Bibliotheek
Les 96: Alma 39


Les 96

Alma 39

Inleiding

Alma wees zijn afgedwaalde zoon Corianton terecht, die zijn bediening had verzaakt en een seksuele zonde had begaan. Alma leerde hem de ernst van zijn daden en uitte zijn teleurstelling dat Corianton zich aan een dergelijke ernstige zonde schuldig had gemaakt. Alma gebood zijn zoon om niet meer de begeerten van zijn ogen na te jagen en zich te bekeren. (Alma’s raad aan Corianton over andere onderwerpen gaat verder in de hoofdstukken 40–42.)

Onderwijstips

Alma 39:1–8

Alma legt aan zijn zoon Corianton de ernst van seksuele zonden uit

Zet de volgende vraag op het bord: Waarom zijn sommige zonden ernstiger dan andere?

Laat de cursisten in stilte over deze vraag nadenken. Maak duidelijk dat Alma’s raad in Alma 39 ons de ernstige aard van bepaalde zonden helpt begrijpen.

Laat de cursisten naar de opmerking net boven het kopje van hoofdstuk 39 kijken. Vraag ze aan te geven wie in dit hoofdstuk spreekt en tot wie hij spreekt (Alma spreekt tot zijn zoon Corianton). Leg uit dat Corianton Alma en zijn broer Shiblon had vergezeld om het evangelie onder de Zoramieten te prediken, maar dat hij in zonde was vervallen. Maak duidelijk dat de cursisten Alma’s raad aan Corianton in dit hoofdstuk en de volgende drie hoofdstukken beter zullen begrijpen als ze begrijpen wat Corianton verkeerd had gedaan.

Vraag een cursist Alma 39:1–5 voor te lezen. Laat de klas opletten welke verkeerde daad Corianton had verricht. (U moet wellicht uitleggen dat het woord lichtekooi in vers 3 naar een onzedelijke vrouw of prostituee verwijst.)

  • Welke verkeerde daad had Corianton verricht? Welke zonden van Corianton waren het ernstigst? (Seksuele onreinheid.)

  • Onder de Zoramieten had Corianton in zijn kracht en wijsheid geroemd (zie Alma 39:2). Hoe kan een hoogmoedige houding tot ernstige zonden zoals seksuele onreinheid leiden? Wat zijn enkele hedendaagse voorbeelden van hoogmoedige houdingen die mensen tot seksuele zonden verleiden? (Terwijl de cursisten deze vragen bespreken, maakt u ze duidelijk dat hoogmoedige mensen vaak hun eigen kracht overschatten, waaronder hun vermogen om verleidingen te weerstaan. Enkele hedendaagse voorbeelden hiervan: op jonge leeftijd gaan daten en slechts één persoon daten.)

Laat de cursisten Alma 39:5 doorlezen en opletten hoe Alma de ernst van seksuele zonde uitlegde. (Het is misschien handig om uit te leggen dat het woord gruwel naar iets zondigs, goddeloos, of vreselijks verwijst.)

  • Wat vindt de Heer van seksuele zonde? (Terwijl de cursisten antwoorden, maakt u ze duidelijk dat seksuele zonden een gruwel zijn in de ogen van de Heer.)

  • Waarom zijn hoererij en overspel na moord het ernstigst?

Vraag de cursisten de eerste twee alinea’s van het onderwerp ‘Seksuele reinheid’ in Voor de kracht van de jeugd te lezen. Hierdoor zullen ze de normen en beloften van de Heer omtrent seksuele reinheid begrijpen. Laat ze tijdens het lezen naar antwoorden op de volgende vraag zoeken. (Zet de vraag eventueel op het bord. Laat de cursisten desgewenst hun bevindingen in het boekje markeren.)

  • Wat zijn de voordelen van seksuele reinheid?

Nadat de cursisten genoeg tijd hebben gehad om de verzen te bestuderen en de vraag te beantwoorden, vraagt u ze de rest van het onderwerp ‘Seksuele reinheid’ door te lezen waarbij ze naar een antwoord op de volgende vraag zoeken:

  • Welke normen heeft de Heer gesteld op het gebied van seksuele reinheid?

