Bibliotheek
Les 88: Alma 30


Les 88

Alma 30

Inleiding

Na een grote strijd tussen de Nephieten en de Lamanieten kwam er vrede over het land. Ongeveer twee jaar later begon een man met de naam Korihor te prediken dat God niet bestond, dat er geen Christus zou komen en dat er geen zonde was. Hij beschimpte de leiders van de kerk en beweerde dat zij dwaze overleveringen verkondigden. Zijn valse leerstellingen zetten veel mensen tot ernstige zonden aan. Korihor werd voor Alma gebracht, die van Jezus Christus getuigde en verkondigde dat alle dingen van een oppermachtige Schepper getuigen. Uiteindelijk werd Korihor door de macht van God met stomheid geslagen en raakte overtuigd van de waarheid. Toen hij echter zijn stem terug vroeg, weigerde Alma zijn verzoek. Alma zei dat hij weer valse leer zou verkondigen als hij zijn stem terug zou krijgen. Korihor moest de rest van zijn leven om voedsel bedelen totdat hij door een groep afgescheidenen van de Nephieten, de Zoramieten, werd vertrapt.

Onderwijstips

Alma 30:1–18

Korihor, een antichrist, beschimpt de leer van Christus

Maak vóór de les met een spijker een gaatje in de bodem van een blikje frisdrank en laat het leeglopen. Laat het blikje aan de klas zien, zonder te zeggen dat het leeg is. Vraag wie het blikje wil hebben en hoeveel zij ervoor willen betalen. Laat één cursist naar voren komen, het blikje onderzoeken en de klas vertellen wat erin zit. (U kunt in plaats van een blikje limonade ook een lege doos, een tas of verpakking van iets wat de cursisten aan zou staan gebruiken.)

  • In welk opzicht lijken valse leerstellingen op dit blikje? (Aan de buitenkant zijn ze vaak verleidelijk, maar ze zijn leeg van binnen.)

Leg uit dat de cursisten iets zullen leren over een man met de naam Korihor. Moedig ze tijdens het bestuderen van Alma 30 aan om te overwegen hoe Korihors leringen hem en anderen geestelijk leeg achterlieten.

Vertel de cursisten dat na een tijd van oorlog tegen de Lamanieten, het volk van Ammon (de Anti-Nephi-Lehieten) en de Nephieten een periode van vrede tegemoet traden. Toen verstoorde Korihor hun vrede. Laat de cursisten Alma 30:6, 12 doorlezen en naar een woord zoeken dat deze man beschrijft. (Het woord is antichrist. Leg uit dat het woord kan worden omschreven als ‘iemand die, of iets wat, het ware heilsplan vervalst en openlijk of heimelijk Christus bestrijdt’ [Gids bij de Schriften, ‘Antichrist’, scriptures.lds.org].)

Maak de volgende oefening als uitreikblad of zet deze op het bord voordat de les begint. Als u hem op het bord zet, vraagt u de cursisten om die in hun aantekenschrift of Schriftendagboek over te nemen. Dit zal ze duidelijk maken hoe Satan en de mensen die hem dienen valse leerstellingen gebruiken om ons tot zonde te verlokken.

Valse leringen van de antichrist Korihor

Valse lering

Boodschap

1. Alma 30:13–14

a. Je kunt niet weten of iets waar is totdat je het gezien hebt. Daarom kun je niet weten dat er een Christus zal komen.

2. Alma 30:15

b. Er bestaat niet zoiets als zonde. Er is geen universele norm die bepaalt wat goed of kwaad is.

3. Alma 30:16

c. De mens wordt alleen door zijn eigen inspanningen voorspoedig. Er bestaat niet zoiets als een verzoening.

4. Alma 30:17 (beginnend bij ‘dat het ieder mens …’)

d. Het is onmogelijk om toekomstige gebeurtenissen te kennen, dus je moet niet in Christus geloven of luisteren naar de woorden van mensen die zich profeet noemen.

5. Alma 30:17 (beginnend bij ‘wat een mens …’)

e. Vergeving van zonden is een belachelijk idee dat uit valse overleveringen voortkomt.

