Een van hoop vervulde toekomst
Wereldwijde devotional voor jongvolwassenen
Zondag 8 januari 2023
Ouderling Jeffrey R. Holland: Beste jonge vrienden overal ter wereld! Mijn vrouw en ik vinden het een voorrecht om in jullie midden te zijn. Hoewel we met de meesten van jullie door middel van moderne technologie in verbinding staan, vinden we het heerlijk om ook publiek in een zaal aan deze universiteit en het instituut voor godsdienstonderwijs te hebben, waar Pat en ik aan onze studie begonnen, op date gingen en trouwden.
Ik kijk even of er een schokgolf door de zaal ging toen ik het woord trouwen uitsprak. Geen paniek. We zullen het vandaag niet over trouwen hebben. Sommigen van jullie zijn al getrouwd, en we willen niet dat de rest gillend de zaal uit rent. Maar ik snijd onze eigen JOVO-wortels en ons romantische begin aan, omdat je nooit kunt weten of de vonk die bij ons toen oversloeg op een avond zoals deze misschien ook anderen raakt.
Er zijn genoeg zusters die ons laten weten dat sommige mannen moeten worden geraakt, zo niet door de pijlen van Cupido, dan toch misschien door een pingpongballetje. Als er een jonge vrouw in de zaal zit met een jonge man naast zich die aan deze beschrijving voldoet, heb je van ouderling en zuster Holland toestemming om hem nu direct met je elleboog in de ribben te porren – zachtjes genoeg om liefde over te brengen, hard genoeg om de boodschap duidelijk te maken. Het zal ons genoegen doen als een por voor jou werkt zoals die voor ons werkte, maar bij ons was het mijn elleboog in de ribben van mijn vrouw.
In juni van dit jaar is het zestig jaar geleden dat Pat en ik in de St. Georgetempel trouwden, op slechts anderhalve kilometer van deze universiteitscampus. Zes decennia vormen een welkome kans om afscheid te nemen van een periode die voor velen moeilijk was en zelfs tragisch voor sommigen. We komen geleidelijk aan uit de COVID-19-pandemie, maar deze plaag van bijna Bijbelse proporties is in veel delen van de wereld nog steeds een heel reëel probleem, aangezien er nog dagelijks gemiddeld 1.700 mensen aan deze ziekte overlijden.1 Deze gesel heeft erin gehakt, niet alleen in de lichamelijke gezondheid, maar ook op de een of andere manier in het sociale, politieke en economische leven van bijna iedereen op de planeet.
Er speelt nog een ander soort gesel in Oost-Europa, waar miljoenen mensen, onder wie kerkleden, ontredderd zijn en ontheemd geraakt, of zelfs hun leven hebben gegeven in een conflict waar ze niet om gevraagd hebben en dat ze niet verdienen. Toen mijn vrouw en ik een paar weken geleden op werkbezoek in Europa waren, hebben we met enkele Oekraïense vluchtelingen gesproken. We hebben gelachen, gehuild en gebeden met mensen die alles hadden achtergelaten en met alleen wat kleren op de vlucht waren geslagen. We voelden dezelfde emotie en droefheid voor onze trouwe leden in Rusland, die ook onschuldig door dit conflict geraakt worden. Behalve deze rampspoed zien we in veel plaatsen in de wereld massale schietpartijen – vorige week heeft hier in Zuid-Utah nog een tragedie plaatsgevonden – onzedelijke content in de amusementsmedia, en politieke activiteiten waarbij fundamentele beginselen zoals integriteit, hoffelijkheid en eerlijkheid overboord zijn gezet.
