‘14–20 december. Moroni 10: “Kom tot Christus en word vervolmaakt in Hem”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Boek van Mormon 2020 (2020)
‘14–20 december. Moroni 10’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2020
14–20 december
Moroni 10
‘Kom tot Christus en word vervolmaakt in Hem’
Uw klasleden hebben dit jaar wellicht mooie ervaringen gehad terwijl ze het Boek van Mormon lazen. Maak gebruik van deze ervaringen om iedereen in de klas aan te sporen de Schriften te bestuderen.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Vraag uw klasleden zich in te beelden dat Moroni de les bijwoont. Wat zouden ze tegen hem zeggen over wat hij in Moroni 10 heeft geschreven? Zijn er verzen die in het bijzonder indruk op ze hebben gemaakt? Vraag wat voor ervaringen ze met deze verzen hebben gehad.
In de leer onderwijzen
Door de macht van de Heilige Geest kan ik de waarheid te weten komen.
-
Als uw klasleden Moroni 10:3–5 aandachtig bestuderen, kunnen ze nieuwe inzichten krijgen. Help ze daarbij door belangrijke zinsneden uit deze verzen op aparte strookjes papier te schrijven en ieder lid of groepje er een te geven. Vraag ze stil te staan bij wat hun zinsnede betekent en het te bespreken, samen met de praktische toepassing in hun geval. U kunt dan Moroni 10:3–5 klassikaal lezen en stoppen wanneer u bij een zinsnede komt die iemand heeft bestudeerd, zodat die persoon zijn of haar bevindingen kan bespreken.
-
Moedig uw klasleden aan om de ervaringen te bespreken die ze hadden toen ze op de aansporing van Moroni in deze verzen zijn ingegaan, door ze te vragen zich voor te stellen dat ze een vriend of lid van de familie proberen aan te sporen naar een getuigenis van het Boek van Mormon te streven. Hoe zouden zij Moroni 10:3–7 daarbij gebruiken? Over welke ervaringen zouden ze kunnen vertellen? Hoe kunnen we anderen laten begrijpen wat het wil zeggen om iets ‘door de macht van de Heilige Geest’ te kennen (Moroni 10:5)?
Verloochen ‘de gaven van God niet’.
-
Waarom is de waarschuwing ‘de gaven van God niet te verloochenen’ van bijzonder belang in deze tijd (Moroni 10:8)? Vraag uw klasleden over deze vraag na te denken terwijl ze Moroni 10:8–18 lezen. Om het geloof van uw klasleden in geestelijke gaven op te bouwen, vraagt u ze voorbeelden van mensen te geven voor elke gave die in Moroni 10:9–16 staat. Ze kunnen voorbeelden uit de Schriften, de kerkgeschiedenis, en hun leven aanhalen. (In de ‘Bijkomende leermiddelen’ staan voorbeelden uit het Boek van Mormon.) U kunt ook bespreken hoe enkele van de gaven in deze verzen een rol speelden bij het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon. Waarom is het van belang dat iemand die naar een getuigenis van het Boek van Mormon streeft in geestelijke gaven gelooft? Wat doen wij soms om deze gaven te ‘verloochenen’? Hoe kunnen we door deze gaven het volgende doen: ‘kom tot Christus en word vervolmaakt in Hem’ (zie Moroni 10:30–33)?
-
U kunt de geestelijke gaven die in deze verzen staan beschreven ook verkennen door op het bord vragen als deze te zetten: Wat zijn geestelijke gaven? Aan wie worden ze gegeven? Waarom zijn zij gegeven? en Hoe ontvangen we ze? Vraag de klas dan in Moroni 10:8–25 naar antwoorden op deze vragen te zoeken. (De uitspraken van president Brigham Young en president Dallin H. Oaks in de ‘Bijkomende leermiddelen’ kunnen daarbij ook nuttig zijn.) Hoe zijn we naast de geestelijke gaven die in verzen 9–16 staan opgesomd door andere ‘gaven van God’ gezegend of welke hebben we nog meer ontvangen (Moroni 10:8)? U kunt voorlezen wat ouderling Bruce R. McConkie heeft gezegd: ‘Er zijn talrijke, gevarieerde gaven van de Geest. De gaven die in het geopenbaarde woord staan, zijn slechts een illustratie van de eindeloze uitstorting van goddelijke genade die een liefdevolle God verleent aan de mensen die Hem liefhebben en dienen.’ (A New Witness for the Articles of Faith [1985], 371.)
Ik kan door de genade van Jezus Christus vervolmaakt worden.