Laat de cursisten zich afvragen welke boodschap de Heer hun in het stukje dat ze net hebben gelezen duidelijk wil maken. Getuig van de ernst van seksuele zonde en de zegeningen die uit seksuele reinheid voortvloeien.

Maak duidelijk dat Alma zijn plicht als ouder vervulde toen hij zijn zoon over een gevoelige kwestie raad gaf. Laat de cursisten zich afvragen hoe zij op de raad van hun ouders of kerkleiders omtrent seksuele reinheid zouden reageren. Laat ze Alma 39:7–8 doorlezen en opzoeken welk doel Alma had met het onderwijzen van Corianton in de ernst van seksuele zonden.

  • Waarom onderwees Alma Corianton in de ernst van zijn zonden? (Om Corianton te helpen zich te bekeren, zodat hij niet schuldig voor God zou staan.)

  • Hoe zouden we reageren als iemand ons tot bekering zou uitnodigen?

Lees de volgende uitspraak van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen voor om de cursisten duidelijk te maken waarom ouders, zoals Alma, hun kinderen tot bekering zouden uitnodigen:

Afbeelding
Ouderling D. Todd Christofferson

‘De uitnodiging tot bekering is een uiting van liefde. […] Als we andere mensen niet uitnodigen om te veranderen, of als we niet van onszelf verlangen dat we ons bekeren, dan schieten we tekort in een fundamentele plicht tegenover elkaar en onszelf. Een toegeeflijke ouder, een tolerante vriend en een bange kerkleider maken zich in werkelijkheid drukker om zichzelf dan om het welzijn en het geluk van hen die zij zouden kunnen helpen. Ja, de oproep tot bekering wordt soms als onverdraagzaam of beledigend gezien, en kan zelfs verontwaardiging opwekken, maar indien geleid door de Geest, is het in werkelijkheid een daad van ware zorgzaamheid.’ (‘De goddelijke gave van bekering’, Liahona, november 2011, p. 39.)

Alma 39:9–19

Alma moedigt Corianton aan om zich te bekeren

Zet het volgende op het bord om de raad te introduceren die Alma aan zijn zoon gaf omtrent bekering en zich tot de Heer wenden: Bekering omvat …

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Alma 39:9–13 voor te lezen. Stel de cursisten na het lezen van elk vers de volgende vragen:

Alma 39:9

  • Wat houdt het in om je zonden te verzaken? (Om die zonde niet meer te begaan.)

  • Wat hebben de woorden ‘niet meer de begeerten van uw ogen najaagt’ en ‘gij u in al die dingen verloochent’ met het verzaken van zonden te maken? (Misschien zult u moeten toelichten dat in onze tijd de woorden ‘begeerten van uw ogen’ naar beelden en bepaalde amusementsvormen kunnen verwijzen die pornografisch zijn. Om de gevaren van pornografie te beklemtonen, kunt u de cursisten de raad over dat onderwerp op pagina 12 uit Voor de kracht van de jeugd laten lezen. U moet wellicht ook uitleggen dat het woord ‘verloochent’ in deze context betekent dat iemand zelfbeheersing oefent; zie voetnoot 9b.)

  • Op welke manieren kunnen jonge heiligen der laatste dagen zelfbeheersing oefenen met betrekking tot seksuele reinheid en het najagen van de begeerten van hun ogen? (U kunt dieper op deze vraag ingaan door enkele situaties te beschrijven die van belang zijn in de cultuur en omstandigheden van uw cursisten. U kunt bijvoorbeeld iets als het volgende zeggen: Een meisje van de kerk heeft besloten om zichzelf te ‘verloochenen’. Dan wordt ze door een jongeman in wie ze geïnteresseerd is naar een ongepast feest gevraagd. Hou zou ze daarop moeten reageren?)

Wijs erop dat Alma 39:9 een kerntekst is. U kunt de cursisten in overweging geven deze tekst in hun Schriften te markeren zodat ze die gemakkelijk kunnen terugvinden.

Alma 39:10

  • Hoe kan het zoeken naar geestelijk voedsel — van bijvoorbeeld ouders, kerkleiders en -leidsters, broers of zussen, of vertrouwde vriend(inn)en — ons bij onze bekering helpen?

Alma 39:11

  • Wat houdt het in om je door geen enkele zaak te laten misleiden?

