Handboeken en roepingen
34. Financiën en verificaties


‘34. Financiën en verificaties’, Selecties uit het Algemeen handboek (2023).

‘34. Financiën en verificaties’, Selecties uit het Algemeen handboek

Afbeelding
kind houdt envelop vast

34.

Financiën en verificaties

34.0

Inleiding

Dankzij de tiende en andere offergaven kan de kerk het werk van heil en verhoging van de Heer bewerkstelligen (zie 1.2). Die kerkgelden hebben een gewijd karakter. Ze vertegenwoordigen de offers en het geloof van de leden van de kerk (zie Markus 12:41–44).

34.2

Financiën: leidinggevenden in de wijk

34.2.1

Bisschap

De bisschop heeft de volgende taken inzake wijkfinanciën. Hij delegeert een deel van dit werk aan zijn raadgevers en de administrateurs.

De bisschop:

  • Leert en inspireert de leden om een volledige tiende te betalen en een royale vastengave bij te dragen (zie 34.3).

  • Ziet erop toe dat de gelden van de wijk correct worden verwerkt en verantwoord (zie 34.5).

  • Controleert elke maand het financiële overzicht en ziet erop toe dat eventuele kwesties meteen worden opgelost.

  • Ziet erop toe dat leidinggevenden en administrateurs hun taken met betrekking tot gewijde kerkgelden leren.

  • Stelt het jaarlijkse wijkbudget op en beheert het (zie 34.6).

  • Heeft jaarlijks gesprekken met de wijkleden in verband met hun tiendeverklaring.

34.2.2

Wijkadministrateurs

De bisschop wijst de verwerking van de financiële administratie toe aan de wijkadministrateur of een assistent-wijkadministrateur. Administrateurs houden zich stipt aan de geldende richtlijnen om de kerkgelden te beschermen en om te waarborgen dat de kerkdocumenten correct worden bijgewerkt.

De administrateur heeft de volgende taken:

  • Hij registreert de bedragen en stort al het ontvangen geld met een lid van de bisschap.

  • Hij controleert elke maand het financiële overzicht en ziet erop toe dat eventuele kwesties meteen worden opgelost.

  • Hij assisteert de bisschap bij het opstellen van het jaarlijkse wijkbudget (zie 34.6.1 en 34.6.2).

  • Hij ziet erop toe dat de leden toegang hebben tot hun bijdragenoverzichten en assisteert daar zo nodig bij.

Administrateurs dragen het Melchizedeks priesterschap en hebben een geldige tempelaanbeveling.

34.3

Bijdragen

34.3.1

Tiende

Tiende is het afdragen van een tiende deel van iemands inkomen aan Gods kerk (zie Leer en Verbonden 119:3–4; onder opbrengsten wordt inkomen verstaan). Alle leden met inkomen betalen tiende.

34.3.1.2

Tiendeverklaring

De bisschop spreekt in de laatste maanden van elk jaar met ieder lid in verband met zijn of haar tiendeverklaring.

Alle leden worden voor een gesprek met de bisschop uitgenodigd om:

  • Hun tiendestatus aan de bisschop kenbaar te maken.

  • Te controleren of hun bijdragen goed zijn geboekt.

Zo mogelijk wonen alle leden van een gezin, inclusief de kinderen, samen het gesprek bij.

34.3.2

Vastengaven

Kerkleiders moedigen de leden aan de vastenwet na te leven. Dat houdt onder meer in een royale vastengave te geven (zie 22.2.2).

In 22.5.2 wordt uitgelegd hoe de vastengaven kunnen worden gebruikt.

34.3.3

Zendingsfondsen

Bijdragen aan het zendingsfonds van de wijk worden voornamelijk gebruikt om voltijdzendelingen uit de wijk bij te staan.

Bijdragen aan het algemeen zendingsfonds worden voor het algemene zendingswerk van de kerk aangewend.

