Handboeken en roepingen
35. Onderhoud en gebruik van kerkgebouwen


‘35. Onderhoud en gebruik van kerkgebouwen’, Selecties uit het Algemeen handboek (2023).

‘35. Onderhoud en gebruik van kerkgebouwen’, Selecties uit het Algemeen handboek

Afbeelding
mensen lappen ramen en stofzuigen

35.

Onderhoud en gebruik van kerkgebouwen

35.1

Doel

De kerk voorziet in kerkgebouwen zodat allen die daar komen:

35.2

Rollen en taken

35.2.2

Faciliteitenmanager van de kerk

Een faciliteitenmanager is een werknemer van de kerk die ervoor zorgt dat de kerkgebouwen in elke ring operationeel zijn. Hij of zij regelt grote reparaties, grondige reiniging en routineonderhoud van de gebouwen.

Zo nodig instrueert de faciliteitenmanager ring- en wijkvertegenwoordigers kerkgebouw(en) over de schoonmaak van het gebouw en andere plaatselijke taken. Hij of zij zorgt voor instructies, materialen en apparatuur.

Hij of zij neemt eventueel ook de uitgaven voor de gebouwen met de bisschappen door.

35.2.7

Bisschap

De bisschap (of de wijkvertegenwoordiger kerkgebouw) instrueert de leden in het gebruik, het onderhoud en de veiligheid van het gebouw. De bisschap voorziet de leidinggevenden in de wijk ook van een sleutel van het gebouw.

Zij zien erop toe dat de activiteiten in het gebouw en op het terrein veilig worden gehouden (zie 20.7).

Zij communiceren met de faciliteitenmanager van de kerk over het onderhoud en de operationele behoeften. Zij nemen eventueel ook de gerelateerde uitgaven met de faciliteitenmanager door.

35.2.9

Wijkvertegenwoordiger kerkgebouw

De bisschap stelt vast of er een wijkvertegenwoordiger kerkgebouw wordt geroepen. Zo ja, dan mag de bisschap daarvoor een volwassen mannelijk of vrouwelijk lid roepen. Als er geen wijkvertegenwoordiger kerkgebouw wordt geroepen, wijst de bisschop deze taak eventueel toe aan een van zijn raadgevers, de wijkadministrateur, een assistent-wijkadministrateur of de wijksecretaris.

De wijkvertegenwoordiger kerkgebouw zet leden en vrijwilligers in om het gebouw schoon te maken en te onderhouden.

35.3

Kerkgebouwen realiseren

Kerkgebouwen zijn er in verschillende soorten en maten, afhankelijk van de plaatselijke behoeften en omstandigheden. Een kerkgebouw kan een door de kerk gebouwde of aangekochte ruimte zijn, de woning van een lid, een school- of buurtgebouw, een gehuurde ruimte of een andere goedgekeurde optie.

Gebieds- en plaatselijke leiders benutten de bestaande kerkgebouwen ten volle en dienen niet overhaast een plan voor aanvullende ruimte in.

35.4

Kerkgebouwen onderhouden

35.4.1

Kerkgebouwen schoonmaken en onderhouden

Plaatselijke leidinggevenden en leden, met inbegrip van jongeren, hebben de taak om elk gebouw schoon en in goede staat te houden.

Het schoonmaakrooster mag de leden niet tot last zijn. Als reizen naar het gebouw bijvoorbeeld lastig is, zouden de leden als onderdeel van de wekelijkse activiteiten kunnen schoonmaken als ze al in het gebouw zijn.

35.4.2

Reparaties aanvragen

Leden van de wijk- en ringraad kunnen de behoefte aan reparaties van gebouwen melden. Dat kan via de tool Facility Issue Reporting (FIR).

35.4.5

Veiligheid en beveiliging

Leidinggevenden en leden:

  • Zorgen ervoor dat de gangen, trappen, uitgangen, (bij)keukens en bergruimten goed toegankelijk zijn.

  • Mogen geen gevaarlijke of brandbare materialen in gebouwen gebruiken of opslaan.

  • Stellen afsluitregels in en houden zich daaraan.

  • Beveiligen apparatuur van de kerk tegen diefstal.

  • Weten hoe ze nutsvoorzieningen zoals water, elektriciteit, gas of brandstof moeten afsluiten.

De faciliteitenmanager zorgt naar behoefte voor een plattegrond waarop brandblussers, EHBO-setjes en plekken om nutsvoorzieningen af te sluiten staan aangegeven. Meer informatie over veiligheid staat in ‘Procedures rondom veiligheid en afsluiten’ in ‘Kerkgebouwen onderhouden’ (Handleiding kerkgebouwfaciliteiten). Zie ook 20.7.

