Handboeken en roepingen
37. Gespecialiseerde ringen, wijken en gemeenten


‘37. Gespecialiseerde ringen, wijken en gemeenten’, Selecties uit het Algemeen handboek (2023).

‘37. Gespecialiseerde ringen, wijken en gemeenten’, Selecties uit het Algemeen handboek

Afbeelding
mensen eten buiten

37.

Gespecialiseerde ringen, wijken en gemeenten

37.0

Inleiding

Een ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn, zoals in dit hoofdstuk uiteen wordt gezet.

37.1

Wijken en gemeenten voor anderstaligen

Een ringpresident kan voorstellen om een wijk of gemeente voor anderstaligen te stichten voor leden in de ring die (1) de plaatselijke moedertaal niet spreken of (2) gebarentaal gebruiken.

37.7

Groepen in een ring, zendingsgebied of gebied

Groepen bestaan uit een klein aantal leden die met toestemming en onder toezicht van een bisschop, gemeentepresident of zendingspresident bijeenkomen. De ring- of zendingspresident kan de vorming van een groep in de volgende omstandigheden aanbevelen:

  • De reisafstand naar een wijk of gemeente is voor de potentiële leden van de groep bezwaarlijk.

  • Een klein aantal leden spreekt een andere taal dan de rest in de wijk of gemeente.

  • Leden in de krijgsmacht zijn het meeste bij een groep gebaat.

Een groep moet uit minimaal twee leden bestaan. Ten minste één van hen is een waardige priester in het Aäronisch priesterschap of een waardige Melchizedeks-priesterschapsdrager.

In een ring delegeert de ringpresident de vorming van en het toezicht op de groep aan een bisschop of gemeentepresident. In een zendingsgebied wijst de zendingspresident de vorming en het toezicht aan een gemeentepresident toe.

De ringpresident, zendingspresident, bisschop of gemeentepresident roept een groepsleider en stelt hem aan. De groepsleider houdt en leidt groepsbijeenkomsten, inclusief de bediening van het avondmaal.

Een groepsleider draagt geen priesterschapssleutels en is niet bevoegd om:

  • Tiende en offergaven in ontvangst te nemen.

  • Leden met een ernstige zonde te begeleiden.

  • Informele of formele lidmaatschapsrestricties op te leggen.

  • Andere taken uit te voeren waarvoor priesterschapssleutels vereist zijn.

Doorgaans gebruiken groepen het programma voor de kleine unit.

De lidmaatschapskaarten van de leden in de groep worden bewaard in de wijk of gemeente waaronder de groep valt.

De hoofdzetel van de kerk wijst geen unitnummer aan een groep toe.

Afdrukken