2014
Leesschema Oude Testament
Januari 2014


Leesschema Oude Testament

Noach was een profeet uit het Oude Testament. Hij onderhield de geboden en beschermde zijn gezin tegen de zondvloed door naar het woord van God te luisteren. Ook jij kunt de geboden onderhouden en je gezin helpen door dit jaar in het Oude Testament te lezen.

Laat een volwassene je helpen om deze kleurplaat eruit te halen of druk hem af op liahona.lds.org. Kleur elke week nadat je hebt gelezen alle vakjes met het nummer van die week in met een kleur van jouw keuze. Zie p. 76 voor wekelijkse leessuggesties. Je kunt alleen lezen of samen met je gezin. Wanneer je ermee klaar bent, zul je de belangrijkste verhalen uit het Oude Testament gelezen hebben!

Wekelijkse leessuggesties voor het ‘Leesschema Oude Testament’ (zie p. 74–75).

Week

Lezen

1.

Het heilsplan: Mozes 1:39; Abraham 3:12, 22–28 ; 4:1

2

De Schepping: Genesis 1; 2:1–3

3

Adam en Eva: Genesis 2:7–9, 15–25

4

De val: Genesis 3

5

Kaïn en Abel: Genesis 4:1–16

6

De stad van Henoch: Mozes 6:21, 26–28; 7:13–21

7

De ark van Noach: Genesis 6:5, 7–9, 13–22; 7:1–19, 23–24

8

Noachs familie wordt gered: Genesis 8:6–13, 15–17

9

De toren van Babel: Genesis 11:1–9; Ether 1:1–3, 33–43

10

Het verbond van Abraham: Abraham 1:1–4; 2:6–13; Genesis 17:1–7

11

Abraham en Lot: Genesis 13:1–13; 19:1, 15–17, 24–29

12

Abraham en Isaak: Genesis 22:1–18

13

Isaak and Rebekka: Genesis 24:1–4, 7–20, 61–67

14

Jakob en Esau: Genesis 25:21–34; 27:1–23

15

Jakob en Rachel: Genesis 29:1–2, 10–30

16

Jakob wordt Israël; Jozef wordt naar Egypte verkocht: Genesis 35:9–12; 37:3–14, 18–34

17

Jozef in Egypte: Genesis 39:1–4, 7–20; 40:1–3, 5–8; 41:1, 8–12, 14, 29–36, 39–40

18

Jozef schenkt vergeving: Genesis 42:3–16; 43:15; 44:1–12, 18, 33–34; 45:3–8

19

Geboorte en roeping van Mozes: Exodus 1:8–14, 22; 2:1–6, 10–21; 3:1–14, 19–20; 4:10–12

20

De plagen: Exodus 7:10–14, 20–21; 8:6, 17, 24; 9:6, 10, 23; 10:14–15, 22; 11:5; 12:30–32, 41–42

21

De uittocht: Exodus 14:5–16, 19–31

22

De Israëlieten ontvangen manna uit de hemel: Exodus 16:1–8, 21–31, 35

23

De tien geboden; de koperen slang: Exodus 19:1–5, 20; 20:1–17; 31:18; Numeri 21: 4–9

24

Dochters van Selofchad: Numeri 27:1–7

25

Jozua en de strijd om Jericho: Jozua 1:1–11, 16–17; 2:1–6, 14; 3:5–9, 13–17; 6:1–5, 13–16, 20, 23; 24:14–18

26

Gideon: Richteren 6:6–16; 7:1–7, 16–22; 8: 22–23

27

Samson en Delila: Richteren 13:1–5, 24; 16:2–23, 28–30

28

Ruth en Noömi: Ruth 1:1–9, 14–16; 2:1–8, 15–18; 3:1, 3–11; 4:13, 17; John 7:42

29

De jonge profeet Samuël: 1 Samuël 1:9–11, 17–20, 24–28; 2:26; 3:1–11, 16–20

30

David en Goliat: 1 Samuël 16:7; 17:1, 4–24, 32–33, 37–51

31

David en Jonatan: 1 Samuël 18:1–9; 19:1–10; 23:14–18; 24:9–10, 16–19; 2 Samuël 1:4, 11–12

32

David en Batseba: 2 Samuël 11:1–4, 14–17, 26–27; 12:1–7, 9, 13

33

Koning Salomo: 1 Koningen 2:1–4, 12; 3:3–28; 6:1

34

Rechabeam: 1 Koningen 11:43; 12:1–21

35

De profeet Elia: 1 Koningen 17; 19:11–12

36

Elia en de valse profeten van Baäl: 1 Koningen 18:16–18, 21–39

37

Naämans genezing: 2 Koningen 5

38

Elisa en de weduwe: 2 Koningen 4:1–6

39

Jesaja en Hizkia: 2 Koningen 18:1–7; Jesaja 36:1–2, 4, 13–15; 37:1–7, 15–21, 33–38; 38:1–7

40

De profetieën van Jesaja: Jesaja 1:17–19; 2:2–4; 11:6–10; 53:3–5; 55:8–9; 58:6–14

41

Josia en Ezra lezen in de Schriften: 2 Koningen 22:1–4, 8–13; 23:1–4, 24–25; Nehemia 8:1–8

42

Psalmen en Spreuken: Psalmen 1:1–3; 19:1–3; 24:1–4; Spreuken 3:5–6

43

Ester: Ester 2:5–9, 17; 3:2–13; 4; 5:1–8; 7; 8:3–11, 17

44

Job: Job 1; 19:13–26; 27:2–6; 42:10

45

Jeremia: Jeremia 1:1, 4–9; 18:1–6; Jesaja 64:8

46

De tempel van Salomo: 1 Kronieken 28:20; 29:6–9; 2 Kronieken 5:1; 6:1–3

47

Daniël en het voedsel van de koning: Daniël 1:1, 3–20

48

Sadrak, Mesak en Abednego: Daniël 3:1, 4–30

49

Daniël in de leeuwenkuil: Daniël 6

50

Jona en de walvis: Jona 1; 2; 3:1–5

51

Aanvullende teksten: Amos 3:7; Nahum 1:7; Habakkuk 3:19; Sefanja 3:16–20

52

Maleachi: Maleachi 3:8–12; Maleachi 4:5–6

Illustratie Adam Koford