Bibliotheek
Les 141: Mormon 8:12–41


Les 141

Mormon 8:12–41

Inleiding

Nadat Moroni over de vernietiging van zijn volk en de dood van zijn vader had geschreven, profeteerde hij over het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon en waarschuwde hij degenen die het verwerpen voor de gevolgen. Moroni zag dat de Nephitische kroniek tevoorschijn zou komen in een tijd van grote goddeloosheid, wanneer velen wereldse bezittingen meer zouden liefhebben dan God. Hij getuigde dat het Boek van Mormon van grote waarde zou zijn in de in geestelijk opzicht gevaarlijke toestand in de laatste dagen.

Onderwijstips

Mormon 8:12–32

Moroni profeteert dat het Boek van Mormon tevoorschijn zal komen

Stal vóór de les een reeks voorwerpen of platen uit die symbool staan voor technologische vooruitgang. Vestig aan het begin van de les de aandacht van de cursisten op wat u uitgestald hebt. Laat een cursist het volgende citaat van president Ezra Taft Benson voorlezen:

Afbeelding
President Ezra Taft Benson

‘Ik zou met u willen spreken over een van de belangrijkste geschenken die in deze tijd aan de wereld gegeven zijn. Het geschenk waar ik het over heb, is belangrijker dan de uitvindingen die het gevolg zijn van de industriële en technische revoluties. Dit geschenk is zelfs waardevoller voor de mensheid dan de vele geweldige ontdekkingen die gedaan zijn op het gebied van de geneeskunde. Het is waardevoller voor de mensheid dan de ontwikkelingen in de lucht- en ruimtevaart. Ik heb het over het geschenk van […].’ (‘The Book of Mormon — Keystone of Our Religion’, Ensign, november 1986, p. 4.)

  • Zou je het geschenk willen hebben waarover president Benson sprak? Waarom?

  • Wat zou het geschenk kunnen zijn?

Leg uit dat Moroni over dit geschenk schreef. Laat de cursisten Mormon 8:12 lezen om erachter te komen wat het geschenk is. Maak de cursisten duidelijk dat de zinsnede ‘deze kroniek’ naar het Boek van Mormon verwijst. Leg uit dat president Benson het over het geschenk van het Boek van Mormon had.

Laat de cursisten Mormon 8:13–16 doorlezen om ze de waarde van het Boek van Mormon bij te brengen. Vraag ze voordat ze gaan lezen op te letten wat Moroni over de waarde van het Boek van Mormon schreef. Stel daarna de volgende vragen om ze hun bevindingen te laten bespreken en analyseren:

  • Sommige mensen denken wellicht aan de geldwaarde van de gouden platen. Welk aspect van de platen was volgens Mormon 8:14 werkelijk ‘van grote waarde’? (Maak de cursisten duidelijk dat de Heer niemand zal toestaan ‘gewin’ van de gouden platen te verkrijgen, zodat de platen zelf ‘geen waarde’ hebben. De kroniek op de platen is echter ‘van grote waarde’.)

  • Moroni zei dat het Boek van Mormon alleen voortgebracht kon worden door iemand ‘met een oog dat alleen op [Gods] eer is gericht’ (Mormon 8:15). Wat zou dat betekenen? (Terwijl de cursisten deze vraag bespreken, kunt u ze vragen Geschiedenis van Joseph Smith 1:46 te lezen, waarin Moroni’s latere aanwijzingen aan Joseph Smith staan, voordat hij het Boek van Mormon aan het licht bracht.)

  • Hoe verklaart Moroni’s beschrijving van de komst van het Boek van Mormon in Mormon 8:16de grote waarde van het boek?

Zoals in Mormon 8:17–21 is opgetekend, waarschuwde Moroni degenen die het Boek van Mormon zouden veroordelen of zich ertegen zouden verzetten. Laat de cursisten die verzen lezen en naar Moroni’s waarschuwingen zoeken.

  • Waarvoor waarschuwt Moroni de mensen die het Boek van Mormon verwerpen of veroordelen?

  • Welke waarheid leer je uit Mormon 8:22? Hoe draagt de komst van het Boek van Mormon in de laatste dagen ertoe bij dat Gods eeuwige doeleinden worden vervuld?

