Bibliotheek
Les 94: Alma 37


Les 94

Alma 37

Inleiding

Alma gaf meer raad aan zijn zoon Helaman en overhandigde hem de heilige kronieken. Hij herinnerde Helaman eraan dat de Schriften al duizenden Lamanieten tot de Heer hadden gebracht en hij profeteerde dat de Heer in de toekomst grote doeleinden had met de verslagen. Alma vertelde zijn zoon waarin hij het volk moest onderrichten. Hij vergeleek de woorden van Christus met de Liahona om Helaman duidelijk te maken hoe belangrijk ze zijn om leiding te ontvangen.

Opmerking: Deze les geeft drie cursisten de kans om les te geven. Om deze cursisten met de voorbereiding van hun les te helpen, geeft u elke cursist twee dagen van tevoren een kopie van zijn of haar gedeelte van de les. U kunt ook besluiten om deze gedeelten zelf te onderwijzen.

Onderwijstips

Alma 37

Alma vertrouwt Helaman de kronieken toe, geeft hem de raad om de geboden te onderhouden en herinnert hem eraan dat de Liahona door geloof werkte

Zet het volgende schema op het bord:

Afbeelding
Small and Simple

Vraag de cursisten enkele kleine en eenvoudige dingen op het bord te zetten die een grote invloed op hun leven hebben gehad. U kunt ze vragen hun antwoorden toe te lichten.

Leg uit dat Alma 37 Alma’s raad bevat om zijn zoon Helaman erop voor te bereiden om zorg te dragen voor de kronieken. Alma vertelde hem hoe kleine en eenvoudige dingen het werk van de Heer helpen. Vraag een cursist Alma 37:6–7 voor te lezen.

Wat is volgens deze verzen de waarde van ‘kleine en eenvoudige dingen’? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: de Heer werkt met kleine en eenvoudige dingen om zijn eeuwige doeleinden teweeg te brengen.)

Laat de cursisten Alma 37:1–5 doorlezen en zoeken naar een voorbeeld van een klein en eenvoudig ding dat een grote invloed op het leven van mensen kan hebben (de heilige kronieken, of de Schriften). Laat de cursisten vertellen wat zij geleerd hebben en zet op het bord het woord Schriften onder Kleine en eenvoudige dingen.

Vraag de cursisten in Alma 37:8–10 op zoek te gaan naar manieren waarop de Schriften de mensen in het Boek van Mormon beïnvloedden. Laat de cursisten over hun bevindingen vertellen en zet desgewenst hun antwoorden onder GROTE INVLOED.

  • Hoe hebben de Schriften jouw leven beïnvloed?

Vat Alma 37:11–32 samen met de uitleg dat Alma Helaman leerde dat de Heer zijn macht zou tonen in het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon. Hij spoorde Helaman aan om de geboden van de Heer te gehoorzamen en zorgvuldig voor de kronieken zorg te dragen. Hij gaf Helaman ook de opdracht om het volk aan de hand van de kronieken te onderwijzen. Daarnaast zei hij dat hij niet alle details omtrent de goddeloosheid en uiteindelijke vernietiging van de Jaredieten bekend moest maken.

Laat de cursisten Alma 37:13–16 bestuderen en letten op beginselen waarin Alma Helaman onderwees toen hij de kronieken aan hem overhandigde. (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: als wij gehoorzaam zijn aan de geboden van de Heer zal Hij ons helpen onze plichten te vervullen. U kunt desgewenst vragen hoe dit beginsel zich verhoudt tot de opvatting dat kleine en eenvoudige dingen een grote invloed kunnen hebben.)

De rest van de les is bedoeld om door drie cursisten behandeld te worden. Als uw klas groot is, kunt u de cursisten die de les verzorgen op drie verschillende plekken in het lokaal plaatsen. Deel de klas op in drie groepen. Laat elke groep hun Schriften, aantekenschrift of Schriftendagboek, en pen of potlood oppakken en samen met een van de cursisten die de les verzorgen gaan zitten. Wanneer de cursisten hun les hebben afgerond, laat u de groepjes roteren. Als uw klas klein is kunnen de cursisten om de beurt lesgeven aan de hele klas. In beide gevallen moeten de cursisten ongeveer zeven minuten de tijd nemen om hun les te geven en de discussie te leiden.

