Conferentie voor medewerkers van de kerkelijke onderwijsinstellingen
De macht van Jezus Christus en zuivere leer, juni 2023


NaN:NaN

De macht van Jezus Christus en zuivere leer

De macht van Jezus Christus en zuivere leer, met ouderling Neil L. Andersen

zondag 11 juni 2023

Ouderling Neil L. Andersen: Dank u, ouderling Gilbert. Dank u, broeder Webb. Twee dierbare vrienden en collega’s van mij. Ik houd van ze.

Was het koor niet geweldig? En zo eerbiedig! U hebt echt indrukwekkend gezongen. Heel erg bedankt!

Ik dacht na over deze woorden toen u vierstemmig de derde strofe zong: ‘De Heer is mijn Licht; de Heer is mijn kracht. Der zonde lust zwicht, ’k verwin in zijn macht.’1 Als we onze cursisten van die woorden kunnen doordringen, kan dat ze veilig houden.

Is het niet fijn om in de tabernakel te zijn? We komen hier tegenwoordig niet meer zo vaak. Sommigen onder u zijn hier misschien nog nooit eerder geweest omdat u daar te jong voor bent. Maar sommigen van ons hebben herinneringen aan deze tabernakel. Wie hier heeft een goede herinnering aan deze plek? (Mensen steken hun hand op.)

Dertig jaar geleden werden ouderling Christofferson en ik hier tijdens de algemene aprilconferentie geroepen. We zaten volgens mij daar voordat we op de rode stoelen plaatsnamen. Een van de apostelen, ouderling Marvin Ashton, was ziek tijdens die conferentie, dus ouderling Christofferson en ik mochten ons getuigenis geven. We hadden niet veel tijd om ons daarop voor te bereiden.

Ik wil u over nog een herinnering vertellen.

Sinds dat getuigenis in 1993 had ik niet meer in de tabernakel gesproken. We naderden de laatste conferentie die hier in de tabernakel gehouden zou worden; dat was in oktober 1999.

Maar toen gebeurde er iets verbazingwekkends. Het was de vrijdagochtend voor de conferentie, half acht ’s ochtends. Ik zat in mijn kantoor toen de telefoon rinkelde. De stem aan de andere kant zei: ‘Broeder Andersen, u spreekt met president Hinckley.’ Ik was dan wel algemeen autoriteit, maar ik bracht niet veel tijd met president Hinckley door. Het eerste wat hij me vroeg was werkelijk waar: ‘Bent u goed als joker in te zetten?’ Ik wist niet hoe ik moest reageren, dus ik mompelde maar wat. Hij zei: ‘Ouderling Robert Hales is ziek. Hij wordt maandag geopereerd en hij kan morgen niet spreken. We willen graag dat u zijn plek in de zaterdagmorgenbijeenkomst inneemt. Goed? Tot ziens!’ De daaropvolgende uren was ik erg zenuwachtig. Maar dat was de enige keer dat ik hier in de tabernakel een conferentietoespraak heb gegeven.

Als we genoeg tijd hadden, zouden we al uw ervaringen kunnen bespreken.

Ik wil graag beginnen door mijn liefde, de liefde van het Eerste Presidium en de liefde van het Quorum der Twaalf voor eenieder van u over te brengen. Wij hebben veel respect en bewondering voor uw geloof en toewijding aan onze Heiland Jezus Christus en zijn heilige werk. We leven in een tijd van groot historisch belang. U hebt invloed over honderdduizenden jonge heiligen der laatste dagen, of u nu geroepen bent als seminarie- of instituutsleerkracht in uw wijk of ring, of bent gekozen als leerkracht aan een van onze 638 instituten over de hele wereld of voor het schooltijdseminarie. Ik vroeg broeder Webb net hoeveel klassen we hebben, en hij zei ongeveer 80.000 seminarieklassen. Schooltijdseminarie vindt natuurlijk plaats in het westen van de Verenigde Staten, in Canada en op scholen van de kerk. Als u op wat voor manier dan ook bijdraagt aan het werk van het seminarie en instituut, dank ik u namens het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen. We hebben u lief en we bidden voor u. We zien u als onze medediscipelen van Jezus Christus bij het vormen van een rechtschapen volk, verspreid over de landen, culturen en talen van de wereld, ter voorbereiding op de heerlijke terugkomst van de Heiland naar de aarde.

