Checklist van een leerkracht
Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, met ouderling Uchtdorf
Zondag 12 juni 2022
Mijn favoriete mensen!
Geliefde broeders en zusters, lieve vrienden, wat een prachtig moment om samen in deze geweldige en mooie video te zien hoe de leden van de kerk en mensen in de wereld in alle tijden, alle generaties naar het voorbeeld van de Heiland kunnen onderwijzen.
Lieve mensen, ik sta hier dankbaar onder mijn favoriete mensen: leerkrachten – vroegere, huidige en toekomstige! Iedereen is op de een of andere manier leerkracht, dus is mijn groep favoriete mensen tamelijk inclusief. Ik hou van leerkrachten. Ik breng graag tijd met ze door. Ik hou van de leerkrachten in mijn leven en kan ze niet genoeg bedanken.
Wetenschappers bestuderen al honderden jaren wat iemand een uitstekende leerkracht maakt. Ze hebben ook theorieën ontwikkeld, gepropageerd en gepubliceerd over de elementen van een succesvolle leerervaring.
We zijn gezegend dat we kunnen leren van de geweldigste Leraar ooit, Jezus Christus. De afgelopen pakweg tweeduizend jaar is er denk ik geen seconde voorbijgegaan dat zijn leringen niet – ergens in de wereld – gekoesterd, bestudeerd, overpeinsd, herhaald en nagevolgd werden.
Is dat niet het doel van alle leerkrachten? Om een blijvende positieve invloed te hebben? Om anderen tot zegen te zijn op een manier die veel verder gaat dan een les of klaslokaal?
Jezus van Nazareth heeft precies die invloed – vroeger, nu en in de toekomst. Wie kunnen we dus beter bestuderen? Als we van Hem leren, worden we niet alleen een betere leerkracht, wat onze situatie ook is, maar worden we ook een veel beter mens.
Daarom is het mij een voorrecht en eer om vandaag tot u over de Heiland te spreken. De beste manier om een betere leerkracht te worden, is immers een betere volgeling van Jezus Christus te worden.
Het belang van preflightcontroles
Toen ik nog piloot was, had ik telkens wanneer ik in de cockpit plaatsnam één hoofddoel voor ogen: mezelf, mijn bemanning en mijn passagiers veilig naar onze bestemming brengen. Concentratie en waakzaamheid waren daarbij cruciaal.
Om die concentratie vast te houden, voeren piloten een reeks preflightcontroles uit. Ze nemen veiligheidsprocedures door, en inspecteren de functionaliteit en mechanische betrouwbaarheid van de instrumenten. Elk punt op de checklist is iets wat de piloot honderden (zo niet duizenden) keren heeft gedaan.
Een ervaren piloot denkt nooit dat hij of zij na honderden keren te hebben gevlogen de preflightcontrole wel kan overslaan of even snel kan afhandelen.
De preflightcontrole houdt piloten scherp en geconcentreerd op de essentiële zaken voor een geslaagde vlucht.
Net zoals een piloot een specifiek doel als leidraad heeft, hebben wij dat als leerkracht van het Woord ook: zielen dichter tot Christus brengen. Als we de kans krijgen om te onderwijzen, moeten we dat doel bovenal voor ogen houden.
Hebben we als leerkracht een checklist om ons op ons heilige doel te concentreren? Ja!
Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland
De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen publiceert deze maand een herziene versie van Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland. Deze leidraad is bedoeld voor allen die in het evangelie onderwijzen – thuis en in de kerk. De tekst is straks in 70 talen in de app Evangeliebibliotheek beschikbaar. Gedrukte exemplaren volgen de komende maanden.
Dit leermiddel gaat uit van het leven en de leringen van Jezus Christus als leidraad en inspiratie voor ons als leerkracht. Het helpt ons om zijn voorbeeld bij ons onderwijs voor ogen te houden.
Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland helpt allen die onderwijs geven. Het biedt inspiratie en instructies voor ouders, buren, dienende broeders en zusters, zendelingen en alle discipelen van Jezus Christus. Discipelschap betekent anderen liefhebben, zorgzaamheid betonen, zegenen en opbeuren – onderwijzen dus.
Met andere woorden, als u probeert lief te hebben en te dienen zoals Jezus dat deed, dan bent u een leerkracht. Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland is dan voor u en mij. Ik hoop dat u er rijkelijk uit kunt putten, of u nu nieuw bent op dit terrein of er al vele jaren mee vertrouwd bent.
