Handboeken en roepingen
23. Het evangelie uitdragen, en nieuwe en terugkerende leden sterken


ā€˜23. Het evangelie uitdragen, en nieuwe en terugkerende leden sterkenā€™, Algemeen handboek: dienen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (2024).

ā€˜23. Het evangelie uitdragen, en nieuwe en terugkerende leden sterkenā€™, Algemeen handboek: dienen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.

mensen kijken op telefoon

23.

Het evangelie uitdragen, en nieuwe en terugkerende leden sterken

23.0

Inleiding

Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging (zie 1.2 in dit handboek; MattheĆ¼s 28:19ā€“20). Het omvat:

  • Zendingswerk doen en op zending gaan.

  • Nieuwe en terugkerende kerkleden helpen om op het verbondspad voorwaarts te gaan.

23.1

Het evangelie uitdragen

2:33
2:46

23.1.1

Liefhebben

Wij zijn allemaal kinderen van onze hemelse Vader, die volmaakt van zijn kinderen houdt. Hij wil graag dat iedereen door Jezus Christus en zijn evangelie met zijn liefde vervuld wordt (zie Johannes 3:16; 2Ā Nephi 26:24ā€“28; Alma 26:37; Geloofsartikelen 1:3).

We tonen onze liefde voor God onder meer als we zijn kinderen liefhebben en van dienst zijn (zie MattheĆ¼s 22:36ā€“39; 25:40). We streven ernaar lief te hebben en te dienen zoals Jezus Christus dat deed. Die liefde inspireert ons om mensen ongeacht religie, ras en cultuur de hand te reiken (zie Handelingen 10:34; 2Ā Nephi 26:33).

23.1.2

Delen

We houden van God en zijn kinderen. Daarom willen we de zegeningen die Hij ons heeft gegeven vanzelfsprekend met anderen delen (zie Johannes 13:34ā€“35) en IsraĆ«l helpen vergaderen. We gunnen anderen de vreugde die wij voelen (zie Alma 36:24). Als discipelen van Jezus Christus houden we zijn licht omhoog (zie 3 Nephi 18:24ā€“25). We spreken openlijk over de Heiland en zijn invloed op ons leven (zie Leer en Verbonden 60:2).

We delen onze liefde, tijd, ervaringen, evangeliewaarheden en kerkprogrammaā€™s ten gunste van Gods kinderen zodat ze dichter tot de Heiland komen. We doen dit alles op ongedwongen en natuurlijke wijze in onze omgang met anderen (persoonlijk, online of anderszins).

23.1.3

Uitnodigen

De Heiland nodigt allen uit om zijn evangelie te ontvangen en zich op het eeuwige leven voor te bereiden (zie Alma 5:33ā€“34). Als zijn discipelen volgen we zijn voorbeeld en nodigen we allen uit: ā€˜Kom tot Christus en word vervolmaakt in Hemā€™ (Moroni 10:32).

We vragen in gebed om inspiratie en leiding hoe we anderen als volgt kunnen uitnodigen:

  • Kom en zie welke zegeningen Jezus Christus, zijn evangelie en zijn kerk te bieden hebben (zie Johannes 1:37ā€“39, 45ā€“46).

  • Kom en wees behoeftigen van dienst.

  • Kom en word lid van de herstelde Kerk van Jezus Christus.

Als onze uitnodiging bij iemands behoeften en interesses aansluit, zal de betrokkene eerder op die uitnodiging ingaan. Uitnodigen betekent vaak gewoon dat we onze familieleden, vrienden en buren betrekken bij wat we al doen. We kunnen ze bijvoorbeeld uitnodigen voor:

  • Activiteiten bij ons thuis.

  • De kerk en evangeliestudie.

  • Speciale gebeurtenissen, zoals een kindje een naam en een zegen geven, of een doopdienst.

  • Activiteiten of dienstverleningsprojecten in de wijk of buurt (bijvoorbeeld georganiseerd via JustServe.org waar beschikbaar).

  • Kerkprogrammaā€™s en -activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan jeugdwerkactiviteiten, jongerenactiviteiten, familiegeschiedenis, zelfredzaamheidscursussen, BYUā€“Pathway Worldwide, en alfabetiserings- en taalcursussen.

  • Kennismaking met en boodschap van de voltijdzendelingen.

