De kansen en taken van CES-leerkrachten in de 21e eeuw
Een avond met ouderling M. Russell Ballard
Toespraak tot medewerkers van de kerkelijke onderwijsinstellingen • 26 februari 2016 • Salt Laketabernakel
Geliefde broeders en zusters, dank u wel voor uw buitengewone inzet om het leven van onze jonge kerkleden tot zegen te zijn.
Onlangs heb ik dit nieuwe boek doorgenomen: By Study and Also By Faith: One Hundred Years of Seminaries and Institutes of Religion. [Door studie en ook door geloof: honderd jaar seminaries en instituten voor godsdienstonderwijs]. Het is een opmerkelijk verhaal! Terwijl ik door het boek bladerde, viel mij op welke rol mijn overgrootvader Joseph F. Smith en mijn grootvader Melvin J. Ballard hebben vervuld in het ontstaan en de uitbreiding van het kerkelijk onderwijs.
Nu dien ik, waar zij ooit dienden, vanwege mijn eigen connectie met jullie. Vanaf 1985 had ik het voorrecht om veertien jaar lang van de onderwijsraad deel uit te maken, waarvan zeven jaar als lid van het leidinggevend comité en bijna vier jaar als voorzitter van dat comité.
In die periode kreeg ik grote waardering voor de kerkelijke onderwijsinstellingen. Vanavond spreek ik voor alle ouders, grootouders en zelfs overgrootouders in de kerk als ik ‘Dank u wel’ aan u zeg, de leerkrachten, de bestuurders en uw gezin voor uw getrouwe dienstbetoon. Wat CES in de laatste honderd jaar heeft bereikt is verbazingwekkend. Ik heb echter meer interesse in de volgende honderd jaar en hoe u uw cursisten kunnen helpen de steeds veranderende moeilijkheden van de 21e eeuw te doorstaan.
In een instructiebijeenkomst voor algemene autoriteiten heeft president Gordon B. Hinckley eens gesproken over het onderwerp van ‘de leer zuiver houden en de kerk op het juiste pad houden.’ Hij zei bij die gelegenheid: ‘Wij kunnen niet voorzichtig genoeg zijn. Wij moeten opletten dat wij niet [van het pad] afdwalen. In onze inspanningen origineel, vernieuwend en anders te zijn, onderwijzen wij misschien zaken die niet helemaal overeenstemmen met de basisleer van deze herstelde Kerk van Jezus Christus. […] We doen er goed aan om waakzamer te zijn. […] Wij moeten wachters op de toren zijn.’1
Nu het kerkelijk onderwijs zich in deze 21e eeuw uitbreidt, dient ieder van u te overwegen welke wijzigingen u kunt aanbrengen in uw voorbereiding op uw onderwijs, op uw manier van onderwijzen en zelfs wat u onderwijst als u onwankelbaar geloof in onze dierbare jongeren wilt opbouwen.
Achter ons ligt de tijd dat een cursist een eerlijke vraag stelde en de leerkracht antwoordde: ‘Maak je daar maar geen zorgen over!’ Achter ons ligt de tijd dat een cursist een oprechte zorg uitte en de leerkracht als antwoord daarop zijn of haar getuigenis gaf om de kwestie te ontwijken. Achter ons ligt de tijd dat cursisten werden beschermd tegen mensen die de kerk aanvielen. Gelukkig heeft de Heer deze tijdige en tijdloze raad aan u, leerkrachten, gegeven: ‘En omdat niet allen geloof hebben, moet u ijverig woorden van wijsheid zoeken en ze elkaar leren; ja, put woorden van wijsheid uit de beste boeken; zoek kennis, ja, door studie en ook door geloof.’2
Dit is vandaag de dag bijzonder toepasselijk, want niet al uw cursisten hebben het noodzakelijke geloof om de komende uitdagingen te weerstaan en omdat velen van hen door het internet al zijn blootgesteld aan de ondermijnende kracht van een in toenemende mate geseculariseerde wereld die het geloof, het gezin en de evangelienormen niet goed gezind is. Het internet breidt zijn bereik wereldwijd uit tot in bijna elk huis en zelfs tot in de handen en gedachten van jullie cursisten.
