Bibliotheek
Les 147: Ether 6


Les 147

Ether 6

Inleiding

Na het treffen van voorbereidingen volgens de geboden van de Heer, gingen de Jaredieten aan boord van hun boten. Ze vertrouwden erop dat de Heer hen door hun moeilijke reis naar het beloofde land zou brengen. De Heer liet een wind waaien die de boten heen en weer slingerde op de golven en ze vele malen in de zee begroef. De wind dreef hen echter voort in de richting van het beloofde land. Eenmaal gevestigd op het nieuwe land, koos het volk een koning ondanks de waarschuwingen van de broeder van Jared.

Onderwijstips

Ether 6:1–12

De Heer laat een wind waaien om de Jareditische boten in de richting van het beloofde land te stuwen

Zet het volgende vóór de les op het bord:

Een bekende over het evangelie vertellen

Zedelijk rein blijven

Vrienden met hoge normen kiezen

Juiste prioriteiten stellen

Leg uit dat de Heer wil dat we deze zaken doen. Maar sommige mensen vinden dat ze te moeilijk zijn. Laat de cursisten nog meer voorbeelden bedenken. Leg uit dat het verhaal van de reis van de Jaredieten naar het beloofde land ons beginselen leert die een leidraad kunnen zijn wanneer we het moeilijk vinden te doen wat de Heer ons opdraagt. Vraag de cursisten om bij het bestuderen van Ether 6 op beginselen te letten die hen helpen met de uitdagingen op het bord.

Laat een cursist Ether 2:24–25 voorlezen. Vraag de andere cursisten mee te lezen en te letten op de waarschuwing die de Heer de Jaredieten geeft over de moeilijkheid van hun reis naar het beloofde land.

  • Wat beloofde de Heer te doen om de Jaredieten het beloofde land veilig te laten bereiken?

Herinner de cursisten eraan dat de Jaredieten de boten ‘dicht als een schotel’ maakten (Ether 2:17), zodat ze bestand waren tegen de golven en de wind. Ze maakten gaten in de boven- en onderkant met een stop die ze eruit konden halen om lucht te krijgen. Laat een cursist Ether 6:1–4 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en te letten op nog meer voorbereidingen die de Jaredieten troffen.

  • Wat betekent het dat ze zee kozen ‘zich toevertrouwend aan de Heer, hun God’? (Ze vertrouwden erop dat God voor hen zou zorgen en hen zou beschermen.)

  • Waarom was het belangrijk dat de Jaredieten zich toevertrouwden aan de Heer, nadat ze zelf alles gedaan hadden om zich voor te bereiden?

  • Waarom kan het moeilijk geweest zijn om in deze situatie op de Heer te vertrouwen? (Als de cursisten de volgende antwoorden niet geven, kunt u erop wijzen dat de Jaredieten hun boten zelf moesten bouwen, dat ze niet bestuurbaar waren en dat ze waarschijnlijk niet wisten waar het beloofde land was en hoe lang de reis zou duren.)

Vraag de cursisten een simpele tekening te maken van een Jareditische boot in hun aantekenschrift of Schriftendagboek om te visualiseren wat er in Ether 6 gebeurt. Laat ze dan de inhoud van de boten volgens Ether 6:1–4 tekenen of opsommen.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Ether 6:5–11 voor te lezen. Vraag de klas naar hun tekening te kijken en zich in te beelden hoe het geweest moet zijn om in dergelijke boten te reizen.

  • Waarom zou het reizen in zo’n Jareditische boot moeilijk zijn?

  • Hoe lang reisden de Jaredieten zo volgens Ether 6:11?

  • Kun je je een voorstelling van ‘huizenhoge golven’ maken? (Ether 6:6.) Hoe zou je je voelen als je in een Jareditische boot zat die door zo’n golf ‘in de diepten der zee [werd] begraven’? (U kunt de cursisten eraan herinneren dat de boten weer aan het oppervlak moesten komen voordat de Jaredieten er een stop uit konden halen om lucht te krijgen.)

Stel de volgende vragen om de cursisten een beginsel te laten ontdekken:

  • Hoe gaven de Jaredieten blijk van hun vertrouwen in de Heer terwijl ze de zee overstaken? (Zie Ether 6:7, 9.)

  • Welke zinsneden in Ether 6:5–11 beschrijven wat de Heer voor de Jaredieten deed vanwege hun vertrouwen in Hem?

Vraag de cursisten Ether 6:12 door te lezen en te zoeken naar het resultaat van de reis.

  • Waarom vergoten de Jaredieten tranen van vreugde? Welke ‘tedere barmhartigheden’ had de Heer hen geschonken?

Stel de volgende vraag om de cursisten een beginsel in de ervaring van de Jaredieten te laten ontdekken:

  • Wat zal de Heer, op basis van wat je geleerd hebt uit de reis van de Jaredieten, doen voor ons als we Hem vertrouwen en zijn wil doen? (Een van de beginselen die de cursisten dienen te benoemen is: als we op de Heer vertrouwen en zijn wil doen, zal Hij richting geven aan ons leven. Zet dit beginsel op het bord. Laat de cursisten over dit beginsel nadenken en vraag hen over ervaringen te vertellen waardoor ze weten dat het waar is. U kunt ook vertellen hoe u weet dat het waar is.)

