3 Nephi: deze twaalf die Ik heb gekozen, Gary L. Kapp

21–27 september

3 Nephi 12–16

‘Ik ben de wet en het licht’

Er zijn in 3 Nephi 12–16 veel beginselen te vinden. Sommige worden er in dit leerschema uitgelicht, maar er zijn er meer. Laat uw hemelse Vader u door zijn Geest meegeven wat u op dit moment nodig hebt.

Schrijf uw ingevingen op

De mensen die bij de tempel in Overvloed bijeen waren gekomen, hadden net zoals Jezus’ discipelen op de berg in Galilea, onder de wet van Mozes geleefd. Zij hadden die wet gevolgd omdat deze hun ziel op Christus richtte (zie Jakob 4:5). Nu stond Christus dan vóór hen en kondigde Hij een hogere wet aan. Maar zelfs wie de wet van Mozes nooit hebben nageleefd, kunnen wel inzien dat de norm die Jezus voor zijn discipelen vaststelde een veel hogere wet is. ‘Ik wil dat u volmaakt bent’, verklaarde Hij (3 Nephi 12:48). Als u zich daardoor tekort voelt schieten, bedenk dan dat Jezus ook heeft gezegd: ‘Gezegend zijn de armen van geest die tot Mij komen, want van hen is het koninkrijk van de hemel’ (3 Nephi 12:3). Deze hogere wet is een uitnodiging, waarmee Hij in feite zegt: ‘Kom dus tot Mij en laat u redden’ (3 Nephi 12:20). Deze wet wijst ons net zoals de wet van Mozes op Christus – de Enige die ons kan redden en vervolmaken. Hij zei: ‘Zie, Ik ben de wet en het licht. Vertrouw op Mij en volhard tot het einde, en u zult leven’ (3 Nephi 15:9).

Ideeën voor individuele Schriftstudie

3 Nephi 12–14

De leringen van de Heiland laten me zien hoe ik een ware discipel kan zijn.

Er staan veel waarheden, raadgevingen en waarschuwingen in 3 Nephi 12–14. Hier volgt een mogelijke manier om te bestuderen en toe te passen wat de Heiland in deze hoofdstukken uiteenzet: Kies een reeks verzen en vat de leringen erin samen in één zin die begint met ‘Ware discipelen van Jezus Christus …’ 3 Nephi 14:1–5 kan bijvoorbeeld worden samengevat met ‘Ware discipelen van Jezus Christus veroordelen anderen niet.’ Kies een vers uit deze hoofdstukken dat veel voor u betekent. Leer het uit uw hoofd of kopieer het, en geef het een plek waar u het vaak kunt zien. Hoe kunt u wat u leert toepassen om een betere discipel van Jezus Christus te zijn?

Zie ook Mattheüs 5–7; Lukas 6:20–49.

3 Nephi 12:1–2; 15:23–24; 16:1–6

Gezegend zijn zij die geloven zonder te zien.

Er zijn op het totale aantal kinderen van God maar heel weinig mensen die de Heiland gezien en zijn stem gehoord hebben, zoals het volk in Overvloed dat was vergund. De meesten van ons lijken meer op de mensen in 3 Nephi 12:2; 15:23; en 16:4–6. Welke beloften krijgen zulke mensen in deze verzen? Hoe zijn deze beloften in uw leven in vervulling gegaan?

Zie ook Johannes 20:26–29; 2 Nephi 26:12–13; Alma 32:16–18.

3 Nephi 12:21–30; 13:1–8, 16–18; 14:21–23

Rechtschapen daden zijn niet genoeg; mijn hart moet ook zuiver zijn.