Jullie kunnen de cursisten helpen door hun te leren wat het inhoudt om studie en geloof te combineren in het leerproces. Onderwijs hen door deze vaardigheid en aanpak in de klas te tonen.
President Harold B. Lee heeft gezegd:
‘Wij herinneren u eraan dat kennis opdoen door geloof geen gemakkelijke leerweg is. Er zijn zware inspanningen voor nodig en een voortdurend streven door geloof. […]
‘Kortom, leren door geloof is geen taak voor een lui mens. Iemand heeft gezegd dat zo’n proces de onderwerping van de hele ziel vereist, de oproep uit het diepst van het verstand die met God wordt verbonden — de juiste verbinding moet tot stand worden gebracht. Alleen dan komt “kennis door geloof” tot stand.’3
Kennis door geloof heeft een onvervalst getuigenis als gevolg en een onvervalst getuigenis heeft de kracht iemand te veranderen, zoals in deze drie korte verhalen wordt aangetoond.
Ten eerste, Phoebe Carter verliet in de jaren dertig van de negentiende eeuw haar huis in Maine (VS) om zich bij de heiligen in Ohio (VS) aan te sluiten. Zij vertelde: ‘Mijn vriendinnen waren verbaasd over mijn besluit, net zoals ik dat was, maar iets in mij zette me ertoe aan om te vertrekken. Toen ik van huis ging, was mijn moeders verdriet bijna ondraaglijk, en zonder de Geest die ik voelde, zou ik nog geaarzeld hebben.4
Phoebe volgde de profeet en sloot zich bij de heiligen in Ohio (VS) aan en trok uiteindelijk naar Utah (VS), waar zij als trouwe heilige der laatste dagen is gestorven. Zij was de vrouw van Wilford Woodruff, de president van de kerk.
Het volgende verhaal komt uit de biografie van Marion G. Romney.
Toen hij een bacheloropleiding volgde, had Marion al besloten dat hij niet op zending kon gaan vanwege de financiële situatie thuis. Toen hoorde hij ouderling Melvin J. Ballard spreken. De biografie vermeld: ‘[Marion] had er geen idee van hoezeer de loop van zijn leven, in dat korte ogenblik, volledig zou veranderen.’
Het verhaal gaat verder: ‘[De vader van Marion] had tegen zijn kinderen gezegd […] dat er evenveel verschil was tussen een man die geïnspireerd door de Geest door het leven ging en iemand die dat niet deed als tussen een groeiende boom en een afgestorven boomstronk. Voor de eerste keer begreep Marion volledig [hoe] het was om onder de invloed van inspiratie te zijn. Een indringend, tintelend gevoel vulde zijn ziel. Hij […] was nog nooit zo geroerd geweest als op dat moment, terwijl hij luisterde naar de woorden van de nieuwste apostel. […]
‘De jonge Marion […] werd tot in het diepst van zijn ziel geraakt. De gloed van het gelaat van de apostel en de oprechtheid van zijn getuigenis vulden Marion met een onweerstaanbaar verlangen op zending te gaan. […] Hij realiseerde zich dat zijn plannen voor verder onderwijs moesten worden uitgesteld.’5
Kort daarna was Marion op weg naar Australië, waar hij zijn zending getrouw vervulde. Later in zijn leven zou hij een machtige apostel worden en deel uitmaken van het Eerste Presidium.
Het laatste verhaal is door president Boyd K. Packer verteld en gaat over de invloed van een oude leerkracht op William E. Berrett. De leerkracht, een bekeerling uit Noorwegen, beheerste de Engelse taal maar matig. Ondanks de beperkingen van de leerkracht, herinnerde president Packer zich dat: ‘Broeder Berrett meer dan eens getuigde dat: “We onze handen aan het vuur van zijn geloof [konden] warmen.”’6
William werd later het hoofd van seminaries, instituten en kerkelijke scholen.