6. Alma 30:18

f. Er is geen leven na de dood, dus we hoeven ons geen zorgen te maken over een oordeel na dit leven.

Deel de cursisten op in koppels. Vraag ze Alma 30:12–18 samen door te lezen. Geef ze de opdracht om de valse leerstellingen van Korihor (aan de linkerkant van de oefening) aan de boodschappen van deze leringen (aan de rechterkant) te koppelen. (Antwoorden: 1–d, 2–a, 3–e, 4–c, 5–b, 6–f.)

Stel de volgende vragen om de cursisten Korihors leringen nader onder de loep te laten nemen en toe te laten passen:

  • Aan welke leringen zijn jullie blootgesteld die lijken op Korihors leringen?

  • Waartoe zetten Korihors leringen volgens Alma 30:18 het volk aan?

  • Waarom zouden deze leringen mensen ertoe aanzetten om toe te geven aan verleidingen?

  • Wat kunnen wij uit deze verzen over het gevaar van valse leerstellingen leren? (Maak de cursisten het volgende beginsel duidelijk: Satan gebruikt valse leerstellingen om ons tot zonde te verlokken.)

Laat de cursisten zichzelf in de volgende situatie voorstellen:

Een vriend(in) nodigt je uit om een videospel te spelen. Eenmaal bij je vriend(in) aangekomen kom je erachter dat het spel gewelddadig is en karakters bevat die onfatsoenlijk gekleed zijn. Terwijl je aarzelt om het spel te spelen vraagt je vriend(in) je om uit te leggen waarom je het niet wil spelen.

  • Wat zouden jullie zeggen? (De cursisten kunnen uitleggen dat het spel tegen de normen van hun geloof in gaat.)

  • Hoe zouden jullie reageren als je vriend(in) jouw geloof begint te bekritiseren en zegt dat je vrijheid wordt beperkt?

Alma 30:19–60

Korihor vraagt Alma om een teken en wordt door de macht van God met stomheid geslagen

Vat Alma 30:19–30 samen met de uitleg dat Korihor in drie verschillende Nephitische steden valse leer verkondigde. Uiteindelijk werd hij voor de opperrechter van het land en voor Alma, de leider van de kerk, gebracht. U kunt erop wijzen dat een van Korihors voornaamste argumenten was dat kerkleiders mensen in knechtschap hielden — dat hun godsdienst hun vrijheid wegnam. Hij beschuldigde tevens de kerkleiders ervan door de arbeid van het volk naar persoonlijk gewin te streven.

Laat de cursisten Alma 30:31 lezen en opzoeken waar Korihor Alma en andere kerkleiders van beschuldigde.

Vraag de cursisten Alma 30:32–35 te lezen om vast te stellen hoe Alma op Korihor reageerde.

  • Hoe hebben jullie de waarheid van Alma’s reactie in het leven van kerkleiders teruggezien?

Laat twee cursisten voor de klas komen. Vraag ze Alma 30:37–45 voor te lezen, waarbij de een de woorden van Alma voorleest en de ander de woorden van Korihor. Laat de rest van de klas letten op wat volgens Alma het bewijs van Gods bestaan vormt.

  • Welke bewijzen gaf Alma voor het bestaan van God? (U kunt hun antwoorden eventueel op het bord zetten. U kunt de cursisten deze bewijzen desgewenst laten markeren in hun Schriften. Beklemtoon als onderdeel van deze bespreking dat alle dingen van God getuigen.

  • Welke bewijzen van Alma vinden jullie het krachtigst? Waarom?

Geef de cursisten enkele minuten de tijd om te schrijven. Laat ze een lijstje maken met bewijzen die ‘erop [wijzen] dat er een God is’ (Alma 30:44). Geef een paar cursisten de kans om hun lijstje aan de klas toe te lichten.

  • Wat voor invloed hebben die bewijzen op jullie? In welke opzichten kunnen die bewijzen jullie geloof en getuigenis sterken?

