‘Les 78 – Leer en Verbonden 64:20–43: “De Heer verlangt het hart en een gewillige geest”’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht (2025)
‘Leer en Verbonden 64:20–43’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht
Toen de heiligen in de beginjaren van de kerk Zion probeerden te vestigen, vroeg Jezus Christus hun om op verschillende manieren te offeren en bij te dragen. Bij onze voortdurende inspanningen om Jezus Christus te volgen, vraagt Hij ons om Hem ons hart en onze gewillige geest te geven. Deze les kan de cursisten een groter verlangen geven om hun hart en gewillige geest aan de Heer te geven.
Mogelijke leeractiviteiten
U kunt de cursisten aan het begin van de les vragen of zij waardevolle persoonlijke bezittingen hebben. U kunt de cursisten vragen geven waar ze klassikaal of in groepjes over kunnen praten. Bijvoorbeeld:
De boerderij van Isaac Morley
U kunt de afbeelding aan het begin van de les tonen en een cursist vragen om de volgende informatie voor te lezen.
Isaac en Lucy Morley werkten hard om in de buurt van Kirtland (Ohio) een bloeiend boerenbedrijf van 30 hectare op te zetten. Als onderdeel van hun godsdienst nodigden ze mensen uit om op hun grond te wonen, hun bezittingen te delen en alles gemeenschappelijk te hebben. Toen de zendelingen van de kerk Kirtland aandeden, predikten ze de boodschap van de herstelling aan de mensen op de boerderij van de familie Morley. Isaac en Lucy Morley behoorden tot de bekeerlingen. Kort na hun doop verwelkomde de familie Morley Joseph en Emma Smith om op hun boerderij te komen wonen. (Zie Susan Easton Black, Who’s Who in the Doctrine and Covenants [1997], 198.)
Lees Leer en Verbonden 64:20 en ga na welke instructies de Heer aan Isaac Morley gaf.
Hoe zou jij hebben gereageerd als je in Isaacs schoenen stond? Waarom?
Hoe zou de kennis dat het een verzoek van de Heiland was, je helpen eraan te gehoorzamen?
Leg uit dat Isaac eerder was gevraagd zijn boerderij te verkopen, wat hij had geweigerd. Maar toen Isaac deze openbaring ontving, verkocht hij gehoorzaam zijn boerderij, gaf hij de kerk het geld en verhuisde hij met zijn gezin naar Missouri om Zion op te bouwen. U kunt er ook op wijzen dat andere mensen in deze openbaring de opdracht kregen om hun bezittingen niet te verkopen (zie Leer en Verbonden 64:21, 26 ). Deze mannen wijdden hun bezit aan de Heer en gebruikten het om de kerk en de heiligen in Kirtland te steunen. Dit kan een goed moment zijn om de cursisten te herinneren aan wat ze in Leer en Verbonden 42:29–39 over de Heiland en de wet van toewijding hebben geleerd.
De Heer verlangt ons hart en onze gewillige geest
Leg uit dat de Heer, hoewel Hij van ons misschien niet verwacht dat we ons bezit verkopen, wel dingen van ons vraagt als we ernaar streven om Hem te volgen.
Lees Leer en Verbonden 64:22, 34 . Ga na wat de Heer van ons vraagt.
Laat de cursisten inzien dat de Heer verlangt dat wij Hem ons hart en onze gewillige geest geven .
Bedenk manieren om uw cursisten duidelijk te maken wat het betekent om de Heer ons hart en onze gewillige geest te geven. U kunt de cursisten bijvoorbeeld vragen te doen alsof ze een les voor Kom dan en volg Mij over Leer en Verbonden 64 moeten schrijven. De cursisten kunnen individueel of in groepjes de volgende of hun eigen Schriftteksten bestuderen en dan een uitleg schrijven over het geven van ons hart en onze gewillige geest aan de Heer. Laat ze vertellen en bespreken wat ze hebben opgeschreven.
Moedig de cursisten aan om naar persoonlijke openbaring te streven om te weten hoe zij zelf de Heer hun hart en gewillige geest kunnen geven.
Lees de volgende Schriftteksten en wees alert op inzichten die je meer begrip geven van wat het betekent om de Heer ons hart en onze gewillige geest te geven. Je kunt dit in je studiedagboek uitleggen.
Voorbeelden uit het leven van de Heiland
In welke opzichten is Jezus Christus een goed voorbeeld van zijn hart en gewillige geest aan onze hemelse Vader geven?
Als jij je hart en gewillige geest aan Jezus Christus hebt gegeven, wat voor verschil heeft dat dan in je leven gemaakt?
