Handboeken en roepingen
0. Inleidend overzicht


‘0. Inleidend overzicht’, Selecties uit het Algemeen handboek (2023).

‘0. Inleidend overzicht’, Selecties uit het Algemeen handboek

0.

Inleidend overzicht

0.0

Inleiding

De Heer heeft gezegd: ‘Laat eenieder zijn plicht leren kennen, en het ambt waartoe hij is aangewezen, met alle ijver leren uitoefenen’ (Leer en Verbonden 107:99). Als leidinggevende in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen dient u naar persoonlijke openbaring te streven, zodat u de taken van uw roeping goed zult begrijpen en vervullen.

U zult uw taken ook beter begrijpen en uitvoeren als u zich in de Schriften en de leringen van hedendaagse profeten verdiept. Als u de woorden van God bestudeert, wordt u ontvankelijker voor de Geest (zie Leer en Verbonden 84:85).

U leert uw taken bovendien kennen door de instructies in dit handboek te bestuderen. Die instructies zullen tot openbaring leiden als u ze raadpleegt voor meer begrip van geldende beginselen, beleidsregels en procedures, en zich daarbij openstelt voor de leiding van de Geest.

0.1

Het handboek

Algemeen handboek: dienen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen biedt richtlijnen voor algemene en plaatselijke leidinggevenden.

De kopjes en onderkopjes in dit handboek zijn genummerd om een onderwerp gemakkelijk te vinden en ernaar te verwijzen. In 27.3.1 staat bijvoorbeeld wie in de tempel verzegeld mogen worden. Het nummer 27 verwijst naar het hoofdstuk, het nummer 3 naar een paragraaf in het hoofdstuk en het nummer 1 naar een subparagraaf.

0.2

Aanpassing en facultatief materiaal

Niet alle ringen en wijken hebben dezelfde behoeften.

Leidinggevenden zoeken inspiratie om te weten welke richtlijnen en facultatieve middelen in de behoeften van hun leden zullen voorzien.

0.4

Vragen over instructies

Bij vragen die niet in de Schriften, de woorden van de levende profeten of dit handboek aan de orde komen, vertrouwen kerkleden op hun verbonden met God, de raad van hun plaatselijke leidinggevenden en de inspiratie van de Geest voor leiding.

Leidinggevenden wenden zich met vragen over de informatie in dit handboek of over kwesties die er niet in behandeld worden, tot hun directe presiderende autoriteit.

0.5

Terminologie

Behalve waar dit anders wordt aangegeven:

  • De termen bisschop en bisschap in dit handboek slaan ook op gemeentepresident en gemeentepresidium. De termen ringpresident en ringpresidium slaan ook op districtspresident en districtspresidium. Zie in het overzicht in 6.3 waarin het gezag van een districtspresident verschilt van dat van een ringpresident.

  • Verwijzingen naar wijk en ring slaan doorgaans ook op gemeente, district en zendingsgebied.

  • Verwijzingen naar de zondag slaan op de dag waarop de sabbat plaatselijk wordt gevierd.

  • De term unit slaat op wijken en gemeenten.

  • Verwijzingen naar ouders slaan over het algemeen ook op wettige voogden.

De roepingen van bisschop en gemeentepresident zijn niet gelijkwaardig in gezag en verantwoordelijkheid. Dat geldt eveneens voor de roepingen van ringpresident en districtspresident. Bisschop is een ambt in het priesterschap, en ordening vindt alleen na toestemming van het Eerste Presidium plaats. Ringpresidenten worden door algemene autoriteiten en gebiedszeventigers geroepen.

0.6

Contact met de hoofdzetel van de kerk of het gebiedskantoor

In sommige hoofdstukken in dit handboek staat de instructie om contact op te nemen met de hoofdzetel van de kerk of het gebiedskantoor. De instructie om contact op te nemen met de hoofdzetel van de kerk geldt voor betrokkenen in de Verenigde Staten en Canada. De instructie om contact op te nemen met het gebiedskantoor geldt voor betrokkenen in alle andere landen.

Afdrukken