Inleiding tot het boek Alma
Waarom dit boek bestuderen?
Door hun studie van het boek Alma leren de cursisten over Jezus Christus en over de noodzaak van zijn verzoening en opstanding in het heilsplan. Ze leren ook over de kracht van het woord van God om priesterlisten, valse leerstellingen, zonde, haat en afvalligheid te overwinnen en mensen een grote verandering van hart te laten ondergaan. De cursisten kunnen zich laten inspireren door het zendingswerk van Alma, Amulek en de zoons van Mosiah, alsook door de bekering en getrouwheid van de Anti-Nephi-Lehieten (het volk van Ammon). In de hoofdstukken over de oorlogsvoering tussen de Nephieten en de Lamanieten kunnen ze kennis van beginselen opdoen als leidraad in de roerige tijden waarin zij leven zodat ze stand kunnen houden in hun eigen strijd tegen de tegenstander.
Wie heeft dit boek geschreven?
Mormon heeft kronieken van de grote platen van Nephi gecompileerd en samengevat tot het boek Alma. Het boek is genoemd naar Alma, die, als zoon van Alma, vaak Alma de jonge wordt genoemd. Toen koning Mosiah de regering der rechters onder de Nephieten instelde, werd Alma de jonge de eerste opperrechter en volgde hij zijn vader als hogepriester over de kerk op (zie Mosiah 29:42). Uiteindelijk legde hij zijn positie als opperrechter neer om ‘zich geheel aan het hoge priesterschap’ te wijden en ‘het woord Gods aan het volk […] te verkondigen’ in het gehele land van de Nephieten (Alma 4:20; 5:1). Mormon gebruikte de kronieken van Alma’s bediening (zie Alma 1–44) en de geschriften van Alma’s zoons Helaman (zie Alma 45–62) en Shiblon (zie Alma 63) om het boek Alma samen te stellen.
Voor wie is dit boek geschreven en waarom?
Mormon richtte het boek Alma niet tot een bepaalde groep en geeft ook niet aan waarom hij het schreef. De vele leringen in het boek over de verlossende zending van Jezus Christus dragen echter bij aan een kerndoel van het Boek van Mormon, namelijk te getuigen ‘dat Jezus de Christus is, de Eeuwige God’ (titelblad van het Boek van Mormon; zie ook Alma 5; 7; 13; 32–34; 36; 39–42).
Wanneer en waar is het geschreven?
De oorspronkelijke kronieken waarop het boek Alma is gebaseerd, zijn vermoedelijk geschreven tussen 91 v.C. en 52 v.C. Mormon heeft die kronieken ergens tussen 345 n.C. en 385 n.C. samengevat. Mormon heeft niet vermeld waar hij zich bevond toen hij dit boek compileerde.
Wat zijn enkele onderscheidende kenmerken van dit boek?
Ofschoon het boek Alma het langste boek in het Boek van Mormon is, beslaat het een periode van slechts 39 jaar — van ongeveer 91 v.C. tot 52 v.C. Het boek doet onder meer verslag van het eerste succesvolle zendingswerk onder de Lamanieten. De getrouwheid van de bekeerde Lamanieten in het nakomen van hun verbonden wordt eveneens beschreven (zie Alma 23:6–7; 24). Daarnaast gaat het boek Alma in op de leer van voorordening en de bediening van Melchizedek (zie Alma 13); de kracht van het woord van God (zie Alma 31); hoe men geloof in Jezus Christus ontwikkelt (zie Alma 32–34); hoe ernstig overtredingen van de wet van kuisheid zijn (zie Alma 39); de staat van onze geest na de dood (zie Alma 40); de leer van de opstanding en van de herstelling (zie Alma 40–41); en de rol van gerechtigheid en barmhartigheid in het verlossingsplan van onze hemelse Vader (zie Alma 42). Dit boek bevat tevens de aanwijzingen van de Heer inzake zelfverdediging en de rechtvaardiging voor oorlog (zie Alma 43:45–47).
Overzicht
Alma 1–3 Nehor introduceert priesterlisten onder de Nephieten. Alma voert rechtschapen Nephieten aan om zich te verdedigen tegen Amlici en zijn volgelingen, die zich bij een Lamanitisch leger hebben aangesloten. De Nephieten weten te voorkomen dat Amlici koning wordt en de kerk vernietigt, en ze verslaan nog een Lamanitisch leger.
Alma 4–16 Alma treedt af als opperrechter. Hij predikt het woord van God in het gehele land van de Nephieten om hoogmoed en goddeloosheid tegen te gaan. Amulek sluit zich bij Alma aan en zij prediken over de verzoening van Jezus Christus, de opstanding, en de noodzaak van geloof in de Heer en bekering. Zeëzrom komt tot bekering en laat zich dopen.
Alma 17–28 De zoons van Mosiah en anderen prediken het woord van God onder de Lamanieten in het land Nephi. Duizenden mensen bekeren zich tot de Heer. De bekeerlingen doen afstand van hun oorlogswapens en gaan onder de Nephieten wonen. Veel mensen komen om in een grote strijd tussen de Nephieten en de Lamanieten.
Alma 29–42 Alma verlangt ernaar zielen tot bekering te brengen. Hij beschaamt Korihor, een antichrist. In zijn onderricht aan de Zoramieten, een groep die zich van de Nephieten had afgescheiden, vergelijkt Alma het woord van God met een zaadje dat met geloof gevoed moet worden. Amulek getuigt van de verzoening en leert de Zoramieten geloof tot bekering te oefenen. Alma geeft individuele raad aan zijn zoons Helaman, Shiblon en Corianton en getuigt tot hen. Alma vertrouwt de heilige kronieken aan Helaman toe. Hij spreekt over de nasterfelijke geestenwereld, de opstanding en de rol van gerechtigheid en barmhartigheid in Gods plan.
Alma 43–45 De Lamanieten worden door Nephitische afgescheidenen opgehitst en trekken ten strijde tegen de Nephieten. Onder leiding van Moroni verslaan de Nephieten het leger van Zerahemnah. Alma spreekt met en zegent Helaman, profeteert over de vernietiging van de Nephieten en vertrekt uit het land.
Alma 46–63 Moroni, Lehi, Teancum, Helaman en Pahoran voeren de Nephieten tot de overwinning tegen de Lamanitische legers onder leiding van Amalickiah en Ammoron. Moroni en Pahoran drukken ook de opstand de kop in van de Nephitische afgescheidenen, de koningsgezinden. Shiblon ontvangt de Nephitische kronieken en draagt ze later over aan Helamans zoon Helaman. Het leger van Moronihah verslaat de Lamanieten in nog een veldslag.