Bibliotheek
Les 146: Ether 4–5


Les 146

Ether 4–5

Inleiding

De Heer beval Moroni het verslag van het visioen van de broeder van Jared te verzegelen. Hij legde uit dat het geopenbaard zou worden wanneer de mensen geloof zoals de broeder van Jared zullen hebben. Moroni profeteerde dat er in de laatste dagen drie getuigen zouden getuigen van de waarheid van het Boek van Mormon.

Onderwijstips

Ether 4:1–7

Moroni maakt een volledig verslag van het visioen van de broeder van Jared en verzegelt het

Vraag de cursisten na te denken over een voorwerp waar zij of hun gezinsleden erg veel waarde aan hechten en dat ze buiten het bereik van kleine kinderen willen houden. Als voorbeeld kunt u vertellen wat voor u erg waardevol is.

  • Waarom wil je niet dat een kind zo’n voorwerp aanraakt?

  • Wat moet een kind leren voor je het voorwerp aan zijn of haar hoede toevertrouwt?

Leg uit dat de waarheden van het evangelie waardevol zijn in de ogen van de Heer. Hij wil ze aan ons openbaren, maar Hij wacht tot we er klaar voor zijn. Moedig ze bij het bestuderen van Ether 4 aan om te letten op beginselen waardoor ze zich kunnen voorbereiden om waarheid van de Heer te ontvangen.

Vraag een cursist Ether 4:1–5 voor te lezen en laat de klas opletten wat de Heer Moroni opdroeg op te schrijven en te verzegelen.

  • Wat moest Moroni ‘verzegelen’?

Leg uit dat Moroni het verslag van de broeder van Jared toevoegde aan het zogenaamde verzegelde gedeelte van het Boek van Mormon. (U kunt het schema Bronnen van het Boek van Mormon in het aanhangsel achterin dit boek tonen.)

  • Hoe omschreef Moroni wat de broeder van Jared zag? (Zie Ether 4:4.)

Vraag de cursisten Ether 3:25–26 en 2 Nephi 27:8–10 door te lezen om beter te begrijpen wat de Heer aan de broeder van Jared toonde. Stel daarna de volgende vragen:

  • Wat liet de Heer volgens Ether 3:25–26 aan de broeder van Jared zien?

  • Wat bevat het verzegelde gedeelte van het Boek van Mormon volgens 2 Nephi 27:10?

Laat een cursist Ether 4:6–7 voorlezen. Vraag de andere cursisten mee te lezen en te letten op de voorwaarden waaraan voldaan moet worden voordat de openbaringen aan de broeder van Jared bekendgemaakt zullen worden. U kunt de cursisten aanmoedigen hun bevindingen te markeren in hun Schriften.

  • Welke voorwaarden heb je gevonden?

  • Welke beginselen over het ontvangen van openbaring kunnen we uit deze tekst leren? (Maak de cursisten duidelijk dat als we ons bekeren en geloof in Jezus Christus oefenen, we meer openbaring kunnen ontvangen.)

  • Waarom moeten we ons bekeren en rein worden om meer openbaring te ontvangen?

Om de cursisten duidelijk te maken wat het betekent om ‘geloof [te] oefenen […] zoals de broeder van Jared’ (Ether 4:7), laat u ze in hun aantekenschrift of Schriftendagboek zoveel mogelijk manieren opsommen waarop de broeder van Jared geloof in de Heer toonde. U kunt ze Ether 1–3 laten doornemen bij het samenstellen van hun lijst. Vraag enkele cursisten na enige tijd een paar punten van hun lijst voor te lezen en uit te leggen waarom die indruk op hen maken.

Herinner de cursisten aan hun waardevolle voorwerp en de voorwaarden die ze stelden om het aan een kind toe te vertrouwen. Getuig dat de Heer op soortgelijke wijze van zijn kinderen verwacht dat ze aan bepaalde voorwaarden voldoen voordat Hij zijn hele waarheid aan hen openbaart. Hij verwacht dat we onze geestelijke voorbereiding en ons geloof tonen.

Ether 4:8–19

De Heer leert ons wat we moeten doen om meer openbaring te ontvangen

Laat een stuk stof zien. Leg uit dat de Heer ons beginselen heeft geleerd waardoor we openbaring kunnen ontvangen. Bij het uitleggen van deze beginselen sprak Hij over een sluier. Een sluier is een gordijn of een stuk stof dat wordt gebruikt om iets te verbergen.

Vraag de cursisten Ether 4:15 door te lezen en de zinsnede met het woord sluier op te zoeken.