Om u allen, en de nobele leerkrachten die u in dit werk zijn voorgegaan, te eren, sprak ik onlangs met president Andy Diaz. Hij is ringpresident hier in Salt Lake City. We praatten over een ochtendseminarieleerkracht van wie hij vroeger les heeft gekregen. En we hebben een bijzondere connectie. Een jaar nadat president Diaz op 13-jarige leeftijd in Tampa (Florida, VS) lid van de kerk was geworden, zat hij in het ochtendseminarie in dezelfde klas als mijn geweldige vrouw, Kathy. U zult zien dat hij er een stuk ouder uitziet dan Kathy. Het leven laat op ons allemaal andere sporen achter. De leerkracht was Kathy’s moeder, mijn toekomstige schoonmoeder, zuster Martha Williams. Luister eens naar het gesprek dat ik met president Diaz had.

[begin video]

Ouderling Andersen: Ik spreek vandaag met president Andy Diaz, president van de ring Salt Lake Riverside. President Diaz en ik hebben iets met elkaar gemeen, namelijk dat hij ruim vijftig jaar geleden in dezelfde seminarieklas zat als mijn vrouw, Kathy, en dat Kathy’s moeder, zuster Martha Williams, hun leerkracht was. Zij was een geweldige vrouw. Ik heb haar goed gekend. Ze is inmiddels overleden. Maar ik wilde horen wat een man die nu ringpresident is, die lid van de kerk is geworden toen hij 13 was en een jaar later het seminarie begon te volgen, vijftig jaar later te zeggen heeft over zuster Martha Williams. President Diaz, kunt u een beeld schetsen van deze vrouw die uw seminarieleerkracht was?

President Andy Diaz: Ze was denk ik een van de drie vrouwen die de grootste invloed op mijn leven hebben gehad – mijn moeder, mijn vrouw en zuster Williams.

Ouderling Andersen: Meent u dat echt?

President Diaz: Ja, ik overdrijf niet.

Ouderling Andersen: Waarom was ze zo belangrijk voor u?

President Diaz: Ze hielp me om te groeien en over het evangelie te leren. Ik was op mijn 13 kersvers lid van de kerk, en op mijn 14 begon ik met het seminarie. Zij was in wezen degene die me het evangelie heeft aangeleerd. Toen ik in de vijfde klas van de middelbare school zat, had ik een baantje waarbij ik om twee uur ’s nachts moest beginnen. Ik ging dan meteen na mijn werk naar het ochtendseminarie om zes uur omdat ik het niet wilde missen, zo belangrijk was het voor mij. Ze zorgde er altijd voor dat we een geestelijke ervaring konden hebben, en ik wilde die geestelijke ervaringen graag meemaken.

Ouderling Andersen: Onderwees ze in de zuiverheid en de eenvoud van het evangelie? Ik weet nog dat we in mijn lessen 50 jaar geleden soms speculeerden over dingen waar we niets van afwisten.

President Diaz: Ze onderwees zeker in de zuivere leringen van Christus. Ze sprak over geloof en bekering, en wat we moeten doen om naar onze Vader in de hemel terug te keren, volharden tot het einde.

Ouderling Andersen: Heeft ze u geholpen met uw persoonlijke bekering tot de Heiland Jezus Christus, die uw hele leven heeft voortgeduurd?

President Diaz: Jazeker. Ze heeft me geholpen om een relatie met onze Vader in de hemel en de Heiland op te bouwen. Ik heb van haar over de Heiland geleerd. En alle dingen die in de Schriften staan heeft ze me helpen begrijpen, en de leringen van de Heiland. Ze had een getuigenis, en ik kan me niet herinneren dat ze ooit een les heeft afgesloten zonder haar getuigenis te geven van het evangelie, van de Heiland en van de dingen waarin ze die dag had onderwezen; dat was echt belangrijk. Ze was erg energiek en sleepte je helemaal mee in haar liefde voor het evangelie. Ik keek naar haar op en probeerde haar voorbeeld te volgen.

Ouderling Andersen: Nu u zo terugkijkt, wat zou u dan graag willen meegeven aan seminarie- en instituutsleerkrachten van cursisten die net zoals u destijds, nieuwkomers in de kerk zijn?

President Diaz: Heb uw cursisten lief. Laat ze weten dat u uw hemelse Vader liefhebt en dat onze hemelse Vader van hen houdt. Dat de Heiland van hen houdt. En dat we, als we God en zijn profeten volgen, onze weg terug kunnen vinden en weer bij onze hemelse Vader kunnen wonen.