-
Wat zou uw klasleden doen ingaan op de aansporing van Moroni om ‘tot Christus [te komen] en in Hem [vervolmaakt te worden]’ (Moroni 10:32)? Door met een lofzang over dit onderwerp, zoals ’Kom, volg Mij na’ (Lofzangen, nr. 82) te beginnen, kunt u de Geest bij uw bespreking uitnodigen. Uw klasleden kunnen alle verbanden bespreken die zij tussen de lofzang en Moroni 10:30–33 zien. Wat leren we uit deze verzen en lofzang over wat het wil zeggen om tot Christus te komen? Wat houdt het in om ‘volmaakt […] in Christus’ te zijn? (Zie ook LV 76:50–53, 69.) Vertel wat ‘tot volmaking gekomen door Jezus’ (LV 76:69) voor u betekent en spoor de rest van de klas aan om te vertellen wat zij ervan denken.
-
Omdat dit de laatste klassikale bespreking van het Boek van Mormon dit jaar is, kunt u uw klasleden vragen wat ze bij hun studie hebben gevoeld en geleerd. Help uw klasleden om dit te doen door klassikaal Moroni 10:32–33 te lezen en ze te vragen enkele minuten te overdenken hoe ze door het Boek van Mormon dichter tot Christus zijn gekomen. U kunt de volgende vragen stellen: Hoe hebben we door het Boek van Mormon meer liefde voor God gekregen? Hoe verlaten we ons door dit boek meer op de genade van Christus? Hoe helpt het ons om de macht van de Heiland ‘niet te verloochenen’? Spoor uw klasleden aan om hun getuigenis van het Boek van Mormon te geven, en dat het een testament aangaande Jezus Christus is.
Thuisstudie stimuleren
Maak uw klasleden enthousiast om het komende jaar de Leer en Verbonden te bestuderen door Moroni 10:9–16 te herlezen en uit te leggen dat al deze gaven duidelijk in de hedendaagse kerk aanwezig zijn. Wanneer we Leer en Verbonden lezen, zullen we merken hoe de gaven en macht van God zijn gebruikt om zijn werk in de laatste dagen te doen.
Bijkomende leermiddelen
Manifestaties van geestelijke gaven in het Boek van Mormon.
-
Door de Geest onderwezen worden: Nephi en Lehi (Helaman 5:17–19)
-
Buitengewoon groot geloof: Alma, Amulek, Ammon, en anderen (Ether 12:13–22)
-
Genezing: Alma (Alma 15:5–11)
-
Grote wonderen: de drie discipelen (3 Nephi 28:19–22)
-
Profetie: Lehi (2 Nephi 1:6–7)
-
Engelen zien: Amulek (Alma 10:7–10)
-
Uitleggen van talen: Mosiah (Mosiah 28:11–16)
Het getuigenis van president Brigham Young inzake geestelijke gaven.
‘Geloof. Als u de evangeliebeginselen gelooft en ze u eigen maakt en daarmee uw geloof versterkt, wat een gave van God is, dan voegt Hij er meer geloof aan toe, waarna geloof op geloof volgt. […]
‘De gave van genezing. Ik ben hier om te getuigen van honderden gevallen van mannen, vrouwen en kinderen die door de macht van God genazen, door de oplegging der handen, en velen heb ik voor de poorten des doods weggehaald zien worden, en teruggebracht van de drempel der eeuwigheid; en sommigen wier geest hun lichaam al verlaten had, keerden weer terug. Ik getuig dat ik gezien heb dat de zieken werden genezen door de oplegging der handen, naar de belofte van de Heiland. […]
‘Profetie, openbaring en kennis. Iedere man en vrouw kan een openbaarder zijn en het getuigenis van Jezus bezitten, dat de geest van profetie is; en de zin en wil des Heren in zijn leven voorzien, het kwaad vermijden en het goede kiezen.’ (Zie Leringen van kerkpresidenten: Brigham Young [1997], 252–253.)
‘Al de goede gaven aangrijpen.’
President Dallin H. Oaks heeft uitgelegd hoe geestelijke gaven zijn moeder tot zegen waren: ‘Toen haar man overleed was mijn moeder niet compleet meer. Ze bad veel om wat ze nodig had voor de opvoeding van haar drie kleine kinderen! Ze was zoekende, ze leefde de gedragsnormen na en ze werd gezegend! Haar gebeden werden op verschillende manieren beantwoord, en ze kreeg een aantal geestelijke gaven. Ze had er vele, maar de belangrijkste waren volgens mij de gaven van geloof, getuigenis en wijsheid.’ (‘Spiritual Gifts’, Ensign, september 1986, 72.)