Cursist 1 — Alma 37:33–34

Vraag je klasgenoten om aan een plaatselijke leider of algemene autoriteit te denken die een veranderende invloed op hen heeft gehad. Laat een aantal cursisten vertellen wat deze leider hun geleerd heeft en hoe dat ze beïnvloed heeft. Je kunt desgewenst over een eigen ervaring vertellen.

Vraag twee cursisten beurtelings een vers uit Alma 37:33–34 voor te lezen. Laat de anderen in hun eigen Schriften meelezen en opletten wat Helaman volgens Alma’s raad aan het volk moest vertellen. Je kunt ze in overweging geven om tijdens het lezen de zinsneden ‘leer hun’ en ‘predik hun’ te markeren. Zet Leringen van kerkleiders op het bord of op een vel papier. Als de cursisten de verzen gelezen hebben, vraag je hen te vertellen wat ze hebben gevonden. Zet hun antwoorden onder Leringen van kerkleiders. Stel de volgende vragen:

  • Hoe kunnen deze leringen met name voor ons van nut zijn? Waarom?

Vraag de andere cursisten te kijken naar de laatste zinsnede van Alma 37:34 om te ontdekken welke zegeningen we ontvangen als we de leringen van kerkleiders tot leidraad nemen. Zet het volgende beginsel op het bord: Als we de leringen van kerkleiders tot leidraad nemen, kunnen we rust vinden voor onze ziel. Vraag ze wat het volgens hen betekent ‘om rust [te] vinden voor hun ziel’. (Mogelijke antwoorden zijn dat we vrij van de gevolgen van zonden zijn, dat we vrede door de Geest ontvangen en gezegend worden met kracht om beproevingen te doorstaan.)

Getuig hoe dit beginsel in jouw leven bewaarheid is. Als je nog tijd over hebt kun je anderen vragen om hun getuigenis van dit beginsel te geven.

Cursist 2 — Alma 37:35–37

Leg aan je klasgenoten uit dat het onder bomenplanters gebruikelijk is om een jonge boom aan een paal vast te binden. Als de boom ouder wordt, wordt deze steunpaal verwijderd. Vraag ze waarom ze dat doen. Lees vervolgens het volgende verhaal voor over een boom die president Gordon B. Hinckley in zijn tuin plantte:

Afbeelding
President Gordon B. Hinckley

Nadat Gordon B. Hinckley getrouwd was, plantte hij een jonge boom naast zijn huis. Hij besteedde er in de loop der jaren weinig aandacht aan. Op een dag zag hij dat de boom misvormd was en westwaarts boog. Hij probeerde de boom recht te trekken, maar de stam was te dik. Hij probeerde met behulp van touw en katrollen de boom recht te trekken, maar er kwam geen beweging in de boom. Uiteindelijk pakte hij zijn zaag en haalde de zware tak aan de westkant eraf, waardoor er een litteken achterbleef. Later zei hij over de boom:

‘Er is meer dan een halve eeuw voorbijgegaan sinds ik die boom geplant heb. […] Onlangs keek ik weer naar de boom. Hij is groot. Hij heeft een betere vorm. Hij ziet er goed uit naast het huis. Maar zijn jeugdtrauma was groot en de behandeling die ik hem gaf om hem recht te zetten was uiterst wreed.

‘Toen hij pas geplant was, zou een stukje touw hem rechtop hebben gehouden, ondanks de kracht van de wind. Ik had dat touwtje moeten gebruiken; het was zo weinig moeite geweest. Maar ik deed het niet, en hij boog mee met elke wind die er tegenaan blies.’ (Zie ‘Oefen de knaap volgens de eis van zijn weg’, De Ster, januari 1994, p. 57.)

Laat de cursisten in Alma 37:35 Alma’s raad aan Helaman lezen. Vraag ze te overdenken welk verband er bestaat tussen dit vers en president Hinckley’s verhaal van de boom.

Laat de cursisten Alma 37:35 in hun eigen woorden samenvatten. (Het volgende dient de strekking van hun antwoorden te zijn: we moeten in onze jeugd leren de geboden van God te onderhouden.) Vraag ze tevens de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden. (Je kunt de vragen op het bord zetten of ze langzaam voorlezen zodat de cursisten die over kunnen nemen.)

  • Wat voor verschil zou het in iemands leven uitmaken om in zijn of haar jeugd te leren om de geboden van God te onderhouden?