Ouderling Andersen: Ik weet zeker dat uw ouders erg trots op u zijn. En ik weet dat zuster Williams, die nu 25 jaar geleden deze wereld heeft verlaten, ook erg trots op u is.

President Diaz: Dat doet me goed.

Ouderling Andersen: Hartelijk bedankt. Dank u wel dat u deze dingen aan ons wilde vertellen.

President Diaz: Graag gedaan.

[einde video]

Ouderling Andersen: Broeder en zuster Diaz zijn vanavond ook aanwezig. Zouden jullie willen gaan staan, broeder en zuster Diaz, zodat we jullie kunnen zien? Dank u wel.

De woorden van president Diaz maken duidelijk hoeveel invloed u hebt en zult blijven hebben op de opkomende generatie, dankzij uw geloof in de Verlosser en de manier waarop u Hem omhooghoudt als het Licht bij alles wat u zegt en doet.

Uw inzet is al voorbeeldig, maar ik bid dat ik vandaag wat inzichten kan geven die u geestelijk zullen opbouwen en waardoor u uw rechtschapen werk op een kleine manier zult kunnen verbeteren.

Dit is de eerste gedachte: laten wij vaker en krachtiger onderwijzen over en getuigen van Jezus Christus.

Bedenk eens hoe actueel deze woorden van president Russell M. Nelson tijdens de afgelopen algemene aprilconferentie voor uw cursisten zijn: ‘Welke vragen of problemen u ook hebt, het antwoord is altijd in het leven en de leringen van Jezus Christus te vinden. Bestudeer zijn verzoening, zijn liefde, zijn barmhartigheid, zijn leer en zijn herstelde evangelie van genezing en vooruitgang. Wend u tot Hem! Volg Hem!’2

Toen ik 30 jaar geleden, in de jaren 90, als algemeen autoriteit werd geroepen, noemden 9 van de 10 volwassenen in de Verenigde Staten zich christen. Volgens het Pew Research Center is nu 64 procent van de Amerikaanse bevolking christelijk en zal dat percentage in de komende decennia verder dalen tot onder de 50 procent. Andere landen staan voor soortgelijke geloofsproblemen.

Uiteraard komt niet iedereen hier uit een land waar het christendom de heersende godsdienst is, en velen komen uit gebieden waar het geloof in Jezus Christus sterk blijft. Maar waar we ook wonen, we beseffen dat de weg naar het eeuwige leven begint met een diepgaande en onwrikbare bekering tot onze Heiland, met ontzag voor zijn goddelijke leven en zending.

‘Thomas zei tegen Hem: Heere, […] hoe kunnen wij de weg weten? Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.’3

In het openingswoord van Voor de kracht van de jeugd heeft het Eerste Presidium geschreven: ‘Jullie zijn waarlijk uitverkoren geesten van onze hemelse Vader, die op dit moment naar de aarde zijn gestuurd om belangrijk werk te doen. […] Wend je […] tot de Heiland. Hij is de “kracht van de jeugd”.’4

Ik was onlangs in het gebouw waar mijn kleinkinderen het seminarie volgen. Ik was ervan onder de indruk dat er veel afbeeldingen aan de muur hingen van de Heiland, zijn eigen woorden en andere Schriftteksten die van Hem getuigen.

Broeder Chad Webb heeft in dit beginsel onderwezen: ‘Dit [is] de belangrijkste manier om het geloof van de opkomende generatie op te bouwen: Jezus Christus in ons onderwijs centraal stellen.’5

Werden we niet allemaal geraakt toen president Dallin H. Oaks tijdens de algemene aprilconferentie de woorden van Nephi aanhaalde: ‘Vergast u aan de woorden van Christus; want zie, de woorden van Christus zullen u alle dingen zeggen die u behoort te doen’,6 en daarna de rest van zijn krachtige boodschap wijdde aan ‘een selectie van de woorden van onze Heiland – wat Hij heeft gezegd’ in zowel het Nieuwe Testament als het Boek van Mormon? President Oaks sloot af met deze eenvoudige profetische verklaring: ‘Ik getuig van de waarheid van deze leringen in de naam van Jezus Christus. Amen.’7

Er schuilt een buitengewone macht in de woorden van Jezus Christus:

‘Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden.’8

‘Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven.’9

‘Zie, Ik ben Jezus Christus, de Zoon van God. […] Ik ben het licht en het leven van de wereld.’10

Als u zich ooit afvraagt wat u moet zeggen, spreek dan met de woorden van de Heiland. Spreek over zijn ervaringen; spreek over zijn gelijkenissen; spreek met de woorden van Schriftteksten en profeten die van Hem getuigen.