Zie voor meer ideeƫn en hulpmiddelen:

Wijken en ringen kunnen de leden natuurlijke gelegenheden bieden om anderen uit te nodigen. Denk bijvoorbeeld aan het organiseren van evenementen en activiteiten, en kerkelijke middelen aan de plaatselijke gemeenschap ter beschikking stellen.

Leidinggevenden op wijk- en ringniveau stellen met elkaar vast: (1) behoeften in de gemeenschap en (2) beschikbare hulpbronnen van de kerk. Zie ā€˜Sharing Church Resourcesā€™ in de Engelstalige Gospel Library voor meer informatie.

De beginselen van liefhebben, delen en uitnodigen gelden ook voor het sterken van nieuwe en terugkerende leden.

23.2

Nieuwe leden sterken

Het is voor velen geweldig en moeilijk tegelijk om lid van de kerk te worden. Het brengt grote zegeningen voort, maar vergt ook aanpassing aan nieuwe geloofspunten, gewoonten en relaties (zie 1Ā Thessalonicenzen 1:6).

Ieder nieuw lid heeft behoefte aan vriendschap, gelegenheden om te dienen en geestelijke voeding. Als leden van de kerk bieden we nieuwe leden onze liefde en steun (zie Mosiah 18:8ā€“10). We geven ze het gevoel dat ze er in de kerk bij horen. We helpen ze voort op het verbondspad, zodat ze ook inniger tot de Heer bekeerd raken (zie Alma 23:6). We helpen ze ā€˜gevoed [te] worden door het goede woord van God, om hen op het rechte pad te houden, [ā€¦] alleen vertrouwend op de verdiensten van Christusā€™ (Moroni 6:4).

We kunnen nieuwe leden ook helpen:

  • Vreugde als discipel van Jezus Christus te ontdekken en ervaren.

  • Ingevingen van de Geest te herkennen.

  • Van gebed en Schriftstudie (persoonlijk en in gezinsverband) een gewoonte te maken.

  • Het evangelie aan hun familieleden en vrienden uit te dragen.

  • Namen van voorouders op te zoeken en voor te bereiden om tempelverordeningen voor hen te ontvangen.

  • Vooruitgang te maken door kerktaken te vervullen en de vele andere mogelijkheden aan te grijpen die de kerk biedt.

23.3

Terugkerende leden sterken

Sommige leden willen niet meer bij de kerk betrokken zijn. De Heiland heeft gezegd: ā€˜Zulke mensen zult u het woord blijven bedienen; want u weet niet of zij niet zullen terugkomen en zich bekeren, en met een volmaakt voornemen van hart tot Mij komen en Ik hen zal genezen, en u het middel zult zijn om redding tot hen te brengenā€™ (3 Nephi 18:32). Deze woorden gelden voor allen die, om welke reden dan ook, blijvende bediening nodig hebben.

Leden die minder actief in de kerk zijn, zullen sneller terugkeren als ze een hechte band met kerkleden hebben. Met onze liefde en steun kunnen ze moeilijkheden wellicht overwinnen. Zij hebben net als nieuwe leden behoefte aan vriendschap, gelegenheden om te dienen en geestelijke voeding. Begrip voor hun omstandigheden en moeilijkheden kan onze tactvolle en liefdevolle bediening aan hen ten goede komen.

23.4

Wekelijkse coƶrdinatievergaderingen houden

Elke week vindt er een korte informele coƶrdinatievergadering plaats om het evangelie uit te dragen, en nieuwe en terugkerende leden te sterken. Als er een wijkzendingsleider is geroepen, leidt hij deze vergaderingen. Anders neemt het lid van het quorumpresidium ouderlingen dat deze rol vervult de leiding.

Anderen die zijn uitgenodigd:

  • Aangewezen leden van de presidiums van de ZHV en het ouderlingenquorum.

  • Wijkzendelingen.

  • Een assistent in het priestersquorum (of de quorumpresident leraren of diakenen als er geen priesters in de wijk zijn).

  • Een lid van het presidium van de oudste jongevrouwenklas.

  • Voltijdzendelingen.

De wekelijkse coƶrdinatievergadering is gericht op de behoeften van individuele personen. In deze vergadering komen doorgaans de volgende vier onderwerpen aan bod:

  • Mensen helpen die de zendelingen onderwijzen. Dat kan deelname aan lessen inhouden, mensen helpen om toezeggingen te doen en na te komen, en steun bij aanstaande doopdiensten bieden.

