Bibliotheek
Les 95: Alma 38


Les 95

Alma 38

Inleiding

Shiblon vervulde samen met zijn vader, Alma, een zending onder de Zoramieten (zie Alma 31:7). Na deze zending uitte Alma zijn vreugde over Shiblons standvastigheid en getrouwheid gedurende de vervolging. Hij getuigde tot Shiblon van de bevrijdende macht van de Heiland en gaf raad aangaande Shiblons voortgaande inspanningen om het evangelie te prediken.

Onderwijstips

Alma 38:1–3

Alma verheugt zich in Shiblons getrouwheid

Als u aan het eind van de vorige les de cursisten gevraagd hebt om de activiteit te doen, herinnert u hen aan de twee vragen die zij hun ouders of een andere volwassene moesten stellen:

  • Hoe heeft gehoorzaamheid aan de geboden van God u geholpen?

  • Welk advies heeft u voor mij om meer wijsheid in mijn jeugd te hebben?

Vraag de cursisten naar hun ervaringen met deze activiteit. Na hun antwoorden vraagt u:

  • Hoe heeft deze ervaring jullie verlangen beïnvloed om de geboden van de Heer te onderhouden?

Leg uit dat Alma 38 verslag doet van de raad die Alma aan zijn zoon Shiblon gaf. Vraag een cursist Alma 38:1–3 voor te lezen. Laat de klas in hun eigen Schriften meelezen en letten op zinsneden die beschrijven hoe Alma over Shiblon dacht en waarom. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

  • Wat leren we in Alma 38:2–3 over de invloed die rechtvaardige kinderen op hun ouders kunnen hebben? (De cursisten kunnen verschillende antwoorden geven. Maak de volgende waarheid duidelijk: wanneer jongeren standvastig en getrouw de geboden onderhouden, kunnen zij hun ouders grote vreugde brengen.)

  • Wanneer waren je ouders verheugd vanwege een goede keuze die je had gemaakt of vanwege je inspanningen om het evangelie na te leven?

  • Hoe is je relatie met je ouders door het naleven van de geboden beïnvloed?

U kunt een voorbeeld geven van hoe uw familie beïnvloed is door rechtvaardige keuzes van kinderen uit de familie.

Alma 38:4–9

Alma getuigt van de bevrijdende macht van de Heiland

Leg uit dat Alma Shiblon eraan herinnerde dat ze beide de bevrijdende macht van de Heiland hadden ervaren. Maak het volgende schema als uitreikblad of zet het op het bord en laat de cursisten het in hun aantekenschrift of Schriftendagboek overnemen.

Shiblon (Alma 38:4–5)

Alma (Alma 38:6–8)

Waar werd hij van bevrijd?

Waarom ontving hij de zegen van bevrijding?

Wat kunnen wij van zijn ervaring leren?

Maak het schema met de klas af of laat de cursisten het schema in koppels afmaken. Laat de cursisten de Schriftteksten uit het schema bij het beantwoorden van de vragen raadplegen. Moedig ze aan om gebruik te maken van de kennis die zij al hebben over de Heer die Shiblon bevrijdt (zie Alma 38:2–3) en Alma (zie Mosiah 27; Alma 36). Stel de cursisten nadat ze het schema hebben ingevuld de volgende vragen om de beginselen die zij hebben geleerd te bespreken:

  • Wat kunnen wij van Shiblons ervaring leren? (De cursisten kunnen verschillende beginselen noemen. Maak ze de volgende waarheid duidelijk: Als wij alles met geduld en vertrouwen in God doorstaan, zal Hij ons van beproevingen, moeilijkheden en benauwingen bevrijden en ons ten laatsten dagen verhogen.)

  • Wat kunnen wij van Alma’s ervaring leren? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: wij moeten geloof in Jezus Christus oefenen en naar zijn barmhartigheid zoeken om vergeving van onze zonden te ontvangen en vrede voor onze ziel te vinden.)

Laat een cursist Alma 38:9 voorlezen. Vraag de klas om in hun eigen Schriften mee te lezen en op te zoeken wat Alma zijn zoon over de Heiland wilde leren.

  • Waarom is het belangrijk voor ons om te weten dat ‘er geen andere weg of middel is waardoor [we kunnen] worden gered, dan alleen door Jezus Christus’?

  • In welke opzichten hebben jullie je door de macht van de Heiland bevrijd gevoeld? (Geef de cursisten de tijd om over deze vraag na te denken voordat ze die beantwoorden.) Wat deden jullie om naar die bevrijding te streven?

Geef de cursisten de tijd om te overwegen hoe zij bij een persoonlijk probleem de hulp van de Heer kunnen inroepen.

Alma 38:10–15

Alma geeft Shiblon de raad om het evangelie te blijven prediken en rechtschapen eigenschappen te blijven ontwikkelen

Leg uit dat Alma Shiblon aanmoedigde om eigenschappen te ontwikkelen die hem zouden helpen bij het prediken van het evangelie en het dienen van anderen. Alma’s raad aan Shiblon is op iedereen van toepassing die wil dienen, onderwijzen of anderen ten goede wil beïnvloeden. Laat de cursisten Alma 38:10–15 doorlezen en opletten bij welke raad zij het meeste baat hebben. Laat de cursisten hun bevindingen desgewenst markeren.

