Bibliotheek
Les 143: Ether 1


Les 143

Ether 1

Inleiding

Moroni vatte het boek Ether samen van vierentwintig gouden platen die door een groepje mannen van Limhi gevonden werden (zie Mosiah 8:7–11). Op deze platen stond de geschiedenis van het Jareditische volk. Het verhaal van de Jaredieten begint bij Jared en zijn broeder. Zij zochten de gunst en leiding van de Heer voor hun familie en vrienden toen de Heer de taal van het volk bij de toren van Babel verwarde (zie Genesis 11). Omdat de broeder van Jared in geloof tot de Heer bad, behield de Heer de taal van Jared, zijn broeder en hun familie en vrienden. De Heer verklaarde dat Hij hen naar een land van belofte zou leiden, waar ze een groot volk zouden worden.

Onderwijstips

Ether 1:1–32

Moroni geeft een verslag van de afstamming van Ether tot aan Jared bij de toren van Babel

Om de cursisten te laten onthouden waar het boek Ether vandaan komt, kunt u met hen het overzicht van de reizen in Mosiah 7–24 in het aanhangsel achterin dit boek doornemen. Laat ze kijken naar reis 4: poging om Zarahemla te vinden. Vraag hun dan wat het volk van Limhi vond tijdens deze reis. Vraag hun vervolgens de eerste pagina van het boek Ether op te slaan. De samenvatting onder de titel legt uit dat het boek Ether voortkwam uit de vierentwintig platen die het volk van Limhi had gevonden.

Afbeelding
reizen in Mosiah 7–24

Leg uit dat Moroni een samenvatting of beknopte versie van de kroniek op de vierentwintig gouden platen schreef na het beëindigen van de kroniek van zijn vader. In deze kroniek stond de geschiedenis van de Jaredieten, die vóór de Nephieten en de Lamanieten op het Amerikaanse vasteland woonden. Laat de cursisten Ether 1:1–5 doorlezen en opletten wat Moroni in zijn samenvatting van de Jareditische kroniek opnam. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

Als u een afbeelding van de toren van Babel ter beschikking hebt, kunt u die tonen. Vraag de cursisten te vertellen wat ze weten over de toren in Ether 1:5 en wat er gebeurde met wie die trachtten te bouwen. (De toren werd de toren van Babel genoemd. De Heer verwarde de taal van de mensen die trachtten hem te bouwen en verstrooide hen wegens hun goddeloosheid; zie Genesis 11:1–9.)

Om de cursisten duidelijk te maken wat het verband is tussen de Jareditische en de Nephitische geschiedenis, kunt u hen naar de boekenlegger Boek van Mormon (artikelnummer 32336 120) verwijzen. Leg uit dat Moroni zijn verslag van de Jareditische geschiedenis begon met de afstamming van de profeet Ether, die de geschiedenis op de vierentwintig gouden platen schreef. Moroni gaf de afstamming van Ether tot aan Jared, die in de tijd van de toren van Babel leefde.

Ether 1:33–43

Door de gebeden van de broeder van Jared ontvangen zijn familie en vrienden barmhartigheid en leiding

Vraag de cursisten of zij ooit ergens geweest zijn waar ze de taal van de mensen rondom hen niet konden verstaan. Laat ze vertellen wat ze toen voelden. Vraag hun dan zich voor te stellen hoe het voor het volk bij de toren van Babel geweest moet zijn toen ze beseften dat ieders taal verward was. Laat de cursisten de volgende vragen overdenken:

  • Wiens communicatie zou je het meeste missen als je je in een soortgelijke situatie bevond? Waarom?

Vraag de cursisten Ether 1:33–34 door te lezen. Vraag hun, voor ze beginnen, te zoeken (1) met wie Jared wilde kunnen blijven communiceren en (2) welke oplossing hij voorstelde. (Hij wilde met zijn familieleden kunnen blijven communiceren en hij vroeg zijn broer te bidden dat hun taal niet verward zou worden.) Vraag de cursisten na het noemen van hun bevindingen:

  • Wat betekent de zinsnede ‘roep de Heer aan’ voor je?

  • Wat leer je uit Ether 1:33–34 over de gevoelens van Jared voor zijn broer en over diens gebeden?

Deel de klas op in koppels. Vraag elk koppel beurtelings een vers uit Ether 1:35–42 voor te lezen. Vraag ze de gebeden van de broeder van Jared en de antwoorden van de Heer te bestuderen. Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad om te lezen, vraagt u:

  • Welk aspect van de gebeden van de broeder van Jared maakt indruk op je?