  • Mensen bijstaan die zich onlangs hebben laten dopen.

  • Terugkerende leden helpen.

  • Kerkleden helpen om meer belangstellenden te vinden.

Deze besprekingen kunnen persoonlijk of op afstand plaatsvinden. Coƶrdinatie is ook op andere manieren mogelijk, bijvoorbeeld via de telefoon, tekstberichten en e-mails.

2:9

23.5

Leidinggevenden in de ring

23.5.1

Ringpresidium

De ringpresident draagt in de ring de priesterschapssleutels om het evangelie uit te dragen, en nieuwe en terugkerende leden te sterken. Hij geeft daar met zijn raadgevers overkoepelende sturing aan. Hij ziet erop toe dat dit werk regelmatig in ringvergaderingen besproken wordt.

De ringpresident stemt doorgaans maandelijks met de zendingspresident de inzet van leidinggevenden in ring en wijk en de voltijdzendelingen af. Andere mogelijke betrokkenen daarbij zijn:

  • Raadgevers in het ring- en zendingspresidium.

  • Aangewezen hogeraadsleden.

  • De ZHV-presidente van de ring.

  • Door de zendingspresident aangewezen zendelingen.

23.5.2

RingcomitƩ leidinggevenden van volwassenen

Het ringcomitƩ leidinggevenden van volwassenen bestaat uit:

  • Het ringpresidium.

  • Het ZHV-presidium van de ring.

  • Hogeraadsleden die met ouderlingenquorums werken.

Deze leidinggevenden instrueren en steunen de quorumpresidiums ouderlingen en ZHV-presidiums met betrekking tot hun inzet om het evangelie uit te dragen, en nieuwe en terugkerende leden te sterken (zie 23.6.2). Instructie kan groepsgewijs of individueel plaatsvinden. Wijkzendingsleiders worden desgewenst voor die instructie uitgenodigd.

Zie 29.3.8 voor meer informatie over vergaderingen van dit comitƩ.

23.5.3

Hogeraadsleden

Het ringpresidium kan hogeraadsleden aanwijzen om quorumpresidiums ouderlingen en wijkzendingsleiders te instrueren en te steunen. Een of meer hogeraadsleden kunnen daarmee belast worden. Alle hogeraadsleden hebben echter die taak voor de wijk en het quorum waaraan ze zijn toegewezen.

23.5.4

ZHV-presidium van de ring

Op aanwijzing van de ringpresident instrueert en steunt het ZHV-presidium van de ring de ZHV-presidiums van de wijk in hun taken om het evangelie uit te dragen, en nieuwe en terugkerende leden te sterken.

buren in gesprek

23.6

Leidinggevenden in de wijk

23.6.1

Bisschap

De bisschap coƶrdineert met het quorumpresidium ouderlingen en het ZHV-presidium, en samen leiden zij de inzet van de wijk om het evangelie uit te dragen, en nieuwe en terugkerende leden te sterken. Er vindt regelmatig overleg tussen deze leidinggevenden plaats.

De bisschap ziet erop toe dat dit werk in de wijkraad en de jongerenwijkraad wordt besproken en gecoƶrdineerd. De bisschap beoordeelt en geeft goedkeuring aan het wijkplan om het evangelie uit te dragen, en nieuwe en terugkerende leden te sterken (zie 23.6.6).

pictogram, richtlijnen voor aanpassing De bisschap overlegt met de ringpresident of er een wijkzendingsleider wordt geroepen (zie 23.6.3 voor meer informatie).

De bisschop voert met nieuwe leden van de juiste leeftijd een gesprek voor een tempelaanbeveling om plaatsvervangende dopen en bevestigingen te verrichten (zie 26.4.2). Hij voert ook een gesprek met broeders van de juiste leeftijd over het ontvangen van het AƤronisch priesterschap (zie 38.2.9.1). Dit gesprek vindt normaliter binnen een week na de bevestiging van het lid plaats.

De bisschap stemt met andere leidinggevenden af dat nieuwe en terugkerende leden mogelijkheden krijgen om te dienen. Dergelijke mogelijkheden dragen vaak bij aan de vooruitgang van deze leden en laten ze de macht van de Heer voelen. Dienstverlening schept doorgaans ook vreugde en een hechtere band met anderen in de wijk.