Leg uit dat Mormon 8:23–25 Moroni’s woorden bevat aangaande de gebeden van trouwe heiligen die vóór hem hadden geleefd. Hij zei: ‘Vanuit het stof zullen zij de Heer toeroepen.’ Vraag de cursisten deze passage door te lezen en op te letten waar de heiligen in het oude Amerika om baden met betrekking tot het Boek van Mormon.

  • Voor wie baden de vroegere heiligen? (Zij baden ten behoeve van hun broeders — ofwel de Lamanieten en hun nakomelingen — en ten behoeve van de persoon die het Boek van Mormon tevoorschijn zou brengen — ofwel de profeet Joseph Smith.)

Leg uit dat Moroni de omstandigheden beschreef die zouden heersen wanneer het Boek van Mormon tevoorschijn zou komen. Vraag ze zich vervolgens in de plaats van Moroni voor te stellen, die ruim zestienhonderd jaar geleden leefde en een visioen van deze tijd te zien kreeg.

Laat ze in hun aantekenschrift of Schriftendagboek in enkele zinnen de geestelijke toestand van deze tijd beschrijven. Vraag enkele cursisten na enige tijd te vertellen wat ze hebben opgeschreven. Vraag de cursisten daarna Mormon 8:26–32 door te lezen en hun woorden te vergelijken met Moroni’s profetische beschrijving van deze tijd. Deel de klas op in koppels. Laat elk koppel enkele overeenkomsten en verschillen noemen tussen hun beschrijving en die van Moroni.

  • Wat vind je treffend in Moroni’s beschrijving van deze tijd?

Zet de volgende samenvatting van Moroni’s profetieën op het bord: Het Boek van Mormon zal in een tijd van grote goddeloosheid door de macht Gods tevoorschijn komen. Als u voorwerpen of platen hebt uitgestald die technologische of medische ontwikkelingen symboliseren, kunt u er een Boek van Mormon naast plaatsen. Stel vragen als de volgende om de cursisten over de waarde van het Boek van Mormon in hun leven te laten nadenken en ervan te getuigen:

  • Hoe kan het Boek van Mormon ons helpen de goddeloosheid in deze tijd te weerstaan?

  • In welke opzichten is het Boek van Mormon waardevoller dan technologische of medische uitvindingen?

  • Waarom is het Boek van Mormon ‘een van de belangrijkste geschenken die in deze tijd aan de wereld gegeven zijn’, zoals president Benson heeft gezegd?

  • Als een vriend of vriendin je zou vragen waarom het Boek van Mormon zo waardevol voor je is, wat zou je dan zeggen?

Mormon 8:33–41

Moroni ziet de laatste dagen en veroordeelt de geestelijke verdorvenheid van deze tijd

Laat een cursist Mormon 8:35 voorlezen. Wijs er eerst op dat Moroni in dit vers rechtstreeks tot ons spreekt.

  • Hoe kan dit vers van invloed zijn op de manier waarop we het Boek van Mormon lezen?

Lees na de bespreking van deze vraag het volgende citaat voor van president Ezra Taft Benson, waarin hij over profeten in het Boek van Mormon spreekt:

‘Als zij onze tijd hebben gezien en die dingen hebben uitgekozen die voor ons de meeste waarde hebben, blijkt daar dan niet uit hoe wij het Boek van Mormon moeten bestuderen? Wij behoren ons voortdurend af te vragen: Waarom heeft de Heer Mormon (of Moroni of Alma) geïnspireerd om dit in zijn kroniek op te nemen? Wat kan ik daarvan leren om mij in deze tijd te helpen?’ (‘The Book of Mormon — Keystone of Our Religion’, p. 6.)

Moedig de cursisten aan die raad op te volgen wanneer zij de rest van Moroni’s woorden in Mormon 8 bestuderen.

Vraag de cursisten of ze weleens iemand in nood hebben gezien — in materiële, emotionele, sociale of geestelijke zin. Wat deden ze om die persoon te helpen — of, als ze geen hulp hebben geboden, wat hadden ze kunnen doen? Laat ze ook overdenken waarom ze ervoor kozen om wel of niet te helpen.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Mormon 8:33–41 voor te lezen. Vraag de klas mee te lezen en op te zoeken waarom sommige mensen in de laatste dagen anderen in nood niet wilden helpen.

  • Waarom wilden sommige mensen in de laatste dagen anderen in nood niet helpen? (Mogelijke antwoorden: hoogmoed, ongerechtigheid, meer liefde voor geld en fraaie kleding dan voor mensen in nood, en najagen van de lof der wereld.)

