28 februari–6 maart

Genesis 28–33

‘De Heere is werkelijk op deze plaats’

Overweeg bij het lezen van Genesis 28–33 wat u van het voorbeeld van Jakob en zijn gezin kunt leren. Noteer eventuele indrukken die u krijgt.

Schrijf uw ingevingen op

In hoofdstuk 28 en 32 van Genesis staan twee geestelijke ervaringen die de profeet Jakob had. Beide vonden in de woestijn plaats, maar onder zeer verschillende omstandigheden. In het eerste verhaal reisde Jakob naar het geboorteland van zijn moeder om een vrouw te vinden. Onderweg sliep hij op een hoofdkussen van steen. Hij had wellicht niet verwacht om de Heer op zo’n afgelegen plek te vinden. Maar God openbaarde Zich in een droom die Jakobs leven ingrijpend veranderde. En Jakob zei: ‘De Heere is werkelijk op deze plaats, en ik heb het niet geweten’ (Genesis 28:16). Jaren later was Jakob opnieuw in de woestijn. Deze keer was hij op weg terug naar Kanaän. Hij moest een mogelijk dodelijk weerzien met zijn boze broer, Ezau, aangaan. Maar Jakob wist dat hij, als hij een zegen nodig had, de Heer daarom kon vragen, zelfs in de woestijn (zie Genesis 32).

U hebt in uw eigen woestijn misschien een zegening van God nodig. Misschien is uw woestijn een moeizame familierelatie, zoals die van Jakob. Misschien voelt u zich van God verwijderd of hebt u een zegen nodig. Soms krijgen we een onverwachte zegen. En soms gaat er een worsteling aan vooraf. Wat u ook nodig hebt, u kunt merken dat de Heer ook in uw woestijn ‘werkelijk op deze plaats’ is.

Ideeën voor individuele Schriftstudie

Genesis 28; 29:1–18

In de tempel worden mij de zegeningen van Abraham beloofd.

Op weg naar Haran om een vrouw te vinden, droomde Jakob van een ladder die van de aarde tot de hemel reikte. God stond bovenaan. In de droom hernieuwde God met Jakob dezelfde verbonden die Hij met Abraham en Izak had gesloten. (Zie Genesis 28:10–17; zie ook Genesis 12:2–3; 26:1–4.) President Marion G. Romney heeft uitgelegd wat de ladder kan betekenen: ‘Jakob besefte dat de verbonden die hij met de Heer had gesloten de sporten van de ladder waren die hij zelf moest beklimmen om de beloofde zegeningen te ontvangen – zegeningen waardoor hij in aanmerking zou komen om naar de hemel te gaan en bij de Heer te wonen. […] Tempels zijn voor ons wat Bethel voor Jakob was.’ (‘Temples – The Gates to Heaven’, Ensign, maart 1971, 16.)

Uit welke andere woorden en zinsneden in Genesis 28:10–22 blijkt dat er een verband tussen Jakobs ervaring en de zegeningen van de tempel bestaat? Denk bij het lezen van deze verzen aan de verbonden die u hebt gesloten. Welke ingevingen krijgt u?

Vraag u bij het lezen van Genesis 29:1–18 af in welke opzichten Jakobs huwelijk met Rachel belangrijk was voor het verbond dat God in Bethel (dat letterlijk ‘huis van God’ betekent) met Jakob had gesloten. (Zie Genesis 28:10–19.) Houd dat verhaal in gedachten als u in Genesis 29–33 meer over het leven van Jakob leest. Hoe bent u door het huis van de Heer dichter bij God gekomen?

Zie ook Yoon Hwan Choi, ‘Kijk niet om je heen, kijk omhoog!’, Liahona, mei 2017, 90–92.

Genesis 29:31–35; 30:1–24

De Heer is mij indachtig in mijn beproevingen.

Hoewel Rachel en Lea in een andere tijd en cultuur leefden, kunnen we toch wel begrijpen hoe ze zich voelden. Let bij het lezen van Genesis 29:31–35 en 30:1–24 op de woorden en zinsneden die Gods barmhartigheid jegens Rachel en Lea weergeven. Bedenk hoe God uw ‘verdrukking [heeft] gezien’ en u heeft ‘verhoord’ (Genesis 29:32; 30:22).