Dienstverleningsprojecten dienen bij de behoeften en mogelijkheden van het lid aan te sluiten. Soms is een roeping gepast. In andere gevallen heeft een minder formele taak de voorkeur.

23.6.2

Quorumpresidium ouderlingen en ZHV-presidium

Het quorumpresidium ouderlingen en het ZHV-presidium geven leiding aan de dagelijkse inzet binnen de wijk om het evangelie uit te dragen, en nieuwe en terugkerende leden te sterken (zie 8.2.3 en 9.2.3). Het quorumpresidium ouderlingen doet dat voor de leden van het ouderlingenquorum. Het ZHV-presidium doet dat voor de leden van de zustershulpvereniging. Zij pakken die aansturing samen op met de wijkraad, waarbij de bisschop een coƶrdinerende rol heeft.

Deze leidinggevenden hebben de volgende taken:

  • Kerkleden ertoe inspireren om Gods kinderen lief te hebben, het evangelie uit te dragen en anderen uit te nodigen om de zegeningen van de Heiland te ontvangen (zie 23.1).

  • Met quorum- of ZHV-leden bespreken hoe ze het evangelie kunnen uitdragen. Manieren bespreken om mensen te vinden die door de zendelingen kunnen worden onderwezen en hoe die mensen te steunen. Met elkaar over de behoeften van en steun aan nieuwe en terugkerende leden spreken.

  • Dienende broeders en zusters aan nieuwe en terugkerende leden toewijzen (zie 21.2.1). Dienende broeders en zusters mogen ook worden toegewezen aan mensen die de zendelingen onderwijzen (in samenspraak met de zendelingen). Leidinggevenden wijzen zo mogelijk leden toe die een hechte vriendschap met de betrokkene hebben of kunnen ontwikkelen. Zij moedigen de dienende broeders en zusters aan om liefde en steun naar het voorbeeld van Christus te geven.

  • Nieuwe en terugkerende leden als dienende zuster of broeder inzetten. Zie hoofdstukĀ 21 voor meer informatie over bediening.

  • Samen met de wijkraad een plan opstellen om het evangelie uit te dragen, en nieuwe en terugkerende leden te sterken (zie 23.6.6).

  • Het werk van de wijkzendingsleider aansturen. Is er geen leider geroepen, dan vervult een lid van het quorumpresidium ouderlingen deze rol (zie 23.6.3).

De quorumpresident ouderlingen en de ZHV-presidente wijzen elk een lid van hun presidium aan om leiding aan dit werk te helpen geven. Die twee presidiumleden werken samen. Ze wonen wekelijkse coƶrdinatievergaderingen bij (zie 23.4).

23.6.3

pictogram, richtlijnen voor aanpassing
Wijkzendingsleider

De bisschap overlegt met de ringpresident of er een wijkzendingsleider wordt geroepen. De bisschap gaat in dat geval bij de quorumpresident ouderlingen en de ZHV-presidente na wie voor die taak geroepen kan worden.

De wijkzendingsleider is een Melchizedeks-priesterschapsdrager. Wordt er geen wijkzendingsleider geroepen, dan vervult een lid van het quorumpresidium ouderlingen deze rol.

De wijkzendingsleider assisteert het quorumpresidium ouderlingen en het ZHV-presidium in hun zendingstaken. Hij heeft ook de volgende taken:

  • Het werk van wijkleden, leidinggevenden, wijkzendelingen en voltijdzendelingen coƶrdineren. Onderwijsgelegenheden, doopdiensten en het sterken van nieuwe leden vallen daar bijvoorbeeld onder. Ook manieren plannen om wijkleden te helpen het evangelie uit te dragen.

  • Wekelijkse coƶrdinatievergaderingen leiden (zie 23.4).

  • Hij woont op uitnodiging de wijkraad bij.

  • De wijkraad helpen bij het opstellen en implementeren van het wijkplan om het evangelie uit te dragen, en nieuwe en terugkerende leden te sterken (zie 23.6.6).

  • Mogelijkheden zoeken om voltijdzendelingen te helpen hun doel te bereiken door het evangelie uit te dragen en een band met kerkleden op te bouwen. Indien goedgekeurd, kan dat eten bij leden inhouden (bij voorkeur bij gezinnen waar niet allen lid van de kerk zijn, en bij nieuwe en terugkerende leden; zie 24.6.2.3).