Als we onderwijzen over en getuigen van Jezus Christus, zal de Heilige Geest in het hart van onze jonge discipelen getuigen van de waarheid van zijn leven en leringen met een kracht die veel langduriger is dan de kracht van ons eigen onderwijs.

Laten wij nederig overwegen of we alles doen wat we zouden moeten doen om, zoals president Nelson ons heeft gevraagd, te onderwijzen over en te getuigen van zijn verzoening, zijn liefde, zijn barmhartigheid, zijn leer, zijn herstelde evangelie van genezing en vooruitgang.

Omdat onze oude onderwijsmethode misschien niet voldoende is voor het heden en de toekomst, moeten wij ons eigen begrip verruimen en, zoals president Nelson heeft gezegd, zelf meer studeren en de jongeren en jongvolwassenen van de kerk aansporen om ‘het leven en de leringen van Jezus Christus’ meer te ‘bestuderen’.11

De tweede gedachte die ik met u wil bespreken is: laten wij de leer zuiver en eenvoudig houden.

Wat we werkelijk weten over onze hemelse Vader; onze Heiland Jezus Christus; ons voorsterfelijk leven; het geluksplan van onze Vader voor ons; de beginselen van geloof en bekering; de heilsverordeningen, de geboden, verbonden, gehoorzaamheid en volharding; en de ons beloofde zegeningen na dit sterfelijk leven – al deze dingen zijn zo helder dat we nooit het idee moeten hebben dat we het doel voorbij moeten zien,12 zoals in de Schriften staat.

We richten ons onderwijs op onze hemelse Vader, Jezus Christus en hun geopenbaarde leer om onze jeugd te helpen hun geloof in Hen op te bouwen, zich tot Hen te bekeren en hun beloofde zegeningen te ontvangen.

De leer van Christus is te vinden in de Schriften en de leringen van de profeten, wier taak het is om de wil van de Heer over te brengen.

De leer in de Schriften en die wordt onderwezen door profeten omvat het beginsel van meerdere getuigen, een beginsel dat u vaak in de algemene conferentie voorbij hebt horen komen en waarover ik ruim tien jaar geleden heb gesproken: ‘Sommigen trekken hun geloof in twijfel als ze een uitspraak lezen vele jaren geleden gedaan, die in tegenspraak met onze leer lijkt te zijn. Er is een belangrijk beginsel waaraan de leer van de kerk onderhevig is. De leer wordt door alle vijftien leden van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen verkondigd. Zij is niet weggestopt in een duistere alinea van één toespraak. Ware beginselen worden vaak en door velen gepredikt. Onze leer is niet moeilijk te achterhalen.’13

Ziet u in hoe belangrijk het is om steeds de leringen van de profeten en apostelen bij uw klasbesprekingen te betrekken? De leiding van de Heer bij de vragen en zorgen in deze moderne wereld krijgen wij via hen die met apostolisch gezag geordend zijn. Als het vertrouwen in de profeten en apostelen afneemt, kunnen de afleidingen, misleidingen en drogredenen van de wereld ons van onze geestelijke ankerplaats losmaken. Leef naar de algemene conferentie toe en bespreek de belangrijke leringen daaruit. Sta stil bij de heilige rol van de gezalfden van de Heer. Nu de wereld zich verder van de geboden van God afkeert, wordt de rol van apostelen steeds belangrijker.

Houd de leer van de Heer zuiver en begrijpelijk. Let erop dat u binnen de grenzen van de Heer blijft en niet met speculatie en niet-leerstellige persoonlijke ideeën de fout ingaat. Zulke ideeën kunnen voor sommigen verleidelijk zijn, maar ze hebben niet de kracht van de waarheid waardoor geloof wordt gesterkt.

President Dallin H. Oaks leerde zijn zoon een goede les toen die hem een vraag stelde waarop de leer van Christus geen duidelijk antwoord gaf. Zijn antwoord was: ‘Jongen, ik weet het antwoord op die vraag niet, maar ik zal een vraag beantwoorden waarop ik wel het antwoord weet.’ Toen getuigde hij van de profeet Joseph Smith en het eerste visioen. Laten wij ook gewillig zijn om te zeggen: ‘Dat weet ik niet, maar dit weet ik wel.’