Het is ook belangrijk dat wij bedenken dat God ons wel hoort, maar dat Hij ons in zijn wijsheid niet altijd geeft waar we om vragen. U kunt de toespraak van ouderling Brook P. Hales ‘Antwoord op gebed’ (Liahona, mei 2019, 11–14) bestuderen, waarin hij meerdere manieren bespreekt waarop onze hemelse Vader ons antwoordt.

Voor meer informatie over de culturele achtergrond van dit verhaal raadpleegt u Het Oude Testament – lesboek voor de cursist: Genesis–2 Samuel (2003), 32–33.

Illustratie, Jakob en Ezau die elkaar omhelzen, Robert T. Barrett

Genesis 32–33

Met de hulp van de Heiland kunnen we onenigheid in onze familie overwinnen.

Toen Jakob terug naar Kanaän ging, was hij ‘erg bevreesd en het benauwde hem’ om Ezau onder ogen te komen (Genesis 32:7). Als u in Genesis 32–33 over de ontmoeting van Jakob en Ezau leest, en over Jakobs gevoelens die daaraan voorafgingen, kunt u over uw eigen familiebanden nadenken. Misschien moet er een relatie hersteld worden. Misschien kan dit verhaal u inspireren om met iemand contact op te nemen. Dit soort vragen kunnen nuttig zijn bij het lezen:

• Hoe bereidde Jakob zich voor op de ontmoeting met Ezau?

• Wat valt u op aan het gebed van Jakob in Genesis 32:9–12?

• Wat kunnen we uit het voorbeeld van Ezau over vergeving leren?

• Hoe kunnen we met de hulp van de Heiland familiebanden herstellen?

Zie ook Lukas 15:11–32; Jeffrey R. Holland, ‘Een bediening van verzoening’, Liahona, november 2018, 77–79.

Ideeën voor gezinsschriftstudie en de thuisavond

Genesis 28–33.Gebruik ‘Jakob en zijn gezin’ (in Verhalen uit het Oude Testament) om de kinderen begrip van de gebeurtenissen in deze hoofdstukken bij te brengen. Misschien kunnen de gezinsleden bij elke afbeelding even stoppen en vaststellen wat er wordt onderricht, zoals het belang van het huwelijk, verbonden, werken en vergeving.

Genesis 28:10–22.U kunt een ladder gebruiken (of een afbeelding ervan) om te bespreken in welke opzichten onze verbonden met een ladder zijn te vergelijken. Wat voor verbonden hebben we gesloten, en hoe komen we daardoor dichter bij God? Gezinsleden vinden het misschien leuk om een tekening van Jakobs droom in Genesis 28:10–22 te maken.

De lofzang ‘Nader, mijn God, tot U’, (Lofzangen, nr. 69) is door Jakobs droom geïnspireerd. U kunt deze lofzang als gezin zingen en bespreken wat we van elke strofe kunnen leren.

Genesis 32:24–32.Misschien hebt u familieleden die van worstelen houden. Waarom is ‘worstelen’ een goede manier om te beschrijven hoe we zegeningen van de Heer kunnen ontvangen? Wat betekent volgens Enos 1:1–5; Alma 8:9–10 een ‘worsteling […] voor het aangezicht van God’?

Genesis 33:1–12.Na vele jaren van nare gevoelens waren Jakob en Ezau herenigd. Als Jakob en Ezau iets tegen ons zouden kunnen zeggen, wat zouden ze dan zeggen om ons te helpen als er onenigheid in ons gezin is?

U vindt meer ideeën voor onderwijs aan kinderen in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.

Aanbevolen lofzang: ‘Dierb’re kind’ren, God is met u’, Lofzangen, nr. 61.

Uw individuele studie verbeteren

Let op Jezus Christus. Door middel van verhalen en symbolen getuigt het Oude Testament van Jezus Christus. Noteer of markeer verzen die aan de Heiland refereren en die u aanspreken.

Jakobs droom in Bethel, J. Ken Spencer