  • Kennen jullie mensen die in hun leven gezegend zijn omdat zij in hun jeugd geleerd hebben om de geboden te onderhouden? Schrijf op hoe zij werden gezegend.

Laat een aantal cursisten vertellen wat ze hebben opgeschreven. Vraag een cursist Alma 37:36–37 voor te lezen. Laat de andere cursisten meelezen en letten op de specifieke raad die hen zou kunnen helpen om de geboden in hun jeugd te onderhouden.

  • Hoe zal het dagelijks opvolgen van deze raad jullie helpen om de geboden te onderhouden?

  • Op welke manieren proberen jullie de Heer bij jullie gedachten, woorden, daden en gevoelens op de eerste plaats te zetten? (Moedig de cursisten aan te overwegen hoe zij zich kunnen verbeteren.)

Vertel hoe je door het raadplegen van de Heer geholpen bent om de geboden te onderhouden. Moedig je klasgenoten aan om de Heer bij alles wat ze doen te raadplegen.

Cursist 3 — Alma 37:38–45

Afbeelding
The Liahona

Toon de plaat ‘De Liahona’ (62041; Evangelieplatenboek [2009], nummer 68). Herinner de andere cursisten aan het kompas dat de Heer gebruikte om Lehi’s gezin naar het beloofde land te leiden. In Alma 37:38 leren we dat het kompas de Liahona werd genoemd. Leg uit dat Alma over de Liahona sprak om Helaman een belangrijk beginsel duidelijk te maken omtrent de manier waarop de Heer zijn kinderen leidt.

Leg aan je klasgenoten uit dat je ze een paar vragen gaat stellen en dat ze beurtelings een paar verzen mogen voorlezen terwijl de anderen naar de antwoorden zoeken. Nadat de desbetreffende verzen zijn gelezen, laat je ze elke vraag beantwoorden.

Je moet wellicht uitleggen dat de woorden afschaduwing en zinnebeeld verwijzen naar ‘personen, gebeurtenissen of rituelen die op belangrijkere personen, gebeurtenissen of rituelen lijken. […] Echte zinnebeelden hebben herkenbare punten van overeenkomsten, geven blijk van goddelijke roeping en profeteren van toekomstige gebeurtenissen.’ (Joseph Fielding McConkie, Gospel Symbolism [1985], p. 274.) De keuze om wel of niet de aanwijzingen van de Liahona op te volgen is als onze keuze om wel of niet de aanwijzingen door de woorden van Christus op te volgen.

  • Waar kunnen we de woorden van Christus vinden? (Mogelijke antwoorden: de Schriften, de woorden van hedendaagse profeten, onze patriarchale zegen en de ingevingen van de Geest.)

Laat je klasgenoten Alma’s woorden in Alma 37:38–45, en met name de verzen 44–45, samenvatten. In de bespreking dient het volgende naar voren te komen: Als wij de woorden van Jezus Christus navolgen, zullen die ons naar het eeuwige leven leiden.

Vertel hoe de woorden van Christus jou geestelijk hebben beïnvloed en hoe ze jou helpen naar het eeuwige leven toe te groeien. Je kunt de cursisten in overweging geven om hun patriarchale zegen te ontvangen. Als ze die al hebben, kun je ze aanmoedigen om die regelmatig en gebedsvol te lezen.

Aanwijzing voor de leerkracht: Nadat de cursisten hun deel van de les hebben gegeven, bedankt u ze. Indien u genoeg tijd hebt, vraagt u een paar cursisten om te getuigen van een van de beginselen die vandaag behandeld zijn. U kunt desgewenst uw eigen getuigenis van deze beginselen geven. Rond de les af met het voorlezen van Alma 37:46–47 en vraag de klas om mee te lezen.

Tekstenbeheersing — Alma 37:35

Opmerking: De volgende activiteit bereidt de cursisten op het begin van de volgende les voor (Alma 38). Plan tijd in om de cursisten de opdracht uit te leggen en ze te informeren dat u tijdens de volgende les aandacht zult schenken aan hun ervaringen.

Wijs erop dat Alma 37:35 een kerntekst is. U kunt de cursisten aansporen deze tekst op zodanige wijze te markeren dat ze die gemakkelijk kunnen terugvinden. Laat ze deze tekst vanavond thuis uit het hoofd leren en die voordragen aan een ouder of andere volwassene. (Zij kunnen ook het vers met een volwassene lezen.) Moedig ze aan om de volwassene de volgende vragen te stellen. (U kunt de cursisten deze vragen op een blaadje laten schrijven om mee naar huis te nemen.)