Misschien valt u in deze hoofdstukken onder meer het thema op dat de Heiland ons uitnodigt om een hogere wet na te leven – om niet alleen in onze zichtbare daden maar ook in ons hart rechtschapen te zijn. Let op dit thema wanneer de Heiland spreekt over onenigheid (3 Nephi 12:21–26), onzedelijkheid (3 Nephi 12:27–30), gebed (3 Nephi 13:5–8) en vasten (3 Nephi 13:16–18). Welke voorbeelden vindt u nog meer? Wat kunt u doen om de verlangens van uw hart te zuiveren en u niet alleen op uiterlijkheden te concentreren?

3 Nephi 14:7–11

Als ik ‘goede gaven’ zoek van mijn hemelse Vader, zal ik ontvangen.

President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘Wil God echt met u praten? Ja! […] Uw Vader in de hemel wil u veel meer kennis geven.’ (‘Openbaring voor de kerk, openbaring voor onszelf’, Liahona, mei 2018, 95.) Lees in 3 Nephi 14:7–11 over de uitnodiging van de Heer om te vragen, zoeken en kloppen. Bedenk om welke ‘goede gaven’ Hij u wil laten vragen. De volgende aanvullende Schriftteksten kunnen u behulpzaam zijn bij het vragen, zoeken en kloppen. Ze geven ook aan waarom sommige gebeden niet altijd verhoord worden op de manier waarop u dat verwacht: Jesaja 55:8–9; Helaman 10:5; Moroni 7:26–27, 33, 37; en Leer en Verbonden 9:7–9.

Ideeën voor Schriftstudie in gezinsverband en de gezinsavond

Als u thuis samen de Schriften leest, kan de Geest u ingeven welke beginselen u moet beklemtonen en bespreken om in de behoeften van uw gezin te voorzien. Hier zijn wat ideeën.

3 Nephi 12:48

In welk opzicht geeft ouderling Jeffrey R. Hollands boodschap ‘Weest u dan volmaakt – uiteindelijk’ (Liahona, november 2017, 40–42) ons meer inzicht in de woorden van de Heiland in dit vers? Moroni 10:32–33 kan ook nuttig zijn.

3 Nephi 12:9, 38–42; 14:3–5, 12

Wat hebben deze verzen met de onderlinge omgang van de gezinsleden te maken? Stel u als gezin doelen om deze beginselen trouwer na te leven.

3 Nephi 13:19–21

Bespreek waar u in uw gezin waarde aan hecht. Zijn er schatten op aarde die ons ervan weerhouden om schatten in de hemel te verzamelen? Zet dit punt kracht bij door thuis op schattenjacht te gaan naar dingen die uw gezinsleden aan schatten van eeuwige waarde doen denken.

3 Nephi 14:7–11

Doe naar aanleiding van 3 Nephi 14:8–9 met jonge kinderen een spelletje waarin ze om iets vragen en iets heel anders krijgen. Wat wilde de Heiland ons met dit voorbeeld over onze Vader in de hemel duidelijk maken?

3 Nephi 14:15–20

Door welke ‘goede vruchten’ weten we dat Joseph Smith, of de huidige president van de kerk, een ware profeet is?

3 Nephi 14:24–27

Bedenk hoe u uw gezin de gelijkenis in deze verzen kunt helpen visualiseren. Laat de gezinsleden tekeningen maken, dingen doen of iets bouwen op een stevig en een zanderig fundament.

Zie voor meer ideeën om kinderen les te geven het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.

Ons onderwijs verbeteren

Gebruik aanschouwelijk onderwijs. De Heiland heeft diepzinnige waarheden aan de hand van bekende voorwerpen uiteengezet. Zoiets kunt u ook doen wanneer u met uw gezin 3 Nephi 12–16 leest. Bijvoorbeeld: u kunt bij het lezen van hoofdstuk 12 wat zout, een kaars en een mantel laten zien. Dit kan ook tot een goede herhalingsactiviteit leiden. Laat de voorwerpen na het lezen van deze hoofdstukken weer zien en vraag wat de Heiland erover te zeggen had.

Het bezoek van de Heiland aan het volk in Amerika, Glen S. Hopkinson