  • Met de wijkleider en consulenten tempelwerk en familiegeschiedenis samenwerken om belangstellenden, nieuwe leden en terugkerende leden aan tempelwerk en familiegeschiedenis te laten deelnemen.

23.6.4

Wijkzendelingen

Wijkzendelingen helpen de wijkleden vreugde te vinden door het evangelie uit te dragen (zie 23.1). Zij fungeren onder leiding van de wijkzendingsleider of het lid van het quorumpresidium ouderlingen dat deze rol vervult. De quorumpresident ouderlingen en ZHV-presidente kunnen leden voor die functie voorstellen.

Wijkzendelingen onderwijzen anderen in woord en daad hoe ze kunnen liefhebben, hun geloof uitdragen en mensen uitnodigen om de zegeningen van het evangelie te ontvangen. Ook helpen ze wijkleden met hun bediening aan nieuwe en terugkerende leden.

Wijkzendelingen wonen wekelijkse coƶrdinatievergaderingen bij (zie 23.4).

23.6.5

Wijkraad en jongerenwijkraad

In vergaderingen van de wijkraad wordt regelmatig gesproken over het evangelie uitdragen, en nieuwe en terugkerende leden sterken. De bisschop vraagt desgewenst de quorumpresident ouderlingen of ZHV-presidente om die besprekingen (gericht op personen) te leiden. De bisschop mag de wijkzendingsleider voor de wijkraad uitnodigen.

De raad bespreekt onder meer het wijkplan om het evangelie uit te dragen, en nieuwe en terugkerende leden te sterken. Te coƶrdineren taken voor de verschillende organisaties komen ook aan bod. De volgende materialen zijn veelal een goed hulpmiddel voor deze besprekingen:

  • Mijn verbondspad. Dit materiaal helpt nieuwe en terugkerende leden gedurende de eerste 12 tot 24 maanden na hun doop of na hun terugkeer tot het evangelie vooruitgang op het verbondspad te maken. Mijn verbondspad is beschikbaar in de Evangeliebibliotheek.

  • Voortgang op verbondspad. De leidinggevenden en voltijdzendelingen in de wijk gebruiken dit hulpmiddel om de vooruitgang van nieuwe en terugkerende leden en van mensen die door de zendelingen worden onderwezen, vast te leggen en te bekijken. Voortgang op verbondspad is voor leidinggevenden in de wijk beschikbaar via de app Ledentools en Hulpmiddelen leiders en administrateurs (LCR). Voltijdzendelingen hebben via de app Predik mijn evangelie toegang tot en delen informatie uit Voortgang op verbondspad.

Zie 29.2.5 voor meer informatie over de wijkraad.

De jongerenwijkraad schenkt extra aandacht aan (1) jonge nieuwe en terugkerende leden en (2) jongeren die door de zendelingen worden onderwezen. De raad bespreekt ook hoe jongeren aan het wijkplan kunnen bijdragen om het evangelie uit te dragen, en alle nieuwe en terugkerende leden te sterken. Zie 29.2.6 voor meer informatie over de jongerenwijkraad.

23.6.6

Wijkplan om het evangelie uit te dragen, en nieuwe en terugkerende leden te sterken

Elke wijk heeft een eenvoudig wijkplan om het evangelie uit te dragen, en nieuwe en terugkerende leden te sterken. Dit plan geeft richting aan de invulling van bijeenkomsten, dienstverlening en activiteiten. Denk onder meer aan plannen en ideeƫn om:

  • Iedereen zich welkom op bijeenkomsten en activiteiten van de wijk te laten voelen.

  • Leden de vreugde van het uitdragen van het evangelie te helpen ondervinden.

  • Mensen te steunen die de zendelingen onderwijzen.

  • Nieuwe en terugkerende leden bij hun geestelijke vooruitgang te helpen.

De quorumpresident ouderlingen en ZHV-presidente helpen de wijkraad met het opstellen van het plan. De wijkzendingsleider helpt daar ook bij. De bisschop neemt het plan door en keurt het goed.

De leden van de wijkraad nemen het voortouw in de uitvoering van het plan. Ze brengen in de wijkraad verslag uit over de vorderingen. Zo nodig stellen ze het plan bij.