Bibliotheek
Les 61: Mosiah 18


Les 61

Mosiah 18

Inleiding

Na Abinadi’s dood verkondigde Alma zijn woorden heimelijk onder het volk. Mensen die hem geloofden kwamen samen bij de wateren van Mormon. Alma predikte de boodschap van ‘bekering en verlossing en geloof in de Heer’ (Mosiah 18:7). Wie zijn leringen aannamen en zich van hun zonden bekeerden, gingen het verbond van de doop aan. De mensen waren trouw aan dit verbond en zij hielpen elkaar zowel in stoffelijk als geestelijk opzicht.

Onderwijstips

Mosiah 18:1–16

Alma onderricht en doopt mensen

Toon de plaat ‘Abinadi voor koning Noach’ (62042; Evangelieplatenboek [2009], nummer 75). Wijs op de priesters op de achtergrond van de plaat. Leg uit dat Mosiah 18 de ervaringen van Alma bevat, die een van de priesters van koning Noach was.

Vraag een cursist Mosiah 18:1, 3–6 voor te lezen. Vraag de klas te letten op wat Alma deed nadat hij Abinadi’s getuigenis had gehoord. Laat de cursisten vertellen wat ze te weten zijn gekomen en vraag ze daarna hun tekening erbij te pakken met het overzicht van de reizen in Mosiah 7–24. Laat ze de wateren van Mormon op de juiste locatie tekenen. (Zie het aanhangsel achterin dit boek voor het volledige schema.)

Afbeelding
reizen in Mosiah 7–24

Leg uit dat Alma met zijn leringen het volk op de doop wilde voorbereiden. Vraag de cursisten stil te staan bij hun eigen doop. Stel de volgende of eendere vragen om ze te laten nadenken over wat hun doop voor hen betekent:

  • Wat kun je je nog herinneren van die gebeurtenis?

  • Hoe hebben je ouders, leerkrachten en leid(st)ers je geholpen je op je doop voor te bereiden?

  • Wat waardeer je nu meer over de doop dan toen je je liet dopen?

Leg uit dat het verhaal van Alma die de mensen bij en in de wateren van Mormon onderwijst en doopt ons begrip van het doopverbond kan vergroten.

Vraag de cursisten Mosiah 18:2, 7 door te lezen en op te letten waarin Alma de mensen onderwees toen hij ze op de doop voorbereidde.

  • Welke leerstellingen en beginselen beklemtoonde Alma volgens deze verzen?

  • Hoe denk je dat begrip van deze waarheden iemand kan helpen zich op de doop voor te bereiden?

Neem het volgende schema over op het bord om de cursisten te helpen inzien wat zij kunnen doen om zich aan hun doopverbond te houden en de zegeningen op waarde te schatten die ze daardoor zullen ontvangen. Laat de uitspraken of tekstverwijzingen in het onderste gedeelte van het diagram weg.

Ik ben gewillig om …

God belooft …

De lasten van anderen te dragen, opdat zij licht zullen zijn (zie Mosiah 18:8).

Te treuren met hen die treuren (zie Mosiah 18:9).

Hen te vertroosten die vertroosting nodig hebben (zie Mosiah 18:9).

Te allen tijde en in alle dingen en op alle plaatsen als getuige van God op te treden (zie Mosiah 18:9).

God te dienen en zijn geboden te onderhouden (zie Mosiah 18:10).

Dat ik door God zal worden verlost (zie Mosiah 18:9).

Dat ik deel zal hebben aan de eerste opstanding (zie Mosiah 18:9).

Dat ik het eeuwige leven zal hebben (zie Mosiah 18:9).

Dat Hij zijn Geest overvloediger over mij zal uitstorten (zie Mosiah 18:10).

Leg uit dat Alma voordat hij de mensen uitnodigde om zich te laten dopen tot hen sprak over gedragingen en daden die aangaven of zij er klaar voor waren om dit verbond met de Heer te sluiten en na te komen. (Wijs de cursisten er indien nodig op dat een verbond een overeenkomst tussen God en de mens is, waarbij God en de mens echter ‘niet als gelijken optreden. God stelt de voorwaarden van het verbond en de mens stemt erin toe zich daaraan te houden. Vervolgens ontvangt hij van God de belofte van bepaalde zegeningen voor zijn gehoorzaamheid’ [Gids bij de Schriften, ‘Verbond’, scriptures.lds.org]. Zie Leer en Verbonden 20:37 voor een hedendaagse uiteenzetting van de vereisten voor de doop.)

