Handboeken en roepingen
21. Bediening


‘21. Bediening’, Selecties uit het Algemeen handboek (2023).

‘21. Bediening’, Selecties uit het Algemeen handboek

Afbeelding
mannen tillen steen op

21.

Bediening

21.0

Inleiding

Bediening houdt in anderen te dienen zoals de Heiland dat heeft gedaan (zie Mattheüs 20:26–28).

De Heer wil dat alle leden van zijn kerk die zorg krijgen. Om die reden worden priesterschapsdragers als dienende broeders aan elk huishouden met een of meer kerkleden toegewezen. Dienende zusters worden aan iedere volwassen zuster toegewezen.

21.1

Taken van dienende zusters en broeders

Dienende zusters en broeders hebben de volgende taken jegens de personen en gezinnen die hun zijn toegewezen:

  • Hun geloof in onze hemelse Vader en Jezus Christus helpen vergroten.

  • Hen voorbereiden op het sluiten en nakomen van de heilige verbonden met God, die ze door middel van verordeningen ontvangen.

  • Behoeften opmerken en ze liefde, zorg en hulp bieden zoals Christus dat zou doen.

  • Ze geestelijk en stoffelijk zelfredzaam helpen worden.

21.2

Bedieningswerk organiseren

21.2.1

Bedieningstaken toewijzen

De presidiums van het ouderlingenquorum en de zustershulpvereniging overwegen onder gebed hoe ze dienende broeders en zusters gaan inzetten. Ze delen gewoonlijk twee broeders of twee zusters als koppel in. De bedieningskoppels en -toewijzingen leggen ze ter goedkeuring aan de bisschop voor.

Een echtpaar mag als bedieningskoppel aan een persoon of gezin worden toegewezen.

Dienende broeders en zusters worden niet geroepen, gesteund of aangesteld.

21.2.2

Bedieningstaken voor jongeren

Een jongevrouw die daartoe bereid en in staat is, kan als bedieningscollega van een ZHV-zuster fungeren. Dat mag vanaf het jaar waarin ze 14 wordt.

Een jongeman fungeert als collega van een Melchizedeks-priesterschapsdrager wanneer hij tot het ambt van leraar of priester is geordend.

21.3

Bedieningsgesprekken

De quorumpresident ouderlingen en zijn raadgevers voeren gesprekken met dienende broeders. De ZHV-presidente en haar raadgeefsters voeren gesprekken met dienende zusters.

Deze gesprekken vinden minstens één keer per kwartaal plaats.

Het doel van de gesprekken is:

  • Overleggen over de sterke kanten, behoeften en moeilijkheden van toegewezen personen en gezinnen.

  • Bespreken hoe betrokkenen zich met de nodige steun op verordeningen kunnen voorbereiden.

  • Overwegen hoe het ouderlingenquorum, de ZHV, de wijkraad en anderen hulp kunnen bieden.

  • De dienende broeders en zusters instrueren en bemoedigen.

21.4

Bedieningswerk coördineren

Het ZHV-presidium en quorumpresidium ouderlingen vergaderen minstens één keer per kwartaal. Ze nemen hun bevindingen uit de bedieningsgesprekken door (zie 21.3). Ze stemmen ook de bedieningstoewijzingen af.

In units met weinig actieve leden kunnen het ZHV-presidium en het quorumpresidium ouderlingen besluiten om sommige leden geen dienende zusters én dienende broeders toe te wijzen.

Afdrukken