En natuurlijk zijn er veel andere culturele en sociale kwesties die ons verontrusten. Maar we zijn hier niet om je met wereldproblemen te deprimeren. We willen juist het tegenovergestelde doen! We erkennen de begrijpelijke malaise die over jouw generatie hangt. En we bieden onze excuses aan dat onze generatie deze problemen nog niet heeft opgelost. We roepen jou en alle andere jonge heiligen der laatste dagen op om aan de kop te lopen in de morele beweging die deze problemen kan oplossen, en die de vloedgolf van angst, pessimisme en bezorgdheid kan keren. Het is belangrijk dat je niet alleen bidt dat de Heer in je leven zegeviert,2 zoals president Russell M. Nelson je heeft gevraagd, maar ook dat jouw waarden zullen zegevieren bij anderen die daar nog niet zo zeker van zijn. Als wij als discipelen van Jezus Christus allemaal liefdevoller, vrediger en vriendelijker zijn; als we allemaal proberen zo goed mogelijk de geboden van God te onderhouden, dan hebben we alle reden om de heersende omstandigheden in de wereld en onze eigen omstandigheden met vertrouwen tegemoet te zien. Als we de toekomst zo tegemoet treden, vervuld van vrede en goddelijke belofte, kunnen wij een verbazend grote invloed op de wereld hebben. Abraham Lincoln heeft eens gezegd dat hij, als hij de kans had, onkruid altijd weghaalde en op die plek een bloem plantte. Als wij dat allemaal zouden doen, zouden onze morele en geestelijke woestijnen in een mum van tijd ware tuinen worden.3
Wie deze uitzending vanuit Duitsland volgen – waar zoveel christelijke gastvrijheid wordt geboden aan die Oekraïense vluchtelingen met wie we hebben gesproken – zullen het volgende citaat van Johann Goethe herkennen: ‘Laat iedereen voor zijn eigen deur vegen, en de hele wereld zal schoon zijn.’
Mijn vrouw en ik zijn ons bewust van de bestaande problemen en willen daarvoor een remedie aanbieden. We zijn dan ook, met de woorden van de apostel Petrus, ‘altijd bereid tot verantwoording aan ieder die […] rekenschap vraagt [voor] de hoop die in [ons] is’.4 We gaan het over hoop hebben, en verklaren dat we die – samen met de verwante deugden geloof en naastenliefde – nooit mogen verliezen. We beseffen dat er veel manieren zijn om die nauw verbonden beginselen te definiëren, en je zult vanavond onze definitie horen. Je zult ons ook zoals Moroni horen verklaren dat hoop essentieel is om het ‘erfdeel [te] ontvangen op de plaats die [God voor ons heeft] bereid’.5 We willen dat jullie als zoons en dochters van een koning aanspraak maken op dat erfdeel. Daarvoor moeten we beseffen dat hoop niet alleen de boodschap en levenswijze is van mensen die van nature optimistisch zijn; zij is het voorrecht van iedereen die gelooft.6 Als gelovige die vervuld is van hoop (en geloof en naastenliefde), vindt mijn vrouw deze wereldwijde bijeenkomst en jullie rol in de komende tijden erg belangrijk. Zij weet dat jullie degenen zijn aan wie wij het stokje zullen doorgeven en vindt het van essentieel belang dat jullie opstaan en jullie bestemming omarmen. Zuster Holland.
Zuster Patricia T. Holland: Jullie betekenen veel voor mij. Jullie zijn de sterkste generatie jongvolwassenen die de wereld ooit heeft gekend. Ik houd dan ook van jullie. Ouderling Holland en ik zijn heel dankbaar dat jullie je verbonden naleven en proberen het goede te doen. En omdat jullie met zovelen zijn, hebben jullie de macht waarover ouderling Holland sprak. Jullie stralen licht uit. Een helder licht. Het doet me denken aan de Heiland die aan de Nephieten verscheen. Hij zei: ‘Houdt uw licht omhoog, opdat het voor de wereld zal schijnen. Zie, Ik ben het licht dat u omhoog zult houden.’7 Wij waren ooit ook jong, net als jullie, maar nu zijn we oud geworden. Als ik op mijn leven terugblik en iets kon overdoen, dan zou ik één ding veranderen: ik zou vereenvoudigen! Ik heb de indruk dat alles beter is als het eenvoudig is: ons eten, onze kleding, onze huisinrichting en onze planning. Van mijn jeugd betreur ik het meest dat ik de eenvoudige schoonheid van het evangelie niet inzag. Ik maakte het te ingewikkeld. Het was me te veel, te moeilijk en soms zelfs te mysterieus. Het leek wel of ik zelfs als jongvolwassene een berg van rechtschapenheid moest beklimmen, door een zuiverende brandende oven moest gaan, en elke tegenstrijdige leer die de mensheid kent moest ontrafelen om in de ogen van God aanvaardbaar te zijn.