  • Hoe verhoorde de Heer de gebeden van de broeder van Jared?

  • Welke beginselen kunnen we leren van zijn manier van bidden en de manier waarop de Heer zijn gebeden beantwoordde? (Moedig de cursisten bij het uitwisselen van hun gedachten aan om na te denken over het mededogen en de liefde van onze hemelse Vader voor hen. Schrijf het volgende beginsel op het bord: Als we God voortdurend aanroepen in geloof, zal Hij met ons begaan zijn.)

Zet de volgende vragen op het bord vóór de les begint. (U kunt ze ook op een uitreikblad zetten of langzaam voorlezen, zodat de cursisten de vragen kunnen opschrijven.)

Wat is het verschil tussen onze hemelse Vader aanroepen en gewoon ‘een gebed uitspreken’?

Wanneer heb je als antwoord op je gebed gevoeld dat onze hemelse Vader met je begaan is? Wanneer hebben gezinsleden of vrienden je verteld dat ze dat hebben gevoeld?

Wat leren Gods antwoorden op onze gebeden ons over zijn gevoelens voor ons?

Wat kun je doen om je gebeden zinvoller maken?

Vraag de cursisten deze vragen in hun aantekenschrift of Schriftendagboek te beantwoorden. U kunt de cursisten de gelegenheid geven om te vertellen over hun notities. Getuig dat u weet dat onze hemelse Vader van ons houdt en ons wil zegenen als we Hem regelmatig aanroepen.

Leg uit dat het verslag in Ether 1 ons meer inzicht geeft in Gods liefde voor ons en de zegeningen die voortvloeien uit gebed. Laat de cursisten Ether 1:34, 36, 38 doorlezen en opletten waar Jared zijn broeder om vroeg te bidden. Vraag een cursist de antwoorden van de andere cursisten op het bord te zetten. U kunt hem of haar de antwoorden onder ‘onze hemelse Vader aanroepen’ in het beginsel op het bord laten schrijven.

U kunt de cursisten aanraden de zinsnede ‘laten wij de Heer dan getrouw zijn’ aan het einde van Ether 1:38 te markeren. Beklemtoon dat Jared en zijn broeder door hun daden hun geloof in en bereidheid om gehoorzaam te zijn aan de Heer tonen. Ze vroegen in geloof om de zegeningen die ze nodig hadden.

Laat de cursisten Ether 1:35, 37, 40–42 doorlezen en opletten hoe God Jared, zijn broeder en hun familie en vrienden zegende. Vraag de cursist die de antwoorden opschrijft de bevindingen van de andere cursisten onder de woorden begaan zijn in het beginsel op het bord te noteren. Zorg ervoor dat de cursisten het verband tussen de vragen van de broeder van Jared en de zegeningen van de Heer zien.

Laat een cursist Ether 1:43 voorlezen. Vraag de andere cursisten mee te lezen en te letten op zegeningen die de Heer beloofde, hoewel de broeder van Jared er niet om gevraagd had.

  • Welke bijkomende zegeningen beloofde de Heer aan de mensen? (Jared had zijn broeder gevraagd de Heer te bidden waar ze heen moesten gaan. Jared had gedacht dat de Heer hen misschien naar een land dat ‘verkieslijk is boven het gehele aardrijk’ [Ether 1:38] zou voeren. De Heer beloofde hen naar een land van belofte te voeren. Bovendien gaf hij hun specifieke aanwijzingen hoe ze zich op de reis moesten voorbereiden. Hij beloofde ook dat Hij een grote natie zou doen opstaan uit hun gezinnen en dat er geen grotere natie op aarde zou zijn.)

Vraag de cursisten 2 Nephi 4:35 op te slaan. (U kunt ze in overweging geven 2 Nephi 4:35 naast Ether 1:43 in hun Schriften te noteren.) Vraag ze dan 2 Nephi 4:35 en Ether 1:43 door te lezen en te zoeken naar de zegeningen die God ons als antwoord op onze gebeden geeft.

  • Wat leert Nephi ons in 2 Nephi 4:35 over de antwoorden van God op onze gebeden? (God geeft mildelijk aan wie tot Hem bidt. U moet misschien uitleggen dat mildelijk ruimhartig betekent.) Hoe bevestigt Ether 1:43 wat Nephi schreef in 2 Nephi 4:35?