Overweeg deze vragen en antwoorden:

‘Broeder Jones, wat is het verband tussen de oerknal en Adam en Eva?’ ‘Ik heb geen antwoord op die vraag, maar ik zal vertellen wat we wel over Adam en Eva weten.’

‘Zuster Gonzalez, waarom weten we zo weinig over onze hemelse Moeder?’ ‘Dat weet ik niet, maar ik weet wel dat je “een geliefde dochter van hemelse Ouders, met een goddelijke aard en een eeuwige bestemming” bent.’14

Bedenk hoe u goede vragen, maar vragen die verleiden tot speculatie, kunt omzetten naar antwoorden die geloof in onze Heiland Jezus Christus bevorderen. En ik heb een uitdaging voor u. Laat uw cursisten inzien dat niet alle vragen gelijk zijn. Met geestelijk begrip en volwassenheid kunnen we de belangrijke vragen onderscheiden van slechts interessante vragen.

Door nauwkeurigheid, duidelijkheid en eenvoud nodigen we het bevestigende getuigenis van de Heilige Geest uit. ‘Wanneer de Trooster is gekomen, […] de Geest van de waarheid, […] zal Die over Mij getuigen.’15

Brigham Young omschreef de leringen van Joseph Smith als volgt: ‘Hij nam de hemel, bij wijze van spreken, en bracht hem omlaag naar de aarde; en hij nam de aarde, bracht haar omhoog en onthulde, duidelijk en eenvoudig, de dingen van God.’16

Let op dat de verhalen die aan u verteld zijn niet opgesmukt of aangedikt zijn. Zorg ervoor dat u Schriftteksten en citaten alleen aanhaalt in de bedoelde context.

Onze aandacht wordt makkelijk getrokken door iets wat nieuw of bijzonder intrigerend is, maar buiten de grenzen van ons begrip valt. Blijf binnen de veiligheid van de zuivere en eenvoudige leer.

Pas op met uw gebruik van media, persoonlijke verhalen en aanschouwelijk onderwijs. Bij effectief gebruik kunnen ze de interesse wekken en voor diepgang zorgen. Maar als ze te veel nadruk krijgen, kunnen ze van uw onderwijs afleiden. De methode overschaduwt dan de boodschap.

De profeet Alma heeft getuigd dat de blijde tijdingen van het evangelie ‘ons in duidelijke bewoordingen [worden] bekendgemaakt, opdat wij zullen begrijpen, zodat wij niet kunnen dwalen’.17

‘Want ook als de bazuin een onherkenbaar geluid geeft, wie zal zich gereedmaken voor de strijd?’18

Bedenk hoe prachtig duidelijk deze Schriftteksten zijn:

‘Kom naar Mij toe.’19

‘Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, [dagelijks] zijn kruis opnemen en Mij volgen.’20

‘Als u de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader u ook vergeven.’21

‘Wij zullen hen hiermee beproeven om te zien of zij alles zullen doen wat de Heer, hun God, hun ook zal gebieden.’22

‘Dit is Mijn gebod: dat u elkaar liefhebt, zoals Ik u liefgehad heb.’23

In zijn krachtige redevoering ‘Hoor Hem’ heeft president Nelson gezegd: ‘[Onze hemelse Vader] communiceert eenvoudig, rustig en zo duidelijk dat we Hem niet verkeerd kunnen begrijpen.’24

Duidelijkheid, nauwkeurigheid en eenvoud vormen de goddelijke onderwijsmethode.

Wees verstandig bij het afwegen van de leer waarin u onderwijst. Geef passend gewicht aan een leerstelling in de context van andere verwante beginselen. Denk aan de raad van de Heiland over het onderwijzen van de geboden: ‘Deze dingen zou men moeten doen en die andere dingen niet nalaten.’25

Ouderling Neal A. Maxwell heeft uitgelegd: ‘Evangeliebeginselen zijn zo met elkaar verweven dat ze op hun plaats en met elkaar in balans blijven.’26

Sta hier eens bij stil: Gods liefde en Gods wetten, vergeving en bekering, liefde voor God en liefde voor anderen, keuzevrijheid en verantwoording.

Zoals vaker wordt gezegd: onderwijs niet alleen zo dat u begrepen wordt, maar onderwijs ook zo dat u niet verkeerd begrepen wordt.