  • Wat zijn enkele ‘ijdele of dwaze’ zaken waardoor mensen tegenwoordig worden misleid?

Alma 39:12

  • Wat houdt het in om je van ongerechtigheden te onthouden? (Om zonde te mijden.)

Alma 39:13

Leg uit dat iemand bij bekering ‘zijn hart en wil tot God wendt’ (zie Gids bij de Schriften, ‘Bekering’). In de Schriften staat de zinsnede ‘tot de Heer wenden’ doorgaans voor bekering.

  • Wat houdt het volgens jullie in om ‘u tot de Heer te wenden met geheel uw verstand, macht en kracht’?

Herinner de cursisten eraan dat Coriantons gedrag gedurende zijn zending onder de Zoramieten ervoor had gezorgd dat sommige mensen niet in Alma’s woorden geloofden (zie Alma 39:11).

  • Wat moeten wij als onderdeel van onze bekering doen wanneer onze zonden anderen beïnvloeden? (Onze fouten erkennen en belijden aan degene die we gekwetst hebben, en proberen om de schade te herstellen.)

Zet de volgende waarheid op het bord: Bekering omvat het erkennen en verzaken van onze zonden en ons tot de Heer wenden met geheel ons verstand, onze macht en onze kracht. U kunt de cursisten deze uitspraak desgewenst naast Alma 39:13 in hun Schriften laten noteren. Laat de cursisten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek opschrijven wat zij volgens de Heer moeten doen om hun hart en wil meer tot Hem te wenden.

Om nadruk te leggen op de rol van de Heiland in het bekeringsproces, vraagt u een cursist Alma 39:15–16, 19 voor te lezen. Vraag de klas te letten op een zinsnede die drie keer in deze verzen wordt herhaald. (De zinsnede is ‘blijde boodschap’.)

  • In welke ‘blijde boodschap’ onderwees Alma zijn zoon? (Uit de antwoorden van de cursisten moet blijken dat Jezus Christus kwam om de zonden van de wereld weg te nemen. U kunt dit eventueel op het bord zetten.)

  • Waarom was de komst van Jezus Christus goed nieuws voor Corianton? (Als de cursisten deze vraag beantwoorden, kunt u ze wellicht vertellen dat Corianton zich later van zijn zonden bekeerde en terugkeerde naar het zendingsveld [zie Alma 49:30].)

Overweeg met de klas te bespreken hoe voor u of voor mensen die u kent de boodschap van de verzoening van Jezus Christus een ‘blijde boodschap’ is. Getuig van de beginselen die u aan de hand van Alma 39 met de klas hebt besproken. Moedig de cursisten aan om te luisteren naar de ingevingen die zij wellicht tijdens de les hebben gekregen zodat zij hun reinheid kunnen beschermen en zich door bekering tot de Heer kunnen wenden.

Tekstenbeheersing — Alma 39:9

Deel de klas op in groepjes van vier of vijf. Geef elk groepje een dobbelsteen en een potlood. (Indien u geen dobbelsteen kunt vinden, kunt u de activiteit aanpassen door zes papiertjes, elk genummerd met 1 tot en met 6, in een envelop of iets anders te doen.) Elke cursist heeft tevens een leeg vel papier nodig. Laat elk groepje om een tafel of in een kring zitten. Vraag ze Alma 39:9 op te slaan.

Leg uit dat het doel van de activiteit is om als eerste van de groep heel Alma 39:9 op te schrijven. Omdat er maar één potlood per groep is, kan er slechts één persoon per keer schrijven. Een persoon komt voor het potlood in aanmerking door 1 te gooien.

Laat de groepsleden om de beurt met de dobbelsteen gooien (of een papiertje pakken en weer terugleggen). Wanneer iemand 1 gooit (of pakt), krijgt hij of zij het potlood en begint te schrijven, waarbij de persoon tijdens het schrijven elk woord hardop zegt. Ondertussen gooien de andere groepsleden met de dobbelsteen om in aanmerking voor het potlood te komen. Wanneer een andere cursist in de groep 1 gooit, krijgt die persoon het potlood van de vorige schrijver en begint het vers op zijn of haar vel papier op te schrijven terwijl hij of zij de woorden zegt. De vorige schrijver gooit weer met de rest van de groep met de dobbelsteen. Wanneer een cursist in aanmerking komt voor het potlood en die persoon al een gedeelte van het vers op zijn of haar vel papier heeft staan, moet die persoon het gedeelte voorlezen dat hij of zij al heeft genoteerd alvorens verder te schrijven. (Door de herhaling zullen de cursisten het vers uit het hoofd leren.) De activiteit is afgelopen wanneer een cursist uit elk groepje Alma 39:9 volledig heeft opgeschreven.