  • Waarom beloofde de Heer volgens Ether 1:43 meer zegeningen dan waarom de Jaredieten gevraagd hadden? (De Heer beloofde extra zegeningen omdat ze getrouw waren in hun gebeden. Laat de cursisten desgewenst de volgende zinsnede markeren in Ether 1:43: ‘omdat gij Mij deze lange tijd hebt aangeroepen.’)

  • Welk beginsel kunnen we uit Ether 1:43 leren? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: als we regelmatig in geloof tot God bidden, kunnen we meer zegeningen ontvangen dan waar we om vragen. U kunt de cursisten in overweging geven om dat beginsel in hun Schriften te noteren.)

  • Wanneer heb je dit beginsel zelf of bij iemand die je kent ervaren?

Nadat de cursisten hun ervaringen hebben uitgewisseld, kunt u er desgewenst zelf ook een aanhalen uit uw leven of dat van anderen. De profeet Joseph Smith is een goed voorbeeld van dit beginsel. Hij ontving meer zegeningen dan waarom hij gevraagd had toen hij bad om te weten welke kerk waar was (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:10–20) en toen hij bad om te weten wat zijn status voor het aangezicht van de Heer was (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:29–47).

Moedig de cursisten tot slot aan om oprechter te gaan bidden. Herinner ze er ook aan dat onze hemelse Vader met hen begaan is en hun gebeden zal beantwoorden als ze getrouw zijn. Hij weet wat hun de grootste zegeningen zal brengen en zal daar rekening mee houden bij het beantwoorden van hun gebeden.

Tekstenbeheersing

Deel de klas op in koppels. Geef ze de tijd om de verwijzingen en kernwoorden van alle 25 kernteksten in het Boek van Mormon samen door te nemen. U kunt voorstellen dat ze elkaar overhoren met behulp van de kaartjes met kernteksten (zie de activiteit voor tekstenbeheersing aan het einde van les 45). Stel ze vervolgens quizvragen over die kernteksten. U kunt hierbij de aanwijzingen op de kaartjes met kernteksten gebruiken. Verbeter de antwoorden klassikaal. Vraag de cursisten bij te houden welke passages ze nader moeten bestuderen en moedig ze aan dat individueel te doen. Aan het einde van het schooljaar kunt u overwegen een eindtoets over de kernteksten in het Boek van Mormon af te nemen.

Opmerking: U kunt deze activiteit zowel aan het begin als aan het einde van de les houden. Houd het wel kort als u de activiteit aan het begin van de les gebruikt, zodat er genoeg tijd voor de eigenlijke les overblijft. Zie het aanhangsel in dit boek voor meer activiteiten.

Toelichting en achtergrondinformatie

Ether 1:34–35. Hoe heet de broeder van Jared?

Ouderling George Reynolds van de Zeventig heeft het volgende verhaal verteld, waaruit blijkt dat de naam van de broeder van Jared aan de profeet Joseph Smith werd geopenbaard:

‘Tijdens zijn verblijf in Kirtland werd er een zoon van ouderling Reynolds Cahoon geboren. Op een dag toen president Joseph Smith voorbijkwam, riep hij de profeet binnen en vroeg hem of hij de baby een naam en een zegen wilde geven. Dat deed Joseph en hij gaf de jongen de naam Mahonri Moriancumer. Na de zegen legde hij de baby op het bed en zei tegen ouderling Cahoon: “De naam die ik uw zoon gegeven heb, is de naam van de broeder van Jared; die heeft de Heer mij zojuist geopenbaard. Ouderling William F. Cahoon, die erbij stond, hoorde wat de profeet tegen zijn vader zei. Dat was de eerste keer dat de naam van de broeder van Jared in de kerk in deze bedeling bekendgemaakt werd.’ (‘The Jaredites’, Juvenile Instructor, 1 mei 1892, p. 282.)

Ether 1:43. ‘Omdat gij Mij deze lange tijd hebt aangeroepen’

President Spencer W. Kimball heeft gezegd dat wij intensief en vaak moeten bidden:

‘Krijgt u antwoord op uw gebeden? Zo niet, dan hebt u misschien niet de prijs betaald. Spreekt u een aantal afgezaagde woorden en zinnen uit, of praat u persoonlijk met de Heer? Bidt u af en toe, terwijl u eigenlijk geregeld, vaak en onophoudelijk moet bidden? Komt u met kleingeld een grote schuld aflossen terwijl u met groot geld over de brug moet komen om aan uw verplichting te voldoen?

‘Als u bidt, praat u dan alleen, of luistert u ook? Uw Heiland heeft gezegd: “Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.” (Openbaring 3:20.)’ (‘Prayer’, New Era, maart 1978, p. 17.)

Afdrukken