Hoe heeft gehoorzaamheid aan de geboden van God u geholpen?

Welk advies heeft u voor mij om meer wijsheid in mijn jeugd te hebben?

Zeg de cursisten dat u ze in de volgende les over hun ervaringen laat vertellen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Alma 37:6–7. Kleine en eenvoudige dingen

Ter illustratie van het beginsel dat kleine en eenvoudige dingen een groot verschil kunnen uitmaken, heeft president Gordon B. Hinckley het volgende gezegd:

‘Vele jaren geleden werkte ik in Denver op het hoofdkantoor van een spoorwegmaatschappij. Ik ging over wat ze bestemmingsverkeer noemden. Dat was in de tijd dat bijna iedereen met passagierstreinen reisde. Op een ochtend kreeg ik een telefoontje van mijn collega in Newark (New Jersey). Hij zei: “Trein nummer zus en zo is gearriveerd zonder bagagewagon. Driehonderd passagiers zijn ergens hun bagage kwijtgeraakt en zijn boos.”

‘Ik ging onmiddellijk aan de slag om er achter te komen waar de bagage heen kon zijn gegaan. Ik vernam dat de wagon in Oakland (Californië) op de juiste wijze was geladen en aan de trein gekoppeld. Hij was in Salt Lake City op onze spoorlijn gezet, was naar Denver gereden, naar Pueblo gebracht, op een andere spoorlijn gezet en naar St.-Louis gebracht. Daar had een andere spoorwegmaatschappij de wagon moeten overnemen, die hem naar Newark had moeten brengen. Maar een achteloze wisselwachter op het emplacement van St.-Louis had een klein stukje staal van slechts acht centimeter, een wissel, overgehaald en vervolgens aan een hefboom getrokken om de wagon te ontkoppelen. Wij ontdekten dat de bagagewagon die in Newark had moeten zijn, zich in feite in New Orleans (Louisana) bevond, 2400 kilometer van zijn bestemming verwijderd. Het overhalen van acht centimeter wissel door een achteloze werknemer op het emplacement van St.-Louis, had hem op het verkeerde spoor gezet en had de afstand tot zijn ware bestemming enorm vergroot. En zo gaat het ook in ons leven. In plaats van een vaste koers aan te houden, worden we door een misvatting in een andere richting getrokken. Die afwijking van onze oorspronkelijke bestemming kan aanvankelijk erg klein zijn, maar als die doorzet, kan die kleine afwijking een grote kloof worden en kunnen we heel ver terechtkomen van waar we naartoe wilden gaan.

‘Heb je weleens naar een grote poort van zo’n vijf meter bij een boerderij gekeken? Als je die opendoet, zwaait hij heel ver open. Hoewel het uiteinde bij de scharnieren nauwelijks beweegt, is de draaicirkel van de poort erg groot. Het leven draait om de kleine dingen die grote dingen teweegbrengen in ons leven, beste jonge vrienden.’ (‘Advies en een gebed van een profeet voor de jongeren’, Liahona, april 2001, pp. 34–35.)

Alma 37:35. ‘Leer in uw jeugd de geboden Gods te onderhouden.’

Ouderling L. Tom Perry van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft een verhaal verteld over Creed Haymond, een man die in zijn jeugd had geleerd om de geboden van God te onderhouden:

‘Creed Haymond [was] een jonge mormoon die zich bij de University of Pennsylvania aanmeldde en werd aangenomen. Hij was een atleet die bekend stond om zijn snelheid, en gezien zijn instelling en gedrag werd hij als aanvoerder van het atletiekteam gekozen.

‘Eind mei 1919 werd het jaarlijkse toernooi van de Amerikaanse Interuniversitaire Bond van Amateuratleten gehouden in het Harvard-stadion. De beste atleten van de universiteiten kwamen naar Cambridge — 1700 in totaal. In de voorrondes had Pennsylvania 17 man geplaatst. Cornell, hun meest gevreesde rivaal dat jaar, had er maar 10 geplaatst. Het team van Pennsylvania maakte goede kans op de titel. De scores werden gebaseerd op de eerste vijf plaatsen — vijf punten voor de eerste plaats, vier voor de tweede, drie voor de derde, twee voor de vierde en een voor de vijfde. Natuurlijk had het team dat de meeste deelnemers had geplaatst de grootste kans om te winnen.