35.5

Beleid inzake het gebruik van kerkgebouwen

35.5.1

Basisbeginselen en vereisten voor het gebruik van kerkgebouwen

Alle gebruik van kerkgebouwen moet aan de volgende basisvereisten voldoen:

  • Houd u aan de leer, het beleid en de gebruiken van de kerk, met inbegrip van de heilige aard en doeleinden van kerkgebouwen.

  • Blijf binnen de grenzen van de wet.

  • Behoud waar van toepassing de belastingvrijdom van de kerk.

  • Neem de nodige maatregelen om veiligheidsrisico’s te vermijden, beperken en beheersen. Volg daarbij ook kerkelijke richtlijnen en beleidsregels ter bescherming van kinderen en jongeren (zie 12.5.1 en 20.7.1).

  • Houd u aan andere voorwaarden en beperkingen door de ringpresident of bisschop opgelegd.

35.5.2

Gebruik van kerkgebouwen

Kerkbijeenkomsten, -programma’s en -activiteiten hebben voorrang boven andere gebruiksvormen van het gebouw als die met elkaar in conflict zijn.

Wijken en ringen kunnen ook andere kerkprogramma’s aanbieden die de leden en de gemeenschap ten goede komen. Bijvoorbeeld:

35.5.3

Gebruik van kerkgebouwen – persoonlijk en gezin

Leden mogen het gebruik van een kerkgebouw in hun ring voor persoonlijke of gezinsactiviteiten aanvragen. Om goedkeuring te vragen, nemen zij contact op met een lid van de bisschap van een wijk die in dat kerkgebouw bijeenkomt (of iemand die hij aanwijst). De volgende richtlijnen zijn van toepassing:

  • Een verantwoordelijk volwassen lid van een wijk die in het kerkgebouw bijeenkomsten bijwoont, houdt persoonlijk toezicht op het gebruik.

  • Gebruikers zijn volledig verantwoordelijk voor alle eventuele schade aan het gebouw, of voor letsel of aansprakelijkheid in verband met het gebruik ervan.

  • Gebruikers moeten het gebouw opruimen en volledig terugbrengen in haar staat vóór gebruik.

  • Gebruikers moeten voldoen aan de aanwijzingen en verzoeken van plaatselijke leiders, inclusief het verzoek van leiders om het gebruik in de gaten te houden.

  • Kerkleiders kunnen elke persoon of groep vragen om het gebruik van het terrein te staken als ze zich niet aan de richtlijnen houden.

  • Voor goedgekeurde activiteiten zorgen wijk- en ringleiders ervoor dat het kerkgebouw toegankelijk is. De sleutels van het gebouw mogen alleen aan aangewezen leden van de wijk of ring worden gegeven.

Zie 38.3.4 voor het gebruik van kerkgebouwen voor bruiloften en huwelijksrecepties.

Zie 29.5 voor het gebruik van kerkgebouwen voor uitvaartdiensten en andere diensten voor overledenen.

35.5.4

Gebruik van kerkgebouwen door organisaties zonder winstoogmerk of door andere groepen of personen

Gebiedsleiding mag organisaties zonder winstoogmerk, gemeenschaps- en andere groepen (zoals sportteams), of personen die niet in 35.5.3 zijn omschreven, toestaan kerkgebouwen voor opbouwende activiteiten of dienstbetoon te gebruiken. De voorwaarden in 35.5.3 zijn van toepassing.

De ringpresident neemt contact op met de faciliteitenmanager om goedkeuring van de gebiedsleiding voor dat gebruik te krijgen.

35.5.5

Noodsituaties

Kerkgebouwen mogen in noodsituaties worden gebruikt voor noodzakelijke dienstverlening in de gemeenschap. Een ringpresident mag bijvoorbeeld toestaan dat kerkgebouwen in zijn ring bij een ramp worden gebruikt door een samenwerkingsverband met hulporganisaties en anderen (zie 35.5.4).

35.5.6

Niet toegestaan gebruik van gebouwen

35.5.6.1

Commercieel gebruik

Het is niet toegestaan kerken voor commerciële activiteiten te gebruiken. Daar zijn kerkgebouwen niet voor bedoeld. Dergelijk gebruik kan ook botsen met plaatselijke of nationale wetten die de belastingvrijdom van de kerk mogelijk maken.

35.5.6.3

Politieke doeleinden

De kerk is politiek neutraal. Het is niet toegestaan een kerkgebouw voor politieke doeleinden te gebruiken. Verboden activiteiten zijn politieke bijeenkomsten en campagnes, en gebruik door belangengroepen.

Maar bij uitzondering mag het gebruik van het gebouw als stemlocatie voor een verkiezing worden toegestaan (zie 38.8.30). De ringpresident kan toestemming voor zo’n uitzondering van de faciliteitenmanager krijgen (zie 35.5.4).

Afdrukken