Antwoorden op veelgestelde vragen

Het zelfredzaamheidsinitiatief is in 2014 door het Eerste Presidium in het leven geroepen. Het werd oorspronkelijk buiten Noord-Amerika gebruikt en is nu over de hele wereld beschikbaar. Dankzij het initiatief hebben honderdduizenden mensen hun zelfredzaamheid verbeterd.

In zelfredzaamheidsgroepen krijgen mensen praktische vaardigheden en geestelijke beginselen aangereikt die hen in staat stellen zichzelf te helpen. Zelfredzaamheidsgroepen zijn meestal klein. Ze bestaan uit maximaal 12 mensen onder leiding van een begeleider. Er zijn geen deskundigen of leerkrachten bij betrokken. In een zelfredzaamheidsgroep wordt gewerkt rond een van de volgende vier thema’s: werkgelegenheid, opleiding, klein bedrijf of persoonlijke financiën (zie het materiaal).

Bij een groep aansluiten kan op uitnodiging of op eigen initiatief. Vaak worden groepen na een devotional georganiseerd, maar dat is geen vereiste. Groepen worden altijd op aanwijzing van plaatselijke leiders georganiseerd. Groepsleden bepalen samen wanneer en waar ze samenkomen. Elke groep heeft minstens één begeleider. Informeer bij uw plaatselijke leiders om te weten wanneer de volgende groepen van start gaan.

Doorgaans komen groepen wekelijks gedurende twaalf weken samen. Bijeenkomsten duren anderhalf à twee uur. Voor de groep ‘Een betere baan vinden’ is een versneld programma mogelijk.

Het vergt tijd en oefening om dingen te veranderen en nieuwe gewoonten aan te kweken. Groepsleden zijn elkaar tot steun, en vaak worden in de loop van het programma hechte vriendschapsbanden gesmeed.

Tijdens de eerste les krijgt u het lesboek voor uw cursus. U vindt ook een digitale versie hier of in de app Evangeliebibliotheek.

Ja. Groepsleden stellen zich tijdens elke bijeenkomst doelen en werken thuis aan de opdrachten. Houd er rekening mee dat u elke week enkele uren tijd inruimt om uw doelen te bereiken. Elke week bespreken de groepsleden hun vooruitgang en bouwen ze elkaar op.

Elke week werken groepsleden met een partner samen. Ze beloven elkaar te steunen en navraag naar vorderingen te doen. Het groepslid met wie je samenwerkt is je ‘buddy’. Buddy’s kunnen elkaar door de week bellen of berichtjes sturen. Buddy’s zijn doorgaans van hetzelfde geslacht en geen familie van elkaar. Buddy’s kunnen wekelijks wisselen, maar dat is geen vereiste.

Breng eerst uw begeleider op de hoogte. Kijk vervolgens wat er voor die bijeenkomst op het programma staat, en probeer de opdrachten uit te voeren. Blijf in contact met uw buddy of begeleider, zelfs als u de bijeenkomst niet bijwoont.

Ja. Wij raden u wel aan om de ene zelfredzaamheidsgroep af te maken voordat u zich bij een andere aansluit.

Neem contact op met de zelfredzaamheidsdeskundige van de ring.