Moroni 7:20–10:34 (unit 32)

Lesmateriaal voor de thuisseminarieleerkracht

Samenvatting van dagelijkse thuisseminarielessen

De volgende samenvatting van de leerstellingen en beginselen die de cursisten bij hun studie van Moroni 7:20–10:34 (unit 32) geleerd hebben, is niet bedoeld om als onderdeel van uw les te worden behandeld. Uw les richt zich op slechts enkele van deze leerstellingen en beginselen. Volg de indrukken van de Heilige Geest terwijl u nadenkt over de behoeften van uw cursisten.

Dag 1 (Moroni 7:20–48)

De cursisten zetten hun studie van Mormons redevoering tot de mensen in de synagoge voort. Zij leerden daarbij belangrijke beginselen over geloof, hoop en naastenliefde: Als wij geloof in Jezus Christus oefenen, kunnen wij al het goede aangrijpen. Als wij geloof in Jezus Christus oefenen, verkrijgen wij door zijn verzoening de hoop om tot het eeuwige leven te worden opgewekt. Als wij tot de Vader bidden met alle kracht van ons hart en als ware volgelingen van Jezus Christus leven, kunnen wij met naastenliefde vervuld worden.

Dag 2 (Moroni 8–9)

De cursisten bestudeerden de brief van Mormon aan Moroni die in Moroni 8 is opgetekend. Zij leerden dat bekering en doop noodzakelijk zijn voor hen die toerekeningsvatbaar zijn en in staat om zonde te bedrijven. Zij verdiepten zich ook in de leerstelling dat kleine kinderen door de verzoening van Jezus Christus gered zijn. Door de brief in Moroni 9 leerden de cursisten waarom we ijverig in dienst van God moeten arbeiden, ook als de mensen die we dienen niet positief reageren. Daarnaast leerden de cursisten uit de voorbeelden van Mormon en Moroni dat als we getrouw zijn in Jezus Christus, Hij ons zal verheffen, zelfs wanneer we door moeilijkheden en goddeloosheid omringd worden.

Dag 3 (Moroni 10:1–7, 27–29)

De cursisten bestudeerden Moroni’s afsluitende getuigenis en beseften dat als we God in geloof en met een eerlijke bedoeling vragen, we door de Heilige Geest een getuigenis van het Boek van Mormon en van Jezus Christus kunnen ontvangen. Zij leerden ook dat zij die het Boek van Mormon hebben ontvangen, door God verantwoordelijk worden gehouden voor hun reactie erop.

Dag 4 (Moroni 10:8–26, 30–34)

De cursisten leerden dat God gaven van de Geest geeft om zijn kinderen van nut te zijn. Zij leerden ook dat als we geloof hebben, wij in staat zijn te doen wat de Heiland van ons verlangt. Daarnaast zagen zij door de laatste woorden van Moroni in het Boek van Mormon in dat als wij tot Jezus Christus komen, wij door zijn verzoening gereinigd en vervolmaakt kunnen worden.

Inleiding

Deze les kan de cursisten duidelijker maken wat het betekent om het goede aan te grijpen. De cursisten krijgen de gelegenheid om uit te leggen hoe iemand voor zichzelf kan weten dat het Boek van Mormon waar is. Ze kunnen ook hun getuigenis van het Boek van Mormon geven en bespreken hoe hun getuigenis dit jaar is versterkt. Moroni 7–9 bevat brieven van Mormon die Moroni in zijn boek heeft opgenomen.

Onderwijstips

Moroni 7:20–48

Moroni tekent Mormons leringen aangaande geloof, hoop en naastenliefde op

Zet de woorden aanraken en aangrijpen op het bord. Laat een cursist naar voren komen en voordoen wat het betekent om het Boek van Mormon aan te raken. Laat de cursist daarna voordoen wat het betekent om het Boek van Mormon aan te grijpen.

Laat de cursisten Moroni 7:19 doorlezen en opletten wat we volgens Mormon moeten aangrijpen. Stel daarna de volgende vragen:

Wat moeten we volgens Mormon aangrijpen?
Wat denk je dat het betekent om ‘al het goede aan te grijpen’? (Maak de cursisten duidelijk dat ‘al het goede’ rechtschapen doelen, daden, gedachten, beginselen en voorwerpen kan omvatten.)

Leg uit dat Mormon uiteenzette hoe wij ‘al het goede [kunnen] aangrijpen’. Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Moroni 7:20–22, 25 voor te lezen. Welke raad gaf Mormon zodat we ‘al het goede [kunnen] aangrijpen’?