Voor Phoebe, Marion en William nu werd het horen van een onvervalst getuigenis de katalysator die hun leven voorgoed veranderde. Dat kan ook gelden voor onze cursisten. Maar gezien de stand van zaken in de huidige wereld is een onvervalst getuigenis niet altijd voldoende. Phoebe, Marion en William waren zuiver en rein en hadden geen last van pornografie en wereldsgezindheid toen zij aan de voeten van de geïnspireerde zendelingen, leerkrachten en leiders onderwijs ontvingen. De Geest drong makkelijk tot hun zachte en reine hart door.
Dat is heden ten dage wel anders, want sommigen van uw cursisten zijn reeds in aanraking gekomen met pornografie en wereldsgezindheid voordat zij zelfs bij u in de klas komen.
Het is nog maar een generatie geleden dat de informatie die onze jongelui ter beschikking stond over onze geschiedenis, leer en gebruiken, beperkt was tot het materiaal dat door de kerk was gepubliceerd. Er waren maar weinig cursisten die in aanraking kwamen met alternatieve interpretaties. Onze jongelui leidden in het algemeen een afgeschermd leven.
Ons leerplan van die tijd, hoewel goed bedoeld, bereidde cursisten niet voor op vandaag de dag — een dag waarin cursisten onmiddellijke toegang hebben tot zo’n beetje alles wat er over de kerk vanuit elk mogelijk perspectief is geschreven. Wat zij in deze tijd op hun mobiele apparaten zien, kan hun geloof waarschijnlijk zowel ondermijnen als versterken. Velen van onze jongeren kennen Google beter dan zij het evangelie kennen, zijn beter afgestemd op het internet dan op inspiratie en meer verwikkeld in Facebook dan in het geloof.
Vanwege deze uitdagingen heeft de onderwijsraad onlangs een seminarie-initiatief goedgekeurd namelijk Beheersing van de leer. Voortbouwend op wat er al met Tekstenbeheersing is bereikt, spitst dit nieuwe initiatief zich toe op het opbouwen en versterken van het geloof van de cursisten in Jezus Christus, zodat ze het vermogen zullen ontwikkelen om het evangelie na te leven en toe te passen. Met de Schriften en de woorden van de profeten als basis leren zij met geloof in Christus te handelen om zo geestelijke kennis en begrip van zijn evangelie te krijgen. En zij krijgen de kans de leer van Christus en de evangeliebeginselen toe te passen op de vragen en problemen die zij elke dag bij hun leeftijdgenoten en op sociale media horen en zien.
Dit is een geïnspireerd initiatief dat op het juiste moment komt. Het zal grote invloed op onze jongelui hebben. Maar het succes van de Beheersing van de leer en alle andere studieprogramma’s in de kerkelijke onderwijsinstellingen hangen voor een groot deel van u af.
Wat zijn, in het licht van de uitdagingen waar we voor staan, uw kansen en taken als CES-leerkracht in de 21e eeuw? Natuurlijk moet u de Heer, zijn kerk en uw cursisten liefhebben. U moet ook vaak en oprecht een onvervalst getuigenis geven. Bovendien is het nu meer dan ooit nodig dat uw cursisten de kans krijgen om door studie en geloof met de leerstellige en historische inhoud en context vertrouwd te raken, vergezeld van uw onvervalste getuigenis, zodat zij een gedegen en blijvende bekering tot het evangelie en een levenslange toewijding aan Jezus Christus zullen ervaren. Een gedegen en blijvende bekering houdt in dat zij hun hele leven ‘in de boot [blijven] en zich vast[houden]’.7
Als u de leerstellige en historische inhoud en context van de Schriften en de kerkgeschiedenis goed wilt begrijpen, dient u de ‘beste boeken’ te bestuderen, zoals de Heer heeft gezegd. De ‘beste boeken’ omvatten de Schriften, de leringen van de hedendaagse profeten en apostelen en het beste mormoonse wetenschappelijke onderzoek dat beschikbaar is. Door uw ijverige inspanningen om door studie en door geloof te leren, kunt u uw cursisten helpen met het ontwikkelen van de vaardigheden en houding die nodig zijn om onderscheid te maken tussen betrouwbare informatie die hen opbouwt en onjuiste interpretaties van de leer, geschiedenis en gebruiken die hen neerhalen.