Deel 3 van Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland bevat een zelfbeoordeling – een soort pilotenchecklist als het ware – waardoor we scherper en doelgerichter worden in ons onderwijs. Het zal tot introspectie leiden, blinde vlekken onthullen en inspiratie opleveren om ons te verbeteren. Het kan voor leerkrachten net zo nuttig zijn als de preflightchecklist voor piloten is.
Als ik volgens die beeldspraak naast u in de cockpit plaats mag nemen, wil ik graag een preflightcontrole voor onderwijzen met u doornemen. Pak uw metaforische klembord erbij en ga na hoe u zichzelf op elk punt zou beoordelen. Deze zelfevaluatie kan een grote zegen zijn – vandaag en telkens wanneer we ons voorbereiden om naar het voorbeeld van de Heiland te onderwijzen.
Concentreer u op Jezus Christus
Het eerste punt in onze preflightcontrole is ‘Concentreer u op Jezus Christus’. Het biedt de gelegenheid om na te denken of de Heiland werkelijk het middelpunt van ons onderwijs is. Sta stil bij de volgende vragen:
-
Gaat mijn les over Jezus Christus, wat het onderwerp van de les ook is?
-
Leg ik nadruk op het voorbeeld van Jezus Christus?
-
Help ik mijn leerlingen om Jezus’ liefde, kracht en barmhartigheid in hun leven te herkennen?
-
Help ik mijn leerlingen er bewust naar te streven meer op Jezus Christus te lijken?
Dat zijn diepzinnige vragen!
Laten we eerlijk zijn: het evangelie is zo veelomvattend dat we ons leven lang kunnen studeren en onze kennis ervan nog steeds oppervlakkig blijft. Stel u een enorm doelwit voor zo hoog en zo breed als de zijkant van een gigantisch houten gebouw, wat de uitgestrektheid van het evangelie voorstelt.
We hebben allemaal onze favoriete evangeliestokpaardjes – dingen die ons boeien. Periodes in de geschiedenis, kerkprogramma’s, leerstellige onderwerpen of zelfs enkele Schriftteksten. We komen wellicht in de verleiding om ons vooral met die favoriete onderwerpen bezig te houden.
Maar het doelwit van evangelieonderwijs mag dan wel groot zijn, de roos – het midden, de kern van het doelwit, waarop we ons altijd moeten richten – is klein. En die kern is ons niet gegeven door allerhande commentaren, opiniepeilingen of discussies. De Heiland heeft hem ons zelf gegeven.
Wat is het?
Heb God en anderen lief.
Dat is de kern.
Andere dingen zijn misschien interessant. Ze zijn misschien zelfs belangrijk. Maar ze zijn niet de kern.
Ze dienen als opvulling. Ze zijn het bijgerecht in ons menu, misschien de salade bij het hoofdgerecht. Ze voegen wat smaak of variatie toe, en de nodige vitaminen wellicht, maar ze vormen niet de hoofdmaaltijd.
Wat is dan het doel van ons onderwijs?
Ons doel is de mensen die we onderwijzen te helpen om dichter tot Christus te komen, in kennis van en liefde voor God toe te nemen, en God te dienen door met medeleven al zijn kinderen de hand te reiken.
Dat is de kern.
En waar vinden we ons grootste voorbeeld van God en anderen liefhebben?
In het leven en de leringen van onze Heiland en Verlosser.
Brengen we zielen nader tot Christus, dan helpen we ze hun geloof en liefde voor God te vergroten. We helpen ze ook in medeleven en liefde voor anderen toe te nemen.
Als we in de verleiding komen om van onze koers te wijken en ons te laten afleiden door een ander onderwerp dat ons interessant lijkt, moeten we ons echt afvragen:
Stel ik Jezus Christus centraal, wat het onderwerp van de les ook is?
Help ik anderen door wat ik onderwijs om in hun liefde voor God toe te nemen, en die liefde in woord en daad te tonen door de leringen van de Heiland toe te passen?
Als leerkracht spreken we misschien met de taal der engelen, zijn we in staat om mensen te vermaken, te verrukken, te amuseren en te verbazen. Maar als we onze aandacht niet op Jezus Christus gericht houden, schieten we ons doel voorbij.1 Ons onderwijs is dan slechts een schaduw van wat het behoort te zijn.
Stel onze Heiland en Verlosser, Jezus Christus, altijd centraal.
Heb uw leerlingen lief
De tweede checklistcategorie is ‘Heb uw leerlingen lief’. Deze checklistcategorie laat ons over onze beweegredenen als leerkracht nadenken, en herinnert ons eraan dat we de mensen die we onderwijzen moeten liefhebben en waarderen. Denk eens na over deze vragen:
-
Streef ik ernaar mijn leerlingen te zien zoals de Heiland ze ziet?