  • In Mormon 8:38 gebruikt Mormon het woord verontreinigden. Wat zijn enkele invloeden in de huidige wereld die je verontreinigingen kunt noemen? (Mogelijke antwoorden: hoogmoed, pornografie en geldzucht.)

Vraag de cursisten in één zin samen te vatten wat zij uit Mormon 8:36–41 hebben geleerd over onze plicht om voor de armen en de behoeftigen te zorgen. Geef twee of drie cursisten de gelegenheid hun zin aan de klas voor te lezen. De cursisten kunnen andere woorden gebruiken, maar dienen de volgende waarheid te noemen: God zal ons rekenschap vragen voor de wijze waarop we de armen en de behoeftigen behandelen.

  • Wat zijn enkele noden of behoeften die bij jou op school of in je omgeving vaak voorkomen? Wat kunnen de jongeren van de kerk doen om voor mensen met die noden en behoeften te zorgen? (Maak de cursisten duidelijk dat ze hun geld en tijd niet aan elke goede zaak of aan iedere persoon hoeven te geven die om hulp vraagt. De jongeren krijgen thuis en in de kerk veel gelegenheden om mensen in nood te helpen. Daarnaast kunnen zij de leiding van de Geest volgen om uit eigen beweging hulp te bieden.)

  • Wat kunnen de jongeren in de kerk zoal doen om voor de armen te zorgen? (Als de cursisten vastengaven niet noemen, kunt u die mogelijkheid beklemtonen door de alinea’s onder ‘Vastenzondag’ te lezen in Trouw aan het geloof: evangeliewijzer [2004], pp. 169–170.)

Vraag de cursisten na deze bespreking in hun aantekenschrift of Schriftendagboek een of twee dingen te noteren die zij kunnen doen om voor de armen en behoeftigen te zorgen. Zij kunnen hun eigen ideeën opschrijven of ideeën die ze tijdens de les hebben gehoord. Vraag ze een doel op te schrijven om de komende weken een van die dingen te doen. Moedig ze aan hun doelen te verwezenlijken.

Toelichting en achtergrondinformatie

Mormon 8:14–18. ‘Gezegend is hij die deze dingen aan het licht brengt’

Moroni profeteerde van de profeet Joseph Smith, die was gekozen om het Boek van Mormon tot de wereld te brengen (zie Mormon 8:15–16). Veel andere vroegere profeten wisten ook van Joseph Smith. Zij baden voor zijn succes bij de vertaling en publicatie van de gouden platen, ter vervulling van Gods doeleinden (zie Mormon 8:23–25; LV 10:46). President Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gesproken over de rol die Joseph Smith heeft gespeeld om het Boek van Mormon tevoorschijn te brengen:

‘De waarheid is simpelweg dat hij een profeet van God was — niets meer en zeker niets minder!

‘De Schriften zijn niet zozeer van Joseph Smith tot ons gekomen dan wel door hem. Hij was een kanaal waardoor de openbaringen werden gegeven. […]

‘De profeet Joseph Smith was een ongeschoolde boerenjongen. Uit sommige vroege brieven blijkt dat hij af en toe moeite had met de spelling, grammatica en woordkeuze.

‘Dat de openbaringen in deze vorm door hem op schrift gesteld zijn, kan niet minder dan een wonder genoemd worden.’ (‘We Believe All That God Has Revealed’, Ensign, mei 1974, p. 94.)

Mormon 8:37–38. Wat heeft zorgen voor de armen en de behoeftigen met eeuwig geluk te maken?

Bisschop H. David Burton, voormalig Presiderende Bisschop, heeft getuigd van de eeuwige gevolgen betreffende de zorg voor de armen en behoeftigen:

‘Het doel, de beloften en de beginselen die ten grondslag liggen aan onze zorg voor de armen en behoeftigen gaan veel verder dan dit sterfelijk leven. Dit heilige werk moet niet alleen nooddruftigen tot nut en zegen zijn. We kunnen, als zoons en dochters van God, waarlijk geen deel hebben aan een celestiaal leven zonder ons bezit met de armen te delen. Want door welwillend te offeren en van onszelf aan anderen te geven, maken we ons de celestiale beginselen van offerande en toewijding eigen’ (“The Sanctifying Work of Welfare,” Ensign of Liahona, mei 2011, 81–82).

Afdrukken