Bespreek de uitdagingen waar ze voor komen te staan als zij ervan uitgaan dat het internet hun vragen met eeuwig belang kan beantwoorden. Herinner hen eraan dat Jakobus nooit heeft gezegd: ‘En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij dan googelen!’8
Wijze lieden verlaten zich niet op het internet voor de diagnose en behandeling van emotionele, mentale en fysieke gezondheidsproblemen, vooral niet als die problemen levensbedreigend zijn. Zij vertrouwen hun gezondheid liever toe aan deskundige artsen en goed opgeleide specialisten. En zelfs dan vragen verstandige mensen naar de mening van een tweede deskundige.
Als het verstandig is om zo met emotionele, mentale en fysieke gezondheidsproblemen om te gaan, dan geldt dat dubbel en dwars als het eeuwig leven op het spel staat. Als de kans bestaat dat iets ons spirituele leven, onze kostbare familiebanden en ons lidmaatschap in het koninkrijk bedreigt, hebben wij de hulp van bedachtzame en trouwe kerkleiders nodig. En zo nodig kunnen wij aan diegenen met een geschikte academische opleiding, ervaring en deskundigheid om hulp vragen.
Dit is precies wat ik doe als ik een vraag heb waarop ik zelf geen antwoord heb. Ik vraag het aan mijn broeders in het Quorum der Twaalf en aan anderen met kennis betreffende de kerkgeschiedenis en -leer.
U dient, buiten het ouderlijk gezin van uw cursisten, een van de eersten te zijn die de weg wijst naar gezaghebbende bronnen over onderwerpen die minder bekend of controversieel zijn, zodat uw cursisten datgene wat zij later horen of zien kunnen vergelijken met wat u hun al hebt geleerd.
U weet dat wij willen dat onze dierbare zendelingen gevaccineerd het zendingsveld ingaan, zodat zij zijn beschermd tegen ziekten die hen kunnen schaden of zelfs doden. Vaccineer als het ware uw cursisten voordat u hen de wereld in stuurt, door hun een trouwe, weloverwogen en juiste interpretatie te geven van de evangelieleer, van de Schriften, van onze geschiedenis en van de onderwerpen die soms verkeerd begrepen worden.
Enkele van die minder bekende of controversiële onderwerpen zijn: polygamie, zienerstenen, verschillende verslagen van het eerste visioen, het vertaalwerk aan het Boek van Mormon of het Boek Abraham, geslachtskwesties, afstamming en het priesterschap en een hemelse Moeder.
De jongeren vaccineren komt vaak op uw schouders terecht, de CES-leerkrachten. Maak met dit in gedachten nu eens tijd vrij om over jullie kansen en jullie taken na te denken.
De kerkleiders beseffen heel goed dat er heel veel informatie vrijkomt, en we spannen ons geweldig in om de leringen van de herstelling in de juiste context te plaatsen en zo goed mogelijk uit te leggen. Een uitstekend voorbeeld daarvan zijn de elf verhandelingen in de sectie Gospel Topics op LDS.org die een evenwichtige en betrouwbare interpretatie geven van de feiten over controversiële en onbekende kerkgerelateerde onderwerpen.