U kunt de tijd nemen om de cursisten duidelijk te maken dat er een verschil is tussen enkel doen wat de Heer vraagt en Hem met ons hart en onze gewillige geest gehoorzamen.
U kunt enkele cursisten vragen om op het bord enkele geboden op te sommen die de Heer ons heeft gegeven of offers die Hij van ons vraagt. Laat de cursisten in tweetallen of groepjes bespreken hoe we de Heer ons hart en onze gewillige geest kunnen geven als we deze dingen doen. Ze kunnen bijvoorbeeld bespreken hoe we de Heer ons hart en onze gewillige geest kunnen geven als we ernaar streven de sabbat te heiligen.
Als u ervoor hebt gekozen om geboden of offers op het bord te zetten, laat u de cursisten de lijst bekijken en overdenken hoe gewillig ze zijn om die dingen te doen. U kunt de cursisten vragen om in hun studiedagboek een hart en een brein (als symbool voor onze geest) te tekenen. U kunt de afbeelding hieronder als voorbeeld tonen. Laat ze overdenken in hoeverre ze hun hart en geest aan de Heiland geven, en dan een overeenkomende hoeveelheid van de tekening inkleuren. U kunt ze vervolgens vragen om over de volgende vragen na te denken en hun antwoorden op te schrijven.
U kunt de cursisten vragen wat ze hebben gevoeld en geleerd. U kunt ook getuigen of over een ervaring vertellen waarbij u hebt gezien dat iemand zijn of haar hart en gewillige geest aan de Heer gaf.
De Heer bedoelde met het woord heden de periode vanaf het moment dat Leer en Verbonden 64 werd gegeven tot aan de wederkomst (zie Leer en Verbonden 64:23 ). Vanuit het perspectief van de Heer verwijst heden naar ‘dit leven’, de tijd waarin Gods kinderen hun ‘arbeid [moeten] verrichten’ en ‘zich erop [moeten voorbereiden] God te ontmoeten’ (Alma 34:32 ; zie ook Alma 34:31, 33–35 ). In Leer en Verbonden 64:24 verwijst het woord morgen naar de vernietiging van de goddelozen bij de wederkomst van Jezus Christus.
Het woord vertiending betekent in Leer en Verbonden 64:23 niet een percentage van inkomsten, maar alle bijdragen van de heiligen aan de kerk, vooral die onder de wet van toewijding. De Heer beloofde dat zij die de wetten van offerande en toewijding gehoorzamen, aan het vuur zullen ontkomen dat de onbekeerlijken op de laatste dag zal verbranden. Ons huidige begrip van de wet van tiende werd in 1838 verder verduidelijkt, toen de Heer de openbaring in Leer en Verbonden 119 gaf.
Ouderling Jörg Klebingat van de Zeventig heeft gezegd:
10:23
Doe ook de juiste dingen om de juiste redenen. De Heer die ‘het hart en een gewillige geest’ verlangt (Leer en Verbonden 64:34 ) en die ‘een onderscheider is van de gedachten en overleggingen van het hart’ (Leer en Verbonden 33:1 ), weet waarom u naar de kerk gaat en of u daar alleen lijfelijk aanwezig bent of Hem waarlijk aanbidt. […] Bedenk dat onverschilligheid in spirituele zaken nooit geluk heeft gebracht. Laat de kerk en het herstelde evangelie uw hele leven beheersen en niet alleen een deel zijn van uw zichtbare of sociale leven. (Jörg Klebingat, ‘De troon van God in vertrouwen benaderen ’, Liahona , november 2014, 36.)
Ouderling Donald L. Hallstrom van het Presidium der Zeventig heeft gezegd:
Het hart staat symbool voor liefde en toewijding. We brengen offers en dragen lasten ten behoeve van dierbaren die we om geen enkele andere reden zouden verduren. Zonder liefde verzwakt onze toewijding.
Als we de Heer met heel ons hart liefhebben, zijn we bereid om Hem alles te geven wat we bezitten. […]
Met ‘een gewillige geest’ zijn we bereid om het beste van onszelf en ons denkvermogen te geven en Gods wijsheid te zoeken. Het geeft aan dat we ons voornamelijk in eeuwige zaken moeten verdiepen. Het betekent dat er een onlosmakelijke relatie moet zijn tussen het woord van God horen en het gehoorzamen. (Donald L. Hallstrom, ‘The Heart and a Willing Mind ’, Ensign , juni 2011, 31–32.)
Om beter te begrijpen hoe we ons hart en onze geest aan de Heer kunnen geven, kun je ‘Met heel ons hart ’ van ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen bekijken, vanaf tijdcode 12:25 tot 13:37.
