Verbondsrelaties
We worden met verbondsrelaties gezegend als we een relatie met God hebben en met elkaar zijn verbondspad bewandelen.
Geliefde broeders en zusters, er was eens een jeugdwerkkind dat leerde bidden. ‘Dank u wel voor de letter A, voor de letter B, […] voor de letter G.’ Het kind bidt verder: ‘Dank u wel voor de letters X, Y, Z. Lieve hemelse Vader, dank u wel voor nummer 1, voor nummer 2.’ De jeugdwerkleerkracht voelt de bui al hangen, maar wacht wijselijk af. Het kind zegt: ‘Dank u wel voor nummer 5, voor nummer 6 – en dank u wel voor mijn jeugdwerklerares. Zij is de enige bij wie ik ooit mijn gebed mocht afmaken.’
Onze hemelse Vader luistert naar de gebeden van ieder kind. Hij wenkt ons met oneindige liefde om te geloven en een verbondsrelatie aan te gaan.
Deze wereld is vol schijn, illusie en maskerade. Er is zoveel dat kortstondig en oppervlakkig lijkt. Als we de maskers, het uiterlijke vertoon, de crowdsourced likes en dislikes wegdoen, hunkeren we naar veel meer dan een laagje fineer, vluchtig contact of het nastreven van werelds eigenbelang. Gelukkig zijn er antwoorden te vinden die er toe doen.
Komen we met een verbond tot Gods grote geboden om Hem en de mensen om ons heen lief te hebben, dan doen we dat niet als vreemdeling of gast, maar als zijn kind thuis. De eeuwenoude paradox gaat nog steeds op. Verliezen we ons wereldse zelf door verbondsrelaties, dan vinden en worden we ons beste eeuwige zelf. Dan zijn we vrij, vol levenslust, echt, en geven we onze belangrijkste relaties vorm. Verbondsrelaties ontstaan als we door heilige verordeningen aan God en elkaar beloften doen en die nakomen, waardoor de macht der goddelijkheid in ons leven kenbaar wordt. Geven we ons volledig in onze verbonden, dan kunnen we meer worden dan we zijn. Verbondsrelaties geven ons de ruimte, de verhaallijn en het vermogen om te worden. Ze genereren geloof tot leven en eeuwig heil.
Hemelse verbonden worden een bron van liefde voor en van God, en daardoor voor en met elkaar. God, onze hemelse Vader, houdt meer van ons en kent ons beter dan wij van onszelf houden of onszelf kennen. Geloof in Jezus Christus en persoonlijke verandering (bekering) openen de deur naar barmhartigheid, genade en vergeving. Ze bieden troost in de pijn, eenzaamheid en onrechtvaardigheid van dit leven. Omdat Hij onze God is, wil onze hemelse Vader ons zijn grootste gave schenken: zijn vreugde, zijn eeuwige leven.
Onze God is een God van verbonden. Het ligt in zijn aard dat Hij ‘vasthoudt aan het verbond en barmhartigheid bewijst’. Zijn verbonden houden stand ‘zolang de tijd duurt, of de aarde bestaat, of er op het oppervlak daarvan één mens bestaat die moet worden gered’. We hoeven niet in existentiële onzekerheid en twijfel rond te dolen. We mogen ons verheugen in gekoesterde verbondsrelaties die ‘sterker [zijn] dan de banden van de dood’.
Gods verordeningen en verbonden zijn een universele vereiste en bieden ieder individueel een kans. Gods billijkheid voorziet erin dat ieder individu ongeacht plaats en leeftijd de heilsverordeningen kan ontvangen. Keuzevrijheid is van toepassing: mensen kunnen aangeboden verordeningen al dan niet aanvaarden. Gods verbonden dienen als markeringen op zijn verbondspad. We noemen Gods plan om zijn kinderen thuis te brengen het verlossingsplan, het heilsplan, het plan van geluk. Verlossing, heil, celestiaal geluk zijn mogelijk doordat Jezus Christus ‘deze volmaakte verzoening tot stand heeft gebracht’.
We worden met verbondsrelaties gezegend als we een relatie met God hebben en met elkaar zijn verbondspad bewandelen.
Ten eerste zijn verbondsrelaties geworteld in Jezus Christus als ‘de Middelaar van het nieuwe verbond’. Alle dingen kunnen ten goede voor ons samenwerken als we ‘geheiligd in Christus […] in het verbond van de Vader’ zijn. Elke goede en beloofde zegening is weggelegd voor hen die tot het einde toe trouw blijven. De ‘gelukkige toestand van hen die de geboden van God onderhouden’, is ‘gezegend [zijn] in alle dingen, zowel stoffelijke als geestelijke’, en ‘bij God kunnen wonen in […] nimmer eindigend geluk’.