Uiteraard was mijn denkwijze meer dan een jong meisje uit Zuid-Utah aankon. Het was zoals iemand ooit zei: ‘De reden dat mensen zich niet bij jullie christenen aansluiten is dat jullie je godsdienst als een hoofdpijn, als een doornenkroon dragen.’ Slechts één persoon hoefde die doornenkroon te dragen en deed dat zodat wij in vreugde, overvloed en vrede kunnen leven – niet in wanhoop. Het was niet de bedoeling dat het evangelie een onbedwingbare berg zou zijn. Hij wilde dat dat meisje, en iedereen ter wereld, altijd vol hoop zou zijn. Ik denk dat we weten dat het evangelie prachtig eenvoudig en eenvoudig prachtig is.
Maar begrijp me niet verkeerd. Als ik over hoop spreek, dan bedoel ik niet dat Christus ons een toverstokje of een lichtgevend zwaard zou moeten geven. De hoop waarin de Heiland onderwees, is meer dan een wens doen als je een vallende ster ziet.8 Jonge broeders en zusters, het is zijn geschenk aan ons en aan de hele mensheid. En we moeten dat herkennen als een licht dat in een heel duistere wereld schijnt. Met de woorden van een schrijver: ‘Niemand is zo ellendig als de mens die zonder hoop leeft.’9
Het ontdekken van dit geschenk van hoop is zo eenvoudig dat je er niet naar hoeft te zoeken. Je hoeft het niet na te jagen. Je kunt het niet fabriceren. Zoals voor zoveel in het domein van de genade geldt, verkrijg je het niet door op je eigen kracht te bouwen of op die van een ander. Je hebt geen geheime formules of magische mantra’s nodig. Het komt niet door diepe ademhalingsoefeningen (hoe nuttig die ook zijn) of uit een boek over het vinden van geluk.
Feitelijk is onze rol belangrijk maar ook heel klein. God doet het meeste werk. Wíj moeten nederig en eenvoudig tot Hem komen en dan niet bezorgd of bevreesd zijn.10 Waarom is het zo eenvoudig? Omdat in alles wat Christus leerde – elke tekst, elk verhaal en elke gelijkenis – de belofte vervat is dat ‘bij God alle dingen mogelijk [zijn]’,11 de belofte dat de macht van God alle tranen kan drogen.12 We moeten persoonlijke wanhoop loslaten en rust bij de Heer zoeken.13 Zo komen we zachtmoedig en nederig van hart tot Hem14 om de zegeningen te ontvangen die het gevolg van zijn oneindige liefde zijn. We moeten vertrouwen hebben zoals een klein kind, of zoals een lammetje in zijn grote kudde.
Ons hart zal altijd rusteloos zijn totdat het rust bij God.
Hij roept al zijn discipelen op tot zachtmoedigheid en nederigheid – een van de weinige beschrijvingen die de Heer van Zichzelf gaf, was dat Hij zachtmoedig en nederig was. Als we zo leven, zegt Hij, vinden we rust voor onze ziel en ontdekken we dat zijn juk zacht en zijn last licht is.15 Wanneer ik in de Schriften lees, kom ik die oproep om zachtmoedig en nederig te zijn keer op keer tegen. (Waarschijnlijk omdat ik het steeds opnieuw nodig heb.)
Ik weet zeker dat er nooit iets van groot geestelijk belang is gedaan door iemand die niet hoopvol en nederig was. Het is onze hoop vanavond dat je zo’n instelling ontwikkelt – dat je dit leert nu je nog jong bent. We willen dat je met heel je hart weet dat God je Vader is; dat Hij je ‘gedragen [heeft] vanaf de baarmoeder’;16 dat Hij plannen voor je heeft, plannen voor ‘toekomst en hoop’.17
Twee teksten in het Oude Testament waar ik dol op ben, bevatten dezelfde woorden. Jesaja zegt:
‘Luister naar Mij, huis van Jakob, en heel […] het huis van Israël, u, die door Mij gedragen bent vanaf de moederschoot, gedragen vanaf de baarmoeder. […]
‘Tot uw ouderdom toe, […] ja, tot uw grijsheid toe zal Ík u dragen; Ík heb het gedaan en Ík zal u opnemen, Ík zal dragen en redden.’18
En Jeremia schrijft:
‘Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de Heere. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven.
