‘Moroni 2–3: Priesterschapsgezag’, Het Boek van Mormon — cursistenboek (2024)
‘Moroni 2–3’, Het Boek van Mormon — cursistenboek
Moroni 2–3
Priesterschapsgezag
In Christus’ kerk is het ware priesterschapsgezag van God belangrijk. In enkele van zijn laatste woorden tot toekomstige generaties spreekt Moroni over het gezag om priesterschapsverordeningen te verrichten. Hiermee zorgt hij ervoor dat belangrijke waarheden over het gebruik van het priesterschap bewaard blijven. Deze les geeft je inzicht in het priesterschapsgezag in Christus’ kerk.
Ben je weleens iets kwijtgeraakt wat belangrijk voor jou is? Tijdens de grote afval zijn er veel duidelijke en waardevolle waarheden verloren gegaan (zie 1 Nephi 13:26–29, 32). Door het Boek van Mormon zijn veel van die waarheden hersteld.
‘Van waarde’
Moroni was een van de laatste priesterschapsdragers van zijn bedeling in Amerika. Hij wist dat na zijn dood belangrijke kennis over Christus’ kerk en zijn priesterschapsgezag verloren zou gaan. In zijn laatste woorden zei Moroni dat hij opschreef wat volgens hem ‘van waarde’ zou zijn voor toekomstige generaties (Moroni 1:4). Hij schreef over priesterschapsgezag en verordeningen die alleen in Christus’ kerk beschikbaar zijn.
De herrezen Heiland raakte bij zijn bezoek aan de Nephieten ‘de discipelen die Hij uitgekozen had […] met zijn hand’ aan en gaf ‘hun de macht […] om de Heilige Geest te verlenen’ (3 Nephi 18:36–37). Moroni noteerde in zijn verslag enkele aanwijzingen van de Heiland aan de twaalf Nephitische discipelen over de wijze waarop de Heilige Geest wordt verleend.
Het gezag om de gave van de Heilige Geest te verlenen
Lees Moroni 2:1–3 en ga na wat volgens Moroni van waarde is.
-
Wat in deze verzen is volgens jou van waarde?
-
Welk priesterschapsgezag heeft iemand nodig om de gave van de Heilige Geest te verlenen?
-
Welke waarheid halen we uit Moroni 2?
Eén waarheid is dat Melchizedeks-priesterschapsdragers door handoplegging de gave van de Heilige Geest verlenen aan gedoopte kerkleden.
Anderen tot een priesterschapsambt ordenen
Moroni legt vervolgens uit hoe priesters en leraren geordend moeten worden.
Lees Moroni 3:1–4 en ga na hoe iemand tot een priesterschapsambt wordt geordend.
-
Wat viel je op aan de manier waarop mensen tot een priesterschapsambt worden geordend?
Hoewel in Moroni 3 alleen over het ordenen van priesters en leraren wordt gesproken, geldt het gezag voor iedereen die een roeping in Christus’ kerk heeft.
-
Waarom hebben mensen die in Christus’ kerk dienen zijn gezag nodig?
Priesterschapsgezag is afkomstig van Jezus Christus. Hoewel iedereen die een roeping in de kerk heeft priesterschapsgezag bezit, hebben zij die tot een ambt in het Aäronisch of Melchizedeks priesterschap zijn geordend een priesterschapsgezagslijn. Deze lijn voert het gezag van een priesterschapsdrager terug tot Jezus Christus. Melchizedeks-priesterschapsdragers kunnen op ChurchofJesusChrist.org hun priesterschapsgezagslijn opvragen. De kerk voorziet niet in de priesterschapsgezagslijn voor Aäronisch-priesterschapsdragers. Als een Aäronisch-priesterschapsdrager echter door een Melchizedeks-priesterschapsdrager is geordend, kan hij de priesterschapsgezagslijn vernemen van de man die hem heeft geordend.
Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
Om in Gods naam te handelen is meer nodig dan een maatschappelijk contract. Gezag krijgt men niet door een theologische opleiding te volgen of een beroeping door de kerkgemeente. Nee, in het gevolmachtigde werk van God moet een hogere macht de macht van de mensen in de kerkbanken, of op de straat, of in de seminaries, overstijgen – een feit dat veel oprechte gelovigen bekend was en openlijk erkend werd in de generaties voorafgaand aan de herstelling.
[De priesterschapsgezagslijn van iedere priesterschapsdrager in de kerk] gaat ononderbroken terug op de hemelse boodschappers, die deze weergaloze hemelse gave van de Zoon van God zelf hadden gekregen. (Jeffrey R. Holland, ‘Ons allerbelangrijkste kenmerk’, Liahona, mei 2005, 44.)