-
Probeer ik mijn leerlingen te leren kennen – hun omstandigheden, behoeften en hun sterke kanten?
-
Bid ik met naam en toenaam voor mijn leerlingen?
-
Schep ik een veilige omgeving waarin alle leerlingen zich gerespecteerd voelen en weten dat hun inbreng wordt gewaardeerd?
-
Uit ik mijn liefde op gepaste manieren?
Ik hoorde eens over een vrouw die veel ervaring als leerkracht had. Ze had haar onderwijsstijl jarenlang ontwikkeld en veel voor haar leerlingen op de middelbare school betekend. Ze wist perfect hoe ze met die leeftijdsgroep moest omgaan.
Op een keer nam ze deel aan een zomerschoolprogramma waarin ze aanzienlijk jongere leerlingen lesgaf: vijfjarige kinderen. Natuurlijk waren de kinderen enthousiast en vol energie toen ze haar klas binnenstroomden. Ze waren erg luidruchtig, lachten en schreeuwden uitbundig, en renden tussen de tafeltjes door achter elkaar aan. Deze leerkracht verhief haar ‘leerkrachtenstem’ die ze altijd met succes op de middelbare school gebruikte om de kinderen rustig en op hun plaats te krijgen. Maar wat gebeurde er?
Het werd opeens doodstil. Alle kinderen hielden meteen op met wat ze aan het doen waren en haastten zich met grote ogen naar een vrij tafeltje. Behalve twee.
Het eerste kind, een klein meisje, kromp snikkend op de vloer ineen. Hoewel de leerkracht geen greintje boosheid jegens haar voelde, meende het meisje dat ze iets heel ergs gedaan moest hebben en huilde ze tranen met tuiten.
Het tweede kind, een klein maar sterk jongetje, keek angstig naar de leerkracht en stormde met lichtsnelheid de deur en de gang uit. De leerkracht vroeg zich af of hij ooit terug zou komen.
Die dag leerde de leerkracht een belangrijke les: de technieken die ze bij tieners gebruikte, werkten minder goed bij heel jonge kinderen.
En daar schuilt voor ons, voor u en mij, ook een les in.
Iedere persoon die we onderwijzen, is een kind van God met een eigen karakter.
Zien we ze zoals onze hemelse Vader ze ziet – als unieke individuen met eigen gedachten, gevoelens, beproevingen en worstelingen? Zorgen we voor een veilige leeromgeving – een plek waar ieder zich geborgen en geaccepteerd kan voelen?
Wat onze moedertaal ook is, weten onze leerlingen dat we de universele taal van liefde spreken? Dat we ze waarderen, met ze begaan zijn en ze respecteren?
De Heiland bracht veel tijd met de verschoppelingen en uitgestotenen van de maatschappij door.
Hij had ze veroordelend op hun kop kunnen geven. Maar Hij omarmde, genas en troostte hen.
Ja, Hij leerde ze: ‘Ga heen en zondig niet meer.’2 Maar met de zieken, zondaars en gehandicapten sprak en handelde Hij vol liefde, mededogen en respect.
Hij ziet ieder van ons als een zoon of dochter van de almachtige God – niet onder Hem, maar met het eeuwige potentieel om in heerlijkheid naast Hem te wandelen.
De bekende christelijke schrijver C.S. Lewis heeft het als volgt verwoord: ‘Het is een ernstige aangelegenheid om in een samenleving met mogelijke goden en godinnen te leven; om te bedenken dat de saaiste en meest oninteressante persoon met wie je praat op een dag een wezen zal zijn dat je zou willen aanbidden, als je hem nu zo zag.’ Hij vervolgde: ‘Er zijn geen gewone mensen. Je hebt nooit met alleen maar een sterveling te maken. […] Het zijn onsterfelijken met wie we grapjes maken, samenwerken, trouwen, die we uit de weg gaan en uitbuiten – onsterfelijke […] eeuwigdurende pracht.’3
Wanneer we anderen met dergelijk respect behandelen, volgen we het voorbeeld van Jezus Christus na. We hebben dan lief zoals Hij liefhad. We beuren anderen op zoals Hij ze opbeurde. We onderwijzen zoals Hij onderwees.
Laten we de mensen die we onderwijzen liefhebben, respecteren en opbeuren.
Onderwijs met de Geest
De derde checklistcategorie is ‘Onderwijs met de Geest’. Sta stil bij de volgende vragen:
-
Bereid ik mij geestelijk voor om te onderwijzen?
-
Geef ik gehoor aan geestelijke ingevingen over de behoeften van mijn leerlingen?
-
Schep ik de omstandigheden en mogelijkheden die de Heilige Geest de kans geven mijn leerlingen te onderwijzen?