Vraag de cursisten na te gaan hoe ze de Heer beter kunnen vertrouwen en zijn aanwijzingen beter kunnen opvolgen in moeilijke situaties die ze nu misschien doormaken. Leg uit dat ze andere beginselen kunnen ontdekken in Ether 6:1–12. Wis alles op het bord uit, op de verklaring over vertrouwen op de Heer na. Teken een eenvoudige boot aan de ene kant van het bord. Schrijf Beloofde land aan de andere kant.

  • Waar kunnen we het beloofde land mee vergelijken in het heilsplan? (Het eeuwige leven.)

  • Hoe kunnen we het voorbeeld van deze Jaredieten volgen in moeilijke tijden? Hoe helpt de Heer ons op onze levensreis, zoals Hij de Jaredieten hielp? (In de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel naar voren te komen: Als we vertrouwen in de Heer, zal Hij ons steunen in onze vooruitgang en voorbereiding op het eeuwige leven. Laat de cursisten dit beginsel desgewenst in hun Schriften noteren naast Ether 6:5–12.)

Laat de cursisten nadenken over moeilijkheden die ze hebben meegemaakt of die ze nu meemaken. Laat ze in hun aantekenschrift of Schriftendagboek noteren hoe ze getrouw zijn geweest tijdens die moeilijkheden en hoe de Heer hen gesteund heeft.

Laat een aantal cursisten vertellen wat ze hebben opgeschreven. Stel daarna de volgende vraag:

  • Welke raad zou je, op basis van wat je in deze les hebt bestudeerd, geven aan iemand die tegenspoed of moeilijkheden ondergaat?

Ether 6:13–18

De Jaredieten leren hun kinderen ootmoedig voor het aangezicht des Heren te wandelen

Vat Ether 6:13–18 samen met de uitleg dat de Jaredieten gezinnen stichtten en gewassen teelden toen ze in het beloofde land aankwamen. Vraag de cursisten Ether 6:17 door te lezen en te letten op wat de Jaredieten hun kinderen leerden. Stel daarna de volgende vragen:

  • Wat betekent het om ‘ootmoedig voor het aangezicht des Heren te wandelen’? Hoe hebt u mensen dit beginsel zien toepassen? Hoe hebben je ouders en anderen je aangemoedigd om ‘ootmoedig voor het aangezicht des Heren te wandelen’?

  • Wat betekent het ‘vanuit den hoge geleerd’ te worden?

  • Wat is het verband tussen ootmoedig voor het aangezicht des Heren wandelen en vanuit den hoge geleerd worden? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: Als we ootmoedig voor het aangezicht des Heren wandelen, kunnen we vanuit den hoge geleerd worden.)

U kunt de cursisten vragen te schrijven over een situatie waarin ze ‘vanuit den hoge geleerd’ werden. Vraag een aantal van hen wat ze hebben opgeschreven. Moedig de cursisten aan om de beginselen in Ether 6:17 na te leven.

Ether 6:19–30

De Jaredieten kiezen een koning

Vat Ether 6:19–22 samen met de uitleg dat de Jaredieten om een koning vroegen toen Jared en zijn broeder oud werden. Vraag de cursisten in Ether 6:23 te zoeken naar de waarschuwing van de broeder van Jared met betrekking tot het kiezen van een koning.

Geef tot slot uw getuigenis van de beginselen in deze les.

Toelichting en achtergrondinformatie

Ether 6:1–12. De Jaredieten steken de oceaan veilig over

President Thomas S. Monson leerde hoe we ons kunnen voorbereiden op moeilijkheden die zich zullen aandienen:

‘Wij leven in een tijd waarin de touwen van veel mensen in de wereld van de veilige meerpalen van gehoorzaamheid aan de geboden zijn afgegleden. Het is een tijd van overmatige tolerantie, terwijl de samenleving in het algemeen gewend is de wetten van God te negeren en te overtreden. Vaak merken we dat we tegen de stroom op zwemmen, en soms lijkt het alsof de stroming ons zou kunnen meevoeren.

‘Dit doet mij denken aan de woorden van de Heer in het boek Ether, in het Boek van Mormon. De Heer zegt: “Gij kunt dit grote diep niet oversteken, tenzij Ik u voorbereid op de golven der zee en de winden die zijn uitgegaan en de watervloeden die zullen komen.” [Ether 2:25.] Broeders en zusters, Hij heeft ons voorbereid. Als we naar zijn woorden luisteren en de geboden naleven, overleven we deze tijd van veel te grote tolerantie en goddeloosheid — een tijd die te vergelijken is met de golven, winden en overstromingen die vernietiging met zich mee kunnen brengen. Hij denkt altijd aan ons. Hij heeft ons lief en zal ons zegenen als wij het goede doen.’ (‘Slotwoord’, Liahona, november 2009, p. 109.)

Ether 6:22–24. De Jaredieten kiezen een koning

Overal in de Schriften vinden we waarschuwingen van profeten tegen het aanstellen van koningen. Overweeg de volgende voorbeelden:

  1. De broeder van Jared waarschuwde zijn volk dat de aanstelling van een koning tot gevangenschap zou voeren (zie Ether 6:23).

  2. Koning Mosiah waarschuwde zijn volk voor het gevaar van een onrechtvaardige koning. Hij stelde een regering met rechters voor. (Zie Mosiah 29.)

  3. De oudtestamentische profeet Samuël waarschuwde voor de problemen van een monarchie toen de mensen een koning wilden om net zo te zijn ‘als alle andere volken’ (zie 1 Samuël 8).

Afdrukken