Deel de klas in tweeën op. Laat de ene helft van de klas in Mosiah 18:8–11 opzoeken waartoe we volgens Alma gewillig moeten zijn als we ons laten dopen. Laat de andere helft van de klas in dezelfde teksten de beloofde zegeningen van de Heer opzoeken als wij ons verbond nakomen. Als de cursisten genoeg tijd hebben gehad om de verzen te bestuderen, vraagt u enkelen van hen op het bord te zetten wat ze hebben gevonden.

Stel de volgende vragen om de cursisten hun doopverbond op waarde te laten schatten:

  • Wat betekenen de daden en gedragingen in de eerste kolom voor jou?

  • Waarom zijn de beloften in de tweede kolom belangrijk voor jou?

Vraag de cursisten Mosiah 18:12–16 door te lezen en op te letten in welke opzichten Alma en zijn volk gezegend werden toen zij een verbond aangingen om de Heer te dienen. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. U moet er wellicht op wijzen dat Alma met de Geest van de Heer vervuld werd toen hij zich voorbereidde om Helam te dopen, en dat zowel Alma als Helam vervuld werden met de Geest nadat de doop was verricht. Daaruit blijkt dat de Heer zijn verbond om zijn Geest over de mensen uit te storten al begon te vervullen.

Getuig dat wij de Geest van de Heer en de belofte van het eeuwige leven ontvangen als wij het verbond van de doop aangaan en nakomen.

Mosiah 18:17–30

Alma vestigt de Kerk van Jezus Christus onder het volk

Lees de volgende woorden van president Henry B. Eyring van het Eerste Presidium voor:

‘Vanaf de dag van de doop en bij alle geestelijke mijlpalen in ons leven doen wij God beloften en doet Hij ons beloften. Hij komt altijd de beloften na die Hij bij monde van zijn bevoegde dienstknechten doet, maar de hamvraag in ons leven is of wij met Hem verbonden sluiten en ze nakomen.’ (Zie ‘Getuigen voor God’, De Ster, januari 1997, p. 29.)

Vestig de aandacht van de cursisten op het schema op het bord. Leg uit dat ze nu gaan lezen hoe het volk van Alma naar het doopverbond leefde en hoe het daarvoor gezegend werd. Deel de klas op in twee groepen. Laat één groep Mosiah 18:17–23 en de andere groep Mosiah 18:24–30 bestuderen. Vraag beide groepen bij het lezen te letten op hoe de mensen volgens Alma moesten leven om hun doopverbond na te komen. Laat individuele cursisten uit elke groep aan een cursist uit de andere groep verslag uitbrengen over hun bevindingen. Of laat een vertegenwoordiger uit elke groep aan de klas vertellen wat hij of zij heeft geleerd.

  • Hoe beïnvloedt je doopverbond de wijze waarop je dagelijks leeft? (Laat de cursisten hun antwoorden op deze vraag eventueel toespitsen op de invloed van hun doopverbond op hun omgang met familieleden, welk amusement ze kiezen of hoe ze met leeftijdsgenoten omgaan.)

Laat de cursisten in Mosiah 18:17, 22, 29 naar woorden en zinsneden zoeken waaruit blijkt hoe de mensen voor hun trouw aan de verbonden gezegend werden. Zet deze zegeningen op het bord onder het schema van het doopverbond. (Leg de cursisten zo nodig uit dat de zinsnede ‘kinderen van God’ [Mosiah 18:22] inhoudt dat wij het eeuwige leven beërven door de verzoening van Jezus Christus [zie Mosiah 5:6–8, 15].)

Maak de cursisten duidelijk dat grote zegeningen komen tot wie hun doopverbond nakomen door ze op het schema op het bord te wijzen en te vragen:

  • In welke opzichten zijn je vrienden, familieleden of wijkleden gezegend door hun verbonden na te komen?

  • Hoe heeft de Heer jou gezegend voor het nakomen van jouw doopverbond?

Getuig van de zegeningen in uw leven doordat u zich aan uw verbonden houdt.

Mosiah 18:31–35

De leden van de kerk ontvluchten de vervolging door koning Noach

Vat Mosiah 18:31–33 samen met de uitleg dat toen Alma en zijn volk op een dag bijeen waren gekomen om het woord van de Heer te horen, zij door de dienstknechten van koning Noach werden ontdekt. De koning stuurde zijn leger om hen te vernietigen.

