Kerkleerbeheersing: Moroni 7:45–48

‘Naastenliefde is de reine liefde van Christus’

Bij je studie van Moroni 7:44–48 heb je geleerd hoe je naastenliefde, de reine liefde van Jezus Christus, kunt ontwikkelen. In deze les ga je de tekstverwijzing en kerngedachte van Moroni 7:45–48 uit het hoofd leren, de leer erin uitleggen, en beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis op praktijksituaties toepassen.

Uitleggen en uit het hoofd leren

Denk na over het volgende scenario om de goddelijke eigenschap naastenliefde uit te leggen.

Terwijl jullie als gezin in het kader van Kom dan en volg Mij naastenliefde bespreken, zegt je broertje iets in de trant van: ‘Naastenliefde betekent toch gewoon dat je lieve dingen doet voor anderen?’ Je legt je broertje uit dat lief zijn bij naastenliefde hoort, maar dat je er tijdens het seminarie meer over hebt geleerd.

• Wat zou je jouw broertje nog meer over naastenliefde vertellen?

1. Leg in twee of drie zinnen in je eigen woorden uit wat naastenliefde en de leringen in Moroni 7:45–48 betekenen.

De volgende activiteit helpt je de tekstverwijzing en kerngedachte uit het hoofd te leren. Je kunt ook een andere methode gebruiken die goed voor jou werkt.

Teken een groot hart in je studiedagboek. Bekijk de volgende afbeelding en noteer in het hart de tekstverwijzing en kerngedachte in de juiste volgorde.

Zeg de tekstverwijzing en kerngedachte een paar keer op totdat je die uit het hoofd kent. Je kunt de tekening uitknippen en ergens ophangen waar je die vaak ziet.

Praktische toepassing

Herhaal de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis. Corrigeer de volgende drie zinsneden en leg uit wat ze betekenen. Als je hulp nodig hebt, kun je alinea 5–12 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2023) doornemen.

1. In geloof onderzoeken.

2. Naar meer inzicht streven met behulp van perspectief die God heeft aangewezen

3. Ideeën en vragen vanuit een eeuwig bronnen handelen.

Lees de volgende scenario’s:

• Oskar irriteert zich snel aan zijn broertjes en zusjes. Ze vragen Oskar vaak te komen spelen of ze met hun huiswerk te helpen. Oskar wil dat zijn broertjes en zusjes hem gewoon met rust laten zodat hij zijn eigen gang kan gaan.

• Hanne komt erachter dat een meisje in haar jongevrouwenklas roddels over haar verspreidt. Hanne is ontdaan en gekwetst, en weet niet goed hoe ze moet reageren.

• Kobe wil graag populair zijn op school en met zijn vrienden erbij lijkt hij nergens voor terug te deinzen. Hij kleineert zijn klasgenoten regelmatig en pakt hun spullen zonder het te vragen.

2.  Kies ten minste een van de vorige scenario’s. Stel je voor dat je de persoon in dat scenario probeert te helpen. Beantwoord ten minste één vraag onder elk kopje:

Naar meer inzicht streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen

• Met welke woorden uit Moroni 7:45–48 zou je deze persoon kunnen aansporen om in zijn of haar situatie met meer naastenliefde te reageren?

• Aan welke Schriftteksten of uitspraken van kerkleiders zou hij of zij iets kunnen hebben?

In geloof handelen

• Met welke moeilijkheden kan deze persoon te maken krijgen als hij of zij probeert toe te passen wat jij vertelt?

• Hoe kan hij of zij ondanks die moeilijkheden in geloof handelen?

Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken

• Hoe kan hij of zij meer naastenliefde voor anderen voelen door de situatie vanuit een eeuwig perspectief te bekijken?

• Hoe draagt onderzoek doen naar de manier waarop Jezus Christus anderen behandelde ertoe bij dat deze persoon liefdevoller wordt?