Laat de klas het vers na de activiteit gezamenlijk opzeggen.

Opmerking: Vanwege de aard en lengte van de les van vandaag kunt u deze activiteit wellicht beter op een andere dag gebruiken, wanneer u meer tijd hebt.

Toelichting en achtergrondinformatie

Alma 39:3. Gevolgen van seksuele zonden

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende over de ernst en gevolgen van seksuele zonden gezegd:

‘Als God zo’n ernst toekent aan een lichamelijke begeerte die ons allemaal gegeven is, wat probeert God ons dan duidelijk te maken over de plaats ervan in zijn plan voor alle mensen? Ik stel dat dit precies is wat Hij doet — duidelijkheid geven over dat plan van het leven zelf. Duidelijkheid behoort tot zijn grootste aandachtspunten wat het sterfelijk leven betreft, hoe men ter wereld komt en hoe men die weer verlaat. Hij heeft daarvoor zeer strenge grenzen aangegeven. […]

Het lichaam is een essentieel onderdeel van de ziel. Die kenmerkende en zeer belangrijke leer van onze kerk onderstreept waarom een seksuele zonde zo ernstig is. Wij verklaren dat iemand die het door God gegeven lichaam van een ander zonder goddelijke toestemming gebruikt, de ziel van die persoon beschadigt, en schade toebrengt aan het belangrijkste doel en het verloop van het leven, “de sleutel” tot het leven, zoals president Boyd K. Packer het eens noemde [zie Ensign, juli 1972, p. 113]. Door iemands lichaam te misbruiken — dus iemands ziel te misbruiken — ontheiligt men de verzoening van Christus, waardoor die ziel is gered en waardoor de gave van eeuwig leven mogelijk wordt. Als men de Zoon der Gerechtigheid tot een bespotting maakt, betreedt men het rijk van vuur, heter en heiliger dan de middagzon. Dat kun je niet doen zonder je te branden.

‘Zeg alsjeblieft nooit: “Wie doe ik er kwaad mee? Waarom niet wat vrijheid? Ik kan nu overtreden en me later bekeren.” Wees alsjeblieft niet zo dom en zo wreed. Je kunt Christus niet ongestraft “opnieuw kruisigen”. [Zie Hebreeën 6:6.] “Vliedt de hoererij”, roept Paulus uit [zie 1 Korintiërs 6:18], en vliedt ook “iets dergelijks” voegt de Leer en Verbonden daaraan toe [zie LV 59:6; cursivering toegevoegd]. Waarom? Nou, enerzijds vanwege het onmetelijke geestelijke en lichamelijke lijden dat de Heiland van de wereld ondergaan heeft, opdat wij zouden kunnen vlieden [zie in het bijzonder LV 19:15–20]. Wij zijn Hem daarvoor iets verschuldigd. Wij zijn Hem werkelijk alles verschuldigd. “Gij [zijt] niet van uzelf”, zegt Paulus. ‘“U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn” [1 Korintiërs 6:19–20; cursivering toegevoegd; zie ook vss. 13–18]. Bij een seksuele overtreding staat de ziel op het spel — het lichaam én de geest. […]

Met zaken die de intimiteit tussen twee mensen betreft, moet je wachten! Je moet wachten totdat je alles kunt geven, en dat mag je pas als je wettig gehuwd bent. Ongeoorloofd geven wat niet van jou is (weet je nog “dat gij niet van uzelf zijt”) en slechts een deel geven als je je daarna niet volledig kunt geven, is een soort emotionele vorm van Russische roulette. Als je lichamelijke bevrediging blijft najagen zonder instemming van de hemel, loop je het vreselijke gevaar zo veel geestelijke, psychische schade op te lopen, dat je zowel je verlangen naar lichamelijke intimiteit kunt verliezen als je vermogen om onverdeeld toegewijd te zijn aan een latere, oprechtere liefde. Dat oprechtere moment van voorgeschreven liefde, van echte eenheid, kan aanbreken en je kunt tot je afschuw ontdekken dat je wat je had moeten bewaren, kwijt bent, en dat alleen Gods genade je nonchalant weggegeven deugd kan herstellen. De allermooiste gave die je jouw eeuwige partner op je huwelijksdag kunt schenken, is je allerbeste zelf — rein, zuiver en de reinheid van de ander waardig.’ (Zie ‘Reinheid’, De Ster, januari 1999, pp. 90–91.)