  • Over welke soort sluier heeft de Heer het? (Een ‘sluier van ongeloof’.) In welk opzicht is ongeloof als een sluier?

  • Wat betekent het om de ‘sluier van ongeloof doormidden [te scheuren]’?

Vraag drie cursisten beurtelings Ether 4:8, Ether 4:11 en Ether 4:15 voor te lezen. Laat de andere cursisten meelezen en vraag wat ons tegenhoudt openbaring te ontvangen en hoe we de ‘sluier van ongeloof doormidden [kunnen scheuren]’ en meer openbaring kunnen ontvangen.

  • Wat denk je dat het betekent om ‘het woord des Heren [te bestrijden]’? (Ether 4:8.)

  • Wat zijn volgens Ether 4:8 de gevolgen als we het woord des Heren bestrijden?

  • Welke zegening ontvangen we volgens Ether 4:11 als we de woorden van de Heer geloven?

Zet de volgende onvolledige uitspraak op het bord:

Als we de woorden van de Heer geloven …

Vraag de cursisten deze uitspraak aan te vullen op basis van wat ze uit deze verzen hebben geleerd. De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: Als we het woord van de Heer geloven, zegent Hij ons met meer openbaring. Zet dit beginsel op het bord. U kunt de cursisten aanmoedigen het naast Ether 4:11 in hun Schriften te noteren.

Stel de volgende vraag om dit beginsel te verduidelijken:

  • Waarom moeten we de reeds ontvangen waarheden geloven voor we er meer ontvangen van de Heer?

Laat een cursist de volgende voorbeelden van geloof in de Heer oefenen op het bord schrijven: persoonlijke Schriftstudie; gehoor geven aan ingevingen van de Heilige Geest; plaatselijke kerkleiders volgen; de Schriften bestuderen in de kerk en tijdens het seminarie; gehoor geven aan de woorden van de hedendaagse profeten.

Laat de cursisten bedenken hoe ze meer openbaring hebben ontvangen door hun geloof in het woord van de Heer op een van deze manieren te tonen. Laat een paar cursisten vertellen over hun ervaringen.

Vestig de aandacht weer op de voorbeelden op het bord. Vraag de cursisten aan de hand van die voorbeelden voor zichzelf te evalueren hoe goed ze hun geloof in het woord van de Heer tonen. Vraag ze om zichzelf voor elk voorbeeld een cijfer van een tot tien toe te kennen. Een tien betekent dat ze dat voorbeeld goed doen. Laat de cursisten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek een manier noteren waarop ze meer geloof kunnen tonen in de aanwijzingen die ze al van de Heer ontvangen hebben. Getuig over het beginsel op het bord en moedig de cursisten aan om aan de de doelen te werken die ze hebben opgeschreven.

Wis de zinsnede ‘het woord van de Heer geloven’ op het bord. Leg uit dat de Heer ons meer beginselen heeft geleerd waardoor we openbaring kunnen ontvangen. Laat de cursisten Ether 4:13–15 doorlezen en zoeken naar andere dingen die ze kunnen doen om openbaring van de Heer te ontvangen.

Nadat de cursisten de tijd hebben gehad om te lezen, vraagt u ze naar mogelijke aanvullingen voor de zin op het bord. De volgende beginselen kunnen naar voren komen: Als we tot de Heer komen, zegent Hij ons met meer openbaring. Als we nederig tot de Heer bidden, zegent Hij ons met meer openbaring.

Stel de volgende vragen om deze beginselen te verduidelijken:

  • Wat betekent het voor jou om tot de Heer te komen? (Mogelijke antwoorden: zijn woorden bestuderen, ons hart tot Hem richten, ons bekeren, Hem volgen en gehoorzamen.)

  • Wat houdt het in om een gebroken hart en een verslagen geest te hebben? (Nederig, bekeerlijk en ontvankelijk zijn voor de wil van de Heer.) Waarom is die houding nodig bij het bidden om voortdurende openbaring?

Vraag de cursisten na te denken hoe ze deze beginselen kunnen toepassen bij het zoeken naar openbaring.

Vat Ether 4:17–19 samen met de uitleg dat het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon een teken is dat het werk van God in de laatste dagen begonnen is. Ook spoorde hij alle mensen aan zich te bekeren en tot Hem te komen.