Het is belangrijk dat u de inhoud van deze verhandelingen kent als uw broekzak. Als u er vragen over hebt, vraag deze dan alstublieft aan iemand die ze al bestudeerd heeft en ze begrijpt. Met andere woorden: ‘Zoek kennis, ja, door studie en ook door geloof’ bij het u eigen maken van de inhoud van deze verhandelingen.
Jullie moeten ook vertrouwd raken met de Joseph Smith Papers-website en de sectie Church History op LDS.org en andere informatiebronnen van wetenschappers die lid van de kerk zijn.
De inspanning het evangelie transparant te maken en een geestelijke vaccinatie door een weloverwogen studie van de leer en de kerkgeschiedenis, samen met een vurige getuigenis, zijn het beste tegengif dat we hebben om onze cursisten te helpen met het mijden en/of pareren van vragen, twijfels of geloofscrises die zij in dit informatietijdperk kunnen tegenkomen.
Als u, leerkrachten, de moeite neemt om onze geschiedenis, leer en gebruiken beter te begrijpen, beter dan u nu doet, bent u klaar om weloverwogen, voorzichtig en geïnspireerd antwoord op de vragen van uw cursisten te geven.
Eén manier om te weten welke vragen uw cursisten hebben, is aandachtig naar hen te luisteren.
Onze eerste dochter klom toen zij vijf was eens bij mij op schoot terwijl ik de krant zat te lezen. Zij vertelde mij over iets wat belangrijk voor haar was en ik besteedde er geen aandacht aan. Dus stak zij haar handjes uit, trok de krant weg, pakte mijn hoofd stevig vast, keek mij recht in de ogen en zei: ‘Papa, u luistert niet naar mij!’ Ze had nog gelijk ook — en ik had moeten luisteren. Alle goede leerkrachten dienen goede luisteraars te zijn.
Luister niet alleen naar uw cursisten, spoor hen ook aan om u in de klas of buiten de klas vragen te stellen.
Een van de belangrijkste vragen die een cursist kan stellen is: ‘Waarom?’
Als de vraag gesteld wordt met een oprecht verlangen naar begrip is ‘Waarom?’ een geweldige vraag. Het is de vraag waarvan zendelingen willen dat hun onderzoekers die stellen. Waarom zijn we hier? Waarom gebeuren er slechte dingen in het leven van goede mensen? Waarom moeten wij bidden? Waarom moeten we Jezus Christus volgen? Het zijn vaak de ‘waarom’-vragen die naar inspiratie en openbaring leiden. Kennis van het heilsplan van onze hemelse Vader helpt bij het beantwoorden van de meeste ‘waarom’-vragen. Ik ga hier zo dadelijk nog iets over zeggen.
Eerst nog een afsluitende opmerking over vragen beantwoorden. Hoewel het evangelie antwoord geeft op nagenoeg alle belangrijke levensvragen, is het van belang cursisten te leren dat sommige vragen gewoonweg niet beantwoord kunnen worden, omdat we niet voldoende informatie hebben om het juiste antwoord te geven. Zoals wij in Jakob lezen: ‘Zie, groot en wonderlijk zijn de werken van de Heer. Hoe ondoorgrondelijk zijn de diepten van zijn verborgenheden; en het is de mens onmogelijk al zijn wegen te ontdekken. En niemand kent zijn wegen, tenzij die hem worden geopenbaard.’9
Maar pas op: Het zou zomaar kunnen dat u begint te geloven, zoals velen van uw cursisten dat doen, dat u een expert in de Schriften, leer en geschiedenis bent. Een recente studie heeft aangetoond dat ‘hoe meer mensen denken alles van een onderwerp af te weten, hoe meer zij de schijn wekken dat ze meer weten dan zij in werkelijkheid weten, zozeer zelfs dat ze voorwenden informatie en feiten te kennen, die nergens op zijn gebaseerd.’10
Men noemt dit ‘overclaimen’, en deze verleiding moet door CES-leerkrachten worden gemeden. Het is volkomen in orde om te zeggen: ‘Ik weet het niet.’ Waarop ik direct laat volgen dat u natuurlijk wel de verantwoordelijkheid hebt om het beste antwoord op te zoeken op de doordachte vragen van uw cursisten.11
Ik wil u waarschuwen dat u in uw lessen of als u op de vragen van uw cursisten reageert geen geloofsversterkende of onbevestigde geruchten of verouderde begrippen en verklaringen van onze leer en vroegere gebruiken doorgeeft. Het is verstandig er een gewoonte van te maken de woorden van de levende profeten en apostelen te bestuderen. Blijf op de hoogte van de lopende kwesties in de kerk, het beleid en de verklaringen op mormonnewsroom.org en LDS.org te volgen. Consulteer de werken van erkende, consciëntieuze, getrouwe mormoonse wetenschappers om er zeker van te zijn dat jullie niet in iets onderwijzen dat onwaar, verouderd, of vreemd of eigenaardig is.
