Studiewijzers
Alma, zoon van Alma


Alma, zoon van Alma

In het Boek van Mormon, de eerste opperrechter en profeet onder het Nephitische volk. In zijn jonge jaren tracht hij de kerk te vernietigen (Mos. 27:8–10). Er verschijnt hem echter een engel en hij wordt tot het evangelie bekeerd (Mos. 27:8–24; Alma 36:6–27). Later treedt hij af als opperrechter om het volk te onderrichten (Alma 4:11–20).

Het boek Alma

Een afzonderlijk boek in het Boek van Mormon dat een samenvatting bevat van de kronieken van de profeten Alma, de zoon van Alma, en zijn zoon Helaman. De beschreven gebeurtenissen in dit boek hebben plaatsgevonden tussen circa 91 en 52 v.C. Het boek telt 63 hoofdstukken. In de hoofdstukken 1–4 wordt de opstand beschreven van de volgelingen van Nehor en Amlici tegen de Nephieten. De daaruit voortvloeiende oorlogen kunnen gerangschikt worden onder de meest verwoestende die tot op dat punt in de Nephitische geschiedenis waren voorgekomen. In de hoofdstukken 5–16 worden Alma’s vroege zendingsreizen beschreven, met inbegrip van zijn rede over de goede herder (Alma 5) en zijn prediking samen met Amulek in de stad Ammonihah. De hoofdstukken 17–27 bevatten de kroniek van de zonen van Mosiah en hun bediening onder de Lamanieten. De hoofdstukken 28–44 bevatten een aantal van Alma’s belangrijkste redevoeringen. In hoofdstuk 32 vergelijkt Alma het woord met een zaadje; in hoofdstuk 36 vertelt hij zijn bekeringsverhaal aan zijn zoon Helaman. De hoofdstukken 39–42 bevatten Alma’s raad aan zijn zoon Corianton, die een zedelijke overtreding heeft begaan; in deze belangrijke rede zet hij gerechtigheid, barmhartigheid, de opstanding en de verzoening uiteen. De hoofdstukken 45–63 geven een beschrijving van de Nephitische oorlogen van die periode en de volksverhuizingen onder Hagot. Door moedig en op het juiste moment op te treden, dragen grote leiders zoals opperbevelhebber Moroni, Teancum en Lehi ertoe bij dat de Nephieten behouden blijven.