Vat Alma 30:46–50 samen met de uitleg dat Korihor, die nog steeds niet de tekens wilde aannemen die hem waren getoond, eiste dat Alma hem een teken van Gods bestaan toonde. Hierop werd Korihor door de macht van God met stomheid geslagen. Korihor raakte overtuigd van Gods macht en schreef op waarom hij tegen God de Vader en Jezus Christus predikte. Vraag een cursist Korihors verklaring in Alma 30:51–53 voor te lezen.

  • Wat bedoelde Korihor volgens jullie toen hij zei dat hij onderwees in de dingen die ‘aangenaam waren voor het zinnelijk gemoed’? (Leg zo nodig uit dat Korihors leringen onrechtvaardige stoffelijke verlangens opwekten in plaats van rechtvaardige geestelijke verlangens.)

Vat Alma 30:54–59 samen met de uitleg dat Korihor Alma vroeg om te bidden zodat zijn vloek van hem zou worden weggenomen. Alma weigerde dit en zei dat Korihor weer valse leerstellingen aan het volk zou prediken als hij zijn spraakvermogen terug kreeg. Korihor werd uitgeworpen en ging bedelend om voedsel van huis tot huis. Uiteindelijk ging hij naar de Zoramieten, die zich van de Nephieten hadden afgescheiden en werd vertrapt totdat hij dood was.

Laat de cursisten Alma 30:60 doorlezen en zoeken naar de beginselen die Mormon ons leert.

  • Welke beginselen leert Mormon ons in dit vers?

Zorg dat de cursisten begrijpen dat ‘de duivel zijn kinderen [zijn volgelingen] ten laatsten dage niet zal bijstaan’.

  • Hoe verschilt dit met de manier waarop onze hemelse Vader en Jezus Christus zorg voor ons dragen? (U kunt de cursisten, terwijl zij deze vraag bespreken, Alma 36:3 laten lezen.)

Getuig van de waarheden die u en de cursisten in deze les besproken hebben.

Toelichting en achtergrondinformatie

Alma 30:52. ‘Ik heb altijd geweten dat er een God was’

Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende gezegd over het belang van het herkennen van de tekenen die we omtrent de waarheid van het evangelie ontvangen hebben:

‘Als we ons niet overgeven aan de zachte invloeden van de Heilige Geest, lopen we het gevaar zoals Korihor, een antichrist in het Boek van Mormon, te worden. Niet alleen geloofde Korihor niet in God, hij bespotte ook nog eens de Heiland, de verzoening en de geest van profetie, en verkondigde valselijk dat God en Christus niet bestaan.

‘Voor Korihor was het niet genoeg om God te verwerpen en rustig zijn eigen leven te leiden. Hij hoonde de gelovigen en eiste dat de profeet Alma hem een teken van Gods bestaan en macht zou tonen. Alma’s antwoord is nu nog net zo veelbetekenend als toen: “Gij hebt tekens genoeg gehad; wilt gij uw God verzoeken? Wilt gij zeggen: Toon mij een teken, terwijl gij het getuigenis hebt van al dezen, uw broeders, en ook van al de heilige profeten? De Schriften zijn u voorgelegd, ja, en alle dingen wijzen erop dat er een God is; ja, zelfs de aarde, en alle dingen op het oppervlak daarvan, ja, en haar beweging, ja, en ook alle planeten die zich bewegen in hun vaste orde, getuigen dat er een oppermachtige Schepper is. [Alma 30:44.]

‘Uiteindelijk kreeg Korihor een teken. Hij werd met stomheid geslagen. “En Korihor strekte zijn hand uit en schreef, zeggende: […] ik weet dat niets dan de kracht Gods dit over mij had kunnen brengen; ja, en ik heb altijd geweten dat er een God was.” [Alma 30:52.]

‘Broeders en zusters, wellicht weet u al, diep in uw ziel, dat God leeft. Misschien weet u nog niet alles over Hem en begrijpt u niet al zijn wegen, maar u hebt het geloofsvuur in u, dat wacht om door de Geest Gods en het licht van Christus, waarmee u geboren bent, te worden aangestoken en aangewakkerd tot een verwarmend vuur.’ (‘God onze hemelse Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, leren kennen’, Liahona, november 2009, pp. 31–32.)

Afdrukken