Bibliotheek
Les 115: Helaman 15–16


Les 115

Helaman 15–16

Inleiding

Samuël de Lamaniet waarschuwde de Nephieten dat ze vernietigd zouden worden tenzij ze zich bekeerden. Hij verklaarde dat de Heer de dagen van de Lamanieten zou verlengen, die rechtschapener waren geworden dan de Nephieten. Sommige Nephieten geloofden Samuëls leringen en lieten zich door Nephi dopen. Wie Samuël niet geloofden, probeerden hem te vermoorden. Samuël werd echter door de macht van God beschermd en hij keerde naar zijn eigen land terug.

Onderwijstips

Helaman 15

Samuël waarschuwt de Nephieten en legt uit hoe de Lamanieten een volk van belofte zijn geworden

Lees de volgende beschrijvingen voor:

Een jonge man was opgevoed door ouders die geen lid van de kerk waren en de leringen van Jezus Christus niet aanhingen. Ze lieten hem alcohol drinken, wat hij in zijn studiejaren bleef doen. Toen ontmoette hij zendelingen van de kerk. Nadat hij een paar keer met de zendelingen had gesproken, nam hij zich voor geen alcohol meer te drinken. Een paar dagen later was hij in het gezelschap van een groep vrienden. Zij boden hem een alcoholische drank aan.

Een andere jonge man was in een gezin binnen de kerk grootgebracht. Zijn ouders hielden gezinsavond en gezamenlijke Schriftstudie. Hij maakte een gewoonte van dagelijkse Schriftstudie en persoonlijk gebed. Hij doorliep het jeugdwerk, diende in Aäronische-priesterschapsquorums, haalde zijn seminariediploma en had kennis opgedaan van de geboden en wegen van de Heer. Als student ontwikkelde hij nieuwe vriendschappen. Op een avond bood een van zijn vrienden hem een alcoholische drank aan.

  • Zou het aannemen van de alcoholische drank een grotere overtreding zijn voor de eerste of de tweede jonge man? Waarom of waarom niet?

Zet het volgende op het bord:

Geestelijke toestand van de Nephieten — Helaman 15:1–3, 17

Geestelijke toestand van de Lamanieten — Helaman 15:4–6

Vraag de cursisten de Schriftteksten op het bord door te lezen. (Vestig hun aandacht vooraf eventueel op het woord behoedzaam in Helaman 15:5. Iets behoedzaam doen wil zeggen met grote zorgvuldigheid te werk gaan.) Laat de cursisten twee zinnen opschrijven — een met een samenvatting van de geestelijke toestand van de Nephieten en de andere met een samenvatting van de geestelijke toestand van de Lamanieten. Vraag na enige tijd:

  • Wie van de twee jonge mannen aan het begin van de les lijkt op de Nephieten in deze verzen? Wie lijkt er op de Lamanieten?

  • Waarom konden de Lamanieten, die een lange geschiedenis van goddeloosheid hadden, toch zoveel zegeningen ontvangen?

  • Waarom liepen de Nephieten gevaar om vernietigd te worden?

  • Hoe is de kastijding van de Heer een teken van zijn liefde? (Leg eventueel uit dat het woord kastijden iemand corrigeren betekent, door middel van straf of leed.)

Zet het volgende op het bord:

Als mensen de waarheid kennen en de Schriften geloven, voert dat hen tot … en … , die zorgen voor ….

Vraag de cursisten Helaman 15:7 door te nemen en na te gaan hoe zij de zin op het bord kunnen aanvullen. Vraag enkele cursisten na enige tijd hoe ze de zin zouden aanvullen. (De cursisten kunnen bijvoorbeeld het volgende beginsel noemen: Als mensen de waarheid kennen en de Schriften geloven, voert dat hen tot geloof en bekering, die zorgen voor een verandering van hart.)

Laat een cursist Helaman 15:8 voorlezen. Vraag de andere cursisten mee te lezen en te letten op Samuëls beschrijving van de Lamanieten die een verandering van hart hadden ondervonden. (Zij waren ‘onwrikbaar en standvastig in het geloof’.)

Geef de cursisten de tijd om zich af te vragen of hun Schriftstudie tot meer geloof in de Heer heeft geleid. Vraag ze ook of ze daardoor onwrikbaar en standvastig in het geloof zijn geworden. Laat een of twee cursisten desgewenst uitleggen hoe hun geloof in Jezus Christus door Schriftstudie is toegenomen.

Vestig de aandacht van de cursisten op Helaman 15:9–17. Leg uit dat het woord gij in deze verzen verwijst naar de Nephieten en de woorden zij en hun naar de Lamanieten. Lees deze verzen aan de klas voor en stop waar nodig met lezen om uitleg te geven of vragen te beantwoorden. Laat de cursisten vervolgens nog eens naar de verzen kijken en in één zin een waarheid opschrijven die uit deze verzen spreekt.