‘Dan zult u Mij aanroepen en […] u zult tot Mij bidden en Ik zal naar u luisteren.’19
Ik getuig tot jullie, jonge broeders en zusters, dat ik deze waarheid uit persoonlijke ervaring ken: dat onze Vader in de hemel zijn deel zal doen voor de vervulling van die beloften. Wij hoeven alleen maar te geloven, eenvoudig te geloven, meer als een kind te zijn in onze zachtmoedigheid en vooral in onze dankbaarheid wanneer we zijn geschenken ontvangen. Wil je dat het echt een geweldig jaar wordt? Wil je een toekomst vol hoop? Geloof je dat jou zegeningen wachten? Zie je genoeg van Gods goedheid om de hoop niet te verliezen en naar Hem omhoog te reiken? Het is ironisch dat we dat doen door neer te knielen, te buigen, misschien zelfs neer te vallen, aan Gods voeten. Hoe eenvoudig! Knielen, buigen, neervallen voor ‘de troon van de genade’.20
Mijn man gaf aan dat dit kostbare geschenk van hoop gekoppeld is aan twee andere gaven van God, namelijk geloof en naastenliefde. Doe alsjeblieft niet wat ik deed toen ik jonger was: die deugden zo enorm en ingewikkeld maken dat we ons wanhopig voelen als we ze proberen te begrijpen. Koester hun eenvoud.
Ik geef je dit eenvoudige rijtje. Geloof is de overtuiging dat er een God is, hoop is het vertrouwen dat Hij ons zal helpen, en naastenliefde is het gevolg van zijn liefde en vermogens om via ons anderen tot zegen te zijn.
Wat betreft die naastenliefde, ik weet dat niemand van ons de energie of tijd of middelen of kracht heeft om alles te doen wat ons hart verlangt. We kunnen niet alles. Ons hart is groter dan onze capaciteiten. Wat een geluk dat Gods macht, die in ons doorwerkt, het bescheiden effect van onze daden kan vermenigvuldigen, en voor anderen kan doen wat wij alleen nooit kunnen.
Aan deze eenvoudige benadering van deze grote leerstellige kwesties heb ik veel gehad. Ik wou dat ik ze veel eerder in dit minder intimiderende licht had gezien. Ik geloof beslist dat het Gods bedoeling was dat zulke evangeliewaarheden zelfs voor een kind duidelijk genoeg zijn. Mag ik nog even herhalen? Geloof is de overtuiging dat er een God is. Hoop is het vertrouwen dat Hij ons zal helpen. En naastenliefde is zijn liefde die door ons werkt.
Nu ik het toch over gaven van God heb, wil ik nog een gave noemen die aan onze hoop voor het nieuwe jaar bijdraagt. Zij doet geloof, hoop en naastenliefde stralen. Het is de onuitsprekelijk mooie – en onuitsprekelijk eenvoudige – gave van het licht van Christus. Dat licht, zo nauw met hoop verbonden, is een geschenk aan elke man, elke vrouw en elk kind die ooit in dit sterfelijk leven geboren zijn of zullen worden. Het zit in onze aard. Het maakt deel uit van onze ziel.
Een van mijn favoriete Schriftteksten bevat deze zin: ‘En de Geest geeft licht aan ieder mens die in de wereld komt; en de Geest verlicht ieder mens in de wereld.’21
Dat licht is een van de voornaamste redenen voor hoop. Het is echt bemoedigend, opwindend, ja, hoopvol, dat er iets in ons is wat ons niet alleen vertelt dat er een goede manier is om dit ingewikkelde leven te doorstaan, maar ons ook vertelt dat we die goede manier zullen vinden als we ‘zachtmoedig en nederig van hart’ zijn.22 President Nelson heeft vorige week nog tegen de hele kerk gezegd: ‘De wereld heeft het licht van Jezus Christus nodig. En de wereld heeft uw licht nodig.’23
Geweldige jonge vrienden, mijn vurigste gebed vandaag, mijn hoop, is dat jullie allemaal, jongvolwassenen over de hele wereld, deze oproep als jullie persoonlijke bediening zullen zien, dat jullie de hoop waarvan de Heiland sprak als een fakkel zullen dragen naar hen die de wereld als een heel duistere, moeilijke plek beleven. Hoe kan ik jullie laten inzien dat het dragen van dit licht jullie bediening in de laatste dagen is? Begrijp alsjeblieft dat dit het belangrijkste is wat ik jullie vandaag volgens mij moet zeggen. Mijn grootste zorg was dat ik het duidelijk genoeg zou zeggen, zodat jullie me echt geloven. Je moet dit licht zo uitstralen dat alle duisternis in de wereld het nooit kan doven.