De schrijvers van de studie over overclaimen merkten dat ‘de neiging tot overclaimen vooral de zelfverklaarde experts ervan weerhoudt om zich juist op die gebieden verder te scholen waarop zij zich als expert beschouwen.’
De vice-president van BYU merkte onlangs op: ‘De expert zijn op een bepaald gebied kan egostrelend zijn, met studenten en collega’s die aan je lippen hangen. Maar zonder een sterke toewijding aan blijvend leren, vallen wij uiteindelijk ten prooi aan overclaimen en niemand houdt van een “betweter.”’12
Ik herhaal de waarschuwing van president Hinckley: ‘Wij kunnen niet voorzichtig genoeg zijn. Wij moeten opletten dat wij niet [van het pad] afdwalen.13
Niet alleen dient u uw hele leven te blijven leren, maar u dient ook zo te leven dat de Heilige Geest de kans heeft u te beïnvloeden. Dat houdt onder meer in dat u dagelijks oprecht bidt, getrouw vast, regelmatig de Schriften en de woorden van de levende profeten bestudeert en overpeinst, van de sabbat een verlustiging maakt, nederig aan het avondmaal deelneemt, altijd de Heiland indachtig bent, zo vaak als mogelijk naar de tempel gaat en, ten slotte, de behoeftigen, de armen en de eenzamen de hand reikt — zowel die dicht bij huis als wereldwijd.
Om uw kansen en taken goed te vervullen, mijn geliefde medeleerkrachten, dient u te doen wat u predikt!
Wees moedig door raad te vragen aan wie u vertrouwt — uw huwelijkspartner, priesterschapsleiders of toezichthouders. Vraag hun hoe u vooruitgang kunt maken in uw discipelschap. Dat is zeker belangrijk voor onze voltijdwerknemers. Zij die uit het heilige tiendefonds van de kerk worden betaald. U moet alles mijden dat de Geest verdrijft.
Ik stel bovendien voor dat u af en toe een persoonlijk gesprek met uzelf houdt en 2 Nephi 26:29–32, Alma 5:14–30, en Leer en Verbonden 121:33–46 bestudeert. Daarmee kunt u de soorten verleidingen vaststellen waarmee we allemaal te maken kunnen krijgen. Als er iets is dat in uw leven moet veranderen, neem u dan voor om het op te lossen.
Vermijd de verleiding de motieven van uw collega’s in twijfel te trekken. Kijk in plaats daarvan diep in jullie eigen hart en doorzoek jullie eigen verlangens en motieven. Dan alleen kan de Heiland uw hart veranderen en uw verlangens en motieven met die van Hem overeenstemmen.
De opkomende generatie heeft er behoefte aan dat zij Gods heilsplan kennen, begrijpen, aanvaarden en er aan deelnemen. Begrip van het plan geeft hun het goddelijke inzicht dat hen in staat stelt zichzelf als zoon of dochter van God te zien, en wat hen van een lens voorziet, waarmee ze bijna elke leerstelling, elk gebruik en elke beleidsregel van de kerk kunnen begrijpen.