Vraag meerdere cursisten wat ze hebben opgeschreven. De strekking van wat de cursisten opschrijven kan als volgt zijn: Als mensen tot ongeloof vervallen nadat ze de volheid van het evangelie hebben ontvangen, zal hun dat zwaarder aangerekend worden. Laat de cursisten deze waarheid desgewenst naast Helaman 15:9–17 in hun Schriften noteren.

Beklemtoon bij de bespreking van deze waarheid de grote zegeningen die we ontvangen als we het evangelie begrijpen en naleven. Samuëls leringen zijn geen vrijbrief voor een nieuw lid van de kerk om zonden te begaan. Ook zegt hij niet dat we verantwoording en veroordeling kunnen ontlopen als we ons niet in het evangelie verdiepen. Het is waar dat we met meer evangeliekennis ook meer verantwoording dragen als we iets verkeerds doen, maar we krijgen dan ook meer kracht om het goede te doen. En als wij de wil van God volgen en anderen helpen dat ook te doen, zegent Hij ons met gemoedsrust en vreugde die we op geen enkele andere wijze deelachtig kunnen worden.

Helaman 16

Wie Samuël geloven, bekeren zich en laten zich dopen, terwijl anderen hun hart verstokken

Toon een plaat van de huidige president van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Vraag de cursisten uiteenlopende manieren te beschrijven waarop ze mensen (zowel binnen als buiten de kerk) op de boodschappen van de profeet hebben zien reageren.

Laat de helft van de klas Helaman 16:1–5 doorlezen en opzoeken wat de mensen deden die Samuëls boodschap geloofden. Laat de andere helft van de klas Helaman 16:2–3, 6–7 doorlezen en opzoeken wat de mensen deden die Samuëls boodschap niet geloofden. (Zet deze tekstverwijzingen eventueel op het bord.) Laat een aantal cursisten vertellen wat ze te weten zijn gekomen.

  • Waarom denk je dat mensen zo verschillend op profeten en hun boodschappen reageren?

  • Waarom denk je dat sommige mensen boos worden als profeten richtlijnen geven zoals die in het boekje Voor de kracht van de jeugd?

Laat een cursist de volgende uitspraak van president Ezra Taft Benson voorlezen:

Afbeelding
President Ezra Taft Benson

‘Als de profeet op de zonden van de wereld wijst, wil de wereld hem de mond snoeren óf doen alsof hij niet bestaat, in plaats van zich te bekeren. Populariteit is nooit een maatstaf van de waarheid. Veel profeten zijn omgebracht of uitgeworpen. De wederkomst van de Heer is nabij, zodat we er vanuit mogen gaan dat de profeet in een steeds slechtere wereld minder populair zal worden.’ (The Teachings of Ezra Taft Benson [1988], p. 133.)

  • Welke voorbeelden kun je geven van mensen die de raad van profeten opvolgden, ook als anderen die raad in de wind sloegen?

Vraag de cursisten hun Schriften te sluiten. Vraag één cursist zijn of haar Schriften te openen en Helaman 16:13–14 voor te lezen terwijl de andere cursisten luisteren. Vraag de klas hoe ongelovigen op die tekenen en verschijningen zouden reageren.

Vraag de cursisten hun Schriften te openen en mee te lezen terwijl u Helaman 16:15–16 voorleest. Laat ze zich vervolgens voorstellen dat ze mogen spreken met mensen die ten tijde van de tekenen in Zarahemla waren. Laat ze vragen bedenken die ze aan een gelovige of een ongelovige zouden willen stellen. Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad om vragen te bedenken, laat enkelen van hen hun vragen dan aan de klas vertellen.

Laat de cursisten over de volgende vraag nadenken zonder die hardop te beantwoorden:

  • Als je daar was geweest en de tekenen en wonderen had gezien, hoe zou je dan gereageerd hebben?

Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad om na te denken, vraagt u:

  • Waarom ontkenden sommige mensen volgens Helaman 16:16 de vervulling van de profetieën, met inbegrip van tekenen uit de hemel?

Geef de cursisten een paar minuten om Helaman 16:17–21 door te lezen en te zoeken naar nog meer excuses die de onrechtvaardigen opwierpen om maar niet in de profetieën van Samuël te hoeven geloven. Geef enkele cursisten de gelegenheid om de excuses die zij hebben gevonden te verwoorden.

  • Welke van die excuses of argumenten tegen de profeten komen in deze tijd het vaakst voor denk je?

Laat een cursist Helaman 16:22–23 voorlezen en vraag de klas te letten op wat er gebeurde toen vele mensen Samuëls waarschuwingen bleven negeren. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

  • Wat zal er met ons gebeuren als we de hedendaagse profeten van de Heer verwerpen?