-
Help ik mijn leerlingen om naar persoonlijke openbaring te streven, die te herkennen en ernaar te handelen?
-
Getuig ik vaak, en moedig ik mijn leerlingen aan dat ook te doen?
Ik houd mezelf vaak voor dat al mijn inspanningen om in het evangelie te onderwijzen en mensen tot Jezus Christus te brengen niemand kunnen bekeren.
Dat kan alleen de Heilige Geest.
Wij kunnen de woorden wel spreken, maar bekering komt door de Geest. Dat gebeurt als de Heilige Geest het hart aanraakt en iemand op zijn invloed reageert door de Heiland te volgen.
Als iemand door overtuigende woorden of beredeneerde argumenten ‘overtuigd’ wordt om Jezus Christus te volgen, is die overtuiging wellicht zo kortstondig als het zaad dat op steenachtige plaatsen valt.4
Iemand bekeren is niet onze taak. Dat is niet onze verantwoordelijkheid.
Wat is wel onze taak? Het goede nieuws uitdragen van Jezus Christus, en van zijn evangelie dat in onze tijd is hersteld! En het is onze taak om onze woorden kracht bij te zetten met onze eerlijke en oprechte daden! Ons leven, ons doen en laten.
Of mensen iets met ons onderricht doen, is tussen hen en God. Maar wij kunnen de verbindende brug tussen hen en de Heilige Geest zijn. Wij kunnen het venster zijn waardoor de Heilige Geest bij ze binnenkomt. Wij kunnen de leer van Christus in woord en daad zó onderwijzen dat leerlingen de bemiddeling van de Heilige Geest gaan ervaren.
Ouderling Dallin H. Oaks heeft gezegd: ‘Studie en rede kunnen de waarheid vinden, […] maar alleen openbaring kan die bevestigen.’5
Ik herhaal die zin: ‘Studie en rede kunnen de waarheid vinden, […] maar alleen openbaring kan die bevestigen.’
Soms gaan we slaapwandelend door het leven. We zien wel dingen maar registreren ze niet echt. Reclames, Pinterest-citaten, zelfs verkeersborden. Ze overspoelen ons vaak zonder het hart te raken.
Maar als de Heilige Geest tot uw ziel en tot mijn ziel spreekt, kunnen u en ik dat niet vergeten, want het verandert ons. Bedenk wat Joseph Smith na het lezen van Jakobus 1:5 zei: ‘Nooit heeft enige passage uit de Schrift een mensenhart sterker getroffen dan deze op dat moment het mijne.’6
De Geest kan een simpele gedachte, op een simpele manier verwoord, als vuur in iemand laten branden.
Iemands bekering hangt niet af van onze welbespraaktheid of beheersing van de Schriften. Die hangt niet af van hoe goed we de leer uitleggen of verdedigen. Die hangt niet af van onze intelligentie, ons charisma of onze beheersing van de taal.
We moeten helemaal zelf tot die kennis komen. Dan verwacht onze hemelse Vader dat we ‘te allen tijde [onze] mond opendoen en [z]ijn evangelie met vreugdeklanken verkondigen’.7 Doen we dat, dan zal de Heilige Geest van de waarheid getuigen.
We hoeven niets meer of minder te ‘zijn’ dan wie we werkelijk zijn – namelijk kinderen van God en volgelingen van Jezus Christus.
Kunt u, met vreugde, uw liefde voor de Heiland, zijn evangelie en zijn kerk uiten?
Als wij ons deel doen, doet de Geest het zijne. Zo onderwijzen we met de Geest.
Onderwijs in de leer
Het vierde punt in onze preflightcontrole is ‘Onderwijs in de leer’ – uiteraard niet zomaar een of andere leer, maar de leer die Jezus Christus van zijn Vader ontving. De Heiland heeft gezegd: ‘Mijn onderricht is niet van Mij, maar van Hem Die Mij gezonden heeft.’8 Evalueer aan de hand van deze vragen hoe goed u zijn voorbeeld volgt:
-
Verdiep ik mij in de leer?
-
Onderwijs ik uit de Schriften en de woorden van hedendaagse profeten?
-
Help ik mijn leerlingen waarheden in de Schriften te herkennen en te begrijpen?
-
Concentreer ik mij op waarheden die geloof in Jezus Christus bevorderen?
-
Help ik mijn leerlingen persoonlijke openbaring in de leer te vinden?
De Heer heeft in onze bedeling gezegd: ‘Ik geef u een gebod dat u elkaar in de leer van het koninkrijk zult onderwijzen. Onderwijs ijverig en mijn genade zal met u zijn.’9
Wat is de leer waarin we moeten onderwijzen?