Alma 39:6. Wat is de onvergeeflijke zonde?

De profeet Joseph Smith heeft meer inzicht gegeven in de onvergeeflijke zonde:

‘Alle zonden kunnen vergeven worden, behalve de zonde tegen de Heilige Geest; want Jezus zal iedereen verlossen, behalve de zonen des verderfs. Wat moet iemand doen om de onvergeeflijke zonde te begaan? Hij moet de Heilige Geest ontvangen, de hemelen moeten zich voor hem openen, hij moet God kennen, en dan tegen Hem zondigen. Als een man tegen de Heilige Geest heeft gezondigd, is er geen bekering mogelijk. Hij moet zeggen dat de zon niet schijnt terwijl hij die ziet; hij moet Jezus Christus verloochenen terwijl de hemelen voor hem geopend zijn, en het heilsplan verloochenen terwijl zijn ogen open staan voor de waarheid ervan; en vanaf die tijd wordt hij een vijand. Dat is het geval met veel afvalligen van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.’ (History of the Church, deel 6, p. 314.)

Iemand die een getuigenis van de Heilige Geest ontvangt en dan van de kerk wegvalt of minderactief wordt, is niet schuldig aan de onvergeeflijke zonde.

Alma 39:13. Bekering: ons weer tot God wenden

Ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft over bekering gezegd dat het omkeren of terugkeren naar God betekent:

‘Als wij zondigen, wenden wij ons van God af. Als wij ons bekeren, wenden wij ons weer tot God.

‘De uitnodiging tot bekering klinkt zelden als een terechtwijzing, maar vaak als een liefdevolle oproep tot een ommekeer om zich weer tot God te wenden.’ (‘Bekeert u […] opdat ik u moge genezen’, Liahona, november 2009, p. 40.)

Alma 39:15. Jezus Christus zal de zonden van de wereld wegnemen

Ouderling D. Todd Christofferson heeft uitgelegd hoe we toegang krijgen tot de zegeningen van de verzoening:

‘Uitsluitend bekering leidt tot de zonnige plateaus van een beter leven. En uiteraard krijgen we uitsluitend door bekering toegang tot de verzoenende genade van Jezus Christus en het heil. Bekering is een goddelijke gave, en we zouden een glimlach op ons gezicht moeten hebben als we erover praten. Zij leidt ons naar vrijheid, vertrouwen en gemoedsrust. In plaats van de spelbreker te zijn, is de gave van bekering juist een aanleiding tot ware vreugde.

‘Bekering is uitsluitend mogelijk dankzij de verzoening van Jezus Christus. Het is zijn oneindige offer dat “de mensen de middelen verschaft waardoor zij geloof tot bekering kunnen hebben” (Alma 34:15). Bekering is de noodzakelijke voorwaarde, en de genade van Christus is de kracht waardoor “de barmhartigheid de eisen der gerechtigheid bevredigen” kan (Alma 34:16).

‘[…] Bekering vergt serieuze doelgerichtheid en de bereidheid om door te zetten, zelfs als dat pijnlijk is. Pogingen om een lijst met concrete stappen tot bekering op te stellen, kan voor sommigen nuttig zijn, maar kan ook leiden tot een mechanische afvinkbenadering zonder echt gevoel of verandering. Ware bekering is niet oppervlakkig. De Heer geeft ons twee allesomvattende vereisten: “Hierdoor zult gij weten of iemand zich van zijn zonden bekeert — zie, hij zal ze belijden en ze verzaken” (LV 58:43).’ (‘De goddelijke gave van bekering’, Liahona, november 2011, pp. 38, 40.)

Afdrukken