Zie erop toe dat de cursisten bij hun bespreking van deze vraag het volgende beginsel begrijpen: Als wij de getuigen van de Heer verwerpen, laten we Satan vat op ons hart krijgen. (Zet deze uitspraak eventueel op het bord.)

Laat tot slot van de les van vandaag een cursist het volgende citaat van president Henry B. Eyring van het Eerste Presidium voorlezen. Vraag de rest van de klas te luisteren naar wat we in feite kiezen als we de raad van God verwerpen, die vaak door hedendaagse profeten tot ons komt:

‘Als we Gods invloed op ons leven afwijzen, wil dat niet zeggen dat daarmee onze zelfstandigheid gewaarborgd is. We kiezen dan voor een ander soort invloed. We verwerpen de bescherming van een volmaakt liefdevolle, almachtige, alwetende Vader in de hemel, die ons, samen met zijn geliefde Zoon, het eeuwige leven wil geven in gezinsverband, die ons alles wil geven wat Hij heeft, die ons in gezinsverband thuis wil brengen, in zijn liefdevolle armen. Als wij zijn raad in de wind slaan, kiezen we voor de invloed van een andere macht, die onze ellende tot doel heeft en haat tot motief heeft verkozen. We hebben van God morele keuzevrijheid gekregen. In plaats van recht te laten gelden op een leven dat vrij is van invloeden, is het ons onvervreemdbare recht om te kiezen aan welke van beide machten we ons willen onderwerpen.’ (Zie ‘Veiligheid door raad op te volgen’, De Ster, juli 1997, p. 24.)

  • Waar kiezen we volgens president Eyring in feite voor als we de raad van God en zijn profeten verwerpen?

Laat de cursisten zich afvragen of ze hun hart op enige wijze verstokt hebben tegen de raad die God ons door profeten en apostelen heeft gegeven. Moedig ze aan het evangelie en de raad van de Heer bij monde van zijn profeten onwrikbaar en standvastig na te leven en op te volgen. Getuig van de waarheden die u in deze les behandeld hebt.

Helaman: terugblik

Help de cursisten op het boek Helaman terug te blikken. Vraag ze na te denken over wat ze van dit boek hebben geleerd, zowel in het seminarie als in hun individuele Schriftstudie. Nodig ze uit enkele inleidende samenvattingen van hoofdstukken in Helaman nog eens door te nemen om hun geheugen op te frissen. Vraag een aantal cursisten naar iets wat ze uit Helaman inspirerend vonden of waardoor hun geloof in Jezus Christus is toegenomen. Vraag diverse cursisten na verloop van tijd naar hun gedachten en gevoelens.

Toelichting en achtergrondinformatie

Helaman 15:3–4. Gods liefde

De cursisten hebben mogelijk vragen over de uitspraak van Samuël dat de Heer de Nephieten liefhad en de Lamanieten haatte (zie Helaman 15:3–4). De Heer heeft alle mensen lief maar kan de zonde niet toestaan. Samuël zei: ‘Hij heeft de Lamanieten gehaat, omdat hun daden voortdurend kwaad zijn geweest’, maar hij zei ook dat ‘de Heer hun dagen verlengd’ had zodat zij het evangelie konden ontvangen (zie Helaman 15:4).

Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft getuigd van de liefde van de Heiland voor alle mensen en gezegd dat de volledige zegeningen van de goddelijke liefde van de Heer alleen zijn weggelegd voor wie ernaar streven zijn geboden te onderhouden en zich van hun zonden te bekeren:

‘Goddelijke liefde is eeuwig en universeel. De Heiland heeft zowel de heiligen als de zondaars lief. De apostel Johannes heeft gezegd: “Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad” [1 Johannes 4:19]. En Nephi heeft na zijn visioen van de aardse zending van de Heiland verklaard: “En de wereld zal Hem, wegens haar ongerechtigheid, als niets achten; daarom geselen zij Hem, en Hij verdraagt het; en zij slaan Hem, en Hij verdraagt het. Ja, zij bespuwen Hem, en Hij verdraagt het wegens zijn goedertierenheid en zijn lankmoedigheid jegens de mensenkinderen. [1 Nephi 19:9; cursivering toegevoegd.] Wij weten hoe groot de liefde van onze Verlosser is omdat Hij is gedood zodat iedereen die sterft weer zal leven.

‘[…] De volledige omvang van die liefde en van onze zegeningen die uit die liefde voortkomen, zijn voorwaardelijk — afhankelijk van onze gehoorzaamheid aan de eeuwige wet.’ (‘Goddelijke liefde’, Liahona, februari 2003, pp. 16–17.)

Afdrukken