Ether 5

Moroni verklaart dat drie getuigen de platen zullen zien en ervan zullen getuigen

Toon de plaat ‘Joseph Smith vertaalt het Boek van Mormon’ (Evangelieplatenboek [2009], nummer 92). Laat een cursist Ether 5:1–3 voorlezen. Vraag de klas om in hun eigen Schriften mee te lezen en zich in te denken hoe het voor Joseph Smith geweest moet zijn om het Boek van Mormon te vertalen en te beseffen dat deze raad van Moroni meer dan 1400 jaar geleden tot hem werd gericht.

Afbeelding
Joseph Smith vertaalt het Boek van Mormon
  • Wat zei Moroni over de platen die hij verzegelde?

  • Wat zou Joseph volgens Ether 5:2–3 met de platen mogen doen?

Vraag de cursisten naar de namen van de drie getuigen van het Boek van Mormon en wat ze hebben meegemaakt. (U kunt ze ‘Het getuigenis van drie getuigen’ aan het begin van het Boek van Mormon laten lezen als ze hulp nodig hebben.) U kunt ze uitleggen dat anderen, waaronder de leden van de Godheid (zie Ether 5:4), Moroni (zie Ether 5:6), Joseph Smith en de acht getuigen, ook van het bestaan van de gouden platen hebben getuigd.

  • Hoe kunt u een getuige van het Boek van Mormon zijn zonder de platen te hebben gezien? Hoe kan uw getuigenis van het Boek van Mormon van invloed zijn op andere mensen?

Tot slot van de les vraagt u enkele cursisten te getuigen van het Boek van Mormon.

Toelichting en achtergrondinformatie

Ether 5. Het getuigenis van drie getuigen

President James E. Faust van het Eerste Presidium heeft gezegd:

‘Toen ik een jonge Aäronisch-priesterschapsdrager was, ontving ik een bevestiging uit de eerste hand van het opmerkelijke getuigenis van de drie getuigen over de waarheid van het Boek van Mormon. Mijn ringpresident was president Henry D. Moyle, wiens vader James H. Moyle was. In de zomer bezocht broeder James H. Moyle zijn familie en ging hij in onze kleine wijk in het zuidoosten van de Salt Lake Valley naar de kerk.

‘Op zekere zondag vertelde broeder James H. Moyle ons over een unieke ervaring. Als jonge man studeerde hij rechten aan de University of Michigan. Toen hij met zijn studie klaar was, vertelde zijn vader hem dat David Whitmer, een van de getuigen van het Boek van Mormon, nog leefde. De vader raadde zijn zoon aan om David Whitmer op zijn weg terug naar Salt Lake City persoonlijk te bezoeken. Broeder Moyle wilde hem naar zijn getuigenis van de gouden platen en het Boek van Mormon vragen.

‘Tijdens dat bezoek zei broeder Moyle tegen David Whitmer: “Meneer, u bent een oude man en ik ben een jonge man. Ik heb tijdens mijn studie getuigen en getuigenissen bestudeerd. Vertel me alstublieft de waarheid over uw getuigenis als een van de getuigen van het Boek van Mormon.” Toen vertelde David Whitmer deze jonge man: “Jazeker, ik heb de gouden platen in mijn handen gehad en ze werden ons door een engel getoond. Mijn getuigenis van het Boek van Mormon is waar.” David Whitmer was geen lid van de kerk meer, maar heeft zijn getuigenis over het bezoek van de engel, het aanraken van de gouden platen of de waarheid van het Boek van Mormon nooit ontkend. Toen ik deze bijzondere ervaring met mijn eigen oren rechtstreeks van Broeder Moyle hoorde, werd mijn groeiende getuigenis krachtig bevestigd. Daarna had ik het gevoel dat ik een zekere verantwoording droeg.’ (Zie ‘Een groeiend getuigenis’, Liahona, januari 2001, pp. 69–70.)

President Henry B. Eyring van het Eerste Presidium heeft gezegd:

‘De drie getuigen hebben nooit hun getuigenis van het Boek van Mormon ontkend. Dat konden ze niet, omdat ze wisten dat het waar was. Zij brachten offers en trotseerden ontberingen die voor de meeste mensen niet eens denkbaar zijn. Op zijn sterfbed heeft Oliver Cowdery zijn getuigenis over de goddelijke oorsprong van het Boek van Mormon nog eens bevestigd. […] Dat ze in de lange tijd dat ze van de kerk en van Joseph waren vervreemd, bleven verklaren dat wat ze hadden gezien en gehoord tijdens die heerlijke ervaring echt had plaatsgevonden, geeft hun getuigenis des te meer kracht.’ (‘Een blijvend getuigenis van de zending van de profeet Joseph’, Liahona, november 2003, p. 90.)

Afdrukken