Engels leren
Les 24: Gezondheid


‘Les 24: Gezondheid’, EnglishConnect 1 voor beginners (2022)

‘Les 24’, EnglishConnect 1 voor beginners

glimlachende vriend(inn)en in de buitenlucht

Lesson 24

Health

Doel: Ik leer beschrijven hoe iemand zich voelt als hij of zij ziek is.

Personal Study

Bereid je voor op de gespreksgroep door de activiteiten A t/m E te doen.

pictogram a
Study the Principle of Learning: Press Forward

Voorwaarts streven

With God’s help, I can press forward even when I face obstacles.

Met de hulp van God kan ik voorwaarts streven, zelfs wanneer ik met obstakels te maken krijg.

De profeet Lehi in het Boek van Mormon had een droom waaruit wij leren hoe we voorwaarts moeten streven. Hij zag veel mensen op een pad dat naar een prachtige boom met heerlijke vruchten leidde. De vruchten waren de liefde van God. Het was moeilijk om het pad te bewandelen omdat er een ‘dichte mist van duisternis’ was (1 Nephi 8:23). Gelukkig was er een ‘roede van ijzer’ waaraan ze zich konden vasthouden (1 Nephi 8:24). De roede van ijzer is het woord van God, waaronder de Schriften. Lehi heeft het volgende gezegd:

‘Zij drongen naar voren, zich voortdurend vasthoudende aan de roede van ijzer, totdat zij tevoorschijn kwamen […] en van de vrucht van de boom namen’ (1 Nephi 8:30).

De mensen bereikten de boom omdat ze zich aan de roede vasthielden en vol vertrouwen in God doorliepen. Ze werden niet afgeleid of ontmoedigd toen de duisternis kwam. Jij doet je best om Engels te leren. Soms ben je moe en heb je geen zin om te studeren. Soms zijn er andere dingen die je aandacht nodig hebben. Maar je hebt manieren gevonden om toch te studeren. Geef de moed niet op. Je kunt een opleiding volgen als je met hoop in Jezus Christus doorgaat.

mensen die de roede van ijzer vasthouden

Ponder

  • Wat is jouw ‘mist van duisternis’ bij het leren van Engels?

  • Hoe kun je doorgaan als studeren moeilijk is?

pictogram b
Memorize Vocabulary

Leer de betekenis en uitspraak van elk woord voordat je naar de gespreksgroep gaat. Probeer flashkaarten te gebruiken om nieuwe woorden uit het hoofd te leren. Je kunt papier of een app gebruiken.

How do you feel?

Hoe voel je je?

Nouns

backache

rugpijn

cold

verkoudheid

diarrhea

diarree

earache

oorpijn

headache

hoofdpijn

sore throat

zere keel

stomachache

maagpijn

toothache

kiespijn

Adjectives

congested

verstopt

dizzy

duizelig

nauseated

misselijk

sick

ziek

tired

moe

weak

zwak

Verbs

breathe

ademhalen

eat nuts

noten eten

run

hardlopen

stand up

opstaan

work

werken

Zie les 10 voor meer verbs.

pictogram c
Practice Pattern 1

Oefen het gebruik van de patronen totdat je zelfverzekerd vragen kunt stellen en beantwoorden. Je kunt de onderstreepte woorden door woorden uit ‘Memorize Vocabulary’ vervangen.

Q: How do you feel?A: I have a (noun).

Questions

patroon 1 vraag hoe voel je je

Answers

patroon 1 antwoord ik heb zelfstandige naamwoord

Examples

man met keelpijn

Q: How do you feel?A: I have a sore throat.

Q: How does he feel?A: He has diarrhea.

man met buikpijn

pictogram d
Practice Pattern 2

Oefen het gebruik van de patronen totdat je zelfverzekerd vragen kunt stellen en beantwoorden. Probeer die patronen te herkennen als je dagelijks oefent.

Q: Do you feel (adjective)?A: I feel (adjective) when I (verb).

Questions

patroon 2 vraag voel je dit bijvoeglijk naamwoord

Answers

patroon 2 antwoord ik voel bijvoeglijk naamwoord als ik werkwoord

Examples

meisje met buikpijn

Q: Do you feel dizzy?A: I feel dizzy when I stand up.

Q: Does she feel nauseated?A: She feels nauseated when she eats nuts.

pictogram e
Use the Patterns

Noteer vier vragen die je aan iemand kunt stellen. Noteer een antwoord op elke vraag. Lees ze hardop voor.

Additional Activities

Doe de lesactiviteiten en toetsen online op EnglishConnect.org/learner/resources of in het EnglishConnect 1 Werkboek.

Act in Faith to Practice English Daily

Blijf dagelijks Engels oefenen. Gebruik je ‘Persoonlijke studietracker’. Bekijk je studiedoel en evalueer je leerinspanningen.