Deze eenvoudige maar krachtige benadering van anderzijds grote, ingewikkelde kwesties zal de koers van een vallende, duister wordende wereld veranderen. Heb alsjeblieft geloof in God, hoop dat Hij je zal helpen, en ontvang de naastenliefde die Hem in staat stelt om door jou te bereiken wat jij alleen kunt.
Als je deze uitdaging aanneemt aan het begin van dit nieuwe jaar, kijk dan, smeek ik je, nadat je naar binnen hebt gekeken, omhoog. De ogen die je van boven aankijken, zijn van je liefderijke Vader in de hemel die je alles waarop je rechtschapen hoop hebt, kan en zal geven. Je kunt die zegeningen niet krijgen door ze na te jagen. Houd op met rennen tot je uitgeput bent. Wees rustig; wees stil. Vereenvoudig. Wees zachtmoedig en nederig, en bid. Ik getuig dat we wonderen zullen meemaken wanneer we afremmen, kalmeren en neerknielen. Alles wat de Vader heeft, kan eens van jou zijn.24 Waarlijk een hoopvolle manier om jouw toekomst tegemoet te gaan. Ik heb jullie lief, ik bewonder jullie en ik zal altijd voor jullie bidden. In de naam van Jezus Christus. Amen.
Ouderling Holland: Dank je, zuster Holland, dat je niet slechts in het evangelie onderwijst, maar het ook naleeft en dat je vervuld bent van de hoop van Christus. In onze moeilijkste dagen – en in zestig jaar huwelijk komen die weleens voor – heeft mijn vrouw geleefd naar wat ze jullie geleerd heeft. Ze is altijd gelovig geweest. Ze heeft altijd op het eeuwige licht in haar ziel vertrouwd. Voor haar stond het vast dat God onze gebeden zou horen en ons de weg zou wijzen, zelfs als de nacht donker leek. In een wereld die voor een jong echtpaar soms overweldigend leek, waren de waarheden en beloften van het evangelie vaak het enige waar we ons aan vast konden houden. Maar dat was genoeg, want hier zijn we. Na bijna zestig jaar huwelijk hebben we meer zegeningen ontvangen dan we ooit voor mogelijk hadden gehouden. Dus zoals deze prachtige vrouw zegt en heeft gedaan: blijf hopen, bid altijd en wees gelovig.
Graag wil ik aan mijn vrouws advies de Schriftuurlijke aanmoediging toevoegen om de toekomst zo blijmoedig mogelijk tegemoet te zien. Iemand heeft eens geschreven dat van alle bemoedigingen die Christus ons in de Schriften geeft, van alle hoop die Hij ons herhaaldelijk biedt, de bemoediging om ‘goede moed te hebben’ wel het minst ter harte genomen wordt.25 Laten we daarom Christus op zijn woord geloven. Zullen we dat proberen? Mogen wij die prachtige van hoop vervulde uitnodiging vanavond in ons hart sluiten nu we weer de kans krijgen om een nieuw jaar te beginnen en van ons leven te maken wat wij willen dat het wordt.
Zoals met al zijn uitnodigingen aan ons, leefde Christus deze eerst na voordat Hij erin onderwees. Ondanks de lasten die Hij droeg, was Hij optimistisch, positief, en hielp Hij anderen hetzelfde te doen, onder wie, voeg ik er aan toe, profeten van God. Op basis van zijn schrijnende lijden en diepe wanhoop in de gevangenis in Liberty gaf de profeet Joseph Smith de essentiële raad aan de heiligen die voor zijn vrijlating baden, om ‘blijmoedig alle dingen [te] doen die binnen ons vermogen liggen, en mogen wij dan met het volste vertrouwen stilhouden om het heil Gods te zien, en in afwachting van de openbaring van zijn arm’.26 En er is niemand positiever, optimistischer en meer vervuld van hoop dan Russell Marion Nelson, onze levende profeet die onlangs naar de raad van Joseph verwees toen hij zei: ‘Aan de rechtvaardigen zal geen enkele geestelijke zegening worden onthouden. […] De Heer wil dat wij “met vreugdevolle verwachting” naar de toekomst kijken. [Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), 549.]’27 Profeten zijn blijmoedig omdat ze ware discipelen van Jezus Christus zijn, want Hij is de ultieme bron van optimisme. Profeten zijn blijmoedig omdat ze het plan kennen; ze weten wie uiteindelijk zal zegevieren.