Als CES-leerkracht in deze tijd dient u de kans en taak te aanvaarden om de jongeren van de 21e eeuw de correcte beginselen van het plan te leren, waaronder de goddelijke leerstelling van het huwelijk en de rol van het gezin zoals in de proclamatie over het gezin beschreven.14
De leerstelling van het eeuwig huwelijk en het gezin is een centraal onderdeel van Gods plan van geluk. Het omvat ons eigen in de tempel verzegelde gezin als deel van het eeuwige gezin van onze hemelse Vader in het celestiale koninkrijk. Daar het rechtstreeks verband houdt met zijn eigen gezin en zijn eigen geestkinderen staat er in Genesis: ‘Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen’ en dat Hij vader Adam en moeder Eva beval: ‘Word talrijk, vervul de aarde.’15
Er is wel eens gezegd dat het plan van geluk begint en eindigt bij het gezin. Inderdaad, het begin van het gezin was in het voorsterfelijk bestaan waar wij deel van het gezin van onze hemelse Ouders uitmaakten. En aan het einde zullen gezinsverplichtingen en liefdevolle gezinsbanden niet alleen blijven bestaan maar zelfs toenemen door het voortplantingsvermogen.16
De spil die alles verbindt — waarvan Gods plan en onze eeuwige bestemming van afhankelijk zijn en waarom al het andere draait, is onze Heiland, Jezus Christus. Zijn zoenoffer maakt alles mogelijk, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, een liefdevol, zorgzaam en eeuwig huwelijk en gezin.
De Heer leert ons dat geen enkele alleenstaande persoon, ongeacht zijn of haar gerechtigheid, alles kan krijgen wat onze hemelse Vader voor zijn kinderen heeft. Een alleenstaande persoon is maar de helft van het verhaal, niet bij machte om in de hoogste graad van het celestiale koninkrijk te verblijven.17
Uw cursisten dienen te begrijpen dat het doel van het sterfelijk leven is om aan God gelijk te worden door het verkrijgen van een fysiek lichaam, wilsvrijheid uit te oefenen, en rollen aan te nemen die voorheen alleen aan hemelse Ouders toebehoorden — de rol van echtgenoot, echtgenote en ouder.
De profeten laten er geen twijfel over bestaan dat allen die het waardig zijn en die zich verlaten op Jezus Christus, maar die niet aan een partner verzegeld zijn of geen kinderen konden krijgen, deze mogelijkheden in de toekomende wereld zullen hebben.
Leer onze jongeren dat er voor allen binnen de kerk van de Heer ruimte is om te aanbidden, te dienen en te groeien als broeders en zusters in het evangelie. Herinner hun aan wat Lehi onderwees, dat het doel van God en de hoop voor al zijn kinderen als volgt kan worden samengevat: ‘Adam viel, opdat de mensen zouden zijn; en de mensen zijn, opdat zij vreugde zullen hebben.’18
Onze hemelse Vader wil dat wij zijn definitie van het huwelijk aanvaarden en aan zijn eerste gebod gehoorzamen om ‘talrijk [te worden] en de aarde [te vervullen]’ — niet alleen om zijn plan te vervullen, maar ook om de vreugde te ervaren die zijn plan voor zijn zonen en dochters mogelijk maakt.
De kerkleden zijn niet de enigen die dit beginsel erkennen. Columnist David Brooks van de New York Times merkte onlangs op: ‘Mensen zijn niet beter af als ze maximale persoonlijke vrijheid krijgen om te doen wat ze willen. Ze zijn beter af als ze verplichtingen hebben die persoonlijke keuzes overstijgen — verplichtingen jegens familie, God, beroep en vaderland.’19
Als CES-leerkracht help onze jongeren een duidelijk begrip te verkrijgen van Gods plan van geluk. Daar in ligt echte vreugde voor zijn kinderen. Help hun het te kennen, het te omarmen, eraan deel te nemen en het te verdedigen. Met mijn veertigjarige ervaring als een algemene autoriteit ben ik bezorgd over een groot deel van onze kerkleden, jong en oud, die gewoonweg het plan voor hun eeuwige en goddelijke bestemming niet begrijpen.