Komen we onze verbonden na, dan voelen we soms dat we in het gezelschap van engelen verkeren. En dat is in feite ook zo: het gaat om wie we aan deze kant en aan de andere kant van de sluier liefhebben en die ons tot zegen zijn.
Mijn vrouw en ik zagen de tedere zorg van een verbondsrelatie onlangs in een ziekenhuiszaal. Een jonge vader had dringend een niertransplantatie nodig. Zijn gezinsleden hadden gehuild, gevast en gebeden dat hij een nier mocht krijgen. Toen ze bericht kregen dat er net een levensreddende nier beschikbaar was gekomen, zei zijn vrouw zachtjes: ‘Ik hoop dat het andere gezin oké is.’ Een verbondsrelatie wil in de woorden van de apostel Paulus zeggen ‘in uw midden samen bemoedigd te worden door het onderlinge geloof, zowel dat van u als dat van mij’.
Op onze levensweg kunnen wij ons geloof in God wel verliezen, maar Hij verliest nooit zijn geloof in ons. Zijn buitenlamp is als het ware altijd aan. Hij nodigt ons uit om tot de verbonden te komen of terug te keren die zijn pad markeren. Hij wacht op ons zodat Hij ons in zijn armen kan sluiten, zelfs als we ‘nog ver van Hem verwijderd’ zijn. Als we een gelovig oog hebben voor de patronen, lijnen of verbonden stippen van onze levenservaringen, kunnen we zijn tedere barmhartigheden en aanmoediging zien. Dat geldt met name in onze beproevingen, smarten en moeilijkheden, maar ook in onze vreugde. Hoe vaak we ook struikelen of vallen, als we ons naar Hem toe blijven bewegen, zal Hij ons stap voor stap helpen.
Ten tweede is het Boek van Mormon een tastbaar bewijs van verbondsrelaties. Het Boek van Mormon is het beloofde middel voor de vergadering van Israël, geprofeteerd als een nieuw verbond. Als we het Boek van Mormon lezen, alleen of met anderen, stilletjes of hardop, kunnen we God ‘met een oprecht hart, met een eerlijke bedoeling en met geloof in Christus’ vragen of het Boek van Mormon waar is, en door de macht van de Heilige Geest die verzekering krijgen. Dit houdt ook de verzekering in dat Jezus Christus onze Heiland is, dat Joseph Smith de profeet van de herstelling is, en dat de kerk van de Heer zijn naam draagt: De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.
Het Boek van Mormon spreekt door een oud en hedendaags verbond tot u, kinderen van Lehi en ‘kinderen van de profeten’. Uw voorouders kregen de verbondsbelofte dat u, hun nakomelingen, in het Boek van Mormon een stem als vanuit het stof zouden herkennen. Die stem die u voelt als u leest, getuigt dat u ‘kinderen van het verbond’ bent en dat Jezus uw goede Herder is.
Het Boek van Mormon nodigt ieder van ons uit, in de woorden van Alma, om ‘een verbond met [de Heer aan te gaan] dat [we] Hem zul[len] dienen en zijn geboden onderhouden, zodat Hij zijn Geest overvloediger over [ons] zal kunnen uitstorten.’ Als we ten goede willen veranderen – zoals iemand eens zei: ‘stoppen met ellendig zijn en blij zijn om blij te zijn’ – staan we eerder open voor leiding, hulp en kracht. We kunnen met God en trouwe medegelovigen een verbondsrelatie aangaan en nu al de in de leer van Christus beloofde zegeningen ontvangen.
Hersteld priesterschapsgezag en de macht om al zijn kinderen te zegenen, zijn een derde aspect van verbondsrelaties. Johannes de Doper en de apostelen Petrus, Jakobus en Johannes zijn in deze bedeling als verheerlijkte boodschappers van God gekomen om zijn priesterschapsgezag te herstellen. Gods priesterschap en zijn verordeningen geven relaties op aarde meer inhoud en kunnen verbondsrelaties in de hemel verzegelen.
Het priesterschap kan letterlijk van de wieg tot het graf een zegen zijn: van een baby een naam en zegen geven tot iemands graf wijden. Priesterschapszegens bieden genezing, troost en raad. Een vader was boos op zijn zoon, totdat vergevende liefde opborrelde toen de vader zijn zoon een tedere priesterschapszegen gaf. Een lieve jongevrouw was als enige in haar familie lid van de kerk en vroeg zich af of God wel van haar hield, totdat ze een geïnspireerde priesterschapszegen kreeg. Edele patriarchen bereiden zich overal ter wereld geestelijk voor om patriarchale zegens te geven. Als de patriarch zijn handen op uw hoofd legt, voelt en verwoordt hij Gods liefde voor u. Hij benoemt uw afstamming in het huis van Israël. Hij spreekt zegeningen van de Heer uit. De vrouw van een patriarch toonde haar betrokkenheid bij de roeping van haar man toen ze me vertelde dat zij en haar gezin extra om de Geest bidden op dagen dat hun papa patriarchale zegens geeft.