34.3.7

Bijdragen worden niet terugbetaald

Als de tiende en andere offergaven aan de kerk zijn afgestaan, behoren ze de Heer toe. Ze zijn dan aan Hem gewijd.

Ringpresidenten en bisschoppen laten betalers van tiende en offergaven weten dat die bijdragen niet worden terugbetaald.

34.4

Vertrouwelijkheid van tiende en andere offergaven

Het bedrag dat een gever aan tiende en andere offergaven betaalt, is vertrouwelijk. Alleen de bisschop en wie bevoegd zijn om de bijdragen te verwerken of te bekijken, dienen toegang tot deze gegevens te hebben.

34.5

Omgaan met kerkgelden

De ringpresident en de bisschop zien erop toe dat alle gelden van de kerk correct worden verwerkt. Bisschappen en administrateurs bekijken de video ‘Gewijde gelden, gewijde taken’ minstens één keer per jaar.

34.5.1

Collegabeginsel

Het collegabeginsel vereist dat twee personen – een lid van de bisschap en een administrateur of twee leden van de bisschap – actief betrokken zijn bij het registreren en uitbetalen van kerkgelden.

Leidinggevenden dienen hun wachtwoord te allen tijde af te schermen en voor zich te houden (zie 33.9.1.1).

34.5.2

Tiende en andere offergaven in ontvangst nemen

De Heer heeft de heilige taak van het in ontvangst nemen en verantwoorden van de tiende en andere offergaven van de heiligen aan de bisschoppen toevertrouwd (zie Leer en Verbonden 42:30–33; 119). Alleen de bisschop en zijn raadgevers mogen de tiende en andere offergaven in ontvangst nemen. In geen geval mag hun vrouw, een ander gezinslid, een administrateur of ander wijklid deze bijdragen in ontvangst nemen.

34.5.3

Tiende en andere offergaven controleren en registreren

Bijdragen worden gecontroleerd en geregistreerd op de zondag dat ze in ontvangst zijn genomen. Een lid van de bisschap en een administrateur, of twee leden van de bisschap, maken samen de bijdragenenvelopjes open. Ze controleren of het ingesloten bedrag overeenkomt met het bedrag op het formulier Tiende en andere offergaven. Ze registreren elke bijdrage op correcte wijze. Als het ingesloten bedrag en het bedrag op het formulier niet overeenkomen, nemen ze zo snel mogelijk contact op met de gever om de discrepantie op te lossen.

34.5.4

Tiende en andere offergaven storten

Als is vastgesteld dat de geregistreerde bedragen met het ontvangen geld overeenkomen, wordt de storting voorbereid.

Als er een nachtkluis beschikbaar is, storten het lid van de bisschap en een andere Melchizedeks-priesterschapsdrager het geld op dezelfde dag dat het in ontvangst is genomen en gecontroleerd.

Als er geen nachtkluis beschikbaar is en de bank op zondag is gesloten, vraagt de bisschop een Melchizedeks-priesterschapsdrager om het geld op de eerstvolgende werkdag te storten. Hij:

  • Let erop dat het geld veilig is tot het gestort kan worden.

  • Krijgt een stortingsbewijs, waarop de datum en het gestorte bedrag staan.

34.5.5

Kerkgelden beschermen

Wie verantwoordelijk zijn voor kerkgelden mogen die nooit ’s nachts in het kerkgebouw laten liggen of onbeheerd achterlaten, bijvoorbeeld tijdens een dienst of activiteit.

34.5.7

Betalingen van ring en wijk beheren

Het is niet toegestaan zonder goedkeuring van de presiderende functionaris ring- of wijkuitgaven te doen.

Twee gemachtigde leiders moeten elke betaling goedkeuren. Een van hen moet lid van het ringpresidium of de bisschap zijn. Hoewel raadgevers betalingen mogen goedkeuren, moet de ringpresident of bisschop elke betaling controleren. Leiders mogen een betaling aan zichzelf niet goedkeuren.