Conversation Group

Discuss the Principle of Learning: Press Forward

(20–30 minutes)

mensen die de roede van ijzer vasthouden

pictogram 1
Activity 1: Practice the Patterns

(10–15 minutes)

Neem met een partner de woordenlijst door.

Oefen patroon 1 met een partner:

  • Oefen het stellen van vragen.

  • Oefen het beantwoorden van vragen.

  • Oefen een gesprek met gebruik van de patronen.

Herhaal dit voor patroon 2.

pictogram 2
Activity 2: Create Your Own Sentences

(10–15 minutes)

Kies een van de onderstaande personen. Zeg niet tegen je partner welke persoon je hebt gekozen. Stel en beantwoord vragen om te raden welke persoon is gekozen. Wissel elkaar af.

New Vocabulary

cough

hoesten

fever

koorts

runny nose

loopneus

sneeze

niezen

throw up

overgeven

Example

Partner A kiest Virgil.

  • B: Does he or she feel dizzy?

  • A: Yes, he feels dizzy.

  • B: Does he have a cough?

  • A: No, he doesn’t have a cough.

  • B: Is it Virgil?

  • A: Yes.

Sun Wen

  • She feels dizzy.

  • She is tired.

  • She feels nauseated.

  • She has a fever.

  • She throws up a lot.

Virgil

  • He feels weak.

  • He is tired.

  • He feels dizzy.

  • He has a fever.

  • He has diarrhea.

Aamir

  • He feels congested.

  • He has a fever.

  • He sneezes a lot.

  • He has a cough.

  • He has a sore throat.

Frida

  • She feels congested.

  • She has a sore throat.

  • She sneezes a lot.

  • She has a cold.

  • She has a cough.

Franz

  • He feels weak.

  • He is tired.

  • He feels nauseated.

  • He has a fever.

  • He has diarrhea.

Louis

  • He can’t breathe well.

  • He has a fever.

  • He sneezes a lot.

  • He has a cough.

  • He has a runny nose.

Sarai

  • She can’t breathe well.

  • She has a sore throat.

  • She sneezes a lot.

  • She has a cold.

  • She has a runny nose.

Anja

  • She is weak.

  • She is tired.

  • She is nauseated.

  • She has a fever.

  • She throws up a lot.

pictogram 3
Activity 3: Create Your Own Conversations

(15–20 minutes)

Speel elke onderstaande situatie na. Partner A stelt vragen. Partner B beantwoordt vragen. Gebruik patronen en woorden uit deze les en uit les 23. Zeg zoveel mogelijk. Wissel elkaar af.

Example

Partner A is verpleegkundige. Partner B is een patiënt die diarree heeft.

meisje met arts
  • A: How do you feel?

  • B: My stomach hurts.

  • A: Do you have a fever?

  • B: No, I don’t.

  • A: Do you have diarrhea?

  • B: Yes, I have diarrhea.

  • A: Do you feel nauseated?

  • B: I feel nauseated when I eat.

Situation 1

zieke vrouw in bed aan de telefoon

Partner A is een vriend(in). Partner B belt zijn of haar vriend(in) omdat hij of zij verkouden is.

Situation 2

arts spreekt met vrouwelijke patiënt

Partner A is arts. Partner B gaat naar de dokter omdat hij of zij zich ziek en zwak voelt.

Situation 3

vrouw bezoekt een zieke vrouw die in bed ligt

Partner A is een familielid. Partner B voelt zich ziek en praat met een familielid.

Situation 4

vrouw werkt in een callcenter

Partner A is verpleegkundige en neemt de telefoon aan. Partner B belt omdat hij of zij rugpijn heeft en niet goed kan ademhalen.

Evaluate

(5–10 minutes)

Evalueer je vooruitgang aan de hand van de doelen en je inspanningen om dagelijks Engels te oefenen.

Evaluate Your Progress

I can:

  • Describe how I feel when sick.

    Beschrijven hoe ik me voel als ik ziek ben.

    neutraal gezicht, tevreden gezicht, blij gezicht
  • Describe how others feel when sick.

    Beschrijven hoe anderen zich voelen als ze ziek zijn.

    neutraal gezicht, tevreden gezicht, blij gezicht

Evaluate Your Efforts

Evalueer je inspanningen inzake:

  1. Het leerbeginsel bestuderen.

  2. De woorden uit het hoofd leren.

  3. De patronen oefenen.

  4. Dagelijks oefenen.

Een doel stellen. Overweeg de studiesuggesties in de ‘Persoonlijke studietracker’.

Bespreek je doel met een partner.

Act in Faith to Practice English Daily

‘Broeders en zusters, in deze kerk geloven we in het goddelijke potentieel van al Gods kinderen, en in ons vermogen om ons in Christus te ontwikkelen. In de timing van de Heer maakt het niet uit waar we beginnen, maar gaat het er vooral om waar we heengaan.’ (Clark G. Gilbert, ‘Eén worden in Christus: de gelijkenis van de hellingsgraad’, Liahona, november 2021, 19.)