Mijn medeleerkrachten, wij dienen dus uit te kijken naar en te genieten van deze kansen om leerstellig en geestelijk uit te leggen waarom wij geloven dat kennis van Gods grote plan van geluk de meeste van de ‘waarom’-vragen kan beantwoorden die ons gesteld worden. Ons geloof in een voorsterfelijk bestaan uiten, waar wij als de geestkinderen van een hemelse Vader en een hemelse Moeder leefden biedt ons de kans om uit te leggen waarom deze aarde is geschapen. Een belangrijk doel van dit sterfelijk leven is dat wij dat gezinsleven zelf kunnen nabootsen, maar deze keer als de ouder in plaats van alleen als kind. Koester uw basiskennis van de leer en het doel van het plan van onze hemelse Vader voor onze eeuwige vreugde. En blijf het onderwijzen.
En, ter afronding en samenvatting, uit de toespraak van ouderling Kim B. Clark eerder deze avond hebben wij geleerd dat u leerkrachten bent die van God zijn gekomen, vol van geloof, hoop, nederigheid en liefde.20
De punten die ik met jullie gedeeld heb, zijn:
-
Leer cursisten hun studie en geloof te combineren met een onvervalst getuigenis. Leer hun in de boot te blijven en vast te houden!
-
Leer cursisten dat zij hun mobiele apparaten beheersen en zich concentreren op een betere verbinding met de Heilige Geest dan met het internet.
-
Vaccineer cursisten met de waarheid van het heilsplan dat in het evangelie van Jezus Christus voorkomt.
-
Raak vertrouwd met de verhandelingen in de sectie Gospel Topics op LDS.org.
-
Houd in gedachten dat ‘Waarom?’ een geweldige vraag kan zijn die tot begrip van het evangelie leidt.
-
Overclaim niet en wees niet bang om ‘Ik weet het niet’ te zeggen.
-
Leer uw hele leven lang.
-
Vraag om raad en verbeterpunten aan hen die jullie vertrouwen.
-
Houd nu en dan een gesprek met uzelf om uw geestelijke voorbereiding, ijver en doeltreffendheid te beoordelen.
-
Onderwijs dat het plan van geluk begint en eindigt met het gezin. Houd het heilsplan steeds in gedachten.
-
Onderwijs dat huwelijk en gezin langdurige vreugde geven.
-
Houd in gedachten dat leren door studie, door geloof, en door een onvervalst getuigenis een oprechte, lange en blijvende bekering teweegbrengt.
-
En bovenal, groot geloof in de verzoening van de Heer Jezus Christus is belangrijk voor onze geestelijke kracht en groei.
Nu, mijn geliefde medeleerkrachten, moge God u allen zegenen. Moge elke last die u draagt, worden weggenomen. Moge u de vreugde en vrede krijgen die komt van de kennis dat u door uw lessen iemand beroerd heeft, dat u een van de kinderen van onze hemelse Vader hebt opgebouwd zodat hij op een dag in de tegenwoordigheid van Heer kan vertoeven. Ik geef u mijn getuigenis dat wij de volheid van het evangelie van Jezus Christus hebben zoals het door de profeet Joseph Smith is hersteld. De volheid van het evangelie is in onze handen. Wij dienen het ook in ons verstand en ons hart te dragen en het met kracht onderwijzen. Moge God u allen zegenen en dat is mijn nederig gebed in de naam van Jezus Christus, amen.
© 2016 Intellectual Reserve, Inc. Alle rechten voorbehouden. Origineel vrijgegeven: 12/15. Ter vertaling vrijgegeven: 12/15. Vertaling van ‘The Opportunities and Responsibilities of CES Teachers in the 21st Century’. Dutch. PD60001102 120