Ten slotte moeten deze waarheden, zoals we allemaal weten, besproken worden in een omgeving waarin de Geest verwelkomd en aangemoedigd wordt. We kunnen de Geest niet forceren. We bidden om de Geest en nodigen Hem uit, maar we proberen niet kunstmatig een geestelijke ervaring te creëren.

Dertig jaar geleden vertelde president Dallin H. Oaks me over een ervaring van zijn dochter, Jenny, die toen nog tiener was. Hij zei: ‘Toen Jenny een tiener was, ging ze naar een jongevrouwenklas of -activiteit. Toen ze thuiskwam, vroegen mijn vrouw en ik, zoals ouders doen, hoe de bijeenkomst was. Jenny zei: “De leerkracht zei: ‘Vanavond gaan we een geestelijke ervaring hebben. Als we allemaal in een kring gaan zitten en elkaars handen vasthouden, zullen we een geestelijke ervaring hebben.’”’

Ik citeer nog steeds president Oaks: ‘Ik vroeg Jenny: “Hoe vond je dat?” En ze zei: “Ik voelde me ongemakkelijk!”’ (Misschien zouden we nu, dertig jaar later, zeggen: ‘Het was cringe.’ Ik weet niet zeker wat het juiste woord is.) President Oaks zei: ‘Ik zei: “Daar ben ik blij om, want als ik zoiets hoor, voel ik me ook ongemakkelijk.”’ Toen zei president Oaks: ‘Ik vertelde haar dat we geestelijke ervaringen niet als afspraken kunnen inplannen, maar dat ze plaatsvinden wanneer we naar de invloed van de Geest van de Heer streven.’

Weet u nog dat president Diaz de liefde van zijn seminarieleerkracht, zuster Williams, voelde? We nodigen de Geest uit als we onderwijzen met liefde, rust, vriendelijkheid, zachtmoedigheid en geloof.

U kent allen deze Schrifttekst: ‘Wie het woord door de Geest van de waarheid ontvangt, [ontvangt] het zoals het door de Geest van de waarheid gepredikt wordt. Daarom begrijpen hij die predikt en hij die ontvangt elkaar en beiden worden opgebouwd en verblijden zich tezamen.’27

Deze verantwoordelijkheid ligt dus niet alleen bij u, maar ook bij uw klas. Onze cursisten zullen van u leren dat ze alleen door gehoorzaamheid en door Hem altijd indachtig te zijn constant zijn Geest bij zich kunnen hebben.

President Eyring heeft gezegd:

‘De leer krijgt zijn volle kracht wanneer de Heilige Geest bevestigt dat die waar is. Wij bereiden hen die naar ons luisteren zo goed mogelijk voor op het ontvangen van de rustige ingevingen van de stille, zachte stem. Dat vergt ten minste een beetje geloof in Jezus Christus. Het vergt een beetje nederigheid, een beetje bereidwilligheid om zich te onderwerpen aan de wil van de Heiland. Degene die u wilt helpen, heeft misschien weinig van beide, maar u kunt hem vragen alleen maar te verlangen om te geloven. En bovendien kunt u moed putten uit een andere invloed die uit de leer voortkomt. De waarheid kan voor zichzelf zorgen. Eenvoudigweg de leer horen kan het geloofszaad in het hart zaaien. En zelfs een piepklein zaadje van geloof in Jezus Christus nodigt de Geest uit.’28

Dat zijn prachtige woorden. U bent erg eerbiedig geweest. Dank u wel dat ik deze tijd met u heb mogen doorbrengen. Wij houden van u en danken u voor alles wat u doet om onze jongeren en jongvolwassenen op te bouwen en hun geloof in Jezus Christus te sterken.

Als dienstknecht van de Heer, en met mijn apostolisch gezag, zegen ik u dat uw hart en uw verstand vervuld zullen worden met de liefde, de barmhartigheid, de leringen en een diepgaande eerbied voor het weergaloze zoenoffer van onze Heer Jezus Christus. Ik zegen u, indien u daarnaar verlangt, dat uw vermogen om met zuiverheid en kracht in de leer van Christus te onderwijzen zal toenemen, en dat u zult zien en voelen dat uw goede cursisten het bevestigende getuigenis van de Heilige Geest krijgen.

Ik geef u mijn zekere getuigenis dat Jezus de Christus is. En ik getuig tot u van deze belofte van Hem: ‘Ieder dan die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.’29 In de naam van Jezus Christus. Amen.