‘Aan de vooravond van het toernooi was de trainer van Pennsylvania erg optimistisch. Hij ging tegen bedtijd bij alle teamleden langs. Hij kwam bij Creeds kamer en zei: “Creed, als we morgen ons best doen, winnen we makkelijk.”

‘De trainer aarzelde even; “Creed, ik geef de jongens een slokje wijn vanavond. Ik wil dat jij ook wat neemt — een klein beetje maar natuurlijk.”

‘“Dat doe ik niet.”

‘“Luister, ik ga je echt niet dronken voeren. Ik weet wat jullie bij de mormonen geloven. Het is gewoon een soort medicijn, zodat je morgen op je best bent.”

‘“Ik heb er niks aan, coach; ik wil het niet.”

‘De trainer antwoordde: “Bedenk dat je de aanvoerder van het team bent, Creed, jij moet de punten binnenhalen. 14000 studenten verwachten van jou persoonlijk dat je dit toernooi voor ons wint. Als jij verliest, verliezen we allemaal. Ik weet heus wel wat goed voor je is.”

‘Creed wist dat andere trainers soms wat wijn gaven als de mannen hun spieren en zenuwen tot het uiterste hadden getraind. Hij wist ook dat de trainer hem vroeg iets te doen wat inging tegen alles wat hij sinds z’n jeugd had geleerd. Hij keek z’n trainer in de ogen en zei: “Ik doe ’t niet.”

‘De trainer antwoordde: “Je bent een rare, Creed. Je drinkt geen thee bij de training. Je hebt je eigen ideeën. Maar goed, doe wat je wilt.”

‘De trainer liet een uitermate bezorgde aanvoerder achter. Stel dat hij het morgen verprutste? Wat moest hij dan tegen z’n trainer zeggen? Hij zou het tegen de snelste mannen ter wereld opnemen. Alleen een topprestatie was goed genoeg. Misschien zou Pennsylvania door zijn koppigheid verliezen. De andere teamleden deden wat hun gezegd werd. Ze geloofden in hun trainer. Welk recht had hij om nee te zeggen? Er was maar één reden. Hem was z’n hele leven geleerd om het woord van wijsheid te onderhouden.

‘Het was een kritiek moment in dit jonge leven. Gebukt onder de intensiteit van zijn eigen geestelijke krachten knielde hij neer en vroeg hij de Heer hem te laten zien of het woord van wijsheid, dat hij had geloofd en onderhouden, inderdaad waar is. Toen ging hij naar bed en viel in een diepe slaap.

‘De volgende ochtend kwam de trainer z’n kamer binnen en vroeg: “En, hoe voel je je?”

‘“Prima,” zei de aanvoerder opgewekt.

‘“Alle andere jongens zijn ziek. Ik weet niet wat er met ze aan de hand is,” zei de trainer ernstig.

‘“Misschien dat medicijn dat u ze gegeven hebt.”

‘“Ja, misschien wel,” antwoordde de trainer.

‘Om twee uur zaten twintigduizend toeschouwers in hun stoel op het begin van de wedstrijd te wachten. Na verloop van tijd werd duidelijk dat er iets mis was met het sterrenteam van Pennsylvania. Onderdeel na onderdeel presteerde Pennsylvania onder de maat. Sommige teamleden waren zelfs te ziek om mee te doen.

‘De 100 en 200 meter sprint waren Creeds specialiteit. Deze moest hij voor Pennsylvania winnen. Hij liep tegen de vijf snelste mannen van de Amerikaanse universiteiten. Ze kwamen aan de start voor de 100 meter sprint, en bij het pistoolschot sprongen ze op en lagen bijna direct op snelheid — op één na: Creed Haymond. De hardloper die in de series in baan 2 had gelopen — waar Creed nu in liep — had een paar centimeter achter de plaats waar Haymond zijn voet had neergezet een gat getrapt om zich goed te kunnen afzetten. In die tijd gebruikten ze nog geen startblokken. Door Creeds enorme afzet brak het smalle strookje aarde door en kwam hij achter de lijn op z’n knie terecht.