14:16
U kunt de cursisten in koppels indelen. Geef elke cursist in het koppel een ander verhaal uit de kerkgeschiedenis, zoals die hieronder. Laat de cursisten het verhaal lezen en het vervolgens samen bespreken, en uitleggen hoe deze personen een goed voorbeeld zijn van het geven van hun hart en geest aan de Heer. De cursisten kunnen vervolgens een voorbeeld geven uit hun eigen leven of dat van iemand die ze kennen.
Na hun verhuizing naar Missouri kreeg het gezin van Isaac en Lucy Morley met zware godsdienstige vervolging te maken. Ze leefden onder voortdurende angst dat bendes hun huis in brand zouden steken. Isaac verstopte zich een maand lang in een maïsveld om aan de bendes te ontsnappen. Ondanks de vervolging bleef de familie Morley trouw aan hun geloof. Isaac was een van de zes mannen die op een gegeven moment bereid was zijn leven aan de bendes te geven om zijn vrienden te redden. Isaac en Lucy verhuisden nog een paar keer met hun gezin en zorgden altijd voor anderen die ook aan de vervolging probeerden te ontkomen. Uiteindelijk trokken Isaac en Lucy met de heiligen naar het westen. Onder leiding van Brigham Young hielpen ze met de vestiging van Manti (Utah). (Zie Susan Easton Black, Who’s Who in the Doctrine & Covenants [1997], 199–200.)
Toen Edward Partridge met de profeet Joseph meereisde, werd hem gevraagd om in Independence (Missouri) te blijven om Zion op te bouwen. Edward was bang dat hij die taak niet kon volbrengen. In een brief aan zijn vrouw, Lydia, schreef hij: ‘Ik vrees dat mijn positie meer van mij vraagt dan ik mijn hemelse Vader kan geven. Bid voor mij, opdat ik niet zal vallen.’ (Saints: The Story of the Church of Jesus Christ in the Latter Days , deel 1, The Standard of Truth, 1815–1846 [2018], 131 .) Lydia kreeg de brief en bereidde haar gezin voor op hun verhuizing naar Independence om zich bij haar man te voegen. Hun buren geloofden niet dat de familie Partridge hun prachtige huis en goedlopende bedrijf zouden opgeven. Lydia wist dat het een offer zou zijn om haar huis achter te laten, maar ze vond het een eer om het fundament van de stad van God te leggen. (Zie Saints , 1:130–131 , 134–135 .)
U kunt ook klassikaal ‘The Heart and a Willing Mind ’ (7:57) of ‘Jullie tijd om op zending te gaan ’ (3:31) bekijken. Laat de cursisten nagaan hoe deze mensen hun hart en gewillige geest aan de Heer gaven.
7:53
3:31
Als uw cursisten beter willen begrijpen hoe ze openbaring van onze hemelse Vader kunnen ontvangen, kunt u ze helpen om het verband te leggen tussen wat de Heer in Leer en Verbonden 64:34 vereist en hoe onze hemelse Vader volgens Leer en Verbonden 8:2–3 met ons communiceert. Nadat de cursisten in afdeling 64 hebben bestudeerd wat het betekent om de Heer hun hart en een gewillige geest te geven, kunt u bespreken hoe ze hierdoor openbaring kunnen ontvangen. U kunt de cursisten daarbij ook vragen alinea 1–3 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2023) door te nemen. Vraag ze welk patroon de Heer ons heeft gegeven om openbaring van Hem te ontvangen.
U kunt ‘Flecks of Gold ’ (3:15) tonen. Laat de cursisten in deze video zoeken naar waarheden uit Leer en Verbonden 64:33 . Daarna kunnen ze voorbeelden geven van ‘het kleine’ dat wij kunnen doen, dat een groot verschil kan maken in onze inspanning om Jezus Christus te volgen.
U kunt de cursisten ook vragen om Alma 37:6–7 te lezen of verhalen uit hun eigen leven of uit de Schriften te vertellen waaruit dit beginsel blijkt.
3:15
Laat de cursisten Leer en Verbonden 64:41–43 lezen en nagaan hoe de Heer Zion beschrijft. Een banier is ‘een vaandel of standaard waar mensen zich omheen scharen als uiting van hun gezamenlijke doel of hun eenheid als volk’. (Gids bij de Schriften, ‘Banier ’, scriptures.ChurchofJesusChrist.org .) U kunt de cursisten in ‘Global Histories ’ onder ‘Church History’ in de Engelstalige Evangeliebibliotheek laten zoeken naar verhalen van mensen uit vele landen die zich in de kerk van de Heiland vergaderen. Ze kunnen een verhaal lezen en het in koppels of groepjes delen.