Zoals zuster Holland zo mooi heeft gezegd, is het vermogen om de wereld positief te zien nog een gave van God. ‘De mensen’ – mannen, vrouwen en kinderen – ‘zijn, opdat zij vreugde zullen hebben’,28 kunnen we uit de Schriften leren. Daarom is het een ‘plan van geluk’.29 Dankzij dat plan en Christus’ verzoening, die er de kern van is, kunnen we hoopvol zijn, hoe donker sommige dagen ook mogen zijn.
De grandeur van Christus’ voorbeeld in deze kwestie verdient onze verering nu we voor een nieuw jaar staan, een jaar dat misschien een paar moeilijkheden voor sommigen van ons in petto heeft. Denk daar eens over na. Hoe kon Jezus praten over goede moed te midden van alle kwellingen die Hij moest doorstaan in de opmaat naar zijn kruisiging? Zelfs in de sombere stemming die bij het laatste avondmaal moet hebben geheerst, herinnert Christus zijn discipelen toch nog aan de reden en hun plicht om ‘goede moed’ te hebben.30 Ik vraag me soms af hoe Hij, met de pijn die Hem te wachten stond, zo positief kon spreken en van zijn broeders kon verwachten dat ze dit alles blijmoedig onder ogen zouden zien. Deze manifestatie van zijn geloof, van zijn hoop en naastenliefde komt, omdat Hij het einde van het verhaal kent. Hij weet dat rechtschapenheid zal zegevieren als de eindrekening wordt opgemaakt. Hij weet dat licht altijd duisternis overwint, voor eeuwig en eeuwig en altijd. Hij weet dat zijn Vader in de hemel nooit een gebod geeft zonder ook de weg te bereiden om dat te volbrengen.31 Een overwinning maakt iedereen blij, en Christus was de overwinnaar in de grote krachtmeting met de dood en de hel. Dat klinkt nogal zwaar theologisch, maar daar moesten ze blij om zijn. Christus triomfator is de bron van onze hoop in dit nieuwe jaar en elk jaar – voor eeuwig.
Gezien alle dagelijkse afleidingen en Lucifers verleidingen, kan het moeilijk zijn om morgen of volgende maand of volgend jaar hoopvol en blijmoedig te blijven. Toch is dat precies de reden dat mijn vrouw aandrong op vereenvoudiging en constante aandacht voor de basisbeginselen in het leven van een heilige der laatste dagen. Soms concentreren we ons daar uit eigen beweging op, en soms doet het leven dat voor ons. In beide gevallen kunnen we, als we ons getuigenis op de basisbeginselen van het evangelie bouwen, net zoveel uit onze moeilijkheden halen als een gerespecteerde vriend van mij nu doet. Hij, zijn vrouw en zijn dochter – en ik geloof dat ze vanavond luisteren – hebben alle drie op dit moment allerlei gezondheidsproblemen. Zeer ernstige problemen, zelfs. Ze hebben alle reden om hun hoofd in de schoot te leggen en zich af te vragen of hun hoop, hun geloof of hun naastenliefde hun enig goed heeft gedaan. Maar door vastberaden discipelschap in tijden van vreugde en verdriet zegeviert dit gezin.
In een recente e-mail van mijn vriend (die ik met zijn toestemming met jullie deel) schreef hij:
‘De afgelopen maanden is mijn wereld erg klein geworden: [de omvang van] een ziekenhuis[bed] en een ziekenkamer. Het [herstel van mijn vrouw na haar niertransplantatie] is moeilijk gebleken, en ze was de afgelopen maand […] meer in dan uit het ziekenhuis. Het gevolg daarvan is dat een groot deel van het dagelijks leven aan mij voorbijgaat.’ Denk aan het woord eenvoud.