Tot slot komen de zegeningen van verbondsrelaties tot uiting als we de profeet van de Heer volgen en ons in onze tempelverbonden, waaronder het huwelijk, verheugen. Een verbondshuwelijk wordt hemels en eeuwig als we het geluk van onze huwelijkspartner en ons gezin dagelijks boven dat van onszelf stellen. We groeien samen naarmate ‘ik’ ‘wij’ wordt. We worden samen oud; we worden samen jong. Als we elkaar ons leven lang welwillend tot zegen zijn, worden onze hoop en vreugde in tijd en eeuwigheid geheiligd.
Situaties verschillen, maar als we ons uiterste best doen, en oprecht om de hulp van de Heer vragen, zal Hij ons, op zijn tijd en wijze, door de Heilige Geest leiden. Huwelijksverbonden zijn bindend door de wederzijdse keuze van degenen die ze sluiten – een herinnering aan Gods en ons respect voor onze keuzevrijheid en de zegen van zijn hulp als we die eensgezind zoeken.
De vruchten van verbondsrelaties worden door familiegeneraties heen bij ons thuis en in ons hart gevoeld. Dat wil ik graag met enkele persoonlijke voorbeelden toelichten.
Toen mijn vrouw en ik verliefd werden en aan trouwen dachten, leerde ik iets over keuzevrijheid en beslissingen. We studeerden ieder een tijdje in twee verschillende landen op twee verschillende continenten. Daarom kan ik oprecht zeggen dat ik een doctorsgraad in internationale betrekkingen heb verdiend.
Toen ik vroeg: ‘Hemelse Vader, doe ik er goed aan om met Susan te trouwen?’, voelde ik me rustig. Maar pas toen ik eerlijk en oprecht leerde bidden: ‘Hemelse Vader, ik hou van Susan en ik wil met haar trouwen. Ik beloof dat ik een zo goed mogelijke echtgenoot en vader zal zijn’ – toen ik handelde en zelf zo goed mogelijk beslissingen nam, kreeg ik de sterkste geestelijke bevestigingen.
Met FamilySearch kunnen we in de stambomen van de familie Gong en Lindsay nu verhalen en foto’s ontdekken, en schakels aaneensmeden dankzij de doorleefde ervaringen van verbondsrelaties. Tot onze gerespecteerde voorouders rekenen we onder meer:
Overgrootmoeder Alice Blauer Bangerter: zij kreeg drie huwelijksaanzoeken op één dag, en vroeg later aan haar man om een voetpedaal aan haar karnton te maken, zodat ze tegelijkertijd boter kon karnen, breien en lezen.
Overgrootvader Loy Kuei Char stak met zijn kinderen op zijn rug en de schamele bezittingen van zijn gezin op een ezel de lavavelden op het eiland Hawaï over. De inzet en offers van diverse familiegeneraties Char zijn ons gezin nu tot zegen.
Oma Mary Alice Powell Lindsay bleef met vijf jonge kinderen achter toen haar man en haar oudste zoon enkele dagen na elkaar stierven. Oma was 47 jaar lang weduwe en zorgde met de liefdevolle steun van plaatselijke leiders, leidsters en leden voor haar gezin. Tijdens die lange jaren beloofde oma de Heer dat als Hij haar zou helpen, zij nooit zou klagen. De Heer heeft haar geholpen. En zij heeft nooit geklaagd.
Geliefde broeders en zusters, de Heilige Geest getuigt dat alles wat goed en eeuwig is, op de levende werkelijkheid van God, onze eeuwige Vader, en zijn Zoon, Jezus Christus, en zijn verzoening is gebaseerd. Onze Heer, Jezus Christus, is de Middelaar van het nieuwe verbond. Van Jezus Christus getuigen, is een verbondsdoel van het Boek van Mormon. Gods herstelde priesterschapsgezag, dat met een eed en verbond wordt ontvangen, is bedoeld om alle kinderen van God te zegenen, onder meer door middel van verbondshuwelijken, familiegeneraties en individuele zegeningen.
Onze Heiland verklaart: ‘Ik ben de Alfa en de Omega, Christus de Heer; ja, Ik ben het, het begin en het einde, de Verlosser van de wereld.’
Hij is vanaf het begin tot het einde bij ons, in al onze verbondsrelaties. Daarvan getuig ik in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.