Geef de cursisten aan het einde van deze les een kopie van de leergids. Leg uit dat zij met het gebruik van deze gids zullen zien hoe onze inspanningen om rechtvaardige eigenschappen te ontwikkelen ons voorbereiden om anderen te dienen en te onderwijzen. Vraag ze een deel van Alma’s raad in de linkerkolom van de gids te kiezen en de bijbehorende leeractiviteit in de rechterkolom te doen. (Als u geen kopie kunt maken, past u de oefening aan door een klassikale bespreking te houden en de informatie uit de leergids als bron te gebruiken.)

Als de cursisten genoeg tijd hebben gehad om een van de leeractiviteiten in de leergids te doen, kunt u desgewenst enkelen vragen om te vertellen wat zij van deze oefening hebben geleerd en hoe zij die van plan zijn toe te passen. Als u de cursisten een kopie van de leergids gegeven hebt, moedigt u ze aan om die mee naar huis te nemen en meer te leren over Alma’s raad aan Shiblon.

Leergids voor Alma 38:10–12

Bestudeer verschillende delen van Alma’s raad hieronder en kies er een uit waarin je je wilt verbeteren. Doe de bijbehorende leeractiviteit om deze raad in je leven toe te passen.

Alma’s raad

Leeractiviteiten

Wees ijverig en matig in alle dingen (zie Alma 38:10).

IJver is een bestendige, zorgvuldige en gewetensvolle inspanning. ‘Beheerst zijn betekent dat we in alle dingen matig en gedisciplineerd zijn.’ (Kent D. Watson, ‘Beheerst in alle dingen’, Liahona, november 2009, p. 38.) Noteer in je Schriftendagboek waarom deze twee karaktereigenschappen vereist zijn als iemand in het evangelie onderwijst en anderen dient. Noteer ook op welke gebieden je ijveriger of matiger wilt zijn en hoe verbetering op deze gebieden je zal helpen om anderen effectiever te onderwijzen en dienen.

‘Zie toe dat gij niet tot hoogmoed verheven wordt; zie toe dat gij niet […] roemt’ (Alma 38:11).

Hoogmoed wil zeggen dat we meer op onszelf vertrouwen dan op God. Hoogmoedige mensen denken dat zij superieur aan of belangrijker zijn dan anderen. Schrijf in je Schriftendagboek op wat er kan gebeuren als een lid hoogmoedig in zijn of haar roeping is. Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Ware discipelen geloven in wat ze zeggen, maar ze zijn niet arrogant.’ (‘Christelijke moed: de prijs van het discipelschap’, Liahona, november 2008, p. 73.) Denk aan iemand die bij het onderwijzen in het evangelie gelooft in wat hij of zij zegt. Schrijf in je Schriftendagboek over deze persoon en over de invloed die zijn of haar onderricht op jou gehad heeft. Noteer ook een of twee manieren waarop jij hoogmoed zult mijden.

‘Gebruik vrijmoedigheid, maar geen aanmatiging’ (Alma 38:12).

Lees de woorden van de apostel Paulus in Filippenzen 1:14 (in het Nieuwe Testament) om te zien hoe dienstknechten van God vrijmoedigheid kunnen laten zien. President James E. Faust van het Eerste Presidium heeft gezegd hoe we aanmatiging kunnen vermijden: ‘Ik geloof niet dat we […] luidruchtig, opdringerig of ongevoelig moeten zijn in onze opzet om zendingswerk te doen.’ (James P. Bell, In the Strength of the Lord: The Life and Teachings of James E. Faust [1999], p. 373.) Noteer in je Schriftendagboek hoe iemand vrijmoedig kan zijn zonder aanmatigend te zijn. Schrijf een specifieke manier op waarop je de raad om vrijmoedig te zijn zult toepassen zonder aanmatigend te zijn. Schrijf ook op hoe deze raad jou kan helpen om anderen succesvol te onderwijzen en te dienen.

Beteugelt uw hartstochten (zie Alma 38:12).

‘Beteugelen’ betekent iets inperken, in goede banen leiden of beheersen. Een hartstocht is een sterke emotie. Overpeins de volgende vragen en schrijf je antwoorden in je Schriftendagboek op: Waarom is het volgens jou belangrijk om onze hartstochten te beteugelen? Hoe kunnen wij door het beteugelen van onze hartstochten met liefde vervuld worden? Wat ga jij doen om Alma’s raad op te volgen om al je hartstochten te beteugelen?

Luiheid vermijden (zie Alma 38:12).

Bestudeer de teksten uit de Gids bij de Schriften onder ‘Lui, Luiheid’. Zoek op wat het betekent om lui te zijn en wat het tegenovergestelde van luiheid is. Kies twee teksten onder het kopje en bestudeer deze. Schrijf in je Schriftendagboek op wat je van deze teksten hebt geleerd. Schrijf op hoe de raad om luiheid te vermijden je zal helpen om anderen effectiever te onderwijzen en te dienen. Schrijf ten slotte op hoe jij luiheid zult vermijden.

Afdrukken