Hij vervolgt: ‘Het idee dat de Heer ons beproevingen geeft, heeft me nooit aangestaan, maar ik geloof wel dat Hij ze voor zijn doeleinden kan gebruiken. Als er iets is wat mij in de voorbije weken duidelijk is geworden, […] dan is het hoe belangrijk en wezenlijk de kern van het evangelie is [in tegenstelling tot zoveel andere zaken die overbodig kunnen zijn]. Ervaringen als anderen liefhebben; geliefd zijn en door anderen geholpen worden; de stille aanwezigheid van Gods stem als je ’s avonds laat uitgeput [bij] het bed van een ziek kind of [in de ziekenhuiskamer van een ernstig zieke] vrouw zit, en [de goddelijke zinsnede] “vrede zij uw ziel, mijn zoon” hoort.
‘Ik heb het Boek van Mormon en de Evangeliën gelezen en heb Gods liefde gevoeld. Los van de steun van de kerk [en los van abstracte] theologie, zijn […] rotsvast geloof, […] getuigenis, [hoop en liefde] de dingen die ons naar het licht helpen kruipen.’
Hij schrijft tot slot: ‘Ik heb wekenlang de avondmaalsdienst niet kunnen bijwonen, maar ik heb zoveel goede mensen gezien die hun […] verbonden nakomen en mijn gezin hebben gediend. […] Ik ben rijk gezegend, en ik heb de Heer lief, ik heb het evangelie lief, ik heb de herstelling en de kerk lief.’32
Dat welsprekende getuigenis van hoop en volharding verwoord in een zeer moeilijke periode ontroert mij. En we moeten weten dat onze hoop en onze overtuigingen op een bepaald moment ongetwijfeld ook in de smeltkroes van persoonlijk lijden beproefd en verfijnd zullen worden. Mijn geweldige jonge vrienden, onbeproefd geloof is geen groot geloof. We zeggen dat we op de rots van Christus zijn gebouwd. En dat is ons geraden ook! Want het leven heeft stormen en windstoten, en een zanderig fundament zal niet standhouden als de winden waaien en de regen valt en de overstromingen opkomen.33
Ter afsluiting nog een laatste gedachte in deze wereldwijde uitzending in een nieuw jaar, inclusief een nieuw instituutsjaar. Sommigen van jullie maken zich misschien zorgen over zaken die veel zwaarder wegen dan welke opleiding of welke loopbaan je zou moeten kiezen. Sommigen van jullie dragen misschien zware schuldgevoelens mee – en niets schaadt en verzwakt onze hoop voor de toekomst meer dan de vervreemding van God die uit overtreding voortkomt. Mijn vrouw en ik hebben er bewust niet voor gekozen om het vanavond over zonde of overtreding te hebben. We zouden echter onverantwoord bezig zijn als we niet aanstipten wat de Heer ons gebiedt te onderwijzen.
Er zal altijd een universele behoefte zijn aan het hoopvolle beginsel en de aanwending van bekering. Als we een overtreding hebben begaan, weten we precies waarom onze vlam van hoop flikkert en soms lijkt uit te doven. In een dergelijke situatie moeten we veranderen, anders zal onze hoop op een blijmoedige toekomst snel vervliegen. Die kaars is dan blijvend gedoofd. Daarom moeten we ons allemaal bekeren. Ieder van ons! Elke dag, heeft president Nelson gezegd.34
Daarom vraag ik jullie om je zondelast onmiddellijk aan te pakken, vanaf dit uur, omdat zonde de grootste vijand van hoop en geluk is die ik ken. Belijd je zonde aan de Heer, en ga naar je bisschop als je zonde dat vereist. Verander wat er ook verkeerd is, groot of klein. Bekering is de manier om met een schone lei te beginnen; het is de manier waarop we een hoogwaardiger toekomst tegemoet gaan. Het leven is al moeilijk genoeg zonder een zak fouten met je mee te dragen – de hele dag, elke dag, de hele nacht, elke nacht. Gooi die van je af. Laat angst plaatsmaken voor gemoedsrust. Laat verdriet plaatsmaken voor geluk. Christus heeft zijn leven gegeven zodat jij vrij bent om dat te doen.