Zet de volgende onvolledige zin op het bord: Als wij … , kunnen wij al het goede aangrijpen.

Vraag: Hoe zou je deze zin op basis van deze verzen aanvullen? (Een van de mogelijke antwoorden: Als wij geloof in Jezus Christus oefenen, kunnen wij al het goede aangrijpen.)

Wijs de cursisten erop dat Mormon in dit hoofdstuk ook getuigde dat we door geloof in Jezus Christus met de gave van naastenliefde vervuld kunnen worden (zie Moroni 7:48). Laat de cursisten proberen de kerntekst Moroni 7:45, 47–48 uit het hoofd op te zeggen. Ze kunnen de verzen ook oplezen.

Stel de volgende vragen:

Welke zinsnede in Moroni 7:45, 47–48 spreekt je aan? Waarom spreekt die zinsnede je aan?
Wanneer heb je iemand naastenliefde zien tonen of wanneer heb je gemerkt dat de Heer jou hielp om naastenliefde te tonen? (U kunt die vragen ook zelf beantwoorden.)

Moroni 10

Moroni spoort ons aan om een getuigenis van het Boek van Mormon te verkrijgen en tot Jezus Christus te komen

Bespreek met de cursisten wat het doel van de sluitsteen in een gewelf is. Bespreek ook wat het idee van een sluitsteen met het Boek van Mormon te maken heeft. (Verwijs de cursisten desgewenst naar de tekening in unit 1, dag 3 van hun leergids.) Vraag de cursisten in welk opzicht het Boek van Mormon de sluitsteen van hun getuigenis is.

Laat een cursist Moroni 10:3–5 voorlezen. Vraag de cursisten waarom deze verzen belangrijk zijn om anderen erover te vertellen, of ze nu lid zijn van de kerk of niet. Vraag een paar cursisten hun gedachten onder woorden te brengen. Vraag vervolgens: Wat moeten we volgens Moroni doen om de waarheid te kennen? (U kunt hun antwoorden eventueel op het bord zetten. Wijs erop dat deze antwoorden manieren zijn om in geloof achter ‘de waarheid van alle dingen’ te komen.)

Laat een cursist Moroni 10:6–7 voorlezen en vraag: Wat kunnen we behalve de waarheid van het Boek van Mormon nog meer door de macht van de Heilige Geest te weten komen? (De Heilige Geest bevestigt dat Jezus de Christus is.)

Zet het volgende beginsel op het bord: Als we God in geloof en met een eerlijke bedoeling vragen, kunnen we door de Heilige Geest een getuigenis van het Boek van Mormon en van Jezus Christus ontvangen.

Vertel de cursisten dat Moroni een laatste uitnodiging deed aan alle mensen die het Boek van Mormon zouden lezen. Laat een cursist die uitnodiging in Moroni 10:30, 32–33 voorlezen. Vraag de cursisten hoe wij ‘tot Christus’ kunnen komen. (Laat ze hun bevindingen desgewenst markeren.) Stel daarna de volgende vragen:

Welke uitnodiging deed Moroni aan het einde van zijn heilige kroniek aan ons?
Welke zinsneden in deze verzen helpen je te weten hoe je ‘tot Christus’ moet komen?
Welke beginselen kun je uit deze verzen leren? (In de antwoorden van de cursisten kan het volgende beginsel naar voren komen:Als wij tot Jezus Christus komen, kunnen wij door zijn verzoening gereinigd en vervolmaakt worden. U kunt dit beginsel eventueel op het bord zetten.)
Wat betekent het voor je dat je alleen door Jezus Christus vervolmaakt kunt worden?

Laat iedere cursist een van de volgende vragen kiezen en over een antwoord nadenken. (Zet de vragen eventueel vóór de les op het bord of zorg voor een uitreikblad.) Vraag enkele cursisten na verloop van tijd hun antwoorden aan de klas te vertellen.

Hoe ben je te weten gekomen dat het Boek van Mormon waar is?
Hoe heeft de Heiland je geholpen meer te worden dan je ooit zelf had gekund?
Als je terugkijkt op je studie van het Boek van Mormon dit jaar, in welk opzicht zou je je studie van de Schriften dan willen verbeteren?

Getuig na de antwoorden van de cursisten desgewenst van het Boek van Mormon en van de verzoening van Jezus Christus. Spreek bovendien uw waardering voor de cursisten uit en de moeite die ze dit jaar hebben gedaan om in het seminarie te studeren en te leren. Moedig ze aan dagelijks in de Schriften te blijven lezen en toe te passen wat ze leren.