Vraag een cursist Mosiah 18:34 voor te lezen. Wijs erop dat voetnoot a de lezers verwijst naar Mosiah 23:1. (U kunt de cursisten deze voetnoot desgewenst laten markeren.) Leg uit dat het verslag in Mosiah 18:34 verder gaat in Mosiah 23:1, na de hoofdstukken 19–22 waarin de belevenissen van Limhi’s volk zijn opgetekend. Laat een cursist Mosiah 23:1–2 voorlezen.

  • Hoe werd Alma ‘op de hoogte […] gesteld’ van het gevaar dat op zijn volk afkwam?

Zet het volgende beginsel op het bord: De Heer waarschuwt de rechtvaardigen wanneer ze in gevaar zijn. (U kunt de cursisten aanmoedigen dit beginsel in de kantlijn naast Mosiah 18:34 te noteren.) Lees ter illustratie van deze waarheid het volgende verhaal voor dat ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft verteld:

‘Als FBI-agent deed [mijn vriend] onderzoek naar georganiseerde misdaadbendes die drugs de Verenigde Staten in smokkelden.

‘Hij en een andere agent belden een keer bij een flat aan waar een drugsdealer vermoedelijk cocaïne verkocht. Mijn vriend beschrijft wat er gebeurde:

‘“We belden aan. De verdachte deed de deur open. Toen hij ons zag, probeerde hij ons uitzicht te blokkeren. Maar het was te laat; we konden de cocaïne op tafel zien liggen.

‘“Een man en een vrouw begonnen onmiddellijk de cocaïne weg te halen. We moesten ervoor zorgen dat ze het bewijs niet vernietigden, dus duwde ik de verdachte opzij, die in de deuropening stond. Toen ik hem wegduwde, keek hij me aan. Vreemd genoeg zag hij er niet boos of bang uit. Hij glimlachte naar me.

‘“Zijn ogen en ontwapenende glimlach gaven me de indruk dat hij ongevaarlijk was. Daarom liet ik hem staan en ging ik op de tafel af. De verdachte stond nu achter me. Op dat moment kreeg ik een duidelijke, sterke ingeving: ‘Pas op voor het kwaad achter de glimlach.’

‘“Ik draaide me onmiddellijk om naar de verdachte. Hij had zijn hand in zijn zak gestoken. Instinctief greep ik zijn hand beet en trok die uit zijn zak. Toen pas zag ik in zijn hand een halfautomatisch pistool. Na een schermutseling ontwapende ik de man.” […]

‘[…] De Heilige Geest waarschuwde mijn vriend voor lichamelijk gevaar; maar Hij waarschuwt ons ook voor geestelijk gevaar.’ (‘Pas op voor het kwaad achter de glimlach’, Liahona, mei 2005, pp. 46–47.)

Getuig dat de Heer de rechtvaardigen vaak waarschuwt voor naderend gevaar, maar dat we niet moeten denken dat we onrechtschapen zijn als we ons bij dreigend gevaar niet altijd door de Heilige Geest gewaarschuwd voelen.

  • Heb je weleens gevoeld dat de Heer je waarschuwde voor lichamelijk of geestelijk gevaar? (Nadat de cursisten hun ervaringen hebben uitgewisseld, kunt u er desgewenst zelf ook een aanhalen.)

Toelichting en achtergrondinformatie

Mosiah 18:8–11. De kracht van het doopverbond begrijpen

Ouderling Joseph B. Wirthlin van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

‘Ik heb in mijn leven steeds weer bemerkt dat mensen die de zegeningen en de kracht van hun doopverbond werkelijk beseffen, of ze nu nieuwe bekeerlingen of hun hele leven al lid van de kerk zijn, grote vreugde ervaren en hun taken in het koninkrijk met aanstekelijk enthousiasme ter hand nemen.’ (‘Alma the Elder: A Role Model for Today’. In: Heroes from the Book of Mormon [1995], p. 84.)

Mosiah 18:12–18. Waarom begroef Alma zichzelf in het water toen hij Helam doopte?

President Joseph Fielding Smith wees erop dat ‘in het boek Mosiah beslist staat dat hij het gezag had [zie Mosiah 18:13]’. President Smith redeneerde als volgt: ‘Als [Alma] het gezag had om te dopen, moest hij zelf al gedoopt zijn.’ Toen Alma zich dus met Helam in het water onderdompelde, legde hij verder uit, ‘doopte hij daarmee niet zichzelf, maar deed hij dat als teken aan de Heer van zijn nederigheid en volledige bekering’. (Answers to Gospel Questions, samengesteld door Joseph Fielding Smith jr., 5 delen [1957–1966], deel 3, p. 203.)

Afdrukken