Dan kun je doen wat Nephi van ons allemaal gevraagd heeft. In wat kort voor zijn dood eigenlijk zijn afscheidsboodschap is, zegt deze zoon die zoveel conflict en twist heeft gezien, wat mijn vrouw en ik vanavond wilden en probeerden te zeggen:
‘Daarom moet u standvastig in Christus voorwaarts streven, met volmaakt stralende hoop, en liefde voor God en voor alle mensen.’35
Die ‘volmaakt stralende hoop’, die voortkomt uit liefde voor God en voor alle mensen, die wensen we jou in dit nieuwe jaar toe. Die stralende hoop gaat vergezeld van de onbetwistbare fluistering dat God van je houdt, dat Christus je Voorspraak is, dat het evangelie waar is. Die stralen herinneren je eraan dat het evangelie er altijd is, elke dag, elk uur, een nieuwe kans, een nieuw leven, een nieuw jaar. Wat een wonder! Wat een geschenk! En dankzij Christus’ gave vloeien de mooiste dingen van het leven ons voortdurend toe als we blijven geloven, het blijven proberen en blijven hopen.
Aan het begin van deze bijeenkomst had ik het over de problemen in de wereld. Zie die onder ogen en zie je eigen problemen onder ogen, in het besef dat het, als je geloof oefent, uiteindelijk goed komt. Weiger de wereld te accepteren zoals ze nu is. Laat je stralende hoop erover schijnen, en maak ervan wat ze behoort te zijn. Wees het licht waartoe zuster Holland je heeft opgeroepen, dat nooit meer zal uitgaan, het licht van de Heiland van de wereld.
Ik geef ieder van jullie vanavond een apostolische zegen voor dit nieuwe jaar met betrekking tot dingen die ik zeker weet en dingen die je altijd nodig zult hebben. Dat doe ik uit liefde voor jou, Gods liefde voor jou, en de liefde van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf voor jou. Ieders liefde! En jullie aanwezigheid. Ik zegen je dat de eenvoudige maar voortreffelijke kracht die inherent is aan de heilsbeginselen van geloof, hoop en naastenliefde altijd evident en doeltreffend in je leven zal zijn. Ik zegen je dat je zult weten, zoals ik zeker weet, dat het evangelie van Jezus Christus persoonlijk waardevol, altijd hoopvol en eeuwigdurend waar is. Ik getuig met apostolisch gezag dat dit zo is, en dat dit als zodanig het enige onfeilbare antwoord op de vele problemen in jouw en mijn leven is, en de enige weg die naar verhoging in de eeuwigheid leidt.
Ik zegen ieder hier aanwezig die misschien op dit moment vindt dat hij of zij een ‘geloofscrisis’ heeft. Echt geloof, geloof dat verandering teweegbrengt, Abrahams geloof, is altijd in een crisis. Zo kom je erachter of het wel echt geloof is. Ik beloof je dat meer geloof minder crisis betekent, totdat God uiteindelijk zal zeggen: ‘Goed gedaan, goede en trouwe dienaar.’36
Ik zegen ieder van jullie één voor één dat je zult weten dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen echt de Kerk van Jezus Christus is, en dat mensen alleen door de beginselen en verordeningen die ze biedt, ‘tot de maat van de grootte van de volheid van Christus’ kunnen komen.37 Ik zegen jullie allemaal, persoonlijk en bij naam, met elke gave die je nodig zult hebben voor dit streven, en ik zegen je, en pleit met je om geduldig te volharden terwijl je Vader in de hemel, in zijn wijsheid, de beste manier vindt om je regelmatig te geven wat je vraagt, maar ook om je altijd te geven wat je nodig hebt. Ik getuig van Gods liefde, van Christus’ eeuwige voorspraak voor ons, en van de constante troost van de Heilige Geest, van de macht van het heilig priesterschap, en van de profetische traditie, momenteel in de persoon van president Russell M. Nelson, van de goddelijkheid van het Boek van Mormon, en van de ‘volmaakt stralende hoop’ die dit evangelie geeft. Van dit alles geef ik een plechtig, gewijd en persoonlijk getuigenis op mijn leven. Ik doe dat in de naam van Hem die de bron van al mijn hoop is, namelijk in de naam van de Heer Jezus Christus. Amen.