Een bisschop geeft geen vastengaven uit, noch opdrachten tot hulp, voor hemzelf of zijn familieleden zonder de schriftelijke goedkeuring van de ringpresident. Schriftelijke toestemming van een lid van het gebiedspresidium is vereist voordat een bisschop vastengaven mag gebruiken of een opdracht van de bisschop voor de ringpresident of zijn familieleden kan goedkeuren. Zie 22.5.1.2 voor richtlijnen.

Een lid dat gemaakte kosten declareert, levert betalingsbewijzen of facturen elektronisch of als papieren exemplaar aan. Hij of zij vermeldt ook het doel, het bedrag en de datum van de aankoop.

Als er een voorschot wordt uitbetaald, dient het lid een betalingsverzoek in met vermelding van het doel, het bedrag en de datum. Het lid overlegt na uitgave van het geld (1) kwitanties of facturen voor het uitgegeven bedrag en (2) retourneert het geld dat niet is uitgegeven. Het geretourneerde geld moet worden teruggestort.

34.5.9

Financiële documenten bijhouden

Elke ring en wijk houdt de financiële documenten nauwkeurig bij.

Administrateurs raadplegen de instructies van de hoofdzetel van de kerk of het gebiedskantoor over het gebruik en de bewaartermijn van rapporten en documenten. Financiële documenten worden minstens drie jaar na het lopende jaar bewaard.

34.6

Budget en uitgaven

Door middel van het budgettoelagesysteem worden de activiteiten en programma’s van ringen en wijken uit de algemene middelen van de kerk betaald.

De meeste activiteiten moeten eenvoudig zijn en niets of weinig kosten.

34.6.1

Budgets van ring en wijk

Elke ring en wijk stelt een budget op als uitgangspunt van hun financieel beleid. De ringpresident beheert het ringbudget, de bisschop het wijkbudget.

Hieronder staan richtlijnen:

  • Zij nemen de uitgaven van het afgelopen jaar door om inzicht te krijgen in terugkerende kosten.

  • Zij vragen de organisaties om een gedetailleerd overzicht van hun financiële behoeften.

  • Zij stellen het budget volgens goedgekeurde budgetrichtlijnen op.

34.6.2

Budgettoelage

34.6.2.1

Budgettoelages

Budgettoelages worden per kwartaal toegekend op basis van opkomst in de volgende categorieën:

  • Avondmaalsdienst

  • Jongemannen

  • Jongevrouwen

  • Jeugdwerkkinderen (7–10 jaar)

  • Jonge alleenstaande volwassenen

Het is belangrijk dat de opkomst nauwkeurig en tijdig wordt gerapporteerd (zie 33.5.1.1).

34.6.2.2

Gepast gebruik van budget

De ringpresident en de bisschop zien erop toe dat de budgettoelage verstandig wordt besteed.

De budgettoelages van ring en wijk worden gebruikt om alle activiteiten, programma’s, lesboeken en benodigdheden te betalen.

34.6.2.3

Overtollig budget

Overtollige gelden uit de budgettoelages mogen niet worden opgemaakt. Overtollige wijkgelden worden aan de ring terugbetaald.

34.7

Verificaties

34.7.1

Verificatiecomité van de ring

De ringpresident vormt een verificatiecomité van de ring. Dit comité ziet erop toe dat de financiën van ring en wijk volgens het kerkbeleid worden verwerkt.

34.7.3

Financiële verificatie

De ringverificateurs verifiëren tweemaal per jaar de financiële documenten van de ring, wijken en FamilySearch-centra.

De presiderende functionaris van de unit en de financieel administrateur zijn gedurende de verificatie beschikbaar om mogelijke vragen te beantwoorden.

34.7.5

Verlies, diefstal, verduistering of onjuist gebruik van kerkgelden

De ringpresident of voorzitter van het verificatiecomité van de ring moet onmiddellijk in kennis worden gesteld als:

  • Er kerkgelden kwijtgeraakt of gestolen zijn.

  • Een leidinggevende kerkgelden verduisterd of onjuist gebruikt heeft.

Afdrukken