Het woord dat uit de heilige Schriften en de mond van apostelen en profeten spreekt. Zij hebben het recht en het gezag om de leer uiteen te zetten en te verduidelijken. Door hen heeft God zijn woord altijd verkondigd en zijn kinderen leiding en begrip gegeven.
De centrale en heilbrengende leer van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is dat Jezus Christus de Heiland en Verlosser van iedereen is. De apostel Paulus, die de herrezen Heiland zag en met Hem sprak, schreef aan de Korinthiërs: ‘Ik [maak] u bekend […] het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, […] dat [Jezus de] Christus gestorven is voor onze zonden, […] dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, […] en dat Hij verschenen is aan Kefas, daarna aan de twaalf.’10
Wij moeten ‘het woord van God […] vastgrijpen, dat levend en krachtig is […] en de volgeling van Christus op een nauwe en smalle weg voert, […] en zijn ziel, ja, zijn onsterfelijke ziel, aan de rechterhand van God in het koninkrijk van de hemel brengt.’11
We moeten ons als leerkracht niet schamen voor het evangelie van Jezus Christus.12 Integendeel, we moeten onze stem met vreugde verheffen in het onderricht van zijn leer, ook als sommigen die als een struikelblok en anderen als dwaasheid beschouwen.13 ‘Want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft.’14
Zet aan tot actieve studie
Het laatste punt op onze preflightchecklist is ‘Zet aan tot actieve studie’ Dit punt wijst ons erop dat ons ijverige onderwijs maar de helft van het verhaal is. De andere helft – op de lange termijn wellicht de belangrijkste helft – is het ijverige leerproces van onze leerlingen. De volgende evaluatievragen maken duidelijk of ons ijverige onderwijs tot ijverig leren leidt:
-
Help ik mijn leerlingen om hun leerproces in eigen handen te nemen?
-
Moedig ik mijn leerlingen aan om de Schriften dagelijks te bestuderen?
-
Moedig ik mijn leerlingen aan om te vertellen welke waarheden ze leren?
-
Spoor ik mijn leerlingen aan om na te leven wat ze leren?
Onze geest moet voortdurend gevoed worden, zodat we de wezens van licht en heerlijkheid kunnen worden waartoe God ons heeft geschapen. Wanneer we de woorden van Gods profeten bestuderen en overpeinzen, drinken we levend water en vergasten we ons aan het woord van Christus.
Het is niet genoeg om de woorden alleen te lezen. We moeten er gehoor aan geven; we moeten ze overpeinzen en in ons opnemen.15
Om een gezegde te parafraseren: ‘Leer een man het evangelie en u zegent hem voor een dag. Leer een man zich aan het woord van God te vergasten en met de Heilige Geest te communiceren, en u zegent hem een leven lang.’
Door dit proces van inspiratie en persoonlijke openbaring bouwen we ons leven op de rots van onze Verlosser.16 Dan kan het evangelie van Jezus Christus ‘een anker voor de ziel’ worden.17
Evangelieonderricht is belangrijk. Anderen onderwijzen om veel te bidden, naar de leiding van de Geest te streven, en toe te passen wat ze geleerd hebben, is minstens even belangrijk.
Belofte en zegen
Geliefde broeders en zusters, lieve vrienden, dierbare leerkrachten – en dat bent u en zijn wij allemaal – dank u voor uw getrouwheid en uw verlangen om goed te doen. Dank voor de vele uren die u hebt besteed aan uw voorbereiding, bediening en vreugdevolle evangelieonderwijs aan anderen.
Ik spoor u aan de nieuwe leidraad Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland te bestuderen en uw doel met behulp van de zelfevaluatie voor ogen te houden.
Doordat we het woord van God vastgrijpen en anderen leren dat ook te doen – doordat we naar het voorbeeld van de Heiland onderwijzen – tonen we onze liefde voor God en voor onze medemensen. Als we die nauwe en smalle weg bewandelen, vervullen we die uiterst heilige roeping om onze eigen onsterfelijke ziel en de ziel van anderen te voeren naar ‘de rechterhand van God in het koninkrijk van de hemel […] om aan te zitten met Abraham en Izak en met Jakob, en met al onze heilige vaderen, om er nooit meer weg te gaan.’18
God zegene u, mijn medeleerkrachten, mijn lieve vrienden, mijn mededienstknechten, voor uw oprechte inspanningen om in de naam van de Heiland te onderwijzen. In de heilige naam van de geweldigste Leraar ooit, in de naam van onze Meester, in de naam van Jezus de Christus. Amen.