Lamoni’s ervaring ons over wat er gebeurt als we inzien dat we Heiland nodig hebben? (Zie erop toe dat de cursisten bij hun bespreking van deze vraag het volgende beginsel herkennen: Als wij inzien dat we de Heiland nodig hebben, zullen wij het verlangen hebben om ons te bekeren. U kunt de cursisten dit beginsel desgewenst naast Alma 18:40–41 in hun Schriften laten noteren. Wijs erop dat we misschien andere ervaringen met bekering hebben, maar dat we wel allemaal koning Lamoni’s voorbeeld kunnen volgen door God oprecht om genade te vragen.)

Vraag de cursisten de volgende vraag schriftelijk te beantwoorden:

  • Wat kun je doen zodat je niet vergeet dat we de Heiland nodig hebben?

Toelichting en achtergrondinformatie

Alma 18:36–39. In het heilsplan onderwijzen

Toen Ammon Lamoni onderwees, ‘begon hij bij de schepping der wereld’ en vertelde hij hem vervolgens ‘over de val van de mens’ (Alma 18:36). Tot slot ‘legde [hij] hun [de koning en zijn dienstknechten] het verlossingsplan uit’, in het bijzonder ‘de komst van Christus’ (Alma 18:39). Aäron leerde diezelfde leringen aan Lamoni’s vader (zie Alma 22:12–14).

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft die fundamentele aspecten van de leer — de schepping, de val en de verzoening — de ‘drie pilaren van de eeuwigheid’ genoemd en de ‘belangrijkste gebeurtenissen die ooit in de eeuwigheid hebben plaatsgevonden’. Hij legde uit:

‘Als we die leren begrijpen, vallen alle puzzelstukjes van de eeuwigheid op hun plek en zijn we in staat om ons heil uit te werken. […]

‘[…] Op die drie pilaren rusten alle dingen. Als een van die drie zou ontbreken, zouden alle dingen hun doel en betekenis verliezen en de plannen en bedoelingen van de Godheid op niets uitlopen.’ (‘The Three Pillars of Eternity’ [toespraak tijdens een devotional aan de Brigham Young University, 17 februari 1981], p. 1, speeches.byu.edu.)

Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft verklaard waarom elk onderdeel van het plan noodzakelijk is:

‘De schepping was een vereiste in het plan, en daardoor waren zowel de val als de verzoening noodzakelijk. Dit zijn de drie fundamentele onderdelen van het plan. De schepping van een paradijselijke planeet werd door God tot stand gebracht. Het sterfelijk leven en de dood kwamen door de val van Adam in de wereld. De onsterfelijkheid en de mogelijkheid van het eeuwige leven werden door de verzoening van Jezus Christus tot stand gebracht. De schepping, de val en de verzoening waren al lang voor de daadwerkelijke schepping gepland.’ (‘De schepping’, Liahona, juli 2000, p. 102.)

Ammon en Aäron gebruikten hetzelfde plan van aanpak om dezelfde beginselen te onderwijzen. Zij onderwezen op een simpele manier, zodat hun toehoorders het konden begrijpen (zie Alma 18:24–30; 22:7–11). Zij onderwezen uit de Schriften (zie Alma 18:36–39; 22:12–14). Hun prediking zette anderen tot bekering aan (zie Alma 18:40–41; 22:15–18).

Afdrukken