‘Hij kwam overeind en probeerde de achterstand in te halen. Na 55 meter liep hij nog achteraan. Toen leek hij de vijfde man voorbij te vliegen, toen de vierde, de derde, en de tweede. Vlak voor het lint, met wild kloppend hart van de inspanning en sprintend als de wervelwind, passeerde hij de koploper en won hij de race.

‘Door een fout van de organisatoren waren de series van de 200 meter pas laat in het toernooi gelopen. Pech bleef Pennsylvania die dag achtervolgen, want Creed was in de laatste serie van de 200 meter ingedeeld. En vijf minuten na die race werd hij opgeroepen voor de finale van de 200 meter, het laatste onderdeel van die dag. Een van de mannen die in een eerdere serie had gelopen, rende naar hem toe. “Zeg tegen de scheidsrechter dat je moet rusten voor je weer gaat lopen. Volgens de regels heb je er recht op. Ik ben nauwelijks op adem, en ik heb nog vóór jou gelopen.”

‘Hijgend liep Creed naar de scheidsrechter en smeekte om meer tijd. De official zei dat hij hem tien minuten zou geven. Maar de menigte eiste luidruchtig dat de finale zou beginnen. De scheidsrechter gaf toe en riep de mannen naar de start. Onder normale omstandigheden zou Creed niets te vrezen hebben gehad. Hij was waarschijnlijk de snelste ter wereld op deze afstand, maar hij had die middag al drie keer gelopen — waarvan één die adembenemende 100 meter sprint.

‘De scheidsrechter riep: Op uw plaatsen, hief het pistool op, en met een rookwolk begon de race. Dit keer schoot de aanvoerder van Pennsylvania van zijn startplaats weg. Al gauw kwam Creed aan de kop van het rennersveld te lopen. Hij nam meer afstand, en met een explosieve versnelling en zes meter voor zijn naaste belager brak hij het lint waarmee hij z’n tweede race won — de 200 meter sprint.

‘Pennsylvania had de wedstrijd verloren, maar hun aanvoerder had de fans verrukt met z’n fantastische overwinningen.

‘Aan het einde van die vreemde dag, toen Creed Haymond naar bed ging, dacht hij ineens terug aan zijn vraag van die vorige avond over de goddelijke oorsprong van het woord van wijsheid. Hij liet de verschillende gebeurtenissen de revue passeren — de andere teamleden die wijn hadden gedronken en hadden verloren; zijn onthouding die hem overwinningen hadden gebracht waar zelfs hij verbaasd van stond. Hij voelde de zoete, simpele verzekering van de Geest dat het woord van wijsheid van God kwam (aangepast overgenomen uit Joseph J. Cannon,‘Speed and the Spirit’, Improvement Era, oktober 1928, pp. 1001–1007).’ (Zie ‘Lopen en niet moede worden’, De Ster, januari 1997, pp. 35–37.)

Alma 37:38–46. De Heilige Geest is als de Liahona

Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft de Liahona met de Heilige Geest vergeleken:

‘Nu we ons allemaal op de levensweg bevinden, ontvangen we leiding van de Heilige Geest net zoals Lehi aanwijzingen via de Liahona kreeg. (…)

‘De Heilige Geest werkt in ons leven precies zoals de Liahona dat voor Lehi en zijn gezin deed, naar hun geloof, ijver en aandacht. (…)

‘En de Heilige Geest voorziet ons nu van de middelen waarmee we, ‘door kleine en eenvoudige dingen’ (Alma 37:6), meer begrip in de wegen des Heren krijgen. (…)

‘De Geest des Heren kan ons tot gids zijn en ons op onze aardse reis zegenen met leiding, aanwijzingen en spirituele bescherming. We stellen ons leven open voor de Heilige Geest door afzonderlijk en in gezinsverband te bidden, ons te vergasten aan het woord van Christus, ijverig en stipt gehoorzaam te zijn, onze verbonden na te komen en te eren, en door deugdzaam, ootmoedig en zorgzaam te zijn. En we schuwen alles wat onfatsoenlijk, grof, vulgair, zondig of slecht is en ons vervreemdt van de Heilige Geest.

We stellen ons ook open voor het permanente gezelschap van de Heilige Geest wanneer we elke sabbat waardig aan het avondmaal deelnemen.’ (‘Opdat wij zijn Geest altijd bij ons mogen hebben’, Liahona, mei 2006, pp. 30–31.)

Afdrukken